Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 35210 XVI - Wijziging begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2019 (Voorjaarsnota) i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting
Document­datum 29-05-2019
Publicatie­datum 29-05-2019
Nummer KST35210XVI2
Kenmerk 35210 XVI, nr. 2
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2018-

2019

35 210 XVI

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING INHOUDSOPGAVE

  • A. 
    Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

1

  • B. 
    Begrotingstoelichting

2

  • A. 
    ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

kst-35210-XVI-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019

Tevens wordt in onderdeel B een actueel beeld gegeven van de uitgaven onder het Uitgavenplafond Zorg (UPZ).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

H.M. de Jonge

De Minister voor Medische Zorg,

B.J. Bruins

  • B. 
    BEGROTINGSTOELICHTING
  • 1. 
    Leeswijzer

De mutaties in deze suppletoire begroting bestaan uit herschikkingen binnen de begrotingsuitgaven of binnen de premie-uitgaven, uit overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken, uit financieringsverschuivingen tussen premiemiddelen en begrotingsmiddelen en uit middelen die generaal aan de VWS-begroting zijn toegevoegd, dan wel middelen die generaal vrijvallen. De gepresenteerde cijfers sluiten aan bij de Voorjaarsnota 2019, die de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer aanbiedt.

Om de leesbaarheid van de toelichting op de beleidsartikelen te bevorderen zijn de volgende uitgangspunten toegepast:

  • 1. 
    Naast de beleidsmatig relevante mutaties worden de mutaties toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag voor de uitgaven en ontvangsten op de instrumenten binnen een subartikelonderdeel hoger is dan € 2,5 miljoen. Eveneens kunnen bedragen onder deze norm worden toegelicht indien politiek relevant.
  • 2. 
    Voor wat betreft de verplichtingenmutaties wordt per artikel enkel het saldo weergegeven.

Er zijn in deze suppletoire begroting geen begrotingsstaten van de agentschappen opgenomen.

  • 2. 
    Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2019 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000).

Artikel- Uitgaven 2019 nummer

Vastgestelde begroting 2019    16.471.358

Belangrijkste suppletoire mutaties

 

1)

Rijksbijdrage Wlz

3

900.000

2)

Maatschappelijke diensttijd

4

35.000

3)

SectorPlanPlus

4

  • 53.167

4a)

Transitie Jeugd

5

43.566

4b)

Jeugdautoriteit

5

20.000

5)

Buurtsportcoaches

6

  • 60.800

6)

Zorgtoeslag

8

  • 124.600

7)

Loonbijstelling

11

82.080

8)

Overige mutaties

 

134.135

Stand 1e

suppletoire begroting 2019

 

17.447.572

Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2019 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000).

Artikel-    Ontvangsten nummer    2019

Vastgestelde begroting 2019    87.563

Belangrijkste suppletoire mutaties

 

1)

Wanbetalers en onverzekerden

2

6.000

2)

Terugontvangsten aan CAK verstrekte lening

4

4.590

3)

Afromen vermogen CIBG

10

11.534

4)

Desaldering bijdrage CIBG

10

6.735

5)

Desaldering PD Alt

10

11.510

6)

Overige mutaties

 

6.341

 

Artikel-

Ontvangsten

 

nummer

2019

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

134.273

03

T3 O

S 5 °

« a

Ö)

lü Q. Ö1

> ® -a IÏÏ w § = c

CD <D CD

SZ|E

CO

Co

Co oo

CM CM CM CM

po oa

Ln LO

co oo

CM CM

o oo

OO CM

<0

(0

;D

V

fl)

O

;D

'5

£

"C

c

o

N

O

U>

(0

$

CD

-Q

C

CD

>

C

CD

_03

O

>

CD

03

T3 A a> c £¦ c «10? 5> S £

c °>

§5

¦a

i ®    ,

Ï -Q O

) C/3 il

  • -g cl

> o

0

c -o

O

¦*

'€

<

CD

03

"O

o

CO

¦£    C    C    +-

Ü    s

—    co    i-    —

O .E r- E

> -o .ti c O iS

o

N r-0 0

03 Z 03 Ó

0 0

J4

£ § W C

3 Si 0

O «j

0 r \ *- C/3 Oi 05 ® -a

I c 0 §

CQ co

C CD u p

03

C TD 0 0 o -c

C 0 0

_    (~    cu

g    o    -a

w t:

a>    o    'F c

c    -Q    E 0

>    03 *o    $S    0-a

Oo    ©    co    5    OJT,

p    0    =    -=    5    c Ö

-h ~o o ® 0 •= .2

«2, 0 O 2 03 £ -Q

5 E

Subsidies    262.109    0    262.109    13.103    275.212    - 2.734    3.200    2.500    3.300

Stand    Mutaties via    Vastgestelde    Mutaties 1e    Stand 1e    Mutatie 2020 Mutatie 2021 Mutatie 2022    Mutatie 2023

ontwerp-    NvW en    begroting    suppletoire    suppletoire begroting    amende-    begroting    begroting menten

s

CM

2

CM

CM

CM

CM CM , <0 (D CM CM

03 li) S 03 (D h- cm r*- ^

co

CM

CM

po

co

CM

00 00 o o

00

CM

0)

CD

® o c

> 05 0

© z.

o CC 8 .

a -o a Q-

js O

CD

05

C T3 co C > o

,0)

O > ¦ N CC

(fl T3 ^ CD

(1)

c > co 03

2 > C/5 CD .

-P

i    •    5.E

»    ®    s    Si

~    "c        -95 "Q    O    O    ®    O

I O    S    N    Si2    >

O)

—    .±05

<D _CD

C    "O    CD

05    05    5    |    -O

2    N    ca    ffi    _c

-Q E 1- c C O) CD

O ö>

T3 J

O "

Stand    Mutaties via    Vastgestelde    Mutaties 1e    Stand 1e    Mutatie 2020 Mutatie 2021 Mutatie 2022    Mutatie 2023

ontwerp-    NvW en    begroting    suppletoire    suppletoire begroting    amende-    begroting    begroting menten

oo

Ö

00 00 00 oo co co

OO co r-

LO O OO O OM O

uo o oo o om o

uo o oo o om o

LO O EN O O

CO CM 0> oo o

Oo CM

o o> OM O

ON O K co

co co oo o> OM CM

cn ld cn ld

-c O) O '1= 03 Q)

Is

£ 3 E

O ¦ ¦ r- '

a « §.

c S9 . CD F \ CG

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

  • 1. 
    Gezondheidsbescherming Subsidies

Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid/ Nationaal Programma Preventie

Er is € 2,9 miljoen overgeheveld naar het gemeentefonds. Via een decentralisatie-uitkering worden deze middelen beschikbaar gesteld aan GIDS-gemeenten (Gezond in de stad), voor het vormen van een lokale coalitie rondom de eerste 1.000 dagen van kinderen. De overige € 1,4 miljoen betreft een overheveling naar de instrumenten subsidies en opdrachten van het subartikelonderdeel Ethiek. Voor het uitvoeren van maatschappelijke discussies en onderzoeken op medisch ethische onderwerpen zijn extra middelen nodig.

Bijdragen aan agentschappen

RIVM: Wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed

Voor een groot aantal aanvullende opdrachten is budget overgeheveld naar dit instrument. Dit betreft opdrachten op het terrein van de RIVM-programma's Wettelijke taak Volksgezondheid en Zorg (€ 1,7 miljoen), Beleidsondersteuning Volksgezondheid en Zorg (€ 0,2 miljoen), Sport (€ 0,4 miljoen), Beleidsondersteuning Geneesmiddelen en Medische technologie (€ 1,1 miljoen) en Risicoschatting en beoordeling ten behoeve van beleid (€ 1 miljoen).

  • 2. 
    Ziektepreventie Subsidie

Ziektepreventie

De tegemoetkoming Q-koortspatiënten wordt in 2019 uitgekeerd. De hiervoor in 2020 gereserveerde middelen zijn naar 2019 overgeheveld (€ 5,8 miljoen). Voorts is het budget voor de tegemoetkoming Q-koorts patiënten verhoogd, zodat iedereen die recht heeft op de tegemoetkoming een bedrag van € 15.000 ontvangt. Het totale budget voor de tegemoetkoming bedraagt daarmee € 11,5 miljoen. Tot slot is budget overgeheveld naar het instrument RIVM voor de opdrachtverlening Centra voor de aanpak van antibioticaresistentie (€ 1,8 miljoen) zodat zij uitvoering kunnen geven aan deze aanpak. De overige mutaties bedragen € 0,2 miljoen.

RIVM: Regelingen publieke en seksuele gezondheid

In verband met de gekozen wijze van uitvoering van de vergoeding voor de zorgkosten PrEP-gebruik worden binnen artikel 1 de hiervoor gereserveerde middelen overgeheveld van het instrument subsidies seksuele gezondheid naar het instrument subsidies RIVM Regelingen publieke en seksuele gezondheid (€ 3,4 miljoen). De overige mutaties bedragen € 1,6 miljoen.

Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT)

De kosten van de Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) zijn lager dan eerder was geraamd door een lager deelnemingspercentage en een lagere kostprijs (€ 6,9 miljoen).

Bijdragen aan agentschappen

RIVM: Opdrachtverlening Centra

Op basis van de uitgaven in de laatste jaren zijn de ramingen voor een aantal programma's die worden uitgevoerd door het RIVM (Rijksvaccinatieprogramma, PSIE, Neonatale hielprikscreening en het Nationaal Programma Griep) verlaagd. Tevens is het budget verlaagd in verband met de vertraging van de invoering van de maternale kinkhoestvaccinatie (de invoering staat gepland voor december 2019 (TK 32 793, nr. 371)). Tegelijkertijd is het budget verhoogd om het quadrivalente vaccin aan te bieden aan zorgverleners en de doelgroepen van het Nationaal Programma Griep. De daarmee samenhangende mutaties leiden uiteindelijk tot een bijstelling van het budget van € 5,3 miljoen.

Ten slotte is budget overgeheveld naar dit instrument voor de aanpak van antibioticaresistentie (€ 1,8 miljoen). De overige mutaties bedragen € 0,7 miljoen.

  • 3. 
    Gezondheidsbevordering Subsidies

Bevordering van seksuele gezondheid

In verband met de gekozen wijze van uitvoering van de vergoeding voor de zorgkosten PrEP-gebruik worden, binnen artikel 1, de hiervoor gereserveerde middelen overgeheveld van het instrument subsidies seksuele gezondheid naar het instrument subsidies RIVM Regelingen publieke en seksuele gezondheid (€ 3,4 miljoen). Verder heeft het overleg met een brede coalitie van veldpartijen voor het opstellen van een plan voor Preventie en ondersteuning bij onbedoelde (tiener)zwangerschappen (TK 32 279, nr. 123) veel tijd gekost. De hiervoor gereserveerde middelen komen daardoor in 2019 deels niet tot besteding (€ 2,6 miljoen). De middelen worden doorgeschoven naar 2021. Voorts is vanuit artikel 3 Langdurige Zorg budget overgeheveld voor de zorg en ondersteuning bij onbedoelde zwangerschap (€ 1,5 miljoen). De overige mutaties bedragen € 0,2 miljoen.

en o

oo

00

®    © ö>

^ c

T3 O

SS S

W £ 0

3 -2

CC o ö)

t; o o

>    ® -a ®

0 ^ 0 0

si i E

c\ LO CN LO

co oo cm oo oo

Ui

O

N

O

>

.2

<o

3

O

CM

O

'€

<

;u

o

-Q

c

CU

>

c

o

u>

o

>

o

O)

o

O)

"O

D

CO 0 ' ¦H>    •>

oo

OO CM

oo oo

U > > o co — co »- —    &

  • Q. 
    ai co a 5

5 lis -

,00 0

^ —I

'5 z

-Q ^ 03 —

co

  • 0

0 -£

03 o £ o •5 J2 D) 5 0 0 N 03CC

co

03 0

c >

•— 0 A w ,9 03 .a

.»g,§ = l ?<ï ¦5 g £o

$ O

03 N

i 0

' 'O

E 2 ¦£ v'S

0 Q- X .£? c ¦

-00

, c ®

c ^

  • £ 0
  • C TJ

.    0 C '-j

O o 5)

c r :=•    :=•    :=• w

0 0'O ü'N (/)

, "5 c o 03 c Q- -i

S    <0    t    Cü    >    ö    o    2    2

--    O    v    .t    O    0    O    Hr    n    X    N

0    0    /TT    RA    03    W    I2    2(/0    2cn

0 0    0    ^    0    •—    0    O    O    w

'4= CÜ CC 5 Q 03 5 03X5X0:

Stand    Mutaties via    Vastgestelde    Mutaties 1e    Stand 1e    Mutatie 2020 Mutatie 2021 Mutatie 2022    Mutatie 2023

ontwerp-    NvW en    begroting    suppletoire    suppletoire begroting    amende-    begroting    begroting menten

C\ csi Csl

<r>

00

en

O O    O h-

oo    2?

O    00    00

03 O CO O SNI O O 00 O} CM O O

^    PO

oó    00 LO

O h-00 LO

co co

00 LO

co o

co co

00 LO

co o

co co

00 LO

co o

K

csj

O)

2..® E | c g §

O w X!

-c ^ o

.03

*0

o'

CL O O

Stand    Mutaties via    Vastgestelde    Mutaties 1e    Stand 1e    Mutatie 2020 Mutatie 2021 Mutatie 2022    Mutatie 2023

ontwerp-    NvW en    begroting    suppletoire    suppletoire begroting    amende-    begroting    begroting menten

oo

o

cn o o

CM

CM

<r>

00

O

r- co

CM LO

r*- r*-

h- LO cm r-. r-. CM

h- LO cm r-. h- CM

03

<N

co LO a>

od ^

c

  • 0) 
    Cl) ;

03

Ui

CD

— m C

” g © h ©

CD "O

o -o

© O c cd

CD

U> _g CD O C 03 N 03 -Q

<D .ti

£    S    -o    c    jt    —

2    5    "5    -9-    Q.    0-    CD

*ö    5    ¦©    D    c    ©    >

o:    o:    -b    >    O

O

c

03 03

c

CD

O)

5

~o

§ ^

co > c O

<D

a o

a 9-

k o N 0)

  • T3 -c
  • © o

>

‘O

© "O -o _ S3E» a>“ ™ 2

ct Oo

§>i £ §

I f a> |

A —i CD © O LL L ü

03 ¦— > -b CD .ü Q__ CC ^

o

Stand    Mutaties via    Vastgestelde    Mutaties 1e    Stand 1e    Mutatie 2020 Mutatie 2021 Mutatie 2022    Mutatie 2023

ontwerp-    NvW en    begroting    suppletoire    suppletoire begroting    amende-    begroting    begroting menten

£ is i

cc ! _

CQ cjf

£

<13 3

1 I

™ o

Ui

C O) <L> c Oi '4= TO O

O -O

P    CO

b,    Q) CM

Ö5 C > O

W <D

ö) >

c O

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

  • 1. 
    Kwaliteit en veiligheid Subsidies

Ontsluiten patiëntgegevens ziekenhuizen

Vanwege vertraging bij de voorbereidingen om GGZ-instellingen in staat te stellen hun patiënt-gegevens te ontsluiten, is het bedrag dat in 2018 is overgebleven, € 5,1 miljoen, naar 2019 doorgeschoven.

Antibioticaresistentie

Op grond van onderzoek naar de structurele bekostiging van de zorgnet-werken1 antibioticaresistentie vallen de uitgaven van deze zorgnetwerken lager uit dan geraamd. De vrijvallende middelen (€ 4,5 miljoen) worden voor een deel ingezet voor (internationale) onderzoeksprogramma's ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe antibioticageneesmiddelen en alternatieve behandelwijzen.

Overig

De hogere uitgaven hangen onder meer samen met de overbruggingsfi-nanciering van het programma Topzorg. Om de periode tussen de afloop van het oude programma en de aanvang van het nieuwe programma Topzorg te overbruggen zijn aanvullende middelen nodig (€ 3 miljoen in 2019 en € 1 miljoen in 2020). Anderzijds worden lagere uitgaven verwacht op diverse kleine posten.

