Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 35210 VII - Wijziging begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 29-05-2019 |
Publicatiedatum | 29-05-2019 |
Nummer | KST35210VII2 |
Kenmerk | 35210 VII, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
35 210 VII
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
MEMORIE VAN TOELICHTING INHOUDSOPGAVE
-
1.De departementale begroting van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:
-
1.de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
-
2.de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
kst-35210-VII-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
-
a.Leeswijzer
De eerste suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2019. De stand van de eerste suppletoire begroting wordt vanaf de stand van de vastgestelde begroting 2019 opgebouwd.
De stand van de vastgestelde begroting 2019 is inclusief de nota's van wijziging (Kamerstukken II 2018/2019 35 000 VII, nr. 7 en Kamerstukken II 2018-2019 35 000 VII, nr. 12).
Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:
Begrotingsartikelen Beleidsmatige mutaties Technische mutaties
(ondergrens in € miljoen) (ondergrens in € miljoen)
-
4.Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit
-
5.Ruimtelijke ordening en omgevingswet
-
6.Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving
-
7.Werkgevers- en bedrijfs-voeringsbeleid
-
9.Uitvoering Rijksvastgoed-beleid
-
11.Centraal apparaat
-
1.Openbaar bestuur en democratie
-
2.Nationale Veiligheid
-
3.Woningmarkt
-
12.Algemeen 13. Nog onverdeeld
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.
Ontvangsten: 1 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 5 mln. Verplichtingen/Uitgaven:
1 mln.
Ontvangsten: 1 mln. Verplichtingen/Uitgaven:
2 mln.
Ontvangsten: 1 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 1 mln. Verplichtingen/Uitgaven:
1 mln.
Ontvangsten: 1 mln. Verplichtingen/Uitgaven:
2 mln.
Ontvangsten: 2 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.
Ontvangsten: 1 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 2 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.
Ontvangsten: 10 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 2 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 2 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 4 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 2 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
-
a.Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstmutaties
Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2019 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer |
Uitgaven 2019 |
|
Vastgestelde begroting 2019 |
5.560.406 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties
|
2 |
5.000 |
|
3 |
6.300 |
|
5 & 11 |
14.000 |
|
11 |
27.499 |
|
11 |
15.000 |
|
44.282 |
|
|
11.180 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2019 |
5.683.667 |
-
1)Bestrijding jihadisme
Er wordt structureel € 5 mln. toegevoegd aan het budget van de AIVD voor de bestrijding van jihadisme.
-
2)Woondeals
Dit betreft een bijdrage € 6,3 mln. voor de totstandkoming van woondeals. Woondeals zijn een instrument om woningbouwproductie aan te jagen en de leefomgeving te verbeteren.
-
3)Omgevingswet
In 2019 wordt er voor de ontwikkeling van fase-1 van het Digitaal Stelsel Omgevingswet € 14 mln. beschikbaar gesteld. Hiervan is € 6 mln. vrijgemaakt binnen de begroting van BZK en wordt er € 8 mln. toegevoegd aan de begroting van BZK.
-
4)Doc-Direkt
Het betreft personele en materiële uitgaven voor Doc-Direkt, die samenhangen met de inkomsten die gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat) worden ontvangen.
-
5)Dienstverleningsafspraken 2019
De uitgaven naar aanleiding van de dienstverleningsopdrachten betreffen verrekeningen die voortvloeien uit de Dienstverleningsafspraken 2019 (DVA) van het kerndepartement aan de baten-lastenagentschappen.
-
6)Eindejaarsmarge
Dit betreft de toevoeging van de eindejaarsmarge van 2018 aan begrotingshoofdstuk VII. Deze wordt onder andere ingezet voor de huurtoeslag, City deals, CBS WoON-onderzoek, SSC-ICT en diverse overlopende posten op het gebied van rijksbrede bedrijfsvoering.
Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2019 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikel- Ontvangsten 2019 nummer |
||
Vastgestelde begroting 2019 |
679.437 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties |
||
|
3 |
|
|
3 |
2.377 |
|
5 |
3.750 |
|
11 |
27.499 |
|
11 |
15.000 |
|
12 |
9.487 |
|
12 |
3.614 |
|
2.181 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2019 |
710.245 |
Toelichting ontvangstenmutaties
-
1)Huurtoeslag
Bij de uitvoering door de Belastingdienst zorgt het uitstellen van de stroomlijning van het invorderingsbeleid voor een verschuiving over de jaren. Dit leidt tot lagere ontvangsten in de eerste jaren en hogere ontvangsten in latere jaren. Daarnaast worden in de periode 2019-2024 minder terugvorderingen verwacht.
-
2)Surplus eigen vermogen DHC
Uit de jaarrekening 2018 blijkt dat het eigen vermogen van de DHC hoger is uitgekomen dan toegestaan. Conform de regeling agentschappen wordt dit surplus eigen vermogen afgeroomd (circa € 2,4 mln.).
-
3)Verkoop bufferzonegronden
De verkoop van bufferzonegronden leidt incidenteel tot € 3,8 mln. meerontvangsten.
-
4)Doc-Direkt
Doc-Direkt heeft gedurende het jaar inkomsten van overige departementen en derden (notariaat). Deze inkomsten zijn ter dekking van uitgaven.
-
5)Dienstverleningsafspraken 2019
De ontvangsten naar aanleiding van de dienstverleningsopdrachten betreffen verrekeningen die voortvloeien uit de Dienstverleningsafspraken 2019 (DVA) van het kerndepartement met de baten-lastenagentschappen.
-
6)Surplus eigen vermogen RVB
Uit de jaarrekening 2018 blijkt dat het eigen vermogen van de RVB hoger is uitgekomen dan toegestaan. Conform de regeling agentschappen wordt dit surplus eigen vermogen afgeroomd (circa € 9,5 mln.).
-
7)Surplus eigen vermogen FMH
Uit de jaarrekening 2018 blijkt dat het eigen vermogen van FMH hoger is uitgekomen dan toegestaan. Conform de regeling agentschappen wordt dit surplus eigen vermogen afgeroomd (circa € 3,6 mln.).
CO CO CD o
O LO 00 o ¦*t LO
LO O t- 'd-LO LO
O CD O CO CO CO
't 'ï O Lfl O CM CM «- ^ II LO LO
O O O O O O 03
CM CO CO CO
00 O CM CO LO O Noionco!-^ ^ CO ^ ^ CO LO CM CO ^ 'd-
¦ 03 co co o LO r**
LO LO LO CM
CO CD CM 00 00 00
LO r*.
CD CD
CO P
03
Q_ 03
%E
¦- O
o <M
LO oo oa
CM CO CD
03 03
r- r- 00
O LO CD CM
^ O
o o o o
CM CM
«- co
LO LO LO CO
03 ^ O CO O O CO
LO © CM O r- Tt
O 00 ^ *- CO
¦5
Is
Q)
0)
Q
o
o
E
v
"C
c
V
3
3
+*
(0
V ¦Q
k.
<u
<u
-Q
c
O
a
O
v
¦*
'£
O CD
> D ^ £
CM»-C0C0t-<-
o o o o
CM CM
03 ^ O CO O O CO
LO CD CM O
o ^ oo ^
(D
o
© 03 ti CD C CD
-
=¦0 3®
I ¦
JU)
S|:
C 03 «5 H, c JO
03 w CO 03
03
_c
c
D
CD W 00 CD 03
CD
03
w - JUsTJfflTi
w — Q3 O Q. 03 O C !3* ¦ — :3* Z. :=*
co to ca O O ao o ocüQcü oca
m w c3 “2 c1
E !s £ 1
Q W :> ;
03 <
-Q 03 03
Q_ C/3 LO |— ®
O 4+ +-
© ii E *<D
ïi CD -p CD CD ±d
I— o_ ;> o_ o_ <_>
t/) O >
co w o '
Ohl>,
I .«
I g
S “ £
-
*W CD -Jf : m 05 -
» -a 2 O
i C O CÜ
W N
c £
CD E 03 <
•- CD
CD .=
03 —'
C 03 C CO -± -
co H, c 'E ®
Ö3 ©
C V.
® <0
© 03.'" CD
o co ¦ — ¦ — Ik ^ ¦—
I— CL CO O CO - “
O CD
Ontwerp Mutaties via Vastgestelde Mutaties 1e Stand 1e Mutatie Mutatie Mutatie Mutatie begroting NvW, moties begroting suppletoire suppletoire 2020 2021 2022 2023
2019 en amende- 2019 begroting begroting menten
C 03
0 O
-
Q.'c Q. =s
2 E 8 E +- o c o ® _
0
DQ b ¦
1.1 Bestuur en regio Opdrachten
Bestuur en regio
Het gaat hier om diverse mutaties, waaronder de reallocatie van middelen (circa € 0,5 mln. meerjarig) naar artikelonderdeel 1.2 Democratie ter versterking van het lokaal bestuur. Daarnaast wordt er € 0,5 mln. gerealloceerd om de bijdragen aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en ICTU in het kader van het interbestuurlijk programma op het juiste instrument te verantwoorden. Tot slot wordt circa € 0,6 mln. beschikbaar gesteld vanuit de eindejaarsmarge 2018 voor de voortzetting en ondersteuning van City Deals.
Diverse bijdragen
Dit betreft voornamelijk een overheveling van circa € 0,5 mln. vanuit opdrachten naar bijdragen aan ZBO's/RWT's om de bijdragen aan de VNG en ICTU in het kader van het interbestuurlijk programma op het juiste instrument te verantwoorden.
Verbinding inwoner en overheid
Binnen de regeling Verbinding inwoner en overheid worden middelen gerealloceerd van opdrachten naar subsidies voor de bevordering van het democratisch burgerschap (€ 1,4 mln.). Het gaat hierbij om subsidies voor onder meer de herdenking van het slavernij verleden en het Europees burgerinitiatief. Voor het versterken van de lokale democratie worden middelen gerealloceerd (circa € 1,3 mln. in 2019, € 1 mln. in 2020 en 2021). Deze reallocatie is onder meer bedoeld om de burgerparticipatie te verhogen, bijvoorbeeld door het verstrekken van subsidie aan het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners.
