Nader rapport - Goedkeuring van de op 5 oktober 2016 te Brussel tot stand gekomen Partnerschapsovereenkomst op het gebied van betrekkingen en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds (Trb. 2016, 174) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Officiële titel | 35244 Nader rapport inzake goedkeuring van de op 5 oktober 2016 te Brussel tot stand gekomen Partnerschapsovereenkomst op het gebied van betrekkingen en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds (Trb. 2016, 174) |
---|---|
Documentdatum | 02-07-2019 |
Publicatiedatum | 02-07-2019 |
Externe link | origineel bericht |
Datum
22 September 2011
Onze referentie
Afdeling Verdragen
MINBUZA-2019.393338
AAN DE KONING
Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende goedkeuring van de op 5 oktober 2016 te Brussel tot stand gekomen Partnerschapsovereenkomst op het gebied van betrekkingen en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds (Trb. 2016, 174)
’s-Gravenhage, 25 juni 2019
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 5 juni 2019, no. 2019001091, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 19 juni 2019, nr. W02.19.0132/II, bied ik U hierbij aan. De tekst van het advies is tevens hieronder opgenomen.
Bij Kabinetsmissive van 5 juni 2019, no.2019001091, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende goedkeuring van de op 5 oktober 2016 te Brussel tot stand gekomen Partnerschapsovereenkomst op het gebied van betrekkingen en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds (Trb. 2016, 174), met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.
Het voorstel van wet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Pagina 0 van 1