Bijdragen aan agentschappen

Overig

De uitgaven naar aanleiding van bij de komst van EMA afgesloten Memoranda of Understanding met diverse EU-lidstaten, worden gedaan over een langere periode dan eerder geraamd. De verlaging van het budget in 2019 (ca. € 3 miljoen) betreft een kasschuif naar de jaren 2020 (€ 2,2 miljoen), 2021 (€ 0,5 miljoen) en 2022 (€ 0,3 miljoen) om de uitgaven over een langere periode mogelijk te maken.

  • 2. 
    Toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg Opdrachten

Overig

Deze post betreft een verzameling van een groot aantal mutaties, met als belangrijkste een bijdrage aan een landelijk telefoonnummer voor personen met verward gedrag. In 2017 heeft het Schakelteam een advies uitgebracht dat er een landelijk dekkend netwerk van regionale advies- en meldpunten voor niet-acute meldingen moet komen, met 24/7 bereikbaarheid, bedoeld voor personen met verward gedrag (of personen die de grip op leven dreigen te verliezen). Hier bovenop moet een landelijk telefoonnummer ingericht worden dat doorschakelt naar de regionale/ lokale meldpunten. De kosten hiervoor worden in 2019 geraamd op € 1,2 miljoen en vanaf 2020 € 2,5 miljoen per jaar. Daarnaast is er sprake van een bijdrage aan de uitvoeringskosten van het CIZ (€ 1 miljoen in 2019 en € 0,5 miljoen in 2020) op grond van het wetsvoorstel toegang Wlz voor mensen met een psychische stoornis.

Bijdragen aan agentschappen

CIBG: WPG/GVS/APG

De hogere uitgaven dan geraamd hangen onder meer samen met de hogere kosten van € 1,3 miljoen voor het uitvoeren van taken rond wet op de Geneesmiddelenprijzen (WGP) en het Geneesmiddelenvergoedingensysteem (GVS) door het agentschap CIBG. Daarnaast is er sprake van hogere kosten in verband met een bijdrage (€ 1,3 miljoen) aan het aCBG voor toegankelijke informatie over geneesmiddelen aan patiënten, waarbij specifiek aandacht is voor groepen met beperkte gezondheidsvaardig-heden.

  • 3. 
    Ondersteuning van het stelsel Subsidies

Overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg

De middelen die in het regeerakkoord voor 2019 zijn gereserveerd voor stimulering van medisch specialisten in loondienst/participatiemodel komen in 2019 niet tot besteding in afwachting van de uitkomsten van de evaluatie van de subsidieregeling overgang integrale tarieven MSZ en onderzoek naar de bevordering van gelijkgerichtheid (€ 16 miljoen).

Inkomensoverdrachten

Overgangsregeling FLO/VUT-ouderenregeling ambulancepersoneel

De uitgaven voor de overgangsregeling FLO/VUT-ouderenregeling ambulancepersoneel vallen in 2019 € 3,5 miljoen hoger uit dan begroot.

Opdrachten

Overig

Voor ondersteuning in het kader van «De Juiste Zorg op de Juiste Plek» wordt het budget met € 3,2 miljoen verhoogd. Het betreft onder meer ondersteuning in de vorm van de organisatie van regionale- en themabijeenkomsten, het creëren van een kennisplatform, de ontwikkeling van een basisdataset door het RIVM ten behoeve van het gedeelde beeld in de regio en een subsidieregeling via ZonMw waarmee regionale partijen expertise kunnen inhuren bij het ontwikkelen van het gedeelde beeld en procesondersteuning voor het opzetten of intensiveren van samenwerking in de regio (zie ook TK 29 689, nr. 938).

Bijdragen aan agentschappen

CJIB: Onverzekerden en wanbetalers

Bij het CJIB is sprake van lagere uitvoeringskosten (€ 4,1 miljoen) in het kader van de aanpak van onverzekerden en wanbetalers. De meevallende uitgaven zijn mede het gevolg van lagere deurwaarderskosten als gevolg van het vervallen van de eindafrekening.

Ontvangsten

Overig

Het CAK heeft de raming van de ontvangsten als gevolg van de aanpak van wanbetalers geactualiseerd. Op basis hiervan wordt de opbrengstenraming in de VWS-begroting opwaarts bijgesteld. Deze bijstelling is per abuis verwerkt op artikel 2 in plaats van artikel 4. Dit zal bij ontwerpbegroting 2020 gecorrigeerd worden.

®    © ö)

^ c

T3 O

SS S

w g ©

3 -2

CO o Ö)

t; a®

<0 CO

co

o o

Co

00

<$ 00 p r-LO OO

U)

c

c

3

O

+*

tt

i-

V

"U

c

o

c

V 3>

k.

o

N

fl)

ܻ

3

"C

U)

c

-I

CO

'€

<

5

J5

"CD

-Q

c

§

§

Oi

§

CD

o>

CD

1

CD

§

CQ

>    ®    -a    ®

0 5    §    jjj si    i    E

CO m ' +¦> >

>

£ "ö

+- c

CO £

.2    > > ,o    -P ¦

Q-    G) cö "Ö.    « ,

5    '

P oo P c*-Ln oo

</5 0 0 CD

  • & 
    o O

0 ~G 0

¦Q ® 'Ö c w .t,

O E (? ® O >

3 2 CD 0

oo o i_ TO Q. 0 ® CD 0 -a ^ -Q -c d F c o o

03

.£ CD

ol3

J*: ® J*:

:3s w <o _

-3    >- CL P

0 •:

  • O) 
    J

O O C/3 ' 0

03

CD 12 03 0 0 -<” ‘-I T5 CO

C/3 J" 03 O

C JO

»l »c« > c 12 <0 c § ” £

Sliss?

.ËSlglSSfflElS

c n 5> i0-20 oca-o

CD o 03Q ¦ o .

© <o .£

(5 (ƒ} :

Opdrachten    100.636    0    100.636    - 2.010    98.626    0    0    0    0

Bovenregionaal gehandicaptenver- voer    62.707    0    62.707    0    62.707    0    0    0    0

Stand    Mutaties via    Vastgestelde    Mutaties 1e    Stand 1e    Mutatie 2020 Mutatie 2021 Mutatie 2022    Mutatie 2023

ontwerp-    NvW en    begroting    suppletoire    suppletoire begroting    amende-    begroting    begroting menten

l\ CM ^ CM CM «-

03 LO CO 00 03 CM

CO 00 03

CQ

>

03 CU O C/3

9,

o 3 _ o

¦    v-'    £    o)    _

;    +-¦    CD    ~    C .

C )- p CD !    (D    ®    i;T3

  • CD
  • =* -o

CD

CD _ i_

c ü) O

ï S I §5

  • ® St'S

3 (D ^ ® CU

  • m ^ n ü

N ^ > .£2 — T3 C

<D <D

,ïo

te £ c §

t.&if

¦| s! s

03 £ .W

3 — £ “ 15 ® .EiÜ

CD 03 CD 03

Q- 5

JS E

Stand    Mutaties via    Vastgestelde    Mutaties 1e    Stand 1e    Mutatie 2020 Mutatie 2021 Mutatie 2022    Mutatie 2023

ontwerp-    NvW en    begroting    suppletoire    suppletoire begroting    amende-    begroting    begroting menten

O O O o LO O

«o oo

<£> <D O O

co

CM

o o o o 00 o

o o

CM CM Ln LO

oo

CM

o o o o PO o

o o go 00 oo 00

oo

o o o o o o 00 ó 00 o (O a>

o o o o G> O

(O o P- o <o o

2 ° 2 ° CM CSI

O O r-

O O r-

r". °

<d ö

oo 00

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

  • 1. 
    Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen Subsidies

Waardig ouder worden

Deze mutatie bestaat uit een saldo van diverse technische (overboekingen in het kader van Waardig ouder worden. Het gaat met name om het opnieuw beschikbaar stellen van niet ingezette middelen in 2018 voor onder andere versteviging respijtzorg en dagopvang (€ 1,6 miljoen) en landelijke vrijwilligersorganisaties (€ 2,9 miljoen).

Onafhankelijke cliëntondersteuning

Dit betreft met name de overboeking naar het Gemeentefonds van € 8 miljoen voor cliëntondersteuning. In het Regeerakkoord zijn extra middelen vrijgemaakt om deze functie te versterken. Gemeenten moeten hun burgers op grond van de Wmo 2015 gratis onafhankelijke cliëntondersteuning bieden. De middelen worden ingezet voor het zogenaamde koplopertraject cliëntondersteuning van de VNG. Hiervoor zijn 24 gemeenten geselecteerd als koploper om de functie van onafhankelijke cliëntondersteuning verder door te ontwikkelen. Daarnaast zijn meerjarig middelen beschikbaar gesteld voor onafhankelijke cliëntondersteuning in de Wlz, onder meer binnen het programma Volwaardig Leven.

Woonzorgarrangementen

Voor de borgstelling van de stimuleringsregeling woonzorg arrangementen is voor 2019, 2020 en 2021 binnen artikel 3 € 30 miljoen overgeheveld van het instrument subsidies naar het instrument storting/ onttrekking begrotingsreserve.

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Stimulerings regeling wonen en zorg

Dit betreft de overheveling binnen artikel 3 van de € 30 miljoen van de stimuleringsregeling woonzorg arrangementen naar het instrument storting/onttrekking begrotingsreserve.

  • 2. 
    Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

Subsidies

Thuis in het verpleeghuis

Het programma Waardigheid en Trots op locatie - waar aanbieders geholpen worden om te voldoen aan kwaliteitskader - is later gestart dan beoogd. De middelen die in 2018 gereserveerd waren, ter hoogte van € 8,3 miljoen, zijn doorgeschoven naar 2019. Daarnaast is bij eerste suppletoire € 15,3 miljoen uit de jaren 2021 en 2022 overgeheveld naar 2019 (€ 4,1 miljoen) en 2020 (€ 11,2 miljoen) zodat instellingen in de jaren 2019 en 2020 ondersteund worden vanuit het programma om te gaan voldoen aan het kwaliteitskader verpleeghuis.

Volwaardig leven

Voor het programma Volwaardig leven, zijn bij het Regeerakkoord additionele middelen beschikbaar gesteld voor pilots cliëntondersteuning (€ 0,5 miljoen). Daarnaast is een ander kasritme voor de uitvoering van amendement 35 000 XVI, nr. 16 Innovatie-impuls gehandicaptenzorg (€ 1,5 miljoen). Met de innovatie-impuls gaan we de toepassing van technologie bij aanbieders versterken. Tevens heeft een ramingsbijstelling op dit begrotingsinstrument plaatsgevonden (€ 1,5 miljoen). Per saldo leidt dit tot een verlaging van het beschikbare budget van € 2,5 miljoen in 2019.

VilPP care

De subsidieregeling voor de versnelling van gegevensuitwisseling in de langdurige zorg - InZicht - wordt in de loop van 2019 opengesteld. De subsidieregeling is pas halverwege 2019 beschikbaar en de verwachting is dat de aanvragen zullen toenemen in de tijd. Hierop is het kasritme aangepast. Bij eerste suppletoire is een kasschuif verwerkt waarbij € 20 miljoen uit 2019 is doorgeschoven naar 2021. Voor de ondersteunings-structuur is daarnaast € 1 miljoen overgeheveld naar het opdrachtenkader.

Bekostiging

Bijdrage in Kosten van Kortingen (BIKK)

De uitgavenraming voor de BIKK is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) bijgesteld (€ 11,9 miljoen).

Bijdrage Wlz

Het doel van de rijksbijdrage Wlz is te voorkomen dat in het Fonds langdurige zorg (Flz) tekorten ontstaan. Als gevolg van de actuele ramingen in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau (inzake de uitgaven en inkomsten van het Flz) wordt de rijksbijdrage Wlz verhoogd met € 900 miljoen. De verhoging van de rijksbijdrage is niet relevant voor (toetsing aan) het uitgavenplafond en beïnvloedt ook het EMU-saldo niet.

Opdrachten

Overig

Dit betreft een mutatie van € 12 miljoen per jaar in 2019 en 2020 voor de doorontwikkeling en het beheer van het PGB2.0-systeem en voor de inzet van het PGB2.0-team dat het opdrachtgeverschap voert. Daarnaast is budget beschikbaar gesteld voor de pgb actieagenda (€ 2,2 miljoen) en leiden een aantal ramingsbijstellingen per saldo tot een mutatie van € 1 miljoen. Het gaat hierbij om een kasschuif voor de challenge verpleeghuizen (€ - 0,8 miljoen), een mutatie voor de regeling inzicht (€ 1 miljoen) en eindejaarsmargemutaties (€ 0,7 miljoen).

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Uitvoeringskosten SVB pgb trekkingsrechten

De SVB ontwikkelt en beheert het financieel domein van het PGB2.0-systeem, hiervoor is € 6,7 miljoen benodigd in 2019. Daarnaast maakt de SVB kosten voor de uitvoering van het pgb-trekkingsrecht voor het

Zvw-domein. Hiervoor is bij eerste suppletoire € 1,9 miljoen beschikbaar gesteld.

Centrum Indicatiestelling Zorg

Er is momenteel een wetswijziging in behandeling om de Wlz open te stellen voor cliënten met een psychische stoornis. Voor het CIZ betekent dit vanaf 1 januari 2020 een toename in het aantal indicatiebesluiten voor de Wlz. Voorts krijgt het CIZ onder de Wet zorg en dwang (Wzd) als nieuwe taak de uitvoering van de verzoekersrol bij een (voorwaardelijke) rechterlijke machtiging (RM) of Inbewaringstelling (IBS). Hiervoor is het budget in 2019 bijgesteld met € 6,9 miljoen, waarvan € 3,9 miljoen voor het Wzd-traject en € 3 miljoen voor het openstellen van de Wlz voor cliënten met een psychische stoornis.

<n

o>

co

®    © ö>

^ .± c

T3 o

SS s W è ®

3 -2

CO o ö)

t; o o

>    ® -a ®

0 ^ 0 0

ÏZ § E

oq CM

00 LO

;D

o

O

"C

V

V

k.

-Q

ü>

k.

N

O

'€

<

;u

JD

o

-Q

c

CU

>

c

o

_0)

o

>

o

Ui

o

Ui

"O

D

CO 0 ' ¦H>    >

.8 03 03 ^

C/3

Q.

E

^ s > ^ i

P- O) co Q. O

5 lis -

2 "o ~o

  • Q. 
    CD -CD 03 ¦ os co ¦

C i- > * ö O

S/B A

_0)    3    -2

o    E    ©

oi    w    £

o w

CL C/3 C/3 co

03 N W C

  • • 
    - 03 CD

¦— "O —

Jz 03 CO Q- O §

O 3

0 .O

  • Q. 
    'N !

Stand    Mutaties via    Vastgestelde    Mutaties 1e    Stand 1e    Mutatie 2020 Mutatie 2021 Mutatie 2022    Mutatie 2023

ontwerp-    NvW en    begroting    suppletoire    suppletoire begroting    amende-    begroting    begroting menten

S3 O CO CN    CM

CN    CM

S3 O CO CSJ    CS]

CSJ    CS]

S3 O CO CSJ    CS]

CN    CS]

00

CSJ

<N

00

o>

00

o>

LD OQ CO CSI

LD O

00 o

o

00

1 '

<r>

LD 00 Ö CD

r- Lo O

r- 03 LD

03 CS] 00 LD

CD 00 03 «00 LD

<r>

Cs] C0 CD 00 00

^ r». o

U)

03

¦ Ü2 £ 9-

co

03

  • ? 
    -T «3 O O. </)

o> o 03 -o

-Q 03 0 O) >-

<    03 -Q

__~o C

CD C ® ' _Q 03 ¦ — b O) ^ , < 03 -C .