ProDemos
Er worden middelen overgeboekt van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) naar de begroting van BZK ten behoeve van ProDemos. Het betreft een reeks die oploopt naar circa € 4 mln. structureel vanaf 2022. De middelen worden ingezet om jaarlijks meer leerlingen in het voortgezet onderwijs de gelegenheid te bieden om het parlement te bezoeken.
Verbinding inwoner en overheid
Dit betreffen diverse reallocaties, waaronder het herschikken van € 2,7 mln. binnen de regeling Verbinding inwoner en overheid van opdrachten naar subsidies. Daarnaast worden middelen meerjarig overgeheveld van opdrachten naar bijdragen aan agentschappen om de middelen voor de voorlichtingscampagnes verkiezingen op het juiste instrument te verantwoorden (€ 0,8 mln. in 2019). Daarnaast zijn voor de versterking van de weerbaarheid van het lokaal bestuur middelen gerealloceerd binnen het instrument opdrachten (in 2019 een overheveling van € 2,1 mln.).
Weerbaar bestuur
De mutaties bestaan voornamelijk uit de meerjarige overheveling van middelen ten behoeve van de versterking van de weerbaarheid van het lokaal bestuur (in 2019 een overheveling van € 2,1 mln. vanuit de regeling Verbinding inwoner en overheid en circa € 0,5 mln. vanuit artikelonderdeel 1.1 Bestuur en regio). Daarnaast heeft er een herschikking plaatsgevonden van circa € 0,3 mln. binnen de regeling weerbaar bestuur van opdrachten naar subsidies voor het landelijk informatiefundament aanpak vakantieparken en Veerkrachtig Bestuur. Ook wordt er circa € 0,3 mln. overgeheveld naar bijdragen aan ZBO's/RWT's voor de bijdrage aan ICTU in het kader van de City Deal Zicht op Ondermijning.
Dienst Publiek en Communicatie
Ten behoeve van voorlichtingscampagnes verkiezingen door de Dienst Publieke Communicatie (DPC) wordt meerjarig budget overgeheveld vanuit opdrachten Verbinding inwoner en overheid om deze middelen op het juiste instrument te verantwoorden. Daarnaast wordt in 2019 circa € 0,9 mln. beschikbaar gesteld voor een bewustwordingscampagne over desinformatie.
CO r- r-
® ® © «“ .± c
C/3 O
s g S’
¦i = ¦“
^ w>
CD CD
E E
(0 r- r-
CO «- «-
;D
'ai
.c
o»
1
<u
c
o
CM
O
'€
Er worden ten behoeve van de Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen en Veiligheid (GA I&V) 2019-2022 extra middelen beschikbaar gesteld voor de AIVD. Tijdens het vaststellen van de GA I&V 2019-2022 is samen met de behoeftestellers geconstateerd dat meer inzet van de I&V diensten op enkele doelstellingen gewenst is. In 2019 betreft dit € 1 mln. voor de AIVD. Dit bedrag loopt stapsgewijs op tot € 14,5 mln. structureel in 2022, zodat rekening wordt gehouden met het absorptievermogen van de AIVD. De extra middelen maken het mogelijk beter tegemoet te komen aan de door de behoeftestellers geformuleerde doelstellingen.
Daarnaast wordt er structureel € 5 mln. extra beschikbaar gesteld voor de bestrijding van jihadisme. Van het Ministerie van Defensie ontvangt de AIVD bovendien € 2,8 mln. voor onderwerpen waarop samengewerkt wordt, waaronder op het gebied van cyber.
Ten slotte zijn er structureel hogere uitgaven (€ 1,5 mln.) als gevolg van de structurele toename van de aanvragen voor veiligheidsonderzoeken. Deze uitgaven worden gedekt door hogere ontvangsten.
Vanwege de groei van de dienst en daarmee de operationele activiteiten is er sprake van structureel hogere uitgaven. Dit werd de afgelopen jaren bij Najaarsnota gecorrigeerd met behulp van een herschikking uit artikel 2.1. Op basis van huidige inzichten wordt er voor 2019 € 3,8 mln. herschikt en vanaf 2020 structureel € 4,2 mln.
Als gevolg van de structurele toename van de aanvragen voor veiligheidsonderzoeken nemen de ontvangsten voor veiligheidsonderzoeken structureel met € 1,5 mln. toe. Deze ontvangsten dekken de hogere uitgaven.
q q p lo
't ó ^
co o o o
co co o hr (O O N
CM Q P CSI
^ CO Ö CO
CO to > .2 ¦
<u
E
S)
c
Ë
O
CO
Ë
>- W
> 0 «» *- O
Ö) <c c +¦>0 0 5 5 3:
O O CO O O CO CM CM CO
O O CO ¦
O O CO
r» r~- co
O O CO ¦ O O CO ¦«t -3- CO
O O CO ¦ O O CO O) O) CO
q p
’d-
** O O CO h-
0)0 oooor^-
CM CM CM CM CO 00 I I LX) LO I CO*
CO CO r-o o
CO CO r-
q p
’d-
> O) £ T5 CD
£ E g ¦
u o ai £ -- £ ¦D C o 0.0 JÉ
o <: £
« to <£
IS.:
x Cü C
to O 0 > +3 X
CO co CO CO CO CO
CO CO CO CO CO CO
CO CO CO CO CO CO
CO CO CO CO CO CO
co co
^ -d--3-
CO CO r-
-
O)co co «- o> O)
h- CM CM
0)0 0 <r- LX) LO
0)0 0 <r- LX) LO
o
DO . N
C _
« S C «5 2 CD
0 10 S
E c
§3 0 3
¦| 2 8
.02,?
Ö)
c
0
>
+¦>
c
o
Woningmarkt
Er wordt € 2,5 mln. beschikbaar gesteld voor de verbetering van 100 sociale huurwoningen op St.-Eustatius. Daarnaast is er € 2,5 mln. vanuit 2018 naar 2019 geschoven voor de uitvoering van de regeling Stimulering wooncoöperaties. Ook is € 6,3 mln. beschikbaar voor de totstandkoming van woondeals in 2019.
Huisvestingsvoorziening statushouders
Per 31 december 2018 zijn de aanmeldingen voor de Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunninghouders (TRSHV) gesloten. De verplichtingen voor de subsidieaanvragen lopen wel door. Daarvoor is € 2,4 mln. doorgeschoven naar 2019.
Huurtoeslag
Over de jaren heen is er sprake van mee- en tegenvallers bij de huurtoeslag. Een verklaring voor de tegenvallers is dat de werkloosheid minder sterk gedaald is dan eerder gedacht. Dit zorgt in 2019 en 2020 voor hogere aantallen huurtoeslagontvangers en daarmee hogere uitgaven aan huurtoeslag. Ook een lagere inkomensontwikkeling zorgt voor hogere uitgaven. Anderzijds is er een lagere huurprijsontwikkeling door een lagere verwachte inflatie en wordt verwacht dat verhuurders minder gebruik zullen maken van de ruimte die zij hebben om de huren te verhogen. Dit zorgt voor lagere uitgaven bij de huurtoeslag in latere jaren, vanaf 2021.
Bijdragen aan agentschappen
Dienst van de Huurcommissie
De Dienst van de Huurcommissie (DHC) krijgt een extra bijdrage in 2019 voor de verbetering van de dienstverlening aan huurders en verhuurders en voor het wegwerken van de achterstanden bij de Huurcommissie.1
RVO (Uitvoeringskosten BEW)
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert de (oude) regelingen voor het eigenwoningbezit (BEW) uit. De uitvoeringskosten worden jaarlijks verantwoord op artikel 4.1 Energietransitie en duurzaamheid onder het instrument bijdragen aan agentschappen. Het budget wordt daarom overgeheveld naar het juiste artikel en instrument.
RVO (Uitvoeringskosten Huisvestingsvoorziening statushouders)
De RVO voert de Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunnings-houders uit. De uitvoeringskosten worden verantwoord op artikelonderdeel 4.1 Energietransitie en duurzaamheid onder het instrument bijdragen aan agentschappen. Het budget wordt daarom overgeheveld naar het juiste artikelonderdeel en instrument.
Woningmarkt
Vanuit de eindejaarsmarge 2018 zijn onder andere middelen toegevoegd aan het budget voor het WoON-onderzoek dat uitgevoerd wordt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (€ 1,9 mln.).
Huurtoeslag
Bij de uitvoering door de Belastingdienst zorgt het uitstellen van de stroomlijning van het invorderingsbeleid voor een verschuiving over de jaren. Dit leidt tot lagere ontvangsten in de eerste jaren en hogere ontvangsten in latere jaren. Het uitstellen van de Wet beslagvrije voet leidt tot incidenteel hogere ontvangsten in de eerste jaren. Daarnaast worden in de periode 2019-2024 minder terugvorderingen verwacht.
Dienst van de Huurcommissie
Uit de jaarrekening 2018 blijkt dat het eigen vermogen van de DHC hoger is uitgekomen dan toegestaan. Conform de regeling agentschappen wordt dit surplus eigen vermogen afgeroomd (circa € 2,4 mln.).
O 05 O 05
00 CO 05 05 05 05
O 05 O 05
00 CO 05 05
CD CO
O 05 O 05
0 o
'43 CM
0 o
0 0 05 «- ~ c
w o '+j
S g S’
¦i = ¦“
^ w
O 05 O 05
T- CO
LD O h-
r^> o «o o <0
O Is** o o o o
o 00
O 05 O LD
o o o o o co
r*- «
o 00
LD 00
OO CO 05 00 LD 00
OOOO
00 CO 05 CM CD 00
05 05 ¦«t ^ CM CM
3
O
¦Q
C
O
Ü)
c
>
V U) £ o
fl)
¦u
3
O
¦Q
V U)
.2
-H
c
'5
v
c
LU
0 u>
> .2 ¦
LD 05
LD 00
05 00
^ p
CM 00
.0
05
05 05 .Ë
C 0 0 O
a c
a o
2 E 8 E
+- o c u 0 _
sis
g- 0 V5
C c ^ LU 2
a ® 5.
