35173, nr. 10 - Amendement Ploumen/Ellemeet over kweken van embryo's voor wetenschappelijk onderzoek - Wijziging van de Embryowet inzake aanpassing van het geslachtskeuzeverbod en gebruik van geslachtscellen en embryo’s voor kwaliteitsbewaking

Dit amendement op het wetsvoorstel Wijziging van de Embryowet inzake aanpassing van het geslachtskeuzeverbod en gebruik van geslachtscellen en embryo’s voor kwaliteitsbewaking werd op 5 juni 2019 ingediend door het Tweede Kamerlid Lilianne Ploumen (PvdA) i. Het amendement werd naderhand ondertekend door Corinne Ellemeet (GL) i. De tekst werd op 12 juni 2019 en nog eens op 22 januari 2020 gewijzigd.
 
De toelichting van de indieners op het gewijzigde amendement luidt als volgt:
 

Dit amendement beoogt een nee-tenzij in te voeren, onder strikte voorwaarden, ten aanzien van het kweken van embryo's. In de vorige kabinetsperiode kwam Minister Schippers met eenzelfde voorstel om onder strikte voorwaarden wel embryo's te mogen kweken ten behoeve van de behandeling van mensen met aangeboren onvruchtbaarheid, onvruchtbaarheid ten gevolge van behandeling van kanker en bij ernstige erfelijke aandoeningen om te voorkomen dat kinderen met deze aandoening worden geboren. De overweging was destijds onder meer: als het straks in het buitenland wel kan willen Nederlandse ouders het ook, om de kwaliteit van de zorg hoog te houden moeten Nederlandse onderzoekers zich de techniek in vroeg stadium eigen kunnen maken. Voor de indieners staat het belang van dit onderzoek voorop: voor mensen met aangeboren onvruchtbaarheid, voor mensen die na een zware behandeling tegen kanker onvruchtbaar zijn geworden en voor mensen met een kinderwens en een ernstige erfelijke aandoening in de familie. Voor onderzoek zou het mogelijk moeten zijn om embryos specifiek voor onderzoek te maken (onderzoeksembryo's). Dit is nu in Nederland niet toegestaan. Bovendien gaat het bij sommige nieuwe technieken om technieken waarbij op een alternatieve manier eicellen of zaadcellen gemaakt worden. Om deze nieuw gemaakte eicellen of zaadcellen te toetsen op functionaliteit, effectiviteit en veiligheid, zullen er met behulp van deze eicellen en/of zaadcellen embryo's gemaakt moeten worden. Dat is nu niet toegestaan. Er is vanuit het veld wel duidelijk behoefte aan dit onderzoek als onderdeel van een zorgvuldige introductie van nieuwe technieken en evaluatie van bestaande technieken. Immers, het alternatief zou zijn om direct kinderen te maken met deze techniek zonder te weten of dat wel veilig is. Sjoerd Repping, destijds Hoogleraar Humane Voortplantingsbiologie (UvA) gaf tijdens het in de Tweede Kamer georganiseerde ronde tafelgesprek aan: «Embryonale stamcellen zijn nuttig voor het bestuderen van differentiatie van allerlei verschillende celtypes. Deze cellen zijn echter niet bruikbaar als vervanging van echte embryo's. Stamcellen kunnen zich niet ontwikkelen tot volledige individuen maar alleen tot losse celtypes in het laboratorium. De in het regeerakkoord opgenomen tekst dat «wordt ingezet op onderzoek naar de mogelijkheid van het gebruik van (geïnduceerde) pluripotente stamcellen voor onderzoek ter voorkoming van ernstige erfelijke ziekten» lijkt een onlogische redenatie. Het doel van stamcelonderzoek is niet om ernstig erfelijke ziektes te voorkomen, daarvoor zijn stamcellen ongeschikt. Voor het voorkomen van het doorgeven van erfelijke ziektes zal er onherroepelijk moeten worden ingegrepen in de kiembaan en derhalve in zaadcellen, eicellen of preïmplantatie embryo's. Samenvattend zijn vanuit onderzoeksperspectief noch blastoïden, noch embryonale (of andere) stamcellen geschikt als alternatief voor menselijke embryo's. Dat geldt zowel voor onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van huidige en toekomstige voortplantingsbehandelingen als voor onderzoek ter voorkoming van ernstige erfelijke ziekten. Alleen het opheffen van het tijdelijke verbod uit 2002 op het maken van embryo's voor onderzoek zal dit onderzoek mogelijk maken.» Voorstellen voor onderzoek met embryo's moeten nu al door speciale commissie beoordeeld worden (CCMO, Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek). CCMO toetst op: 1) het onderzoek moet redelijkerwijs leiden tot nieuwe inzichten op het terrein van de hierboven genoemde medische wetenschap en direct relevant zijn voor de kliniek; 2) de resultaten zijn uitsluitend verkrijgbaar door speciaal daarvoor embryo's tot stand te brengen; 3) het onderzoek en de uitvoering ervan moeten voldoen aan de geldende kwaliteitseisen voor wetenschappelijk onderzoek; 4) het medisch doel en de daaraan gekoppelde opzet van het onderzoek staan in redelijke verhouding tot de bezwaren van het speciaal voor onderzoek tot stand brengen van embryo's. Indieners menen dat het extra toetsingskader van de huidige regering waarbij de nadruk ligt op «politieke bezinning» in dit geval tot stilstand leidt die grote gevolgen heeft voor mensen. Bovendien is zelfs aan het door het kabinet opgestelde criterium dat er discussie en bezinning moet hebben plaatsgevonden, ruimschoots voldaan. Over de Embryowet is deze discussie immers al jaren aan de gang, uit de evaluaties van de Embryowet in 2012 en 2006 bleek al dat een verbod belemmerend werkt.

 

Inhoudsopgave

  1. Documenten
  2. Dossier

1.

Documenten

2 22 januari 2020, gewijzigd amendement, nr. 10     KST3517310
Gewijzigd amendement Ploumen/Ellemeet ter vervanging van nr. 7 over kweken van embryo's voor wetenschappelijk onderzoek
 

2.

Dossier