.£ N O

2 ® 2 03 -r, Q. 0 >

Q^O n O

o

Ö3 <0 Cl 0

00 03 03 D>

03 03 N

fn 00

N 12 >

w rr to    ro

1S>    ü

.2 8 §    fi"

ÜÏS    ®

3 03 O    ¦=

^ ~ ‘'    CO ¦

5

O D ü3 (/) CC CLS: £

> Ö3

a w>

03 £

  • O 1 03 ^ P " 5 P P ;

H =3

C 03

| 1 .2 ¦

-C 03 CO

o *- >

03 O) o o C

I**

Stand    Mutaties via    Vastgestelde    Mutaties 1e    Stand 1e    Mutatie 2020 Mutatie 2021 Mutatie 2022    Mutatie 2023

ontwerp-    NvW en    begroting    suppletoire    suppletoire begroting    amende-    begroting    begroting menten

(O

O LO

oo

ó

Oo oo o

<0 CS1 -d-00 ^

NP

CN CN

Oo oo o

CN CN

oo 00

Oo oo o

CN CN

oo 00

«3 aN 03 cl

00

o

CN

CN

0-

cn o o o oo

CN

O} O O ^ 01 o 00 h- co CN

O O r-O    00

M    r-

<o o co oo    oö

CN    CN

r- O o O

CN

<31 O O

^ 01 o oo m co

CN

O O r-O    00

M    r-

CN OO O    O O r-

00 CO O    O 00

oo <o    «00 r-'    r-'    i

00 OO LO O MO CN o Oo ^ 00

NP CN UI CN r-

rx ^ o O CN o Oo o <o

<31 «d-

<£>

Oo *-

CN «-

M

LO

<31 -d; •"d-2i CO M 00 LO CN r-

co oi co

co oo oo

oo o o-CN o LO h> lO Ncsl CN OO (O

<71 O

co

CN

csl

o oo o

LO o

O CN OO

co

N o oo

LO O *d" ^ LO O

CN

co co

r*"

CN

un LO pi ai

Ln LO

Tt    Np ""d"

CN    CN CN

o

o

LO

ai >

cc O

öi co o ' 5 cm 5 $3 o < 5 <?

c    ^3    5    “

«3    01    ®    «5

C13 -g    CQ

C    Qj    "n    o.

S> * .S> ÏO

öi §

>; Q < N O ® (/) >

;S,^OZNZOO

  • O) 
    o <ts 01 £ “O
  • U) 

Ontvangsten    58.660    0    58.660    4.590    63.250    2.295    2.295    2.295    2.295

Wanbetalers en onverzekerden    53.802    0    53.802    0    53.802    0    0    0    0

Overig    4.858    0    4.858    4.590    9.448    2.295    2.295    2.295    2.295

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

  • 1. 
    Positie cliënt Subsidies

Patiënten- en gehandicapten organisaties

Overheveling van middelen (€ 4 miljoen) vanuit het per 2019 ingestelde nieuwe beleidskader voor publieke gezondheidsorganisaties (pg-organisaties) voor de uitvoering van het projectsubsidieprogramma Voor Elkaar! door ZonMW waarop niet alleen de bestaande pg-organisaties maar ook nieuwe organisaties/netwerken kunnen inschrijven.

Overig

Voor kosten die samenhangen met de faillissementen van MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen, zoals het bewaren en toegankelijk houden van medische dossiers van patiënten, wordt € 7,5 miljoen gereserveerd. Voorts is voor de uitvoeringskosten van ZonMw voor het programma Voor Elkaar! € 0,3 miljoen overgeheveld naar artikelonderdeel 3.

  • 2. 
    Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt Subsidies

Arbeidsmarktagenda (verpleeghuizen)

Het arbeidsmarktprogramma Sectorplanplus kent tijdvakken, waarbij de uitgaven in meerdere jaren vallen. Vanwege verschuiving van de middelen naar latere tijdvakken zijn een aantal kasschuiven tussen de jaren nodig. De grootste is de schuif van 2019 naar 2022 (€ 55 miljoen).

Overig

De via het Hoofdlijnenakkoord GGZ beschikbaar gestelde bijdragen voor extra opleidingsplaatsen GGZ worden via een kasschuif beschikbaar gesteld voor de jaren 2019 t/m 2023.

  • 3. 
    Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling Subsidies

Programma Innovatie en zorgvernieuwing

Door de latere inwerkingtreding van de subsidieregeling voor gebruikers van persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO) ligt het zwaartepunt van de regeling in 2020 (€ 2 miljoen).

Daarnaast heeft er een interne herschikking plaatsgevonden voor het programma Zorg van nu (€ 1,1 miljoen). Tot slot hebben er diverse technische mutaties plaatsgevonden (€ 0,3 miljoen).

Opdrachten

Overig

De post opdrachten overig bestaat uit diverse mutaties:

  • De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) bouwt en ontwikkelt een routeringsdienst voor de zorg. Deze voorziening is nodig voor de veilige authenticatie in het zorgdomein, zonder veel administratieve lasten en kosten voor zorgaanbieders. Voor de bouw en-, ontwikkeling van deze routeringsdienst en aansluiting van zorgaanbieders is € 5,8 miljoen euro beschikbaar gesteld voor 2019. Voor 2020 en verder is structureel € 2,5 miljoen euro per jaar gereserveerd voor beheer- en onderhoudskosten.
  • Voor de jaren 2019 en verder tot 2024 is geld beschikbaar gesteld voor internationale ontwikkelingen in uitwisseling van medische gegevens. In dit programma wordt invulling gegeven aan randvoorwaarden om te voldoen aan een internationale verplichting, waarvoor een voorziening wordt gerealiseerd. Het doel is dat iemand uit een ander land zich in Nederland kan melden bij een ziekenhuis en dat zijn/haar gegevens uit zijn/haar eigen land kunnen worden opgevraagd. Voor 2019 is hiervoor € 3,1 miljoen euro gereserveerd, in 2020 € 2 miljoen euro en vanaf 2021 structureel € 1 miljoen euro.
  • In 2018 en 2019 is de Tweede Kamer geïnformeerd over activiteiten voor het benutten van data in de zorg (TK 27 529, nr. 164) en het opstellen en uitvoeren van een roadmap voor gegevensuitwisseling onder regie van VWS (TK 27 529, nr. 183). Hiervoor zijn meerdere actielijnen uitgezet en is voor 2019 € 2,2 miljoen euro gereserveerd, in 2020 € 2 miljoen euro en vanaf 2021 structureel € 0,4 miljoen euro.
  • In 2017 zijn middelen beschikbaar gekomen voor de kosten van de doorbelasting voor het gebruik van DigiD in de zorg. In 2018 is besloten dat een aantal niet-transactiegerichte Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) voorzieningen worden doorbelast aan departementen op basis van een verdeelsleutel. Voor 2019 en verder is structureel € 1,7 miljoen beschikbaar gesteld.
  • Het overige bedrag is het saldo van verschillende technische mutaties.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

ZonMw: programmering

Het programma maatschappelijke diensttijd wordt in 2020 voortgezet (€ 35 miljoen). Hierbij is voorzien in een afzonderlijke mogelijkheid om projecten voor gemeenten te starten. Verder zijn middelen overgeheveld van artikelonderdeel 1 Positie Cliënt voor de uitvoering van het programma Voor Elkaar! (4,3 miljoen). Voorts is een kasschuif tussen de jaren 2019 tot en met 2024 verwerkt om de beschikbare budgetten voor de programma's Wat werkt voor de jeugd, Expertisefunctie Zintuiglijk Gehandicapten, Voor Elkaar! en Maatschappelijke diensttijd aan te laten sluiten bij de liquiditeitsbehoefte van ZonMw (€ 11,8 miljoen). Voor de uitvoering van diverse andere programma's is in totaal € 6,7 miljoen overgeheveld.

  • 4. 
    Inrichten uitvoeringsactiviteiten Bijdragen aan ZBO's/RWT's

CAK

Door een administratieve fout is een aan het CAK in 2018 toegekend bedrag van € 5 miljoen niet tot betaling gekomen. Dit bedrag is nu opnieuw beschikbaar gekomen, zodat het in 2019 nabetaald kan worden aan het CAK.

  • 5. 
    Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland Bekostiging

Zorg en Welzijn

Er is € 5 miljoen toegevoegd aan het zorgbudget op Caribisch Nederland in verband met de hogere raming van de zorguitgaven in 2019. Daarnaast is de wijze van bekostiging van naschoolse activiteiten en dagbesteding op Caribisch Nederland gewijzigd van een VWS-subsidie naar een bijzondere uitkering via het Ministerie van BZK. Een bedrag van € 1,7 miljoen is hiertoe overgeboekt van VWS naar BZK. Tevens is als gevolg van een andere dan veronderstelde wisselkoers sprake van lagere uitgaven aan zorg en jeugdzorg op Caribisch Nederland van € 0,8 miljoen en zijn de kosten aan de shared-service organisatie van het Rijk op Caribisch Nederland gedaald met € 0,2 miljoen vanwege het lagere aantal werkplekken. Hierdoor vindt een structurele budgetoverheveling plaats vanuit BZK

Ontvangsten

Overig

In 2017 heeft VWS aan het CAK een lening verstrekt zodat het CAK de openstaande schuld aan het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) kon voldoen. Met het CAK is afgesproken dat deze lening in de jaren vanaf 2019 zal worden terugbetaald aan VWS (€ 4,6 miljoen).

CM o o o o

00 O O LO o

co co

CM

CO

co

®    © ö)

^ c

¦a o ¦£=

SS s

W a®

3 -2

CO o Ö)

t; a®

>    ® -a ®

0 ^ 0 0 ÏZ § E

o co o cm

CD CO O O

q lo o oo co oo d co

LO CO O LO o CO O I— CM O O 00

LO O O h- o

CM CM CM CM

LO O O h- o

"C

Ui

3

O

n

in

'€

<

;u

CD

-Q

C

>

c

CD

_D3

O

>

CD

03

CD

03

"O

D

CD

CO 0 '

C U)

f S g£ *

p- g) co a.

5 DI G

¦+= ¦a

o c 0 0 !£

J 0 3 5

CO

c

CD 03 CD CL

CO TJ

E S

CO TJ

E S

C “O

CD .b C    CD

CD CD E    ~ .

¦J= .12 CD

§ ® ¦=

>

as as ;

CD CD

CD

> 03

CD "O

~rj CD CD ¦— c* O 3s* _Q ^ ~ N O

o

0> CD

0)

o CD

Ontvangsten    4.508    0    4.508    0    4.508    24.000    7.097    0    0

Laagdrempelige ondersteuning opvoeden en opgroeien    4.423    0    4.423    0    4.423    0    0    0    0

Stand    Mutaties via    Vastgestelde    Mutaties 1e    Stand 1e    Mutatie 2020 Mutatie 2021 Mutatie 2022    Mutatie 2023

ontwerp-    NvW en    begroting    suppletoire    suppletoire begroting    amende-    begroting    begroting menten

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

  • 3. 
    Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel Subsidies

Transitie jeugd

Het budget voor de subsidieregeling bijzondere transitiekosten Jeugdwet, bedoeld voor dekking van onvermijdelijke kosten door instellingen om essentiële jeugdzorg te continueren, is met de suppletoire begroting aangevuld met € 43,6 miljoen. Deze € 43,6 miljoen wordt ingezet om de (herziene) subsidieaanvragen die eind 2018 zijn ingediend, te kunnen financieren en instellingen van tijdelijke liquiditeitssteun te voorzien.

Jeugdautoriteit

In een bestuurlijk overleg tussen VWS en de VNG is overeengekomen om in 2019 € 20 miljoen bij de Jeugdautoriteit te positioneren. Hiermee kan de Jeugdautoriteit een tijdelijk vangnet bieden om continuïteit van essentiële jeugdhulp te garanderen.

Opdrachten

Zorg voor jeugd

Vanuit het programma «Geweld hoort nergens thuis», is € 2,6 miljoen via een decentrale uitkering aan het Gemeentefonds uitgekeerd ten behoeve van het aanstellen van regionale projectleiders. De projectleiders zijn aangesteld om uitvoering te geven aan de aanpak zoals in het programmaplan omschreven, zodat huiselijk geweld en kindermishandeling worden gestopt, worden teruggedrongen en de schade ervan wordt beperkt. De cirkel van geweld, de overdracht van generatie op generatie moet hiermee doorbroken worden. Ook is er vanuit het programma «Geweld hoort nergens thuis», € 1 miljoen via het Gemeentefonds uitgekeerd, ter financiering van een aantal regionale pilots voor multidisciplinaire centra voor kindermishandeling en huiselijk geweld.

Daarnaast is er een aanvullend bedrag van € 0,1 miljoen via het gemeentefonds uitgekeerd ten behoeve van de tegemoetkoming van het transformatiefonds.

poo

Ln lo q

©

¦H1

3

©

-t-1

3

©

+¦>

3

<0

+¦>

3

®    ©    Ö)

^ .± c 73 O ¦£=

j= % E

-e ™

© O Ö) P o ©

>    ® -a ®

® 5    ®

si i E

o

Is»

poo ^ h- o lo o

o    o

CO    00

9 i

03 CM '3-

CO r-

I I

0> r-‘ LO

co    ¦«t

CO    CO

h-    r- Tt

CO

<r> co

00

cvj

to    <o    <o    c\j    <o    h-    LO

Tt    ^    ^    0)    ^    r-    00

«-    <-    <-    r-    ^    03    ^

CO    ^

co    <o

CO    T

05 O U) 05 t- ?-03 CO 00

<N h- O ^ CM O ^ CM CO 03 CO LO

c

O

U)

O

g

O

¦Q

c

V

o

a

</>

<s

¦*

t

<

CD

-Q

C

CD

>

C

CD

_03

O

>

CD

03

CD

03

"O

o

CO

£ E-O

C/3 0 2

00

cvj

<N h- O ^ CM o ^ CM CO 03 CO LO

.2    >    >    o

—    ©    »-    —

p-    u)    ©    a.

©    g

'¦= -Q £ ©

> ö)

.E ® c £ _ 51 .E

C

Ö)

O

GQ

+¦> ~    03

C ©

o 73    5

'E

i ?

^ 5

¦1

«1

Tt Z

o :

CL ~

$ ® .2= ra Ë

ï S?'1 _

o o <0 o a..®

Stand    Mutaties via    Vastgestelde    Mutaties 1e    Stand 1e    Mutatie 2020 Mutatie 2021 Mutatie 2022    Mutatie 2023

ontwerpbe-    NvW en    begroting    suppletoire    suppletoire groting    amende-    begroting    begroting menten

o

o

o

co

o

o

o

co

LO    o    o

O

cq    oq

cd    ^

o

o

o

<N'

o o o LO

o o o LO

o o o o o o

LO    LO

o>    o

o

o

<N

PN

LO    LO    o    o o

CS]    o

LO    ^    LO

CO    LO    r-'

CO    CO    r-

00    r-

csi    r~-    CM

a>    a>

a>    co

CS]

a> oo co

o

co

r*-

LO

LO LO

co

o

r*-

a>

co

a>

r*-

h- oo a>

a>    co

a>    co

^    co

a> oo co

00

co

o o o o o o co    co csi    r-’

Ln o

o

o

Th

co co o o

Th

co co o o

Th ^h

co co o o

Th ^h

-c

ü

CD

CT>

CD

Th

O    CO    LO

^    r-    LO

CSj    CS]    00

co

Th    co

co

CSI

co

CSI

o

o

CS]

CS]

O O LO    o o    o

*3-    LO

CS]    oo

o co o

CS]

PN PN

PN

o

o

o

5

o o o

CO    00

co    co

co CS]

co

¦— cc co

o ^

CD

.£2 -Q

' c t

' C ® Q.

c v>

II

ü s

CD

CD

m3 o W c

o Q-.® «s *: w ï ie

; ®

  • £2 .ö) : o I 8-0

CD Mi 3

^ o n

:=rC0 u

co N

c

CD

C X: CD CD CD -C C CD ® ^ O) o

CD CD £ “O

C CD E

CD c §1 8

"o to c ~C

CD Q

o o co o o.