0 ¦5
; 0
OOOO
05 05 CM CM
® C 05 !
12 0 u* : E -SÉ 0 15 JC N ¦ - - 0
>- W
> 0 «» *- o
Ö) 0 c +-0 0
5 5 3:
'¦p _0 05 .0
qj T3 £ 0 C '0 3 0 LU X CO CD
05
0 0 5
Q_ C 0
05.0
¦i E3
0 0 !i Q. 0 1 1/1 LU :
-
:CQ ? ¦
< -a l
ED B
0 nr nr
N E "O E 0 5 © O -a cc .* cc
0 42 o
c **- 0
§>!! 0^0 2 w c ¦o Ö5 o :=* c o
CO '.p LU
E O 0 <j cn ld
D)+ 0 Ö) m *= ^ 0
« 5
'5, 5 5,
-
!a o
-
:O CD :
;u
CD
Ontwerp Mutaties via Vastgestelde Mutaties 1e Stand 1e Mutatie Mutatie Mutatie Mutatie begroting NvW, moties begroting suppletoire suppletoire 2020 2021 2022 2023
2019 en amende- 2019 begroting begroting menten
« 2 %
-
=?)¦£ O » i
; 3 !=¦§!=¦ C * J
-
-LU CD I— CÜ '£3 -E 3.
O)
CD
4.1 Energietransitie en duurzaamheid Subsidies
Energiebesparing Koopsector
Voor de Subsidieregeling Energiebesparing Eigen Huis (SEEH) voor Verenigingen van Eigenaren (VvE's) schuift € 11 mln. door naar latere jaren. De besluitvorming bij VvE's voor leningen kent een lange doorlooptijd. Om die redenen hebben de VvE's een langjariger budget nodig dan oorspronkelijk voorzien. Het kasritme wordt met deze kasschuif hierop aangepast.
Energiebesparing Huursector
Bij tweede suppletoire begroting 2018 is € 20 mln. ingezet voor het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF). Dit wordt dit jaar gecorrigeerd door € 20 mln. vanuit het NEF-budget over te hevelen naar de Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector (STEP). Daarnaast wordt de budge-toverschrijding van STEP in 2018 van circa. € 3,9 mln. in mindering gebracht op het beschikbare budget voor 2019.
Nationaal Energiebespaarfonds (NEF)
Bij tweede suppletoire begroting 2018 is € 20 mln. ingezet voor het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF). Dit wordt dit jaar gecorrigeerd door € 20 mln. vanuit het NEF-budget over te hevelen naar de Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector (STEP). Daarnaast betreft het een overboeking vanuit de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) naar de begroting van BZK voor de financiering van laadpalen voor elektrische auto's op parkeerterreinen van VvE's (€ 2 mln.).
Opdrachten
Energietransitie en duurzaamheid
In het kader van het «Innovatieprogramma aardgasvrije en frisse basisscholen» wordt circa € 0,4 mln. overgeboekt naar het Gemeentefonds. Daarnaast wordt er circa € 0,2 mln. herschikt om de bijdragen aan het Provinciefonds en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselzekerheid (LNV) op het juiste instrument te verantwoorden.
Bijdragen aan agentschappen
RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid)
Dit betreft onder andere diverse reallocatie in het kader van de jaaropdracht 2019 voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Zo wordt er vanuit de regeling RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord) € 6 mln. overgeheveld voor het beheer van het energielabel. Ook wordt er vanuit artikel 3.1 Woningmarkt circa € 3,8 mln. overgeheveld voor de uitvoering van woonregelingen zoals de Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunningshouders.
RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord)
Het gaat hier om diverse mutaties, waaronder een herschikking van bijdragen aan agentschappen naar bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken om de middelen voor het innovatieprogramma CO2-neutrale gebouwde omgeving op het juiste instrument te verantwoorden (€ 20,8 mln.). Daarnaast betreft het een overboeking naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) voor de Demonstratie energie-innovatie regeling (DEI-regeling) en de regeling Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma's (MMIP) (ca. € 12 mln.). Ook wordt er € 6 mln. gerealloceerd naar RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid) ten behoeve van de RVO.nl jaaropdracht 2019. Tot slot wordt er € 1,5 mln. doorgeschoven naar 2020 voor de nieuwe bepalingsmethode energieprestatie (BENG-eisen), die op 1 januari 2020 van kracht wordt.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
EGO
Om de middelen voor het innovatieprogramma CO2-neutrale gebouwde omgeving op het juiste instrument te verantwoorden, worden deze overgeheveld van bijdragen aan agentschappen naar bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken (€ 20,8 mln.).
4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Bouwregelgeving en Bouwkwaliteit
De meerjarige middelen voor het bouwbesluit worden herschikt van opdrachten naar subsidies om de middelen op het juiste instrument te verantwoorden.
Bouwregelgeving en Bouwkwaliteit
De meerjarige middelen voor het bouwbesluit worden herschikt van opdrachten naar subsidies om de middelen op het juiste instrument te verantwoorden.
Toelatingsorganisatie
De behandeling van de wet kwaliteitsborging is vertraagd en ligt nog in de Eerste Kamer. De niet bestede middelen uit 2018 worden toegevoegd aan het budget 2019 voor de toelatingsorganisatie wet kwaliteitsborging in de bouw.
0000
0000
0000
000000
0000
OOOO
OOOO
OOOOOO
0000
OOOO
OOOO
OOOOOO
0 o
'43 CM
re o
re w > .2 ¦
*-000
o r*. o 10
(O M O O
in ID O LT)
ai co <-
r*. 00 <0 cm
0000
OOOO
OOOO
O03OS CM LD CD LD R-. A> R-.
0000
0«30S
OOOO
OOOOOO
OOOOOO
O O t- CD LD LD LD '3' O O0 CM
OOOOOO
O
-
0)re
(A
«
E
a>
+¦•
E
'5
cc
Lf>
V
'£
00
>- W
> 0 W» *- O
-
G)re ci +- re 0
5 5 3:
ID ID O ID ^ (J) CD f— Is*. 00 CD CM
1 .2! E ¦
-
!a> P
1 »—
o
CO
¦a
c
o
03
0
, r- *J —
m -C 03
w « £
o I
3 = recD3;Q-re ccwmiccSOcQ
ID O ID 0U30N
.2 c w O > ^
_ 0 =*
f f 0.
i o!.
^ O) O .
S E1'
|o "
o .0)
" S j S® ° J-2 a>E S.E
So "
0 O C N QQ O §¦^•2 ,0 re £
: ®
-
!I
iü
0 Q3 ^
o re 0 c = £ ra ^ ra (u It 5 ¦
E a “ >
c 2 go
-
:CL cc .
W 0 Ö) 0
0 -a £ .w
> D 73 M
is^ mm
i 73
-
:m 1
J a J c
2 ? I 5 ts 8
B I 0 re -2. £ ¦5 -1* > g 2 0 Stflüyiü
73 m g w :=*> > re CO CC CC CD
Ontwerp Mutaties via Vastgestelde Mutaties 1e Stand 1e Mutatie Mutatie Mutatie Mutatie begroting NvW, moties begroting suppletoire suppletoire 2020 2021 2022 2023
2019 en amende- 2019 begroting begroting menten
¦**00000
h O O (M O M r O O U) ö) (D
00 ¦** -^ 00 r-’ r-'
ooooooooooooo
ooooooooooooo
ooooooooooooo
r r o LO
O O O CSJ O CSI r- '
¦** O O CSJ O Csl
r^oor^or^-
O O a> cs]
oo ¦** ^ ó cd
CSJ
ooLOTt*3-oo0>a>
oooa>*-*-oo0>a>
or'-csi»-*-cocMoooo
O O LO o o o oooa>*-*-
O h- CSi <NJ o
o O) o
o o a>
CS] co <o
OOOOOOO-'t'^OOCOOO
ooooooooooooo
-3- o o o o
CT) *— 00
cd od
Ö) w .0) © .g> JS
.E ® T5 .c T3 (/)
> -n ^ u O d) 5)
m - n m n 4; -
' O (/)
E JS
¦E E "S
§ "o
C c-5 a)c-5-a O;
© co c co co ^
5 os o ® _co >
® w o
-
U)CD LU <0 T5 ,
. co <• cf :=« co
i<cü-i:<cü^oy<cü<a:a:cü<
5.1 Ruimtelijke ordening Bijdragen aan ZBO's/RWT's
Basisregistratie Ondergrond (BRO)
In totaal is € 8,3 mln. herschikt om middelen op de juiste instrumenten te verantwoorden. Het betreft onder andere een reallocatie van € 4,4 mln. naar het instrument bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken voor een overboeking naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) ten behoeve van de realisatie en het beheer van de BRO. Daarnaast wordt binnen het instrument circa € 1,4 mln. herschikt naar Geo-informatie voor de inzet van Geonovum voor de BRO en circa € 2 mln. technisch herschikt naar diverse bijdragen voor de inzet van het Kadaster en ICTU.
Geo-informatie
Binnen het instrument wordt circa € 1,4 mln. gerealloceerd vanuit Basisregistratie Ondergrond (BRO) naar Geo-informatie voor de inzet van Geonovum voor de BRO.
Diverse bijdragen
Dit betreft een technische herschikking binnen het instrument van circa € 2 mln. vanuit Basisregistratie Ondergrond (BRO) voor de inzet van het Kadaster en ICTU.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Vanuit het instrument bijdragen aan ZBO's/RWT's wordt € 4,4 mln. gerealloceerd voor een overboeking naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) ten behoeve van de realisatie en het beheer van Basisregistratie Ondergrond.
Bijdragen aan medeoverheden
Diverse projecten Ruimtelijke Kwaliteit
Dit betreft een herschikking binnen het instrument van ca. € 2,5 mln. naar de regeling Gemeenten voor bestaand Rotterdams gebied.
Gemeenten
Dit betreft een herschikking van circa € 2,5 mln. vanuit Diverse projecten Ruimtelijke Kwaliteit ten behoeve van het programma bestaand Rotterdams gebied voor projecten die bijdragen aan het ontwikkelen van de Rotterdamse haven en het gelijktijdig verbeteren van het woon- en leefklimaat.
