Wijziging van de Meststoffenwet in verband met tijdelijke verhoging van het afromingspercentage bij overgang van een fosfaatrecht

Met dank overgenomen van Partij voor de Vrijheid (PVV) i, gepubliceerd op vrijdag 7 juni 2019, 16:20.

Voorzitter, ondanks dat de Nederlandse zuivelproducten wereldfaam genieten en de Nederlandse melkveehouderij van zeer hoog niveau is, wordt de melkveehouderij dikwijls weggezet als een soort milieucriminelen. Ten onrechte wordt een groot deel van het zogenaamde klimaatprobleem bij hen op het bordje geschoven.

De sector gaat gebukt onder allerlei ingewikkelde regels die voor een normaal mens niet meer te volgen zijn. Met de Klimaatwet in de hand zal de politieke elite niet schromen om de strop rond de veehouderij nog verder aan te trekken. Het lijkt er wel op of de Brusselse vriendjes van de Nederlandse veehouderij af willen. Recentelijk hebben we ook gezien dat Brussel genadeloos de innovatieve pulskorvisserij de nek omdraaide.

Voorzitter. Strenge regelgeving rond mestproductie wordt ingezet om de veestapel zo veel mogelijk binnen de perken te houden en in te perken. Zo is op 1 januari 2018 een stelsel van fosfaatrechten in werking getreden om de fosfaatproductie voor de melkveehouderij onder het plafond van 84,9 miljoen kilo te houden. Op 2 juli 2015 werden fosfaatrechten uitgedrukt in kilo's fosfaat toegewezen aan een bedrijf op basis van de hoeveelheid melkvee aanwezig op dat bedrijf en de excretrieforfaits. Dit lijkt te werken, want de fosfaatproductie ligt in het eerste kwartaal van 2019 op 76,9 miljoen kilo, dus ruim onder het plafond. In de praktijk is er dus niets aan de hand. Bij de toewijzing van het aantal fosfaatrechten is op dat moment, in 2018, zelfs nog een generieke korting toegepast van 8,3%. Dit was omdat in eerste instantie bij de toewijzing 4,5 miljoen te veel aan rechten was toegekend. Daarvan is 7,3% gebruikt om weer onder het plafond te komen en er was 1% reserve voor afgifte van knelgevallen. Dus er zou niets aan de hand moeten zijn.

Echter, de minister heeft haar papieren niet op orde en krijgt het aan de stok met de Europese Commissie. Die wil de regering natuurlijk te vriend houden, zeker nu na de verkiezingen de stoelendans voor de Brusselse banen weer is begonnen. Nu blijkt dat de minister zelf te veel rechten heeft uitgegeven. Hoe dat is ontstaan is niet echt duidelijk. Dit zou komen door gehannes met rechten voor vleesveehouders die dan weer wel, dan weer niet en nu weer wel onder het fosfaatstelsel vallen. Het is om horendol van te worden. Om dit te corrigeren moet de melkveesector rechten inleveren. Dit zou gaan om 1 miljoen rechten, waarvan 0,6 miljoen geeneens zijn toebedeeld aan de melkveehouderij. Om een grote stap te maken, is de minister begonnen met de fosfaatbank te plunderen. Daar ligt 420.000 kilo aan rechten. Dit plunderen zal doorgaan totdat de fosfaatrechten weer onder het sectorplafond zijn beland. Zo wordt er zomaar een streep gezet door eerder gemaakte afspraken. Deze afgeroomde rechten in de fosfaatbank zouden immers ten goede komen aan jonge, startende boeren en zouden dienen ter bevordering van het grondgebonden werken, maar deze minister lapt deze afspraak aan de laars omdat het zo nu even beter uitkomt. Vervolgens wil de minister het afromingspercentage voor de overdracht van rechten van 10% naar 20% verhogen. Bij het verkopen van rechten verliest de verkoper dus geen 10%, maar 20% van de rechten. Boeren die willen stoppen, moeten dikwijls nog een schuld afbetalen aan de bank. Een extra afroming van 10% is een forse financiële tegenvaller voor hun oudedagvoorziening. Kortom, met dit voorstel dupeert de minister zowel de startende als de stoppende boeren in de melkveehouderij.

Voorzitter. Deze manier van handelen staat in schril contrast met de manier van handelen tegenover andere bedrijfstakken, zoals bijvoorbeeld de producenten van goedkope stookolie waarin chemisch afval wordt verwerkt, afkomstig van de hele wereld. Bijna de helft van de mondiale zeevloot, 22.000 schepen, komt speciaal naar Rotterdam om goedkoop te tanken om vervolgens het afval van gemiddeld 100.000 liter stookolie per schip per dag de lucht in te blazen. Dit kan allemaal door het ontbreken van adequate regelgeving. We zien wel vaker dat de overheid met twee maten meet. Terwijl grote olieproducenten zoals Shell met heel veel zaken wegkomen, staan wij hier te bakkeleien over de fosfaatboekhouding van de minister. Nu wil de minister, die zelf een teveel aan fosfaatrechten heeft uitgegeven, de melkveehouderij laten bloeden, terwijl de melkveehouders de productie van fosfaat keurig 8 miljoen kilo onder het sectorplafond houden. Hierdoor komt de verlenging van derogatie niet in gevaar. Derogatie gaat namelijk om productie en niet om rechten. De PVV-fractie vindt het dan ook onaanvaardbaar dat de minister nu het probleem bij de melkveehouderij op het bordje schuift.

Voorzitter. De minister geeft aan dat het teveel aan rechten overschrijding van de fosfaatproductie in de hand kan werken. In theorie klopt dat, maar in de praktijk is dat nu niet aan de orde. De minister heeft zélf de boel niet op orde. Waarom wordt er niet voor gekozen om bijvoorbeeld het teveel aan uitgegeven rechten terug te kopen? Het ministerie heeft immers zelf te veel rechten uitgegeven. Graag een reactie van de minister. Als de minister van Financiën 680 miljoen kan uittrekken om KLM te redden, moet het toch ook mogelijk zijn om 1 miljoen fosfaatrechten terug te kopen om onze melkveehouders te helpen. Toch? Of zijn onze melkveehouders minder belangrijk voor de bv Nederland?