  • O) 
    Q o

S -C

CD 03

C Ö>

CD C

CD O

^3 O) C i ¦Dr CD <d 03 -Q -5

II

  • a) 
    Q

o ^ a n

C/> LU

Stand    Mutaties via    Vastgestelde    Mutaties 1e    Stand 1e    Mutatie 2020 Mutatie 2021 Mutatie 2022    Mutatie 2023

ontwerpbe-    NvW en    begroting    suppletoire    suppletoire groting    amende-    begroting    begroting menten

o o

-3-

r» r*-

o o

-3-

r» r*-

o o

r» r*-

u> >

£ O

Vorig jaar zomer heeft VWS samen met de sport, gemeenten, maatschappelijke organisaties en bedrijven het Sportakkoord gesloten. De afgelopen periode is bepaald hoe uitvoering wordt gegeven aan het Sportakkoord en hoe de middelen ingezet kunnen worden om de grootst mogelijke impact te realiseren. De Tweede Kamer wordt over het sportakkoord geïnformeerd in juni en november. Hierdoor vindt een aantal budgettair neutrale overhevelingen plaats tussen de instrumenten op artikel 6 die zichtbaar zijn in deze suppletoire begroting.

  • 4. 
    Sport verenigt Nederland

Subsidies

Vaardig in bewegen

Er is budgettair neutraal binnen artikel 6 € 4,8 miljoen overgeheveld naar andere instrumenten (bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken € 3,8 miljoen en subsidie Vitale sportaanbieders € 1 miljoen) om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden.

Positief sportklimaat

Binnen artikel 6 is budgettair neutraal € 5,7 miljoen overgeheveld van het instrument subsidies naar de instrumenten bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken Sportakkoord (€ 1 miljoen) en subsidie Vitale sportaanbieders (€ 5,2 miljoen) om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Daarnaast heeft een aantal kleinere mutaties van in totaal € 0,5 miljoen plaatsgevonden.

Vitale sportaanbieders

Er is budgettair neutraal binnen artikel 6 € 5,8 miljoen overgeheveld tussen de instrumenten subsidies en opdrachten om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Hierdoor kan de integrale subsidieaanvraag vanuit het programma «sportlijn» binnen het Sportakkoord (NOC*NSF) verder uitgewerkt en gefinancierd worden.

Opdrachten

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

Er is budgettair neutraal binnen artikel 6 € 3,2 miljoen overgeheveld van het financiële instrument bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Hiermee kunnen opdrachten zoals een de oproep om te komen tot meer innovatieve sportaccommodaties en een challenge energieneutrale sportaccommodaties uitgezet worden.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

GF: Inclusief sporten

Gemeenten stellen professionals aan als buurtsportcoaches. Zij leggen verbindingen tussen sport en sectoren als onderwijs, cultuur, zorg, welzijn en buitenschoolse opvang. Vanuit VWS is in 2019 € 60,8 miljoen overgeboekt naar het gemeentefonds.

EZK: Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

Er is € 4,9 miljoen overgeheveld van het instrument bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken naar de instrumenten opdrachten duurzame en toegankelijke sportaccommodaties (€ 3,2 miljoen) en bijdrage aan andere hoofdstukken Sportakkoord (€ 1,6 miljoen) om de uitgaven vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Dit betreft budgettair neutrale mutaties op artikel 6. Daarnaast heeft een mutatie van € 1,8 miljoen naar apparaatskosten plaatsgevonden voor de uitvoeringskosten van de subsidieregeling en specifieke uitkering voor duurzame en toegankelijke sportaccommodaties.

Sportakkoord

Er is budgettair neutraal binnen de sportbegroting € 7,6 miljoen overgeheveld van andere instrumenten (bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken € 1,6 miljoen en subsidies € 6,0 miljoen) om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Vanaf dit instrument worden middelen beschikbaar gesteld voor lokale overheden om een procesbegeleider aan te kunnen stellen en om lokale coalities te ondersteunen bij de uitvoering van hun lokale sportakkoord.

®    © ö)

^ .2 c ¦a o ¦£=

SS s

W a®

3 -2

CO o OS

t; a®

O    O    O    hO    O    O    03

<D    O    O    00

O hO ho a>

U)

c

O

c

c

c

O

c

O

c

O

O

U>

(0

U)

o

k.

o

o

'€

<

;u

'o_

CD

-Q

C

>

c

CD

_03

O

>

CD

03

CD

03

"O

D

CD

>    ® -a ®

0 ^ 0 0 ÏZ § E

CO 0 ' ¦H>    >

O hO ho a>

"O yj|

c ~C

o

IS

.2    >    >    o

—    CO    »-    —

Q-    ai    co    a    ö ¦=

I 5 it “I

o 0 Ö)

o _ .E

  • O © ® > c w ¦> c

i — ®

  • Ï    "c    -a

¦    t    ffl    'm    —    w w

  • m    "E    £.    -B    a> =    jjj -a

© :r

  • u lu
  • E

© (0

0s    C

c    ©

03    0) #©3 -c #G3

® o -go

CQ

¦O ,

ac

© U)

C 0s

Os'-C    ~

TO O    ©

5, O) c O

03 -Q -S

2 « S > C o

E 0 +j

® S 0

os as

Inkomensoverdrachten    227.069    0    227.069    - 334    226.735    0    - 1.548    - 2.583    - 2.676

Stand    Mutaties via    Vastgestelde    Mutaties 1e    Stand 1e    Mutatie 2020 Mutatie 2021 Mutatie 2022    Mutatie 2023

ontwerp-    NvW en    begroting    suppletoire    suppletoire begroting    amende-    begroting    begroting menten

<N

CjO O O 00 <r> oö

0}    PO    CM    00    r-    r-

<D    'st    00    O    O

o    lo    oo    a>    o>

JO    00    CM    03    r-    r-

po    (O    -sj-    h-    o    o

Ln    LO    00    a>    o>

2}    00    CM    03    r-    r-

po    (O    -sj-    h-    o    o

Ln    LO    00    a>    o>

c <d

  • 0) 
    <D O) ~o c W '

.03

>y' s5ï CD CC 03

!&§ W 2 O CQ N

<D i Öi*5

O) >

E o

  • 1. 
    De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WO II

Subsidies

Herdenken 75 jaar vrijheid

In 2019 en 2020 staan we stil bij het feit dat Nederland 75 jaar geleden is bevrijd en dat we sindsdien in vrijheid leven. Om het belang hiervan te benadrukken stelt het kabinet eenmalig € 15 miljoen extra beschikbaar waarvan € 5 miljoen in 2019 en € 10 miljoen in 2020. Het geld is bedoeld voor de modernisering van een aantal oorlogsmusea, voor wetenschappelijk onderzoek naar de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en voor het vergemakkelijken van de digitale toegang tot bronnen en archieven van de Tweede Wereldoorlog.

o o o o 00 00

o o p o 00 00

o o p o p lO

ei co

^ LD

® © o ^ c

T3 O

SS S w ê ©

3 -2

CO o ö)

t; o ai

o> o

^ O <M 00

p o o o co (D

o> o ^ o 00

p p

cri LD

c

O

+*

(O

o

O

V

o

O

a

w

ü>

c

o

+*

V

o

E

O

O)

|2

00

O

¦*

'€

<

;u

JD

O

-Q

c

CD

>

c

o

_G)

o

>

©

O)

o

O)

"O

3

ca

>    ® -a ®

0 ^ 0 0

si i E

CO 0 ' ¦H>    •>

o> o ^ o

00 Tfr

p p

Co LD

£

  • O) 
    o O _C0 £ .<£ ¦

C/3    0 C

CD 03 O O 0 -

  • O) 
    ^ o

2 CD 0

h- m t/3

O >> O

¦.= c p

ah o r <0-0-0 O CO 0 N

U) >

£ O

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting Inkomensoverdrachten

Zorgtoeslag

De uitgavenraming 2019 van de zorgtoeslag is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) neerwaarts bijgesteld met € 124,6 miljoen. Dit betreft het saldo van twee effecten. De zorgtoeslag komt (circa € 250 miljoen) lager uit omdat de zorgverzekeraars de nominale premie gemiddeld € 47 lager hebben vastgesteld dan geraamd in de VWS-begroting 2019. Deze daling wordt beperkt doordat het CPB de inkomensontwikkeling in de CEP lager raamt dan in de MEV. Hierdoor hebben veel bovenminimale huishoudens recht op een hogere zorgtoeslag.

Tegemoetkoming specifieke zorgkosten

Uit de realisatiecijfers over 2017 en 2018 blijkt dat het aantal TSZ-tegemoetkomingen gestegen is. Vanwege de stijging in het aantal tegemoetkomingen wordt het budget voor de TSZ structureel verhoogd met € 4 miljoen.

O)

T3 O

S 5 ° 3> g

Ö3

lü Q. Ö1

>    ^ T3 ^

W § = C 03    03 03

ïl|E

£>    co    O

CO    (O    <o

00    00    O)

<0

(0

¦o

0

£

+*

0

'E

o

O

c

0

0

E

0

o>

<

O)

0

'€

<

;u

o

-Q

C

CD

>

C

O

u>

o

>

o

O)

o

O)

"O

3

"ö A ö)

c £¦ c

«5    0

5> S £ c ra

§5

2

c "E, c CD ¦-

$ SI»

r S (13

0)

O)

-O iS

:=r> C co ^

. 5E -ë’

«J

  • C 1

¦E W S- ® £

C ,03 > ,03

,.S.s>s

LU 03 LU O

Ontvangsten    00000000    0

Overig    00000000    0

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

  • 3. 
    Eigenaarsbijdrage RIVM Bijdragen aan agentschappen

Eigenaarsbijdrage RIVM

Ter aflossing van de laatste tranche van een langlopende vordering van het RIVM op VWS wordt een bijdrage vanuit de eigenaar gedaan (€ 5,9 miljoen).

Eigenaarsbijdrage CIBG

Door middel van een desaldering (zie ook artikel 10) worden onder meer voorgefinancierde investeringsbijdragen van opdrachtgevers aan het CIBG uit 2017 en eerdere jaren, die geboekt waren op het eigen vermogen, terugbetaald (€ 11,5 miljoen).

«- & o> 2? o 03

ID 00 <D CO CM 03

O CO C\| CO 03 CM ^

> O' CO CO Mh 00 °0 CD CM

03

od

®    © ö)

^ c ¦a o ¦£=

SS s

W a®

3 -2

CO o Ö)

t; a®

>    ® -a ®

0 ^ 0 0 ÏZ § E

O CO

CM A>

oo co

CM M <0

O CM co

^ ^ co

Co OO 00

CM CO LD \0 LD Cn

^ oa co cd ó co

Is» O' CM CM CM CM

O O Is» O' 00 CO

0» O' ID LD CO CO

c

O

>

<u

U)

+J

'5

(0

<u

<u

<u

a

a

<

o

;u

'o_

CD

-Q

C

>

c

CD

_D3

O

>

CD

03

CO 0 '

O

'€

<

CD

03

"O

D

CD

.03

CD

CD

CD CD

^ C ^

Oj CO 03    03

§ © § f

s a s .£

^ oa co cd ó co

CD C

CD

_ _ CD

§&! c o to = y «

CD

Ö)

0» O' LD LD CO CO

U) >

£ O

Nadere uitsplitsing apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)

Stand    Mutaties via    Vastgestelde    Mutaties 1e    Stand 1e    Mutatie 2020 Mutatie 2021 Mutatie 2022    Mutatie 2023

ontwerp-    NvW en    begroting    suppletoire    suppletoire begroting    amende-    begroting    begroting menten

^ o

CM O

CO 00 OM csl

CO LO

00 co co co

LD O CO LO

r» r*-

r**'

OM csl co oo

LO O CO LO LO LO

LO O CO LO LO LO

> c <0 0

S’ £ = 2 ® £ 0 Q. C 0) O -ö

CD

C    £

CD    CD

.O)    %

S    CD

<b

C 0 C CQ c co ^

CO SO co ^

s a s *S

c

03

CD i* Ö3 CO C Ö3 CD

^ 3 O CD

cc c £ o

CC ^ § 03

s a

>5,    P IS

o    =

>    CD

-CC    C '~-

I    (0    co    co    IS?

>    5    5    <0    5    C

'    ^    ^    x    ^03

5    co    co    ^    co    ^

j    è    s    O)    è    £

.03

CD

03

03 03

^ C i* ^

£ O c 3 co f0 co ^ § 03 § f

i- 5, Ü §

.03

0 Or-

</) co    co O

0    CO    co

co co ^ £

co -C

è ¦£

Ê o cc

Materiële uitgaven SCP

en raden    6.472    0    6.472    1.807    8.279    143    292    38    38

waarvan    ICT    690    0    690    791    1.481    143    292    38    38

Stand    Mutaties via    Vastgestelde    Mutaties 1e    Stand 1e    Mutatie 2020 Mutatie 2021 Mutatie 2022    Mutatie 2023

ontwerp-    NvW en    begroting    suppletoire    suppletoire begroting    amende-    begroting    begroting menten

53

53

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

  • 1. 
    Personele uitgaven kerndepartement

Bij de eerste suppletoire begroting heeft er per saldo een mutatie van circa € 32,2 miljoen plaatsgevonden op de personele uitgaven van het kerndepartement.

De toename in eigen personeel (€ 23,8 miljoen) heeft onder anderen betrekking op de projectdirectie Anthonie van Leeuwenhoekterrein (€ 4 miljoen). Hier staan gelijke ontvangsten op de begroting tegenover. Ook zijn een aantal noodzakelijke personele intensiveringen verwerkt ten behoeve van de uitvoering van de beleidsagenda van VWS (in totaal € 19,8 miljoen). Dit is onder andere bestemd voor de uitvoering van de arbeidsmarktagenda (€ 1,9 miljoen), de toenemende uitvoeringskosten voor jeugdhulp (€ 1,9 miljoen), de uitvoering van diverse programma's (€ 2,4 miljoen), de uitvoering van diverse subsidieregelingen bij de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (€ 3 miljoen) en de versterking van een aantal stafdirecties (bestuurlijk, financieel, juridisch en communicatie) (€ 4,7 miljoen).

De toename in externe inhuur (€ 8,4 miljoen) heeft onder anderen betrekking op de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen voor de uitvoering van diverse subsidieregelingen (€ 4,0 miljoen). Daarnaast heeft € 3,3 miljoen betrekking op het inhuren van expertise voor het ontwerp en onderhoud van verschillende ICT-systemen.

  • 2. 
    Materiële uitgaven kerndepartement

Bij de eerste suppletoire begroting heeft er per saldo een mutatie van € 32,5 miljoen plaatsgevonden op de materiële uitgaven van het kerndepartement.

De hogere uitgaven voor de SSO's (€ 17,1 miljoen) bestaan uit de kosten van de buitendiensten voor SSC-ICT, HIS, FmH en ECO&P (€ 8,4 miljoen) en de hogere uitgaven van het kerndepartement voor SSC-ICT, HIS, FMH en ECO&P (€ 5,2 miljoen). Hiertegenover staan ontvangsten van buitendiensten voor SSC-ICT, HIS, FMH en ECO&P (€ 8,4 miljoen). Daarnaast is € 4 miljoen gealloceerd voor de relocatie van EMA.

De toename in overige materiële uitgaven (€ 15,9 miljoen) heeft onder anderen betrekking op de projectdirectie Anthonie van Leeuwenhoek (€ 9,1 miljoen). Deels staan hier ontvangsten op de begroting (€ 7,5 miljoen) tegenover. Daarnaast zijn er middelen gealloceerd voor het Programma inkoop en aanbesteden sociaal domein (€ 2,8 miljoen).

  • 3. 
    Personele en materiële uitgaven inspecties

Bij de eerste suppletoire begroting heeft er per saldo een mutatie van circa € 7,8 miljoen plaatsgevonden op de personele en materiële uitgaven van de inspecties.

De toename in eigen personeel (€ 4,7 miljoen) heeft met name betrekking op versterking van het toezicht op nieuwe toetreders (€ 1,2 miljoen) en extra taken in verband met de Brexit (€ 1,8 miljoen).