Aan de Slag
Bij de eerste suppletoire begroting 2018 zijn er middelen voor 2019 en 2020 voor de Omgevingswet toegevoegd aan het instrument opdrachten. Voor 2019 wordt een deel van de beschikbare middelen voor de ontwikkeling van fase-1 van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) naar de instrumenten bijdragen aan ZBO's/RWT's en bijdragen aan agentschappen overgeheveld, zodat de uitgaven op het juiste instrument verantwoord worden.
Kadaster
Om de beschikbare middelen op het juiste instrument te verantwoorden worden er middelen gerealloceerd binnen artikelonderdeel 5.2 Omgevingswet. Er wordt vanuit de instrumenten opdrachten en bijdragen aan medeoverheden circa € 6,6 mln. overgeheveld naar de bijdrage aan het Kadaster. Daarnaast wordt er € 2,5 mln. extra toegevoegd aan het budget voor de ontwikkeling van fase-1 van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
Geonovum
Om de beschikbare middelen op het juiste instrument te verantwoorden worden er middelen gerealloceerd binnen artikelonderdeel 5.2 Omgevingswet. Er wordt vanuit de instrumenten opdrachten en bijdragen aan medeoverheden circa € 1,5 mln. overgeheveld naar de bijdrage aan Geonovum. Daarnaast wordt er € 1,5 mln. extra toegevoegd aan het budget voor de ontwikkeling van fase-1 van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
Aan de Slag
Om de beschikbare middelen op het juiste instrument te verantwoorden worden er middelen gerealloceerd binnen artikelonderdeel 5.2 Omgevingswet. Er wordt vanuit de instrumenten opdrachten en bijdragen aan medeoverheden circa € 2,3 mln. overgeheveld naar de regeling Aan de Slag.
Aan de Slag
Om de beschikbare middelen op het juiste instrument te verantwoorden worden er middelen gerealloceerd binnen artikelonderdeel 5.2 Omgevingswet. Er wordt vanuit de instrumenten opdrachten en bijdragen aan medeoverheden circa € 2 mln. overgeheveld naar het instrument bijdragen aan agentschappen. Daarnaast wordt er € 6 mln. extra toegevoegd aan het budget voor de ontwikkeling van fase-1 van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). De toevoeging bestaat uit € 1 mln. voor Kennis- en exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP) en € 5 mln. voor Rijkswaterstaat (RWS).
Aan de Slag
Om de beschikbare middelen op het juiste instrument te verantwoorden, wordt er vanaf het instrument bijdragen aan medeoverheden in totaal circa € 6,7 mln. gerealloceerd naar onder andere bijdragen aan ZBO's/ RWT's en bijdragen aan agentschappen.
Verkoop van bufferzonegronden
De verkoop van bufferzonegronden leidt incidenteel tot € 3,8 mln. meerontvangsten.
ooooooooooooooooooo
ooooooooooooooooooo
0 O \p CM
0 o
0 0 05 «“ .± c w o '+j
S g S’
¦i = ¦“
^ w>
ooooooooooooooooooo
COlDfflCONOrmonOOfürOrO^'ï O
II5<NJCM'^COCM'd-»-OCM<DlOCO'tO'd-Ols**r^' LD
LncNjcM^t(oa>co<M<oa>LO<-a>0>i-OLoa>to<o
00 CD P- 05 »“ LD
co lo rs- n
00 N CM r P
O 05 O 00 LD CM
000000000»-0'
O O O O O O LD LD LD LD O O O) 05 00 CO p p
U)
c
>
c
O
E
<u
(0
.2
13
E
o
4-
c
c
O
Ü)
c
c
«
k.
V
>
(0
c
.2
(0
¦u
O
>
O
<ö
'€
<
0 05 05 0
tn
0 to > .2 ¦
>- W
> 0
«» *- O
Ö) 0 c +- 0 0
5 5 3:
¦*toocor--o<-cooooo<ooooo
OOOOCMOOO’tfLDOCDCDLDODOOOO OCMCMOCOOMr-CpCOLOr- 05 05 LD LD 05 00 05 CD CM Ö LO r- C\i LO h- h- CN ^
ooooooooooooooooooo
¦*toocor--o<-tooooocoooooo
OOOOCMOOO’tfLDOCDCDLDODOOOOO OCNCMOCDOPOr-CDCOLD*- 05 05 LD LD 05 Is» oo CT5Cdcm0ld^— cMLDr^r^csj ^
ts E
o
DO
N
u>
c
c P
0 w
£ -S
O 0 -a -
> :=* 05
— O cü <C
0)^2 oa=-o$^^-o E-o ö) c ü O > > 5 :r 0 h > :=* 0 :=* c = 0 jarcDcüuy^QJüQj'oaN
CM 00 00 ^ ^ o o O 00 CO CO CD LD 05 05 LD LD
00 r-
I Q. 0
i O 2
o
DO
.¦o — ;
5 cc i
Ontwerp Mutaties via Vastgestelde Mutaties 1e Stand 1e Mutatie Mutatie Mutatie Mutatie begroting NvW, moties begroting suppletoire suppletoire 2020 2021 2022 2023
2019 en amende- 2019 begroting begroting menten
ooooooooooo
OOOOOOOOOOO OIOLOOOOOOOIOODIO oqcMiqtqcoooLoa>csiiq^ C\i cm’ C\j CN* r- cvi LO r-’ r-’
IOOLOOOCOOOOODO
r*.or^ioio<NJooor^LO
lflLflqrr;0)lfl(J>q^q
CO CO co" CO 00 LO <0* r- r-
LOOLT, OOCOOOOODO r*.or^ioio<NJooor^LO IflLCOr-r-OlLC^O^q CO CO CO CO 0Ó ^ LO <Ö r-‘ r-'
OOOOOOOOOOO
ooooooooooo
ooooooooooo
:=* o > > o CO O CO CC CC -J D
6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving
Overheidsdienstverlening
Als onderdeel van het programma Digitale Inclusie, is een meerjarige bijdrage geleverd (€ 0,5 mln. voor 2019) aan het Programma Tel mee met Taal, van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Tel mee met Taal, dient voor het vervolgprogramma aanpak basisvaardigheden.
Bijdragen aan Agentschappen
Logius
Er hebben herschikkingen plaatsgevonden in de financiering door Logius van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI). Twee herschikkingen vanuit het Gemeente- en Provinciefonds betreffen samen € 5,6 mln. Vanuit het Gemeentefonds wordt € 3,3 mln. overgeboekt, dit betreft de doorbe-lasting van DigiD en MijnOverheid 2019. In het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen (BOFV) van mei 2018 is besloten dat de doorbelasting van niet-transactiegerichte GDI voorzieningen ook vanuit het Gemeente- dan wel Provinciefonds verlopen. Dit betreft een herschikking van € 2,3 mln.
Daarnaast komt een deel van de middelen voor een opdracht voor de ontwikkeling van een nieuwe centrale e-procurement berichtenvoorzie-ningen uit 2018 pas in 2019 tot betaling (€ 0,9 mln.). De middelen hiervoor zijn via de eindejaarmarge 2018 meegenomen naar 2019.
Identiteitsstelsel
De bijdragen aan ICTU en RvIG voor de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) zijn naar de juiste instrumenten herschikt, van opdrachten naar bijdragen aan ZBO's/RWT's (€ 11,1 mln.)en naar bijdragen aan agentschappen (€ 0,9 mln.).
Bijdragen aan agentschappen
RvIG
De bijdrage aan RvIG voor de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) is naar het juiste instrument herschikt, van opdrachten naar bijdragen aan agentschappen (€ 0,9 mln.).
ICTU
De bijdrage aan ICTU voor de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) is naar het juiste instrument herschikt, van opdrachten naar bijdragen aan ZBO's/RWT's (€ 11,1 mln.).
6.6 Investeringspost digitale overheid
Het budget van de investeringspost wordt ingezet middels de investe-ringsagenda, welke begin dit jaar is vastgesteld. De investeringsagenda is één van de instrumenten om de doelstellingen van de agenda NL DIGIbeter te realiseren. De investeringsagenda is tot stand gekomen in samenwerking met andere departementen, uitvoeringsorganisaties en medeoverheden. Voorwaarde daarbij was dat de investeringen bijdragen aan de doelstellingen van NL DIGIbeter en dat het een gezamenlijke investering is, om het overheidsbrede karakter van NL DIGIbeter te benadrukken. Om uitvoering te kunnen geven aan de voorstellen uit de agenda worden van het instrument opdrachten middelen overgeheveld naar de verschillende juiste instrumenten.
Dóórontwikkeling en innovatie digitale overheid
Dit betreft een bijdrage aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) (€ 2,4 mln.) voor het voorstel Common Ground. Dit behelst onder andere een nieuwe infrastructuur voor de uitwisseling van gegevens binnen en tussen gemeenten om het gebruik van brondata in dienstverleningsprocessen beter mogelijk te maken.
Dóórontwikkeling en innovatie digitale overheid
Om uitvoering te kunnen geven aan de goedgekeurde voorstellen uit de investeringsagenda worden van het instrument opdrachten middelen overgeheveld naar de verschillende andere instrumenten.
Diverse bijdragen
Er wordt € 3 mln. gerealloceerd naar bijdragen aan ZBO's/RWT's, onder andere voor het ondersteunen van minder digivaardigen via het netwerk van bibliotheken en voor de afronding van de ontwikkelingsfase van het rijbewijs met een eID functie door de RDW.
Bijdragen aan medeoverheden
Gemeenten
Er wordt € 3,1 mln. van opdrachten overgeheveld naar bijdragen aan medeoverheden voor «Haal Centraal». Dit is een gezamenlijk initiatief van gemeenten en uitvoeringsorganisaties om door middel van gestandaardiseerde interactie-afspraken voor softwareprogramma's, gegevens uit de basisregistraties te halen. Dit maakt aansluiting op de basisregistraties eenvoudiger.
