Motie Van den Hul c.s. over leraren in het voortgezet speciaal onderwijs betalen volgens de cao voortgezet onderwijs - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019 - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 200 toegevoegd aan wetsvoorstel 35000 VIII - Vaststelling begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2019 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019; Motie; Motie van het lid Van den Hul c.s. over leraren in het voortgezet speciaal onderwijs betalen volgens de cao voortgezet onderwijs |
---|---|
Documentdatum | 17-06-2019 |
Publicatiedatum | 17-06-2019 |
Nummer | KST35000VIII200 |
Kenmerk | 35000 VIII, nr. 200 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-2019
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019
MOTIE VAN HET LID VAN DEN HUL C.S.
Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 17 juni 2019 De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat leraren in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) lesgeven aan leerlingen binnen de kaders van het voortgezet onderwijs maar betaald worden volgens de cao in het primair onderwijs;
van mening dat dit een ongewenst en oneerlijk verschil is, dat ook grote negatieve effecten heeft voor de aantrekkelijkheid voor leraren om werkzaam te zijn in het vso;
verzoekt de regering, er bij de rijksbegroting voor 2020 zorg voor te dragen dat bij de cao-onderhandelingen voor het voortgezet speciaal onderwijs van datzelfde jaar voldoende ruimte wordt gecreëerd om deze over te hevelen naar het niveau van de vo-cao, zonder dat dit ten koste gaat van het onderwijs,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Hul
Kwint
Westerveld
kst-35000-VNI-200 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 000 VIII, nr. 200