De toename in ICT (€ 3,2 miljoen) heeft betrekking op de notificatie medische hulpmiddelen (€ 1,2 miljoen) en onvrijwillige en verplichte zorg (€ 2,0 miljoen).

  • 4. 
    Personele en materiële uitgaven SCP en raden

Bij de eerste suppletoire begroting heeft er per saldo een mutatie van € 6,1 miljoen plaatsgevonden op de personele en materiële uitgaven van het SCP en de raden.

Voor het verandertraject van de Gezondheidsraad en het verrichten van opdrachten o.m. voor andere departementen wordt in totaliteit € 3,7 miljoen aan het budget toegevoegd. Verder wordt aan het CCMO een budget van € 1,7 miljoen toegevoegd voor onder andere nieuwe EU-taken en naar aanleiding van de Brexit. Tot slot ontvangt de RVS € 0,4 miljoen voor de afhechting van de reorganisatie.

Ontvangsten

Bij de eerste suppletoire begroting heeft er per saldo een mutatie van € 33,9 miljoen plaatsgevonden op de ontvangsten van het centrale apparaatsartikel. De grootste mutaties betreffen ontvangsten van de projectdirectie Antonie van Leeuwenhoekterrein (€ 11,5 miljoen) en de bijdragen van agentschappen aan Rijksbrede dienstverlening (€ 8,7 miljoen). Tot slot betreft het hier de ontvangsten in verband met de terugbetaling van de voorgefinancierde investeringsbijdragen van opdrachtgevers aan het CIBG uit 2017 en eerdere jaren, die geboekt waren op het eigen vermogen (€ 11,5 miljoen).

(D h- O OJ OO h- r- cm a> a>

(O S O CM

o co o CM

CD h- «

o> o> o>

CM LD O CM

®    © ö)

^ c

¦a o ¦£=

SS s

W a®

3 -2

CO o Ö)

t; a®

>    ® -a ®

0 ^ 0 0

ÏZ § E

oa o o o

03 CO O OD CM 00    00

a> a> o

ID 00 O CM CM 00    <

CM O) 00

r- t- OO

V

O

"C

O

>

c

o

c

O

n

<u

c

£

o

;u

JD

CD

-Q

c

>

c

CD

_D3

O

>

CD

03

CO 0 ' ¦H>    •>

O

'€

<

CD

03

"O

D

CD

LD 00 O CM CM 00    «

CM O) 00

r- t- CO

CO co ¦

E c : E 5.

co (0 E c E 5

(0    L    CO    _Q    CO    CO

CO    U)    CO    to    CO    U)    co

5    o    g    :r    5    O    ^

®    c    c    É    C

'N    =    ®    c    ro

~    CD    >    £    >

o </> CO co >    4*    co    u>    CO

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting Loonbijstelling

Deze mutatie betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2019 (€ 95,6 miljoen).

Prijsbijstelling

Deze mutatie betreft de toevoeging van de prijsbijstelling tranche 2019 (€ 7,9 miljoen).

  • 5. 
    Financieel Beeld Zorg (FBZ)
  • 1. 
    Inleiding

In de 1e suppletoire begroting 2019 worden de budgettaire ontwikkelingen voor 2019-2023 vanaf de ontwerpbegroting 2019 toegelicht binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de begro-tingsgefinancierde zorguitgaven.

Het FBZ geeft een actueel beeld van de zorguitgaven en de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg. Naast de doorwerking van de voorlopige zorguitgaven 2018 (zoals gepresenteerd in het VWS jaarverslag 2018, dat op 15 mei 2019 is verschenen), geeft deze paragraaf de bijstellingen weer voor 2019 en de doorwerking daarvan in volgende jaren.

Dit deel van de 1e suppletoire begroting 2019 bestaat uit de volgende paragrafen:

  • 1. 
    Inleiding
  • 2. 
    Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de netto zorguitgaven

2.1.    Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de plafondtoets

2.2.    Ontwikkeling van de netto zorguitgaven

  • 3. 
    Verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten

3.1.    Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten

3.2.    Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten

3.3.    Begrotingsgefinancierde zorguitgaven (Wmo beschermd wonen en overige begrotingsgefinancierde zorguitgaven)

  • 4. 
    Verdieping zorguitgaven en -ontvangsten naar sectoren

4.1.    Zorgverzekeringswet (Zvw)

4.2.    Wet langdurige zorg (Wlz)

  • 2. 
    Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de netto-zorguitgaven

2.1. Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de plafond-toets

Voor de uitgavenkant van het Rijk zijn aan het begin van deze kabinetsperiode afspraken gemaakt over het maximale uitgavenniveau met zogenaamde plafonds. Voor elk jaar is een plafond voor de totale uitgaven afgesproken dat niet overschreden mag worden. De hoogte van het uitgavenplafond wordt vervolgens jaarlijks aangepast aan de loon- en prijsontwikkelingen volgens de inzichten van het Centraal Planbureau (CPB). Verder wordt het uitgavenplafond aangepast voor onderlinge overboekingen tussen de drie uitgavenplafonds. De uitgavenplafonds van de sectoren Rijksbegroting, Sociale Zekerheid Arbeidsmarktbeleid en Zorg samen vormen het totale uitgavenplafond.

Het Uitgavenplafond Zorg is bij Startnota van het kabinet-Rutte III voor de periode 2018-2021 vastgesteld. Voor het vaststellen van het Uitgavenplafond Zorg is uitgegaan van de netto zorguitgaven bij Miljoenennota 2018. Op deze stand zijn vervolgens de maatregelen en de macro-economische doorwerking uit het regeerakkoord verwerkt.

In tabel 1 is de opbouw van het Uitgavenplafond Zorg vanaf de stand ontwerpbegroting 2019 te zien.

Tabel 1. Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de netto zorguitgaven 2019-2021 (bedragen x € 1 miljoen)1

 
   

2019

2020

2021

1

Uitgavenplafond zorg stand ontwerpbegroting 2019

71.939,9

76.120,5

80.335,0

2

Loon- en prijsontwikkeling

  • 79,7
  • 1.122,4
  • 1.556,6

3

Overboekingen tussen Uitgavenplafonds

  • 579,0
  • 512,4
  • 613,9

4

Bijstelling Uitgavenplafond Zorg (=2+3)

  • 658,6
  • 1.634,8
  • 2.170,5

5

Uitgavenplafond Zorg stand 1e suppletoire begroting 2019 (=1+4)

71.281,3

74.485,7

78.164,5

6

Netto zorguitgaven stand ontwerpbegroting 2019

71.437,8

75.628,7

79.765,6

7

Bijstelling netto zorguitgaven

  • - 
    1.107,0
  • - 
    2.050,0
  • - 
    2.575,4

8

Netto zorguitgaven stand 1e suppletoire begroting 2019

70.330,8

73.578,7

77.190,2

 

9

Onderschrijding Uitgavenplafond Zorg bij ontwerpbegroting

2019 (= 6-1)

  • - 
    502,1
  • - 
    491,8
  • - 
    569,4

10

Mutatie 1e suppletoire begroting

2019 (=11-9)

  • 448,3
  • 415,1
  • 404,8

11

Onderschrijding Uitgavenplafond Zorg bij 1e suppletoire begroting 2019(= 8-5)

  • - 
    950,4
  • - 
    907,0
  • - 
    974,3

1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Toelichting

De actuele stand van de onderschrijding van het Uitgavenplafond Zorg bedraagt afgerond € 1,0 miljard in 2019 en 2021 en € 0,9 miljard in 2020. Bij de ontwerpbegroting 2019 was sprake van een onderschrijding van het Uitgavenplafond Zorg van afgerond € 0,5 miljard in 2019 en 2020 en € 0,6 miljard in 2021. De toename van de onderschrijding is het gevolg van de neerwaartse bijstelling van het Uitgavenplafond Zorg en de neerwaartse bijstelling van de netto zorguitgaven.

Bijstelling van het Uitgavenplafond Zorg

Het Uitgavenplafond Zorg is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2019 van het Centraal Planbureau (CPB) neerwaarts bijgesteld met € 0,1 miljard in 2019, oplopend tot € 1,6 miljard in 2021, als gevolg van een lagere loon- en prijsontwikkeling dan eerder geraamd.

Het Uitgavenplafond Zorg is verder verlaagd met circa € 0,6 miljard in 2019 en 2021 en € 0,5 miljard in 2020 als gevolg van overboekingen vanuit het Uitgavenplafond Zorg naar het Uitgavenplafond Rijksbegroting. Een groot deel hiervan betreft overboekingen naar het gemeentefonds in verband met extra middelen voor de jeugdzorg.

2.2. Ontwikkeling van de netto zorguitgaven

In de onderstaande tabel worden de mutaties in de netto zorguitgaven vanaf de ontwerpbegroting 2019 en de 1e suppletoire begroting 2019 (actuele stand) voor de jaren 2019-2021 weergegeven. Daarmee geeft de tabel een beeld van de totale budgettaire effecten sinds de ontwerpbegroting 2019.

Tabel 2 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven 2019-2021 (bedragen x € 1 miljoen)

 
 

2019

2020

2021

Netto zorguitgaven stand ontwerpbegro-

ting 2019

71.437,8

75.628,7

79.765,6

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

  • - 
    1.107,0
  • - 
    2.050,0
  • - 
    2.575,4

Loon- en prijsontwikkeling

  • 79,7
  • 1.122,4
  • 1.556,6

Overboekingen

  • 579,0
  • 512,4
  • 613,9

Autonoom

  • 2,4
  • 162,4
  • 62,4

Beleidsmatig

  • 445,9
  • 252,7
  • 342,4

Netto zorguitgaven 1e suppletoire

begroting 2019

70.330,8

73.578,7

77.190,2

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Toelichting

Op basis van de ramingen van het CPB in het CEP 2019 is de verwachte loon- en prijsontwikkeling van de zorguitgaven neerwaarts bijgesteld. Daarnaast zorgt een aantal overboekingen voor lagere zorguitgaven. Voor deze twee uitgavenmutaties is ook het Uitgavenplafond Zorg gecorrigeerd (zie paragraaf 2.1).

De autonome mutaties (voornamelijk het verwerken van voorlopige realisatiecijfers over 2018 en de meerjarige doorwerking daarvan) leiden per saldo tot lagere zorguitgaven. Tot slot leiden de beleidsmatige mutaties per saldo eveneens tot lagere zorguitgaven.

In paragraaf 3 en 4 wordt de ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten per financieringsbron verder toegelicht.

  • 3. 
    Verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten

De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2019.

3.1. Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten

Tabel 3 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2019 de verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten zien.

Tabel 3 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten 2019-2023 (bedragen x € 1 miljoen)

 
 

2019

2020

2021

2022

2023

Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2019

50.359,8

52.549,8

54.607,4

56.931,6

60.337,8

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

Autonoom

  • - 
    306,1
  • - 
    967,9
  • - 
    1.233,1
  • - 
    1.695,4
  • - 
    2.129,7

Actualisering zorguitgaven (zie tabel 3A)

  • 281,1
  • 281,1
  • 281,1
  • 281,1
  • 281,1

Loon- en prijsontwikkeling

  • 25,0
  • 686,8
  • 952,0
  • 1.414,4
  • 1.848,6

Beleidsmatig

  • - 
    420,2
  • - 
    386,8
  • - 
    426,2
  • - 
    484,4
  • - 
    433,5

Ramingsbijstelling opleidingen

  • 225,0
  • 176,3
  • 86,3
  • 150,0
  • 110,0

Verlagen groeiruimte geneesmiddelen

  • 120,0
  • 160,0
  • 230,0
  • 230,0
  • 230,0

Nominaal en onverdeeld Zvw

  • 71,9
  • 54,9
  • 113,3
  • 106,5
  • 97,9

Overig beleidsmatig

  • 3,3

4,4

3,4

2,2

4,4

Technisch

  • - 
    18,3
  • - 
    87,9
  • - 
    104,3
  • - 
    122,8
  • - 
    135,0

Overheveling roerende voorzieningen

  • 14,1
  • 14,1
  • 14,1
  • 14,1
  • 14,1

Overheveling middelen Voorwaardelijke Toelating

  • 2,2
  • 19,2
  • 38,2
  • 57,2
  • 70,2

Overheveling kwaliteitsgelden curatieve zorg

  • 0,7
  • 30,7
  • 30,8
  • 30,7
  • 30,3

Overig technisch

  • 1,4
  • 24,0
  • 21,3
  • 20,8
  • 20,4

Totaal bijstellingen

  • 744,6
  • - 
    1.442,6
  • 1.763,6
  • - 
    2.302,6
  • 2.698,3

Bruto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2019

49.615,2

51.107,2

52.843,8

54.629,0

57.639,5

Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2019

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

N.v.t.

Totaal bijstellingen

Zvw-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2019

3.114,9

0,0

3.114,9

3.147,9

0,0

3.147,9

3.181,3

0,0

3.181,3

3.315,2

0,0

3.315,2

3.498,0

0,0

3.498,0

           

Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2019

47.244,9

49.401,9

51.426,1

53.616,4

56.839,8

Bijstellingen in de netto Zvw-uitgaven

  • 744,6
  • - 
    1.442,6
  • - 
    1.763,6
  • - 
    2.302,6
  • - 
    2.698,3

Netto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2019

46.500,3

47.959,3

49.662,5

51.313,8

54.141,5

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Toelichting Zvw-uitgaven

Autonoom

Actualisering Zvw-uitgaven

Tabel 3A Actualisering Zvw-uitgaven 2019-2023 (bedragen x € 1 miljoen)

 
 

2019

2020

2021

2022

2023

Eerstelijnszorg

  • 99,2
  • 99,2
  • 99,2
  • 99,2
  • 99,2

Tweedelijnszorg

  • 12,4
  • 12,4
  • 12,4
  • 12,4
  • 12,4

Geneesmiddelen

  • 62,7
  • 62,7
  • 62,7
  • 62,7
  • 62,7

Hulpmiddelen

  • 57,2
  • 57,2
  • 57,2
  • 57,2
  • 57,2

Ziekenvervoer

  • 2,6
  • 2,6
  • 2,6
  • 2,6
  • 2,6

Grensoverschrijdende zorg

  • 47,0
  • 47,0
  • 47,0
  • 47,0
  • 47,0

Stand 1e suppletoire begroting 2019

  • - 
    281,1
  • - 
    281,1
  • - 
    281,1
  • - 
    281,1
  • - 
    281,1

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

In tabel 3A is het onderdeel «Actualisering Zvw-uitgaven» uit tabel 3 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens over 2018 van het Zorginstituut en de NZa. De realisatiecijfers over 2018 van de sectoren huisartsen/MDZ, wijkverpleging, ggz en MSZ zijn niet verwerkt in de ramingen voor 2019 en latere jaren vanwege de voor die sectoren gemaakte financiële afspraken in de afgesloten Bestuurlijke akkoorden 2019-2022.

In het verdiepingshoofdstuk wordt de actualisering van de Zvw-uitgaven per sectorverder toegelicht.

Loon- en prijsontwikkeling

De raming van de loon- en prijsbijstelling van de brutozorguitgaven is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2019 van het Centraal Planbureau (CPB) neerwaarts bijgesteld.

Beleidsmatig

Ramingsbijstelling opleidingen

Op basis van nieuw beschikbaar gekomen gegevens vanuit de NZa en het Capaciteitsorgaan zijn de ramingen voor de medische vervolgopleidingen aangepast. Uit de beschikbare gegevens kan worden opgemaakt dat er steeds meer artsen in opleiding tot specialist (aios) in deeltijd werken. Deze trend zet zich naar verwachting door. Hierdoor kan de raming van de kosten van het opleiden van deze aios naar beneden worden bijgesteld.

Dit betekent niet dat er minder aios worden opgeleid. Daarnaast leiden ziekenhuizen minder gespecialiseerde verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel op dan waarmee rekening gehouden werd in de raming van het Capaciteitsorgaan.