RVO.nl
Het budget voor RVO.nl (€ 4,5 mln.) is vooral bestemd voor het beheer en de ontwikkeling van eIDAS, waarmee op Europees niveau digitale identificatie en inloggen bij de overheid wordt geregeld.
RvIG
Er wordt € 5,9 mln. van opdrachten overgeheveld naar de bijdrage aan RvIG. Zo verkent RvIG samen met grote afnemers van BRP-informatie nieuwe mogelijkheden om deze informatie te distribueren. Daarnaast is RvIG initiatiefnemer voor het ontwikkelen en testen van prototypes waarmee de mobiele telefoon kan worden ingezet voor identificatie. Tot slot is RvIG betrokken bij het beheer en de ontwikkeling van eIDAS.
Logius
Logius is als de grootste uitvoeringsorganisatie voor voorzieningen van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) een belangrijke partner voor de Digitale Overheid. Bij een groot aantal programma's en projecten is Logius dan ook betrokken en daarom worden er middelen overgeheveld naar de bijdrage aan Logius (€ 26 mln.). Het gaat daarbij onder andere om het Programma Machtigen, vernieuwingen voor MijnOverheid en het programma eID. Ook ontvangt Logius een bijdrage voor een onderzoek naar een herinrichting van de GDI infrastructuur om deze om te zetten naar generieke services en een onderzoek naar de obstakels in het gebruik van Standard Business Reporting.
UBR
Er wordt € 1,5 mln. van opdrachten overgeheveld naar de bijdrage aan UBR voor de ontwikkeling van een Platform voor Open Overheidsinformatie.
co o o h- o
O N O) 1
*3- C\J
(O O)
O 00 o co o
co o o h- o
0^-0) *3- C\J
(O O)
O 00 O CO O
co o o co o
o rt ffi
CM CM (O O)
O 00 o co o
0 O \p cm 0 o
0 0 05 «- ~ c w o '+j
S è S’
¦i = ¦“
^ w>
o w
> .2 ¦
CO o o co o
o rt ffi
CM CM (O O)
O 00 o co o
o o ir> o o -a- •
05 CM LO O h-
o o co co
O O 00 00
O O) O LO h-CM co
r- N 00
r*- cm LO o r-
r in o r
CO o oo
o *- cm r*- ¦
O O 00 CO CO CM h- 00 LO
CM o o o o
o o co co 00 00
oooooooooo
V
-ü
(O
O)
c
O
o
>
w
"C
O
-ü
c
V
O
>
V
O)
O
'€
¦ LO O r-
¦ CO O CO ) r CM r-
o> O 00 o o
CO CO CM 1^ 00 LO CN (d r-
CM o o o o
co co 00 00
.£5
C/5
05 "O
W ’w
>- vu
> 0 «» *- o
ö) 0 c +-0 0
5 5 3:
>.3 2
W W U) Si C 3
“ w
D > < O Q
X5 Q. Q5
O oo
5 0
i S |
5 0 05
\f§. > 0 * > .±c
5 0 05 -05^
:
c
.0
¦O
"E 0
TO ^
0 >---
<: i if
ö) 05 —
0 _Q 0
£ I ï 'i
0 c/5 0 1
<!>.— >) O) 05
0 — ::
a I o i
S ^ S c
C/5 0
-
?Ê
e 05
CC |D C '</) JD C
ö © —
“ w O
; T3 -O rr I CO QO Q
¦O TJ c .Q
'0 S « “
~ © AC 05
© c c -© 0 o 'O 2 0 0 0 c o
> m o >
© O) o £
05 (TJ -O
AC SI W O
fïv "O O) T5
*2 :=• c 0
> CQ 'O CQ
0 t
-
O)g
¦i ï.
0 w
£ o
'5 OQ
-
=c ; 0 c 0
C 73 u . 0 :=* 'O CL CQ CO .
Ontvangsten 520 0 520 0 520 0 0 0 0
7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid Subsidies
Werkgeversbeleid
Dit betreft een technische herschikking van € 0,7 mln. binnen het instrument van Werkgeverbeleid naar Diverse subsidies.
Diverse subsidies
Dit betreft voornamelijk een technische herschikking van € 0,7 mln. binnen het instrument van Werkgeversbeleid naar Diverse subsidies. Daarnaast wordt via de eindejaarsmarge 2018 € 0,2 mln. toegevoegd aan het budget ten behoeve van een overlopende post met betrekking tot de subsidie aan het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP).
Bedrijfsvoeringsbeleid
Vanuit de eindejaarsmarge 2018 wordt circa € 2,5 mln. toegevoegd aan het budget vanwege overlopende posten op het gebied van rijksbrede bedrijfsvoering, rijksinkoop en rijkshuisvesting. Daarnaast worden er vanuit opdrachten middelen herschikt naar bijdragen aan agentschappen voor diverse uitgaven op het gebied van inkoop (€ 0,5 mln.).
Werkgeversbeleid
Vanuit opdrachten vindt er een herschikking plaats naar bijdragen aan ZBO's/RWT's ten behoeve van de bijdrage aan ICTU voor onder andere het programma InternetSpiegel en het programma Vensters (€ 1,5 mln.). Ook wordt er € 0,8 mln. gerealloceerd naar bijdrage aan agentschappen voor de bijdrage aan EC O&P (onderdeel van UBR) ten behoeve van advisering, onderzoek en uitvoeringskosten (€ 0,8 mln.). Daarnaast wordt er via de eindejaarsmarge 2018 € 0,5 mln. toegevoegd aan het budget ten behoeve van overlopende posten, waaronder uitgaven met betrekking tot de implementatie van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren.
Bijdragen aan Agentschappen
Werkgeversbeleid
Er wordt circa € 0,8 mln. gerealloceerd vanuit opdrachten naar bijdragen aan agentschappen voor de bijdrage aan EC O&P (onderdeel van UBR) ten behoeve van advisering, onderzoek en uitvoeringskosten.
Bedrijfsvoeringsbeleid
Vanuit de klimaatenvelop uit het regeerakkoord is € 1,1 mln. beschikbaar gesteld voor het benutten van de inkoopkracht van de overheid voor het versnellen van duurzame transities, het inschakelen van kwetsbare groepen en om innovatief in te kopen. Daarnaast worden er vanuit opdrachten middelen herschikt naar bijdragen aan agentschappen ten behoeve van diverse uitgaven op het gebied van inkoop (€ 0,5 mln.).
UBR (Arbeidsmarkt Communicatie)
Het betreft de verschillende bijdragen van diverse departementen voor het aantrekken en behouden van ICT-professionals bij de rijksoverheid (€ 2,5 mln.).
Werkgeversbeleid
Er vinden herschikkingen plaats van opdrachten naar bijdragen aan ZBO's/RWT's om middelen op het juiste instrument te verantwoorden. Het betreft met name een herschikking ten behoeve van de bijdrage aan ICTU voor onder andere het programma InternetSpiegel en het programma Vensters (€ 1,5 mln.).
CO CO 00 00 CM CM
00 00 CO CO
0 o
\P CM 03 O
03 03 03 «“ C
C/3 O
S g S’
¦i = ¦“
^ w>
03 «3
> .2 ¦
03 03
E E
03 03 00 00 co co
00 00 CO CO CM CM
w O) a; co cq r^ Tt cd cd id LO T— ^
00
a>
h-
t-r^h-oo't^- cm r-- co co co co cm CM co
V Si
¦u
V
o
s>
<¦>
M
(Ü
>
M
S)
c
'Z
V
o
>
<¦>
8)
®
Ë
!*:=. o ; ! in <-> i
55.
CO 03 > O CC X
>
cc
ë-
I
9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting Bijdragen aan agentschappen
RVB (Bijdrage voor Hoge Colleges van Staat)
Er worden middelen toegevoegd voor kosten aanvullend op de normale bedrijfsvoeringskosten voor de gebruikers van het Binnenhof. Destijds is € 12,5 mln. beschikbaar gesteld en apart gezet ten behoeve van deze zogeheten niet-huisvestingskosten, zonder dat er zicht was op wat de gebruikers nodig hebben. Circa de helft van het destijds beschikbaar gestelde bedrag is gereserveerd voor de terugverhuizing in 2025.
Ten slotte loopt de afschrijvingsperiode van de vervangingsinvesteringen voor het pand Bezuidenhoutseweg 67 verder dan de huidige ramingspe-riode. Daarom wordt budget uit 2019 (€ 1,8 mln.) en 2020 (€ 3,5 mln.) pas in 2021-2024 ingezet.
o o o o
Ifl N M O
o o
CO CO LO
N O O O 00 ^ ^ o
t- CM CM
i CM CM o
r** oa
oo co oa lo
-
O)(N O t-LO 00 LO CO
LO CM Is*. ^
Is*. oa
oo co oa lo
-
O)(N O t-
lO 00 LO CO
LO CM
r*. ^ r*. oa
«- »- CM OA CN CO CO <
CO CO CO CM
*— O CO
o ^ <- r*. oa
¦*t r*- co
CM O CM CM
0 0 Ö)
«“ .± C
C/3 O
5
ra a.
5 §¦¦“
s '-s °
TO </>
> .2 ¦
¦*t CT> CO CO
o> Is» «- r^-
CT3 -O- O CO
¦o1 lo od
Is*. CM o CM
CT) O ^ ^
co cm co oa
r (O N
T- LO LO <— CT3 r~-
o «- CO
Is* CM O) CM
CT) O ^ ^
co cq a> oa CT) ^ o’
r LO O <— co r~-o *- co
I
¦5
¦S
-a
i!i
c
Q>
Q
<u
<u
<u
a
a
<u
"<5
+*
c
V
O
O
¦*
'€
0 a)
> Q-O) 0
*s a>.
' 0
-
:.g>
-
!I
-
:O
_0
:0
?|.H §
J BA y. o
(ZmCCCC — CCCC
0 c 0 0 0 .2: 0000
-
Q.^ (Ü ® CO ni +; CO 00 Qi Q. m 0 00-i200 0 0 4=
<tï5ï52S5S5
waarvan: Eigen personeel
De mutaties betreffen voornamelijk de uitgaven voor eigen personeel van Doc-Direkt (€ 8,8 mln.), die samenhangen met de inkomsten gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat). Daarnaast betreft het personele uitgaven (€ 5,7 mln.) voor de uitvoering van de Dienstverleningsafspraken tussen de baten-lastenagentschappen. Ook daar staan inkomsten tegenover. Verder wordt binnen het instrument circa € 2 mln. technisch herschikt naar inhuur externen. Tot slot wordt er € 2,5 mln. overgeheveld naar de begroting van Koninkrijkrelaties (IV) ten behoeve van de informatiebeveiliging bij de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).
waarvan: Inhuur externen
De mutaties betreffen de uitgaven voor inhuur externen van Doc-Direkt (€ 0,6 mln.), die samenhangen met de inkomsten gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat). Daarnaast wordt voor de ontwikkeling van fase-1 van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) € 4 mln. toegevoegd aan het budget. Tot slot wordt binnen het instrument circa € 2 mln. technisch herschikt vanuit eigen personeel.
Materiële uitgaven waarvan: Bijdrage SSO's
De mutaties op materiële uitgaven betreffen onder andere de uitgaven voor bijdragen aan SSO's van Doc-Direkt (€ 12,9 mln.), die samenhangen met de inkomsten gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat). Daarnaast betreft het de uitgaven voor uitvoering van de Dienstverleningsafspraken tussen de baten-lastenagentschappen, waar eveneens inkomsten tegenover staan (€ 9,3 mln.). Tot slot wordt binnen het instrument circa € 3,6 mln. herschikt vanuit overige materiële uitgaven. waarvan: ICT
Dit betreft de uitgaven voor ICT van Doc-Direkt (€ 3 mln.), die samenhangen met de inkomsten gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat).
waarvan: Overige materiële uitgaven
Dit betreft onder andere de overige materiële uitgaven van Doc-Direkt (€ 2,2 mln.), die samenhangen met de inkomsten gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat). Daarnaast wordt binnen het instrument circa € 3,6 mln. herschikt naar bijdrage SSO's.
Ontvangsten
Dit betreft voornamelijk de inkomsten die Doc-Direkt gedurende het jaar heeft van overige departementen en derden (notariaat). Deze inkomsten zijn ter dekking van de personele en materiële uitgaven (€ 27,5 mln.).
Daarnaast betreft het onder andere ontvangsten van de Dienstverlenings-afspraken voor de standaard dienstverlening aan de baten-lastenagentschappen (€ 15 mln.).
o o o o o o>
CM CM CM
CM CM CM LO LO LO CO CO CO
r*. r*. r^-
LO LO LO
co co co
(OMOOOCMOO't^f to r (D 1D t- r- C3 CO CO CM Is. CD O) O LD ^
® ® ö)
«- c
C/3 O
S £ S’
¦i =
^ w>
CO C/3
> .2 ¦
CD CD
E E
O CD
CO Mo s s r*^ cm cm
CO 't M' O CM CO O LO 't 03 LO «- «- 03 LO 'd- CO O) CO LO
ooooooooo
Algemeen (bedragen x € 1.000)
C/3
.E o CD O Q. ö> 5, CD A 2 A) § jS ;0 -Q Co— n'
CD V)
©
03
2 w
— 3 - o •- r: :=* t/o :=* c .E $
<(/3Ü^OQ£CüWCü?^“
E 2
'c 73
ö)
03
SSC-ICT (Eigenaarsbijdrage)
Het tekort op het eigen vermogen van SSC-ICT wordt conform de Regeling agentschappen aangevuld tot nul, dit betreft een aanvulling van € 22,4 mln. Hiervoor worden onder andere de ontvangsten gebruikt die zijn ontstaan uit de afroming van het surplus eigen vermogen van FMH (€ 3,6 mln.) en RVB (€ 9,5 mln.). Daarnaast is er € 9,3 mln. uit de eindejaarsmarge 2018 ingezet.
Ontvangsten
De ontvangsten zijn ontstaan uit de afroming van het surplus eigen vermogen van FMH (€ 3,6 mln.) en RVB (€ 9,5 mln.). Deze ontvangsten worden ingezet voor de dekking van het tekort op het eigen vermogen van SSC-ICT.
Artikel 13 Nog onverdeeld
Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
Mutatie 2023 |
24.541 24.541 16.771 7.770 0 |
Mutatie 2022 |
24.705 24.705 16.899 7.806 0 |
Mutatie 2021 |
26.296 26.296 17.941 8.355 0 |
Mutatie 2020 |
27.671 27.671 18.533 9.138 0 |
Stand 1e suppletoire begroting |
29.851 29.851 19.568 8.783 1.500 |
Mutaties 1e suppletoire begroting |
29.851 29.851 19.568 8.783 1.500 |
Vastgestelde begroting 2019 |
o o o o o |
Mutaties via NvW, moties en amendementen |
o o o o o |
Ontwerp begroting 2019 |
o o o o o |
Verplichtingen: Uitgaven: Loonbijstelling Prijsbijstelling Onvoorzien |
|
5 r «N <*> |
|
£2 £2 £2 |
Dit betreft de loonbijstelling voor het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (€ 19,6 mln.).
Dit betreft de prijsbijstelling voor het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (€ 8,8 mln.).
De totale eindejaarsmarge over 2018 is € 54,5 mln. Daarvan is € 53 mln. ingezet ter dekking van diverse uitgaven elders binnen de (Rijks)be-groting. De resterende € 1,5 mln. zal worden ingezet voor een bijdrage aan gemeente Zundert ten behoeve van de aanpak van Fort Oranje (via het gemeentefonds). Dit zal op een volgend begrotingsmoment worden geëffectueerd.
Baten-lastenagentschap RvIG Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
(1) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
|
Omschrijving |
Vastgestelde |
Mutaties |
Totaal geraamd |
begroting |
1esuppletoire |
||
begroting |
Baten
Omzet moederdepartement |
35.944 |
6.764 |
42.708 |
Omzet overige departementen |
0 |
0 |
|
Omzet derden |
32.603 |
32.603 |
|
Rentebaten |
0 |
0 |
|
Vrijval voorzieningen |
20.407 |
20.407 |
|
Bijzondere baten |
4.737 |
|
0 |
Totaal baten |
93.691 |
2.027 |
95.718 |
Lasten |
|||
Apparaatskosten |
91.148 |
6.764 |
97.912 |
|
16.788 |
3.567 |
20.355 |
|
13.859 |
3.567 |
17.426 |
|
2.929 |
2.929 |
|
|
0 |
0 |
|
Materiële kosten |
74.360 |
3.197 |
77.557 |
|
1.250 |
1.250 |
|
|
165 |
165 |
|
|
72.945 |
3.197 |
76.142 |
Rentelasten |
0 |
0 |
|
Afschrijvingskosten |
1.350 |
0 |
1.350 |
|
1.350 |
0 |
1.350 |
|
1.350 |
1.350 |
|
|
0 |
0 |
|
vingskosten |
|||
|
0 |
0 |
|
Overige lasten |
1.193 |
0 |
1.193 |
|
1.193 |
1.193 |
|
|
0 |
0 |
|
Totaal lasten |
93.691 |
6.764 |
100.455 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
|
|
Verwerkingswijze inzet Schuld aan gebruikers BRP Conform Besluit Basisregistratie Personen (BRP) artikel 13 lid 3 worden positieve exploitatieresultaten bij het reguliere beheer van de BRP verrekend met de gebruikers van de BRP door de tarieven in volgende jaren zoveel mogelijk te stabiliseren en eventuele tekorten op de begroting aan te vullen vanuit de balanspost «Schuld aan gebruikers BRP». In de ontwerpbegroting is deze verrekening opgenomen als bijzondere baten. Volgens de verslaggevingsregels kwalificeert een dergelijke verrekening echter niet als bijzondere baten. Om te voldoen aan geldende verslaggevingsregels is besloten geen bijzondere baten te presenteren, maar een negatief resultaat op de begroting. Het negatieve resultaat wordt vervolgens aangevuld vanuit de Schuld aan gebruikers BRP.
Aanvullende opdrachten RvIG
In de loop van 2018 - maar na het opstellen van de ontwerpbegroting 2019 - zijn de opdrachten «Transitie en continuïteit van LAA» en «elDAS» aan RvIG verstrekt ad € 3.734.700 respectievelijk € 3.029.300. Bij het opstellen van de ontwerpbegroting 2019 was de aard en omvang van deze opdrachten nog onvoldoende bekend om opname in de begroting te rechtvaardigen.
Transitie en continuïteit van Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA)
In 2018 is besloten om de werkzaamheden rondom de LAA over te hevelen van ICTU naar RvIG. Deze werkzaamheden resulteren voor RvIG in aanvullende ambtelijke loonkosten (€ 2,7 mln.) en kosten voor (ICT-)ondersteuning van het in te zetten personeel (€ 1,0 mln.). De verwachting is dat volledige personele bezetting en transitie ultimo 2020 zal zijn gerealiseerd. Bij het opstellen van de ontwerpbegroting 2019 was de aard en omvang van deze werkzaamheden nog onvoldoende zeker.
Opdracht Electronic Identities And Trust Services (eIDAS) (BRPk)
In 2018 is de voorziening BRPk omtrent uitvoering van de eIDAS-verordening opgeleverd en per 28 september 2018 in gebruik genomen. Het beheer van deze voorziening is belegd bij RvIG. De kosten voor deze beheeropdracht zijn voor 2019 begroot op € 3.029.300, bestaande uit loonkosten voor ambtelijk personeel (€ 0,8 mln.) en kosten voor het beheer en exploitatie van de ICT-voorziening (€ 2,2 mln.). Bij het opstellen van de ontwerpbegroting 2019 was de aard en omvang van deze werkzaamheden nog onvoldoende zeker.