Verlagen groeiruimte geneesmiddelen

De verwachte uitgaven aan geneesmiddelen zijn op basis van de geneesmiddelenraming van het Zorginstituut lager dan eerder geraamd. Daarom wordt de raming voor geneesmiddelen met € 120 miljoen in 2019, oplopend tot € 230 miljoen in 2021 neerwaarts bijgesteld.

Nominaal en onverdeeld Zvw

Deze mutatie betreft vrijval van niet benodigde groeiruimte en vrijval van middelen die gereserveerd waren voor Voorwaardelijke Toelating.

Technisch

Overheveling roerende voorzieningen

Vanaf 1 januari 2020 gaan Wlz-instellingen zonder behandeling alle roerende voorzieningen vanuit de Wlz betalen. Een beperkt aantal voorzieningen wordt dan niet meer via de Zvw vergoed (bijvoorbeeld een hooglaagbed). De bijbehorende middelen worden overgeheveld van de Zvw naar de Wlz.

Overheveling middelen Voorwaardelijke Toelating

De huidige regeling Voorwaardelijke Toelating wordt vervangen door nieuwe regelingen. Een deel van de gereserveerde middelen binnen het Uitgavenplafond Zorg wordt overgeheveld naar de VWS-begroting. Het gaat om de programma- en uitvoeringskosten voor de regelingen Veelbelovende zorg en Zorgevaluatie en gepast gebruik.

Overheveling kwaliteitsgelden curatieve zorg

Dit betreffen middelen voor kwaliteitsgelden curatieve zorg. De grootste post (€ 26,5 miljoen) betreft kwaliteitsmiddelen die op grond van de Bestuurlijke akkoorden voor de huisartsenzorg, MSZ en ggz beschikbaar zijn gesteld. De middelen die bij begroting 2019 zijn toegevoegd aan de sector Overig curatieve zorg, worden vanaf 2020 via ZonMw gefinancierd en worden daarom vanaf dat jaar overgeheveld naar de begroting. Daarnaast gaat het om kwaliteitsmiddelen Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) (€ 2,2 miljoen vanaf 2020), kwaliteitsmiddelen GRZ, ELV en aanvullende geneeskundige zorg (AGZ) (€ 0,2 miljoen in 2019 en circa € 1 miljoen vanaf 2020), alsmede uitvoeringskosten van ZonMw (€ 0,5 miljoen in 2019 en € 1,0 miljoen vanaf 2020).

Overig technisch

Deze mutatie betreft onder meer ijklijnmutaties naar de VWS-begroting ten behoeve van de invoering van pneumokokkenvaccinatie en het aanbieden van het quadrivalent vaccin aan zorgverleners en de doelgroepen van het Nationaal Programma Grieppreventie.

3.2. Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten

Tabel 4 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2019 de verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten zien.

Tabel 4 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten 2019-2023 (bedragen x € 1 miljoen)

 
 

2019

2020

2021

2022

2023

Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2019

23.730,1

25.888,0

28.089,4

30.193,0

32.121,6

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

Autonoom

202,5

  • - 
    336,8
  • - 
    403,6
  • - 
    705,5
  • - 
    1.120,4

Actualisering zorguitgaven (zie tabel 4A)

  • 96,6
  • 96,6
  • 96,6
  • 96,6
  • 96,6

Loon- en prijsontwikkeling

  • 50,9
  • 430,2
  • 597,0
  • 798,9
  • 1.023,8

Jeugdhulp

350,0

190,0

290,0

190,0

0,0

Beleidsmatig

50,7

126,8

90,4

55,5

43,2

Ontwikkelopgave zorgkantoren

11,8

10,2

10,4

10,4

10,4

 

2019

2020

2021

2022

2023

Ramingsbijstelling Wlz

  • 37,3
  • 8,9
  • 53,4
  • 101,6
  • 110,9

Ambulantisering in het ggz-domein

50,0

65,0

80,0

95,0

95,0

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen

2,2

6,1

7,8

9,5

11,4

Invoeren Wet verplichte ggz

0,0

20,0

20,0

20,0

20,0

Wet Zorg en Dwang

0,5

9,6

9,7

9,9

10,0

Bijdrage Zorgvisie Groningen

6,2

6,2

6,2

6,2

6,2

Overig beleidsmatig

17,3

18,7

9,7

6,2

1,2

Technisch

  • - 
    617,3
  • - 
    481,5
  • - 
    566,5
  • - 
    468,4
  • - 
    280,0

Jeugdhulp (IJklijn)

  • 350,0
  • 190,0
  • 290,0
  • 190,0

0,0

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen (IJklijn)

  • 2,2
  • 6,1
  • 7,8
  • 9,5
  • 11,4

Invoeren Wvggz (IJklijn)

0,0

  • 20,0
  • 20,0
  • 20,0
  • 20,0

Loon- en prijsbijstelling Wmo Beschermd Wonen

  • 57,0
  • 57,0
  • 56,9
  • 56,9
  • 57,0

Loon- en prijsbijstelling Wmo 2015 en Jeugd (IJklijn)

  • 187,3
  • 187,7
  • 190,1
  • 190,0
  • 189,9

Overheveling roerende voorzieningen

14,1

14,1

14,1

14,1

14,1

Overig technisch

  • 34,9
  • 34,8
  • 15,8
  • 16,1
  • 15,8

Totaal bijstellingen

  • 364,1
  • 691,4
  • 879,8
  • - 
    1.118,4
  • 1.357,1

Bruto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2019

23.366,0

25.196,6

27.209,6

29.074,6

30.764,6

Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2019

1.868,3

1.946,9

2.028,5

2.113,6

2.225,6

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

Autonoom

  • - 
    25,3
  • - 
    25,3
  • - 
    25,3
  • - 
    25,3
  • - 
    25,3

Actualisering eigen bijdrage

  • 25,3
  • 25,3
  • 25,3
  • 25,3
  • 25,3

Totaal bijstellingen

  • - 
    25,3
  • - 
    25,3
  • - 
    25,3
  • - 
    25,3
  • - 
    25,3

Wlz-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2019

1.843,0

1.921,7

2.003,3

2.088,4

2.200,3

Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2019

21.861,8

23.941,1

26.060,8

28.079,4

29.896,1

Bijstellingen in de netto Wlz-uitgaven

  • 338,8
  • - 
    666,1
  • - 
    854,5
  • - 
    1.093,1
  • - 
    1.331,8

Netto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2019

21.523,0

23.275,0

25.206,3

26.986,3

28.564,3

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Toelichting Wlz-uitgaven Autonoom

Actualisering Wlz-uitgaven

Tabel 4A Actualisering Wlz-uitgaven 2019-2023 (bedragen x € 1 miljoen)

 
 

2019

2020

2021

2022

2023

ZIN binnen contracteerruimte

  • 69,0
  • 69,0
  • 69,0
  • 69,0
  • 69,0

Persoonsgebonden budgetten

  • 61,0
  • 61,0
  • 61,0
  • 61,0
  • 61,0

Buiten contracteerruimte

33,4

33,4

33,4

33,4

33,4

Stand 1e suppletoire begroting 2019

  • - 
    96,6
  • - 
    96,6
  • - 
    96,6
  • - 
    96,6
  • - 
    96,6

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

In tabel 4A is het onderdeel «Actualisering Wlz-uitgaven» uit tabel 4 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens over 2018 van het Zorginstituut en de NZa en de meerjarige doorwerking hiervan.

In het verdiepingshoofdstuk wordt de actualisering van de Wlz-uitgaven per sector verder toegelicht.

Loon- en prijsontwikkeling

De raming van de loon- en prijsbijstelling van de brutozorguitgaven is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2019 van het Centraal Planbureau (CPB) neerwaarts bijgesteld.

Jeugdhulp

Gemeenten zijn nog niet in staat geweest om de transitie- en transforma-tiedoelen van de decentralisatie van de Jeugdhulp binnen een termijn van vier jaar te realiseren. Er is sprake van een volumestijging en uitgavenstijging. Daarvoor komt het kabinet de gemeenten de komende jaren tegemoet met een extra budget van in totaal € 420 miljoen in 2019, € 300 miljoen in 2020 en € 300 miljoen in 2021. De middelen worden op het Gemeentefonds in het juiste kasritme gezet.

Beleidsmatig

Ontwikkelopgave zorgkantoren

Voor de implementatie van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg spelen de zorgkantoren een belangrijke rol. Om deze rol goed te kunnen invullen hebben de zorgkantoren een ontwikkelopgave. Hiervoor is een additioneel bedrag van € 10,4 miljoen per jaar benodigd. Voor 2019 is een bedrag van € 11,3 miljoen benodigd. Daarnaast is besloten om de cliëntonder-steuning in 2019 voort te zetten (€ 0,5 miljoen).

Ramingsbijstelling Wlz

Dit betreft een ramingsbijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting die mogelijk was zonder het Wlz-kader bij te stellen.

Ambulantisering in het ggz-domein

Middels het Hoofdlijnenakkoord ggz en Zorg op de Juiste Plaats wordt binnen het ggz-domein ingezet op ambulantisering van de zorg. Dit leidt tot meer zorg in het gemeentelijk domein, zowel voor beschermd wonen als voor begeleiding. In totaal is er een reeks beschikbaar van € 50 mln. in 2019 oplopend naar structureel € 95 mln. in 2022 beschikbaar. De middelen worden na ondertekening van het Hoofdlijnenakkoord ggz door de VNG gestort in het Gemeentefonds.

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen

In navolging van de in 2018 gemaakte bestuurlijke afspraak om pleegzorg (bij 18 jaar) standaard te verlengen tot 21 jaar, wordt ook de leeftijdsgrens voor gezinshuizen verhoogd tot 21 jaar. Gemeenten krijgen extra middelen voor deze verhoging.

Invoeren Wet verplichte ggz

Per 1 januari 2020 treedt de Wet verplichte ggz in werking. Als gevolg van deze wet krijgen gemeenten extra uitvoerende taken. Hiervoor worden gemeenten financieel gecompenseerd.

Wet Zorg en Dwang

In 2020 treedt de nieuwe wet Zorg en Dwang in werking. Hierin is geregeld dat vg- en pg-patiënten aanspraak kunnen maken op een cliëntvertrouwenspersoon (cvp). De cvp wordt ingezet conform het kwaliteitskader. Daarnaast wordt een landelijke faciliteit opgezet voor het bij elkaar brengen en bundelen van expertise. Voor dit geheel is budget beschikbaar gesteld oplopend tot € 10 miljoen in 2023.

Bijdrage Zorgvisie Groningen

De Stuurgroep Zorg heeft een visie opgesteld voor een duurzaam zorglandschap in de regio Groningen inclusief een advies over de versterking/vernieuwing van het zorgvastgoed. Hiervoor is in totaal € 323 miljoen nodig. De Minister heeft besloten dat VWS maximaal € 93 miljoen bijdraagt over een periode van 15 jaar om deze visie uit te verwezenlijken.

Overig beleidsmatig

Deze post is het saldo van verschillende kleine beleidsmatige mutaties.

Technisch

Jeugdhulp (IJklijn)

Deze mutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de jeugdzorg naar de algemene uitkering van het gemeentefonds. De middelen worden op het Gemeentefonds in het juiste kasritme gezet.

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen (IJklijn)

Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.

Invoeren Wet verplichte ggz (IJklijn)

Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen in verband met de invoering van de Wet verplichte ggz naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.

Loon- en prijsbijstelling Wmo Beschermd Wonen

Loon- en prijsbijstelling Wmo 2015 en Jeugd (IJklijn)

Deze mutaties betreffen de overheveling van de loon- en prijsbijstelling 2019 van het Wmo en jeugd-budget naar de integratie-uitkering Beschermd Wonen en de algemene uitkering van het gemeentefonds.

Overheveling roerende voorzieningen

Vanaf 1 januari 2020 gaan Wlz-instellingen zonder behandeling alle roerende voorzieningen vanuit hun instellingsbudget betalen. Een beperkt aantal voorzieningen wordt dan niet meer via de Zvw vergoed (bijvoorbeeld het hooglaagbed). De bijbehorende middelen worden overgeheld van de Zvw naar de Wlz.

Overig technisch

Deze post is het saldo van verschillende technische mutaties.

Toelichting Wlz-ontvangsten

Autonoom

Actualisering eigen bijdrage

Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de ontvangsten 2018 die ook is verwerkt in het jaarverslag 2018 van VWS.

3.3. Verticale ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven

Bij de begrotingsgefinancierde zorguitgaven gaat het met name om middelen die op grond van de Wmo Beschermd Wonen in het Uitgavenplafond Zorg beschikbaar zijn. Naast de Wmo Beschermd Wonen vallen enkele andere begrotingsgefinancierde posten onder de zorguitgaven. Tot deze categorie horen bepaalde uitgaven voor zorgopleidingen, de uitgaven voor zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederlanden, de subsidie(regelingen) NIPT, abortusklinieken, subsidie overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg (MSZ) en uitgaven die de kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid borgen. Deze uitgaven worden op de VWS-begroting verantwoord en toegelicht bij de artikelen 1, 2 en 4. Ten slotte zijn er bedragen gereserveerd op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën die onder het Uitgavenplafond Zorg vallen. Dit betreft onder meer de loon- en prijsbijstelling voor de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.

In tabel 5 wordt de ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven. De uitgaven die onder de Wmo Beschermd Wonen vallen, worden in tabel 6 gespecificeerd.

Tabel 5 Verticale ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven en aanvullende post Financien 2019-2023 (bedragen x € 1 miljoen)

 
 

2019

2020

2021

2022

2023

Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbe-

groting 2019

2.331,1

2.285,8

2.278,7

2.221,0

2.217,1

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

Wmo Beschermd Wonen (gemeentefonds). Zie tabel 6

97,7

109,9

122,1

134,3

134,3

Autonoom

  • - 
    3,8
  • - 
    5,4
  • - 
    7,6
  • - 
    6,2
  • - 
    9,7

Loon- en prijsontwikkeling

  • 3,8
  • 5,4
  • 7,6
  • 6,2
  • 9,7

Beleidsmatig

  • - 
    76,4

7,2

  • - 
    6,6

50,9

  • - 
    3,6

Subsidie NIPT (Artikel 1)

  • 6,9
  • 6,6
  • 6,5
  • 7,2
  • 6,4

Subsidieregeling abortusklinieken (Artikel 1)

Subsidie kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid

1,0

1,0

1,0

1,0

1,0

(Artikel 2)

Subsidie overgang integrale tarieven medisch-

5,1

0,0

0,0

0,0

0,0

specialistische zorg (MSZ) (Artikel 2)

  • 16,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Zorgopleidingen (Artikel 4)

  • 61,7

10,5

  • 2,5

55,6

0,3

Zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland (Artikel 4)

4,0

4,0

3,0

3,0

3,0

Loon- en prijsbijstelling begrotingsgefinancierde zorg

  • 1,9
  • 1,7
  • 1,7
  • 1,5
  • 1,5

Technisch

  • - 
    0,3

0,0

0,0

0,0

0,0

Overig technisch

  • 0,3

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal bijstellingen

17,1

111,7

107,8

179,0

121,0

Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven 1e suppletoire

begroting 2019

2.348,2

2.397,5

2.386,5

2.400,0

2.338,1

Tabel 6 Verticale ontwikkeling Wmo Beschermd Wonen 2019-2023 (bedragen x € 1 miljoen)1

 
 

2019

2020

2021

2022

2023

Netto Wmo Beschermd Wonen ontwerpbegroting 2019

1.714,4

1.713,6

1.713,6

1.713,5

1.713,6

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

         

Technisch

57,0

57,0

56,9

56,9

57,0

Loon- en prijsbijstelling 2019

57,0

57,0

56,9

56,9

57,0

Totaal bijstellingen

57,0

57,0

56,9

56,9

57,0

Netto Wmo Beschermd Wonen 1e suppletoire begroting

2019

1.771,4

1.770,5

1.770,5

1.770,5

1.770,5

1 Alleen de middelen die behoren tot het Uitgavenplafond Zorg worden hier verantwoord.

Toelichting

Uitgaven

Technisch

Loon- en prijsbijstelling 2019

Dit betreft de tranche 2019 loon- en prijsontwikkeling voor beschermd wonen.