(i) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
||
Vastge- |
Mutaties |
Stand |
||
stelde |
1esupple- |
1esupple- |
||
begroting |
toire |
toire |
||
begroting |
begroting |
|||
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2019 Totaal ontvangsten operationele |
139.446 |
139.446 |
|
kasstroom (+) Totaal uitgaven operationele kasstroom |
68.547 |
2.027 |
70.574 |
|
(-/-) |
|
|
|
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
|
|
|
Totaal investeringen (-/-) |
|
|
||
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
||
3. |
Totaal investeringkasstroom |
|
0 |
|
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
0 |
||
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) |
0 |
0 |
||
Aflossingen op leningen (-/-) |
|
2.000 |
0 |
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
2.000 |
|
0 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
0 |
0 |
0 |
5. |
Rekening-courant RHB 31 december 2019 (=1+2+3+4) |
114.845 |
|
110.108 |
Leenfaciliteit
Vanwege de verlenging van de geldigheidsduur van paspoorten en identiteitskaarten (reisdocumenten) voor volwassenen heeft RvIG een egalisatiereserve (langlopend vreemd vermogen) gevormd. Deze egalisatiereserve wordt in de periode 2019-2023 volledig aangewend. Zodoende kan deze reserve deels worden ingezet om kortlopende investeringen (die voor 2023 volledig zijn afgeschreven) te financieren waardoor RvIG geen aanspraak hoeft te maken op de leenfaciliteit voor 2019.
Uitvoeringorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)
Baten-lastenagentschap UBR Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
(1) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
|
Omschrijving |
Vastgestelde begroting |
Mutaties 1e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
Baten |
|||
Omzet moederdepartement |
70.235 |
1.222 |
71.457 |
Omzet overige departementen |
154.556 |
15.731 |
170.287 |
Omzet derden |
10.495 |
|
7.044 |
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
Totaal baten |
235.286 |
13.502 |
248.788 |
Lasten |
|||
Apparaatskosten |
233.320 |
13.931 |
247.251 |
|
152.598 |
6.834 |
159.432 |
|
132.593 |
2.741 |
135.334 |
|
13.756 |
2.843 |
16.599 |
o) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
|
Omschrijving |
Vastgestelde begroting |
Mutaties 1e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
|
6.249 |
1.250 |
7.499 |
Materiële kosten |
80.722 |
7.096 |
87.818 |
|
2.815 |
622 |
3.437 |
|
15.931 |
1.487 |
17.418 |
|
61.976 |
4.987 |
66.963 |
Rentelasten |
2 |
0 |
2 |
Afschrijvingskosten |
1.964 |
|
1.536 |
|
797 |
|
307 |
|
17 |
50 |
67 |
|
0 |
|
|
|
1.167 |
62 |
1.229 |
Overige lasten |
0 |
0 |
0 |
|
0 |
0 |
0 |
|
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
235.286 |
13.502 |
248.788 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
0 |
0 |
De verwachte toename en mutaties van de omzet is met name een gevolg van een groeiende vraag naar de producten en diensten van UBR:
-
-bij UBR|Ontwikkelbedrijf stijgt de verwachte omzet als gevolg van de uitrol van het ict-traineeship (€ 3 mln.);
-
-bij UBRIPersoneel i.o. door indexatie op de budgetgefinancierde dienstverlening en door een verwachte verschuiving tussen omzet derden en overige departementen (netto-effect op omzet van € 3 mln.);
-
-Bij UBRIRijksbeveiligingsorganisatie (RBO) als gevolg van uitbreiding van het leveringsgebied (€ 7 mln.).
Tegenover de verwachte omzetstijging staat een toename van personeels-gerelateerde kosten. Voor UBRIRBO geldt dat een deel van de dienstverlening door middel van uitbesteding op de beveiligingsmarkt plaatsvindt.
Suppletoire begroting 2019 (eerste suppletoire begroting), Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap UBR (Bedragen x € 1.000)
(i) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
||
Vastgestelde |
Mutaties 1e |
Stand 1e |
||
begroting |
suppletoire |
suppletoire |
||
begroting |
begroting |
|||
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2019 Totaal ontvangsten operationele |
7.404 |
7.404 |
|
kasstroom (+) Totaal uitgaven operationele kasstroom |
235.286 |
19.445 |
254.731 |
|
(-/-) |
|
|
|
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
1.964 |
|
1.957 |
Totaal investeringen (-/-) |
|
|
||
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
||
3. |
Totaal investeringkasstroom |
|
0 |
|
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
0 |
(1) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
|
Vastgestelde |
Mutaties 1e |
Stand 1e |
|
begroting |
suppletoire begroting |
suppletoire begroting |
|
Eenmalige storting door het moederde- |
|||
partement (+) |
0 |
0 |
|
Aflossingen op leningen (-/-) |
|
|
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
1.000 |
1.000 |
|
|
273 |
0 |
273 |
(=1+2+3+4) |
8.641 |
|
8.634 |
De toename van gevraagde dienstverlening leidt tot een verhoging in de operationele kasstroom.
Baten-lastenagentschap FMH Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
(i) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
|
Omschrijving |
Vastgestelde |
Mutaties |
Totaal geraamd |
begroting |
1esuppletoire |
||
begroting |
|||
Baten |
|||
Omzet moederdepartement |
83.111 |
7.176 |
90.287 |
Omzet overige departementen |
36.208 |
418 |
36.626 |
Omzet derden |
3.119 |
|
2.849 |
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
Totaal baten |
122.438 |
7.324 |
129.762 |
Lasten |
|||
Apparaatskosten |
115.336 |
7.872 |
123.208 |
|
39.263 |
3.322 |
42.585 |
|
35.466 |
1.941 |
37.407 |
|
3.796 |
1.381 |
5.178 |
|
0 |
0 |
0 |
Materiële kosten |
76.073 |
4.550 |
80.623 |
|
61 |
|
60 |
|
47.383 |
1.350 |
48.733 |
|
28.629 |
3.201 |
31.830 |
Rentelasten |
341 |
|
254 |
Afschrijvingskosten |
6.761 |
|
6.300 |
|
6.761 |
|
6.300 |
|
0 |
0 |
0 |
|
0 |
0 |
0 |
vingskosten |
|||
|
0 |
0 |
0 |
Overige lasten |
0 |
0 |
0 |
|
0 |
0 |
0 |
|
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
122.438 |
7.324 |
129.762 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
0 |
0 |
De hogere omzet is het gevolg van meer afname van zowel de generieke als specifieke dienstverlening. De toename van de generieke dienstverlening is enerzijds het gevolg van de vorming van het huidige kabinet. Het gaat daarbij met name om extra afname van vervoer en werkplekken. Anderzijds heeft het betrekking op nieuwe dienstverlening die FMH levert zoals kunstadvies.
De hogere omzet bij specifieke dienstverlening heeft betrekking op het uitvoeren van projecten als gevolg van wijzigingen in het Masterplan Den Haag en meer verzoeken tot wijziging (VtW's) dan aanvankelijk ingeschat.
Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting), Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap FMH (Bedragen x € 1.000)
(1) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
||
Vastgestelde begroting |
Mutaties 1esupple- toire begroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
||
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2019 Totaal ontvangsten operationele kas- |
16.973 |
|
12.598 |
stroom (+) Totaal uitgaven operationele kasstroom |
122.438 |
7.324 |
129.762 |
|
(-/-) |
|
|
|
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
6.761 |
461 |
7.222 |
Totaal investeringen (-/-) |
|
|
|
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringkasstroom Eenmalige uitkering aan moederdeparte- |
|
|
|
ment (-/-) Eenmalige storting door het moederdepar- |
0 |
|
|
|
tement (+) |
0 |
0 |
0 |
|
Aflossingen op leningen (-/-) |
|
2.094 |
|
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
9.100 |
1.623 |
10.723 |
|
4. 5. |
Totaal financieringskasstroom Rekening-courant RHB 31 december 2019 |
2.138 |
99 |
2.237 |
(=1+2+3+4) |
16.772 |
|
11.334 |
Investeringen
De toename in investeringen wordt veroorzaakt door investeringen in audiovisuele middelen en meubilair.
Uitkering aan moederdepartement
Overeenkomstig artikel 25, tweede lid van de Regeling Agentschappen wordt het surplus eigen vermogen (€ 3,6 mln.) aan de eigenaar (Moederdepartement) uitgekeerd.
Shared Service Centrum (SSC ICT)
o) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
|
Omschrijving |
Vastgestelde begroting |
Mutaties 1esuppletoire begroting |
Totaal geraamd |
Baten |
|||
Omzet moederdepartement |
69.896 |
|
67.413 |
Omzet overige departementen |
248.510 |
|
207.787 |
Omzet derden |
385 |
|
0 |
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
Totaal baten |
318.791 |
|
275.200 |
Lasten |
|||
Apparaatskosten |
248.826 |
|
209.150 |
|
139.353 |
|
114.800 |
|
90.872 |
|
80.200 |
|
42.826 |
|
29.000 |
|
5.655 |
|
5.600 |
Materiële kosten |
109.473 |
|
94.350 |
|
93.250 |
|
75.550 |
|
14.223 |
1.877 |
16.100 |
|
2.000 |
700 |
2.700 |
Rentelasten |
250 |
|
0 |
Afschrijvingskosten |
69.715 |
|
56.450 |
|
62.022 |
|
47.300 |
|
62.022 0 |
0 |
47.300 0 |
|
7.692 |
1.457 |
9.149 |
Overige lasten |
0 |
9.600 |
9.600 |
|
0 |
2.000 |
2.000 |
|
0 |
7.600 |
7.600 |
Totaal lasten |
318.791 |
|
275.200 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
0 |
0 |
Begin 2019 is een herijkt financieel jaarplan opgesteld. Dit jaarplan is het resultaat van een uitgevoerde analyse van de tekorten die de afgelopen jaren alsmede van een extern onderzoek. Zo is, onder andere, de omzetinschatting van de standaard- als de maatwerkdienstverlening, op basis van de laatste prognoses, neerwaarts bijgesteld hetgeen aan de lastenkant heeft geleid tot een aanpassing van de personele en materiële lasten.
Dit financieel jaarplan is afgestemd met de leden van het Bestuurlijk Overleg SSC-ICT en vormt de basis voor de nu gepresenteerde mutaties en de verwachte omzetraming.
Voor de overige lasten zijn kosten voorzien die één op één worden doorbelast naar afnemers voor maatwerkprojecten. Tevens zijn hier kosten opgenomen welke zijn geraamd voor de verbetermaatregelen die naar aanleiding van het externe onderzoek worden uitgevoerd.
(1) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
||
Vastge stelde begroting |
Mutaties 1esupple- toire begroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
||
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2019 |
17.000 |
17.000 |
|
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) |
318.791 |
|
275.200 |
|
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) |
|
7.891 |
|
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
69.715 |
|
34.015 |
Totaal investeringen (-/-) |
|
|
|
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringkasstroom Eenmalige uitkering aan moederdepartement |
|
|
|
(-/-) Eenmalige storting door het moederdeparte- |
0 |
0 |
0 |
|
ment (+) |
0 |
22.435 |
22.435 |
|
Aflossingen op leningen (-/-) |
|
13.265 |
|
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
47.118 |
21.980 |
69.098 |
|
4. 5. |
Totaal financieringskasstroom Rekening-courant RHB 31 december 2019 |
|
57.680 |
35.083 |
(=1+2+3+4) |
17.000 |
0 |
17.000 |
Overeenkomstig artikel 25, tweede lid van de Regeling Agentschappen draagt de eigenaar (moederdepartement) zorg voor het aanvullen van het tekort over 2018 (€ 22,4 mln.).
Het bedrag aan investeringen voor 2019 is met € 21,9 mln. neerwaarts bijgesteld. Als grondslag hiervoor gelden de met de afnemers afgestemde vervangings- en uitbreidingsinvesteringen in het kader van Life Cycle Management.
Baten-lastenagentschap RVB Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
(1) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
|
Omschrijving |
Vastge- |
Mutaties |
Totaal |
stelde begroting |
1esupple- toire begroting |
geraamd |
|
Baten |
|||
Omzet moederdepartement |
148.757 |
148.757 |
|
Omzet overige departementen |
856.165 |
20.000 |
876.165 |
Omzet derden |
129.668 |
129.668 |
|
Rentebaten |
500 |
500 |
|
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
|
Bijzondere baten |
50.085 |
10.000 |
60.085 |
Totaal baten |
1.185.175 |
30.000 |
1.215.175 |
Lasten |
|||
Apparaatskosten |
251.706 |
15.000 |
266.706 |
|
191.029 |
10.000 |
201.029 |
|
172.279 |
10.000 |
182.279 |
|
18.750 |
18.750 |
|
|
0 |
0 |
|
Materiële kosten |
60.677 |
5.000 |
65.677 |
|
31.400 |
5.000 |
36.400 |
|
0 |
0 |
|
|
29.277 |
29.277 |
|
Rentelasten |
89.713 |
89.713 |
(i) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
|
Omschrijving |
Vastge- |
Mutaties |
Totaal |
stelde |
1esupple- |
geraamd |
|
begroting |
toire |
||
begroting |
|||
Afschrijvingskosten |
350.583 |
0 |
350.583 |
|
350.583 |
0 |
350.583 |
|
0 |
0 |
|
|
0 |
0 |
|
|
0 |
0 |
|
Overige lasten |
493.173 |
15.000 |
508.173 |
|
4.000 |
4.000 |
|
|
489.173 |
15.000 |
504.173 |
Totaal lasten |
1.185.175 |
30.000 |
1.215.175 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
0 |
0 |
De gestegen baten uit omzet overige departementen en de bijzondere baten hangen met name samen met meer voorziene inzet dan begroot op direct afrekenbare producten en met activeerbare uren voor projecten onderhanden werk.
De apparaatskosten stijgen als gevolg van meer voorziene omzet en door gestegen loon- (o.a. CAO) en materiële kosten. De stijging bijzondere lasten vloeit onder andere voort uit hogere kosten voor direct afrekenbare producten.
Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting), Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap RVB (Bedragen x € 1.000)
(i) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
||
Vastgestelde |
Mutaties |
Stand 1e |
||
begroting |
1esupple- |
suppletoire |
||
toire |
begroting |
|||
begroting |
||||
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2019 Totaal ontvangsten operationele |
454.661 |
|
392.041 |
kasstroom (+) Totaal uitgaven operationele kasstroom |
1.812.028 |
30.000 |
1.842.028 |
|
(-/-) |
|
|
|
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
289.727 |
0 |
289.727 |
Totaal investeringen (-/-) |
|
|
|
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
36.000 |
36.000 |
||
3. |
Totaal investeringkasstroom |
|
|
|
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
|
|
|
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) |
0 |
0 |
||
Aflossingen op leningen (-/-) |
|
|
||
Beroep op leenfaciliteit (+) |
665.000 |
72.000 |
737.000 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
297.895 |
62.513 |
360.408 |
5. |
Rekening-courant RHB 31 december 2019 (=1+2+3+4) |
413.283 |
|
341.176 |
De beginstand rekening courant bij Rijkshoofdboekhouding (RHB) is aangepast naar de stand van 31 december 2018, zoals deze voortvloeit uit de jaarrekening 2018. De operationele kasstromen wijzigen door hogere kosten die tevens uitgaven zijn. Overeenkomstig artikel 25, tweede lid van de Regeling Agentschappen wordt het surplus eigen vermogen (€ 9,5 mln.) aan de eigenaar (Moederdepartement) uitgekeerd.
Dienst van de Huurcommissie (DHC)
Baten-lastenagentschap DHC Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
(i) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
|
Omschrijving |
Vastgestelde |
Mutaties |
Totaal geraamd |
begroting |
1esuppletoire |
||
begroting |
|||
Baten |
|||
Omzet moederdepartement |
6.776 |
|
5.271 |
Omzet overige departementen |
0 |
0 |
|
Omzet derden |
5.854 |
0 |
5.854 |
Rentebaten |
0 |
0 |
|
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
|
Bijzondere baten |
0 |
0 |
|
Totaal baten |
12.630 |
|
11.125 |
Lasten |
|||
Apparaatskosten |
9.731 |
1.319 |
11.050 |
|
6.449 |
703 |
7.152 |
|
5.259 |
|
4.001 |
|
700 |
1.961 |
2.661 |
|
490 |
0 |
490 |
Materiële kosten |
3.282 |
616 |
3.898 |
|
1.184 |
|
1.161 |
|
0 |
0 |
0 |
|
2.098 |
639 |
2.737 |
Rentelasten |
0 |
0 |
|
Afschrijvingskosten |
75 |
0 |
75 |
|
75 |
0 |
75 |
|
74 |
74 |
|
|
0 |
0 |
|
kosten |
|||
|
0 |
0 |
|
Overige lasten |
2.824 |
721 |
3.545 |
|
0 |
0 |
0 |
|
2.824 |
721 |
3.545 |
Totaal lasten |
12.630 |
2.040 |
14.670 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
|
|
Baten
Omzet moederdepartement
De bijdrage van het moederdepartement in de kosten voor aanpassingen in de bedrijfsvoering (totaal € 3,5 mln.) wordt als een directe vermogens-storting op het eigen vermogen geboekt en niet als omzet gerekend.
Apparaatskosten
Vanaf 1 januari 2019 is de nieuwe organisatie van de Dienst van de Huurcommissie een feit en is de personele reorganisatie afgerond. Als gevolg van de reorganisatie hebben meerdere medewerkers gebruik gemaakt van een stimuleringspremie bij ontslag op eigen verzoek. Daarnaast is een aantal medewerkers vanaf 1 januari 2019 een Van Werk Naar Werk traject ingegaan. Dit verklaart de afname van de kosten voor eigen personeel. De toename van inhuur externen wordt deels verklaard door het opvangen van genoemde uitstroom van vaste medewerkers en deels door extra inhuur van medewerkers om de achterstanden in de werkvoorraad terug te dringen.
Materiële kosten
De toename van de materiële kosten betreft extra kosten voor informatiebeveiliging, de Raad van Advies en de zittingsleden (in verband met wijzigingen in de governance vanaf 1 januari 2019) en communicatie.
Overige lasten
Onder de bijzondere lasten vallen kosten die verband houden met de doorontwikkeling van het nieuwe ICT-systeem, werkzaamheden ter verbetering van de dienstverlening van de Dienst van de Huurcommissie, aanpassing van de website en verhuiskosten.
Naar verwachting bedraagt het exploitatieresultaat € 3,5 mln. negatief. Daar staat een extra eenmalige bijdrage van het moederdepartement tegenover. Deze komt direct ten gunste van het eigen vermogen op de balans. Het surplus aan eigen vermogen per 31 december 2018 (€ 2,4 mln.) vloeit conform regeling agentschappen terug naar het moederdepartement.
Suppletoire begroting 2019 (eerste suppletoire begroting), Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap DHC (Bedragen x € 1.000)
(1) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
||
Vastgestelde |
Mutaties |
Stand 1e |
||
begroting |
1esupple- |
suppletoire |
||
toire |
begroting |
|||
begroting |
||||
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2019 Totaal ontvangsten operationele |
2.590 |
2.590 |
|
kasstroom (+) Totaal uitgaven operationele kasstroom |
12.630 |
|
11.125 |
|
(-/-) |
|
|
|
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
75 |
|
|
Totaal investeringen (-/-) |
0 |
0 |
||
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
||
3. |
Totaal investeringskasstroom |
0 |
0 |
0 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
|
|
|
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) |
0 |
3.545 |
3.545 |
|
Aflossingen op leningen (-/-) |
0 |
0 |
||
Beroep op leenfaciliteit (+) |
0 |
0 |
||
4. |
Totaal financieringskasstroom |
0 |
1.165 |
1.165 |
o) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
|
Vastgestelde begroting |
Mutaties 1esupple- toire begroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
|
(=1+2+3+4) |
2.665 |
|
285 |
De eenmalige uitkering aan het moederdepartement betreft het surplus aan eigen vermogen per ultimo 2018. De eenmalige storting door het moederdepartement betreft de bijdrage voor de kosten genoemd bij de bijzondere lasten.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 210 VII, nr. 2 49
Kamerstukken II 2018-2019 27 926, nr. 311.