  • 4. 
    Verdieping zorguitgaven en -ontvangsten naar sectoren

In deze verdiepingsparagraaf wordt een overzicht en toelichting gegeven van de ontwikkeling van de zorguitgaven naar sectoren voor de Zorgver-zekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz. Dit geeft een beeld van de budgettaire ontwikkelingen binnen de afzonderlijke onderdelen van de zorg. De bijstellingen zijn weergegeven ten opzichte van de ontwerpbegroting 2019.

4.1. Zorgverzekeringswet (Zvw)

In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële ontwikkelingen binnen de Zvw. Tabel 7 is een overzichtstabel met het totaal van de bijstellingen tussen de ontwerpbegroting 2019 en de 1e suppletoire begroting 2019 voor de Zvw. Na tabel 7 wordt per sector deze bijstellingen toegelicht.

Tabel 7 Ontwikkeling van de Zvw-uitgaven per (deel)sector 2019-2023 (bedragen x € 1 miljoen)

 
 

Stand ontwerp begroting

Bijstelling

1e

suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

   

Bijstelling later jaren

 

2019

2019

2019

2020

2021

2022

2023

Eerstelijnszorg

6.055,3

110,5

6.165,8

111,6

115,4

119,3

119,0

Huisartsenzorg

3.047,4

106,7

3.154,1

109,5

112,8

116,0

115,7

Multidisciplinaire zorgverlening

630,1

21,4

651,5

22,0

22,6

23,3

23,3

Tandheelkundige zorg

791,3

6,3

797,6

6,3

6,3

6,3

6,3

Paramedische zorg

828,4

  • 16,7

811,7

  • 16,8
  • 16,8
  • 16,8
  • 16,8

Verloskundige zorg

257,9

  • 3,2

254,7

  • 5,4
  • 5,4
  • 5,4
  • 5,4

Kraamzorg

319,2

6,0

325,2

6,0

6,0

6,0

6,0

Zintuiglijk gehandicapten

181,1

  • 10,1

170,9

  • 10,1
  • 10,1
  • 10,1
  • 10,1

Tweedelijnszorg

25.305,2

843,8

26.149,0

831,5

836,7

838,1

833,9

Medisch-specialistische zorg Geriatrische revalidatiezorg en

22.833,1

768,3

23.601,4

773,4

777,2

776,9

772,3

eerstelijns verblijf

1.109,4

39,9

1.149,2

39,8

40,4

41,2

41,6

 

Stand

Bijstelling

Stand 1e

   

Bijstelling later jaren

 

ontwerp-

1e

suppletoire

       
 

begroting

suppletoire

begroting

       
   

begroting

         
 

2019

2019

2019

2020

2021

2022

2023

Beschikbaarheidbijdrage academische zorg

704,6

24,0

728,6

34,0

35,0

36,0

36,0

Beschikbaarheidbijdrage kapitaallas-ten academische zorg

55,6

  • 10,1

45,5

  • 10,1
  • 10,1
  • 10,1
  • 10,1

Beschikbaarheidbijdragen overig medisch-specialistische zorg

102,4

3,4

105,9

3,4

3,4

3,4

3,4

Overig curatieve zorg

500,2

18,2

518,4

  • 9,1
  • 9,2
  • 9,3
  • 9,4

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

3.814,4

136,9

3.951,3

139,1

140,4

141,4

141,4

Genees- en hulpmiddelen

6.655,3

  • - 
    80,8

6.574,5

  • - 
    132,5
  • - 
    206,2
  • - 
    210,3
  • - 
    210,6

Geneesmiddelen

5.037,3

  • 50,5

4.986,8

  • 97,7
  • 170,6
  • 174,0
  • 174,3

Hulpmiddelen

1.618,0

  • 30,3

1.587,7

  • 34,7
  • 35,6
  • 36,3
  • 36,3

Wijkverpleging

3.956,2

142,0

4.098,1

145,7

149,1

152,5

152,4

Ziekenvervoer

773,5

25,3

798,8

25,0

24,8

24,9

24,9

Ambulancevervoer

647,8

23,4

671,2

22,9

22,8

22,8

22,8

Overige ziekenvervoer

125,7

1,9

127,6

2,1

2,1

2,1

2,1

Opleidingen

1.359,8

  • - 
    178,7

1.181,0

  • - 
    130,4
  • - 
    42,1
  • - 
    105,0
  • - 
    65,0

Grensoverschrijdende zorg

707,0

  • - 
    23,8

683,2

  • - 
    23,8
  • - 
    23,9
  • - 
    23,9
  • - 
    23,9

Nominaal en onverdeeld

1.733,1

  • - 
    1.719,6

13,5

  • - 
    2.408,7
  • - 
    2.757,9
  • - 
    3.239,7
  • - 
    3.670,3

Bruto Zvw-uitgaven

50.359,8

  • - 
    744,6

49.615,2

  • - 
    1.442,6
  • - 
    1.763,6
  • - 
    2.302,6
  • - 
    2.698,3

Eigen betalingen Zvw

3.114,9

0,0

3.114,9

0,0

0,0

0,0

0,0

Netto Zvw-uitgaven

47.244,9

  • - 
    744,6

46.500,3

  • - 
    1.442,6
  • - 
    1.763,6
  • - 
    2.302,6
  • - 
    2.698,3

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en

(voorlopige)

realisatiegegevens.

             

Eerstelijnszorg (bedragen x € 1 miljoen)

           
     

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

Autonoom

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019) Huisartsenzorg

   

106,7

109,5

112,8

116,0

115,7

Multidisciplinaire zorgverlening

   

21,4

22,0

22,6

23,3

23,3

Tandheelkundige zorg

   

26,4

26,4

26,4

26,4

26,4

Paramedische zorg

   

28,2

28,1

28,1

28,1

28,1

Verloskundige zorg

   

9,1

9,1

9,1

9,1

9,1

Kraamzorg

   

11,7

11,7

11,7

11,7

11,7

Zintuiglijk gehandicapten

   

6,2

6,2

6,2

6,2

6,2

Actualisering zorguitgaven Tandheelkundige zorg

   
  • 20,1
  • 20,1
  • 20,1
  • 20,1
  • 20,1

Paramedische zorg

   
  • 44,9
  • 44,9
  • 44,9
  • 44,9
  • 44,9

Verloskundige zorg

   
  • 12,3
  • 12,3
  • 12,3
  • 12,3
  • 12,3

Kraamzorg

   
  • 5,6
  • 5,6
  • 5,6
  • 5,6
  • 5,6

Zintuiglijk gehandicapten

   
  • 16,3
  • 16,3
  • 16,3
  • 16,3
  • 16,3

Zoals gerapporteerd in het VWS-jaarverslag 2018 vielen de uitgaven voor de eerstelijnszorg in 2018 lager uit dan eerder geraamd. Deze lagere uitgaven worden deels structureel verondersteld. Per saldo gaat het daarbij om circa € 99 miljoen. De uitgaven aan tandheelkundige zorg laten een structurele onderschrijding van € 20 miljoen zien. Deze wordt voornamelijk veroorzaakt door minder sterke volumegroei en tariefontwikkeling dan eerder werd verondersteld. Bij de fysiotherapie wordt verwacht dat de overgang van de artrosezorg en de zorg omtrent etalagebe-nen een langer ingroeipad heeft dan eerder verwacht; een deel (€ 6 miljoen) van de onderschrijding wordt daarom incidenteel geacht. De lagere uitgaven voor kraamzorg en verloskundige zorg hangen samen met een lager aantal geboorten. De lagere uitgaven voor zorg voor zintuiglijk gehandicapten, waar onderzoek naar is gedaan door Significant (zie TK 2016-2017, 24 170, nr. 160), worden merendeels structureel verondersteld.

Technisch

 

Overig technisch

Verloskundige zorg

Overheveling kwaliteitsgelden curatieve zorg

 
  • 2,2
  • 2,2
  • 2,2
  • 2,2

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

110,5

111,6

115,4

119,3

119,0

Tweedelijnszorg (bedragen x € 1 miljoen)

 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

Autonoom

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

Medisch-specialistische zorg

768,3

773,4

777,2

776,9

772,3

Geriatrische revalidatiezorg en eerstelijns verblijf Beschikbaarheidbijdrage overig medisch-specialistische

37,4

38,1

38,8

39,5

39,5

zorg

3,4

3,4

3,4

3,4

3,4

Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg

1,9

1,9

1,9

1,9

1,9

Beschikbaarheidbijdrage academische zorg

24,0

24,1

24,1

24,1

24,1

Overig curatieve zorg

16,8

16,9

16,8

16,7

16,6

Actualisering zorguitgaven

Geriatrische revalidatiezorg

De uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut. Hoewel de cijfers over 2018 nog voorlopig zijn, worden de lagere uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg in 2018 structureel verondersteld.

  • 12,4
  • 12,4
  • 12,4
  • 12,4
  • 12,4

Beleidsmatig

Overig beleidsmatig

  • 9,0
  • 1,1
  • 1,1
  • 0,1
  • 0,1

Technisch

Overheveling kwaliteitsgelden curatieve zorg

Overig curatieve zorg

0,0

  • 26,0
  • 26,0
  • 26,0
  • 26,0

Geriatrische revalidatiezorg

  • 0,2
  • 1,0
  • 1,1
  • 1,0
  • 0,6
 

2019

2020

2021

2022

2023

Dit betreffen middelen voor kwaliteitsgelden curatieve zorg.

De grootste post (€ 26,5 miljoen) betreft kwaliteitsmiddelen die op grond van de Bestuurlijke akkoorden voor de huisartsenzorg, MSZ en ggz beschikbaar zijn gesteld. De middelen die bij begroting 2019 zijn toegevoegd aan de sector Overig curatieve zorg, worden vanaf 2020 via

ZonMw gefinancierd en worden daarom vanaf dat jaar overgeheveld naar de begroting. Daarnaast gaat het om kwaliteitsmiddelen Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) (€ 2,2 miljoen vanaf 2020), kwaliteitsmiddelen GRZ, ELV en aanvullende geneeskundige zorg (AGZ) (€ 0,2 miljoen in 2019 en circa € 1 miljoen vanaf 2020), alsmede uitvoeringskosten van ZonMw (€ 0,5 miljoen in 2019 en € 1,0 miljoen vanaf 2020).

         

Overige technisch

13,4

14,0

15,0

15,0

15,0

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

843,8

831,5

836,7

838,1

833,9

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (bedragen x € 1 miljoen)

 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

Autonoom

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

136,9

139,1

140,4

141,4

141,4

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

136,9

139,1

140,4

141,4

141,4

Genees- en hulpmiddelen (bedragen x € 1 miljoen)

 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

Autonoom

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

Geneesmiddelen

127,7

124,4

121,5

118,1

117,8

Hulpmiddelen

41,0

42,1

41,2

40,6

40,5

Actualisering zorguitgaven

Geneesmiddelen

Dit betreft de meerjarige doorwerking van de onderschrij-ding op de uitgaven aan geneesmiddelen in 2018 (totaal € 92,7 miljoen). De onderschrijding werd voornamelijk veroorzaakt door scherpere inkoop en wordt voor een bedrag van € 62,7 miljoen structureel verondersteld (omdat de onderschrijding deels samenhangt met de maatregel verscherpte inkoop uit het regeerakkoord die al is afgeboekt, wordt niet de gehele onderschrijding uit 2018 structureel geboekt).

  • 62,7
  • 62,7
  • 62,7
  • 62,7
  • 62,7

Hulpmiddelen

Dit betreft de meerjarige doorwerking van de onderschrij-ding op de uitgaven aan hulpmiddelen in 2018. Deze werd waarschijnlijk voornamelijk veroorzaakt doordat zorgverzekeraars de budgettaire groei met name door een beperkte prijsontwikkeling lager weten te houden dan de beschikbare budgettaire ruimte. Verder geven zorgverzekeraars aan vanaf 2018 strenger te controleren op onrechtmatig gedeclareerde zorg via de Zvw voor Wlz gerechtigden.

  • 57,2
  • 57,2
  • 57,2
  • 57,2
  • 57,2
 

2019

2020

2021

2022

2023

Beleidsmatig

Geneesmiddelen

Verlagen groeiruimte geneesmiddelen

De verwachte uitgaven aan geneesmiddelen zijn op basis van de geneesmiddelenraming van het Zorginstituut lager dan eerder geraamd. Daarom wordt de raming voor geneesmiddelen met € 120 miljoen in 2019, oplopend tot € 230 miljoen in 2021 neerwaarts bijgesteld.

  • 120,0
  • 160,0
  • 230,0
  • 230,0
  • 230,0

Overig beleidsmatig

Besparingsverlies vitaminenmaatregel

4,5

4,5

4,5

4,5

4,5

Technisch

Hulpmiddelen

Overheveling roerende voorzieningen

Vanaf 1 januari 2020 gaan Wlz-instellingen zonder behandeling alle roerende voorzieningen vanuit de Wlz betalen. Een beperkt aantal voorzieningen wordt dan niet meer via de Zvw vergoed (bijvoorbeeld een hooglaagbed).

De bijbehorende middelen worden overgeheveld van de

Zvw naar de Wlz.

  • 14,1
  • 14,1
  • 14,1
  • 14,1
  • 14,1

Overig technisch

IJklijnmutatie middelen Voorwaardelijke Toelating kader geneesmiddelen

0,0

  • 4,0
  • 4,0
  • 4,0
  • 4,0

IJklijnmutatie middelen Voorwaardelijke Toelating kader hulpmiddelen

0,0

  • 5,5
  • 5,5
  • 5,5
  • 5,5

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

  • 80,8
  • 132,5
  • 206,2
  • 210,3
  • 210,6

Wijkverpleging (bedragen x € 1 miljoen)

 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

Autonoom

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

142,0

145,7

149,1

152,5

152,4

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

142,0

145,7

149,1

152,5

152,4

Ziekenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)

 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

Autonoom

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

Ambulancevervoer

23,4

22,9

22,8

22,8

22,8

Overige ziekenvervoer

4,5

4,7

4,7

4,7

4,7

Actualisering zorguitgaven

Overig ziekenvervoer

  • 2,6
  • 2,6
  • 2,6
  • 2,6
  • 2,6

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

25,3

25,0

24,8

24,9

24,9

Beleidsmatig

Ramingsbijstelling opleidingen    - 225,0    - 176,3    - 86,3    - 150,0    - 110,0

Op basis van nieuw beschikbaar gekomen gegevens vanuit de NZa en het Capaciteitsorgaan zijn de ramingen voor de medische vervolgopleidingen aangepast. Uit de beschikbare gegevens kan worden opgemaakt dat er steeds meer artsen in opleiding tot specialist (aios) in deeltijd werken.

Deze trend zet zich naar verwachting door. Hierdoor kan de raming van de kosten van het opleiden van deze aios naar beneden worden bijgesteld. Dit betekent niet dat er minder aios worden opgeleid. Daarnaast leiden ziekenhuizen minder gespecialiseerde verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel op dan waarmee rekening gehouden werd in de raming van het Capaciteitsorgaan.

Het betreft een aflopende reeks van € 225 miljoen in 2019,

€ 190 miljoen in 2020, € 150 miljoen in 2021 en 2022 en structureel € 110 miljoen vanaf 2023. Een deel van de ruimte die in 2020 (€ 13,7 miljoen) en 2021 (€ 63,7 miljoen) ontstaat, wordt ingezet voor extra middelen in het kader van Sectorplanplus. Dit zal in de begroting 2020 nader worden verwerkt.

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

Opleidingen (bedragen x € 1 miljoen)

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

Autonoom

46,3    45,9    44,2    45,0    45,0

  • 178,7    - 130,4    - 42,1    - 105,0    - 65,0

Grensoverschrijdende zorg (bedragen x € 1 miljoen)

2019    2020    2021    2022    2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

Autonoom

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

23,2    23,2    23,1

23,1

23,1

Actualisering zorguitgaven    - 47,0    - 47,0    - 47,0    - 47,0    - 47,0

Op basis van actuele cijfers van het CAK en het Zorginsti-tuut is de meerjarige trend van de uitgaven aan grensoverschrijdende zorg vastgesteld. Naar aanleiding hiervan zijn de uitgaven aan grensoverschrijdende zorg met € 47 miljoen neerwaarts bijgesteld.

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

  • 23,8    - 23,8    - 23,9    - 23,9    - 23,9

Nominaal en onverdeeld Zvw (bedragen x € 1 miljoen)

2019    2020    2021    2022    2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

Autonoom

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)    - 1.606,5    - 1.618,9    - 1.626,2    - 1.631,6    - 1.626,1

Dit betreft de uitdeling aan de verschillende Zvw-sectoren van de tranche 2019 van de vergoeding voor loon- en prijsontwikkeling.

Nominale ontwikkeling    - 25,0    - 686,8    - 952,0    - 1.414,4    - 1.848,6

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de macro-economische inzichten in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau (CPB).

Beleidsmatig

 

Nominaal en onverdeeld

Deze mutatie betreft vrijval van niet benodigde groeiruimte en vrijval van middelen die gereserveerd waren voor Voorwaardelijke Toelating.

  • 71,9
  • 54,9
  • 113,3
  • 106,5
  • 97,9

Technisch

Overheveling middelen Voorwaardelijke Toelating

De huidige regeling Voorwaardelijke Toelating wordt vervangen door nieuwe regelingen. Een deel van de gereserveerde middelen binnen het Uitgavenplafond Zorg wordt overgeheveld naar de VWS-begroting. Het gaat om de programma- en uitvoeringskosten voor de regelingen Veelbelovende zorg en Zorgevaluatie en gepast gebruik.

  • 2,2
  • 19,2
  • 38,2
  • 57,2
  • 70,2

Overige technisch

Deze mutatie betreft onder meer ijklijnmutaties naar de VWS-begroting ten behoeve van de invoering van pneumokokkenvaccinatie en het aanbieden van het quadrivalent vaccin aan zorgverleners en de doelgroepen van het Nationaal Programma Grieppreventie.

  • 14,0
  • 29,0
  • 28,3
  • 30,0
  • 27,4

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

  • 1.719,6
  • 2.408,7
  • 2.757,9
  • 3.239,7
  • 3.670,3

Ontvangsten (bedragen x € 1 miljoen)

 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

N.v.t.

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

0

0

0

0

0

4.2. Wet langdurige zorg (Wlz)

In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële ontwikkelingen binnen de Wlz. In tabel 8 wordt het totaal van de bijstellingen tussen de ontwerpbegroting 2019 en de 1e suppletoire begroting 2019 voor de Wlz per sector/deelsector weergegeven. Na tabel 8 wordt per sector deze bijstellingen toegelicht.

Tabel 8 Ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten per (deel)sector 2019-2023 (bedragen x € 1 miljoen)

 
 

Stand ontwerp begroting

Bijstelling

1e

suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

   

Bijstelling latere jaren

 

2019

2019

2019

2020

2021

2022

2023

ZIN binnen contracteerruimte

19.919,0

557,2

20.476,3

603,6

591,9

557,0

545,3

Ouderenzorg

10.983,6

278,8

11.262,4

354,7

363,3

344,5

349,9

Gehandicaptenzorg

6.952,8

213,6

7.166,4

184,1

167,6

151,3

134,5

Langdurige ggz

578,2

21,1

599,3

21,1

17,2

17,2

17,2

Volledig pakket thuis

496,3

15,5

511,8

15,3

15,4

15,4

15,4

Extramurale zorg

626,8

19,5

646,3

19,4

19,3

19,1

18,9

Overige binnen contracteerruimte

281,4

8,8

290,1

9,0

9,1

9,5

9,5

Persoonsgebonden budgetten

2.070,2

14,6

2.084,8

14,6

14,7

14,7

14,7

 

Stand ontwerp begroting

Bijstelling

1e

suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

   

Bijstelling latere jaren

 

2019

2019

2019

2020

2021

2022

2023

Buiten contracteerruimte

1.740,8

  • - 
    935,9

804,9

  • - 
    1.309,6
  • - 
    1.486,3
  • - 
    1.690,1
  • - 
    1.917,1

Beheerskosten

197,5

20,1

217,6

33,4

29,2

23,2

23,3

Overig buiten contracteerruimte1

484,5

48,9

533,4

49,4

48,9

49,3

48,9

Nominaal en onverdeeld

1.058,8

  • 1.004,9

53,9

  • 1.392,4
  • 1.564,4
  • 1.762,6
  • 1.989,3

brutoWlz-uitgaven

23.730,1

  • - 
    364,1

23.366,0

  • - 
    691,4
  • - 
    879,8
  • - 
    1.118,4
  • - 
    1.357,1

Eigen bijdrage Wlz

1.868,3

  • 25,3

1.843,0

  • 25,3
  • 25,3
  • 25,3
  • 25,3

Netto-Wlz-uitgaven

21.861,8

  • - 
    338,8

21.523,0

  • - 
    666,1
  • - 
    854,5
  • - 
    1.093,1
  • - 
    1.331,8

1 Bij de Wlz zijn onder de post «overige buiten contracteerruimte» opgenomen de deelsectoren: bovenbudgettaire vergoedingen, tandheelkunde Wlz, instellingen voor medisch-specialistische zorg Wlz, overig curatieve zorg Wlz, ADL, extramurale behandeling, zorginfrastructuur, innovatie en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz.

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Zorg in natura binnen contracteerruimte (bedragen x € 1 miljoen)

 
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

Ouderenzorg

365,8

386,5

404,9

415,5

412,7

Gehandicaptenzorg

230,6

232,5

232,5

232,9

233,2

Langdurige ggz

19,1

19,1

19,1

19,1

19,1

Volledig pakket thuis

17,2

17,0

17,0

17,0

17,0

Extramurale zorg

21,7

21,5

21,3

21,1

20,9

Overige binnen contracteerruimte

9,7

9,9

10,1

10,4

10,4

Actualisering zorguitgaven

Ouderenzorg

  • 38,0
  • 38,9
  • 39,6
  • 40,0
  • 39,9

Gehandicaptenzorg

  • 24,1
  • 23,5
  • 22,9
  • 22,6
  • 22,7

Langdurige ggz

  • 2,0
  • 1,9
  • 1,9
  • 1,9
  • 1,9

Volledig pakket thuis

  • 1,7
  • 1,6
  • 1,6
  • 1,6
  • 1,6

Extramurale zorg

  • 2,2
  • 2,1
  • 2,0
  • 2,0
  • 2,0

Overig binnen contracteerruimte

Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de uitgaven 2018. Zoals gemeld in het jaarverslag 2018 is deze gebaseerd op de voorlopige cijfers van de NZa en het Zorginstituut.

  • 1,0
  • 1,0
  • 1,0
  • 1,0
  • 1,0

Beleidsmatig

Ramingsbijstelling Wlz

Dit betreft een ramingsbijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting die mogelijk was zonder het Wlz-kader bij te stellen.

  • 56,0
  • 32,0
  • 58,0
  • 104,0
  • 113,0

Overig beleidsmatig

Uitvoeringskosten CIZ

4,0

4,0

     

Technisch

Overheveling roerende voorzieningen

Ouderenzorg

7,1

7,1

7,1

7,1

7,1

Gehandicaptenzorg

Vanaf 1 januari 2020 gaan Wlz-instellingen zonder behandeling alle roerende voorzieningen vanuit hun instellingsbudget betalen. Een beperkt aantal voorzieningen wordt dan niet meer via de Zvw vergoed (bijvoorbeeld het hooglaagbed). De bijbehorende middelen worden overgeheveld van de Zvw naar de Wlz.

7,1

7,1

7,1

7,1

7,1

 

2019

2020

2021

2022

2023

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

557,2

603,6

591,9

557,0

545,3

Persoonsgebonden budgetten (bedragen x € 1 miljoen)

 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

Autonoom

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

75,6

75,6

75,7

75,7

75,7

Actualisering zorguitgaven

Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de uitgaven 2018. Zoals gemeld in het jaarverslag 2018 is deze gebaseerd op voorlopige cijfers van de NZa en het Zorginstituut.

  • 61,0
  • 61,0
  • 61,0
  • 61,0
  • 61,0

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

14,6

14,6

14,7

14,7

14,7

Beheerskosten (bedragen x € 1 miljoen)

 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

Autonoom

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

6,7

6,7

6,6

6,5

6,5

Beleidsmatig

Ontwikkelopgave zorgkantoren

Voor de implementatie van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg spelen de zorgkantoren een belangrijke rol. Om deze rol goed te kunnen invullen hebben de zorgkantoren een ontwikkelopgave. Hiervoor is een additioneel bedrag van

€ 10,4 miljoen per jaar benodigd. Voor 2019 is een bedrag van € 11,3 miljoen benodigd. Daarnaast is besloten om de cliëntondersteuning in 2019 voort te zetten (€ 0,5 miljoen).

11,8

10,2

10,4

10,4

10,4

Wet Zorg en Dwang

In 2020 treedt de nieuwe wet Zorg en Dwang in werking.

Hierin is geregeld dat vg- en pg-patiënten aanspraak kunnen maken op een cliëntvertrouwenspersoon (cvp). De cvp wordt ingezet conform het kwaliteitskader. Daarnaast wordt een landelijke faciliteit opgezet voor het bij elkaar brengen en bundelen van expertise. Voor dit geheel is budget beschikbaar gesteld, oplopend tot € 10 miljoen in

2023.

0,5

9,6

9,7

9,9

10,0

Overig beleidsmatig

Kasschuif beheerskosten

3,3

4,7

  • 0,3
  • 3,8
  • 3,8

Technisch

Overig technisch    - 2,2    2,3    2,8    0,3    0,3

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)    20,1    33,4    29,2    23,2    23,3

Overige buiten contracteerruimte (bedragen x € 1 miljoen)

 
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

Autonoom

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

Bovenbudgettaire vergoedingen

4,9

4,9

4,9

4,9

4,9

Overige Wlz-zorg

10,7

10,7

10,7

11,6

11,6

Opleidingen

1,1

1,1

1,1

1,1

1,1

Actualisering zorguitgaven

Bovenbudgettaire vergoedingen

14,0

14,0

14,0

14,0

14,0

Overige Wlz-zorg

19,1

19,1

19,1

19,1

19,1

Opleidingen

Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de uitgaven 2018. Zoals gemeld in het jaarverslag 2018 is deze gebaseerd op voorlopige cijfers van de NZa en het Zorginstituut.

0,3

0,3

0,3

0,3

0,3

Beleidsmatig

Bijdrage Zorgvisie Groningen

De Stuurgroep Zorg heeft een visie opgesteld voor een duurzaam zorglandschap in de regio Groningen inclusief een advies over de versterking/vernieuwing van het zorgvastgoed. Hiervoor is in totaal € 323 miljoen nodig. De Minister heeft besloten dat VWS maximaal € 93 miljoen bijdraagt over een periode van 15 jaar om deze visie uit te verwezenlijken.

6,2

6,2

6,2

6,2

6,2

Overig beleidsmatig

Innovatie beleidsregel

5,0

5,0

5,0

5,0

5,0

Ramingsbijstelling Wlz

1,6

2,1

1,6

1,1

0,7

Technisch

Overig technisch

  • 14,0
  • 14,0
  • 14,0
  • 14,0
  • 14,0

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

48,9

49,4

48,9

49,3

48,9

Nominaal en onverdeeld (bedragen x € 1 miljoen)

 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

Autonoom

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

Dit betreft de uitdeling aan de verschillende sectoren van de tranche 2019 van de vergoeding voor loon- en prijsontwikkeling.

  • 763,1
  • 785,5
  • 803,7
  • 815,7
  • 813,0

Nominale ontwikkeling

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de macro-economische inzichten in het Centraal Economisch Plan (CEP 2019) van het Centraal Planbureau (CPB).

  • 50,9
  • 430,2
  • 597,0
  • 798,9
  • 1.023,8

Jeugdhulp

350,0

190,0

290,0

190,0

 
 

2019

2020

2021

2022

2023

Gemeenten zijn nog niet in staat geweest om de transitie-en transformatiedoelen van de decentralisatie van de

Jeugdhulp binnen een termijn van vier jaar te realiseren. Er is sprake van een volumestijging en uitgavenstijging.

Daarvoor komt het kabinet de gemeenten de komende jaren tegemoet met een extra budget van in totaal 420 mln. in 2019, 300 mln. in 2020 en 300 mln. in 2021. De middelen worden op het Gemeentefonds in het juiste kasritme gezet.

Beleidsmatig

Ambulantisering in het ggz-domein

Middels het Hoofdlijnenakkoord ggz en Zorg op de Juiste

Plaats wordt binnen het ggz-domein ingezet op ambulanti-sering van de zorg. Dit leidt tot meer zorg in het gemeentelijk domein, zowel voor beschermd wonen als voor begeleiding. In totaal is er een reeks beschikbaar van € 50 mln. in 2019 oplopend naar structureel € 95 mln. in 2022 beschikbaar. De middelen worden na ondertekening van het Hoofdlijnenakkoord ggz door de VNG gestort in het Gemeentefonds.

50,0

65,0

80,0

95,0

95,0

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen

In navolging van de in 2018 gemaakte bestuurlijke afspraak om pleegzorg (bij 18 jaar) standaard te verlengen tot 21 jaar, wordt ook de leeftijdsgrens voor gezinshuizen verhoogd tot 21 jaar. Gemeenten krijgen extra middelen voor deze verhoging.

2,2

6,1

7,8

9,5

11,4

Invoeren Wvggz

Per 1 januari 2020 treedt de Wet verplichte ggz in werking.

Als gevolg van deze wet krijgen gemeenten extra uitvoerende taken. Hiervoor worden gemeenten financieel gecompenseerd.

 

20,0

20,0

20,0

20,0

Overig beleidsmatig

5,0

5,0

5,0

5,0

 

Technisch

Jeugdhulp (IJklijn)

Deze mutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de jeugdzorg naar de algemene uitkering van het gemeentefonds. De middelen worden op het Gemeentefonds in het juiste kasritme gezet.

  • 350,0
  • 190,0
  • 290,0
  • 190,0
 

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen (IJklijn)

Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.

  • 2,2
  • 6,1
  • 7,8
  • 9,5
  • 11,4

Invoeren Wvggz (IJklijn)

Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen in verband met de invoering van de Wvggz naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.

 
  • 20,0
  • 20,0
  • 20,0
  • 20,0

Loon- en prijsbijstelling Wmo Beschermd Wonen

Loon- en prijsbijstelling Wmo en Jeugd (IJklijn)

Deze mutaties betreffen de overheveling van de loon- en prijsbijstelling 2019 van het Wmo- en jeugd-budget naar de integratie-uitkering Beschermd wonen en de algemene uitkering van het gemeentefonds.

  • 57,0 - 187,3
  • 57,0 - 187,7
  • 56,9 - 190,1
  • 56,9 - 190,0
  • 57,0 - 189,9

Overig technisch

  • 1,6
  • 2,1
  • 1,6
  • 1,1
  • 0,7

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

  • - 
    1.004,9
  • - 
    1.392,4
  • - 
    1.564,4
  • - 
    1.762,6
  • - 
    1.989,3

Ontvangsten (bedragen x € 1 miljoen)

 
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

Autonoom

Actualisering eigen bijdrage

Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de ontvangsten 2018 die ook is verwerkt in het jaarverslag 2018 van VWS.

  • 25,3
  • 25,3
  • 25,3
  • 25,3
  • 25,3

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

  • 25,3
  • 25,3
  • 25,3
  • 25,3
  • 25,3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 210 XVI, nr. 2 71

1

Vergaderjaar 2017-2018 Kamerstuk 32 620 nr. 203


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.