PVV-vervolgvragen het bericht dat oud-minister Opstelten het ‘minder Marokkanen-proces heeft beïnvloed’

Met dank overgenomen van Partij voor de Vrijheid (PVV) i, gepubliceerd op donderdag 18 april 2019.

Vragen van het lid Wilders (PVV) aan de minister van Justitie en Veiligheid naar aanleiding van de beantwoording van de schriftelijke vragen van het lid Wilders (PVV) onder documentnummer 2018D57259 over het bericht dat oud-minister Opstelten het ‘minder Marokkanen-proces heeft beïnvloed’ (*)

1.Kan de minister voor 100% uitsluiten dat er op enig moment door de toenmalig minister van Veiligheid en Justitie, de heer Opstelten, een mening is gegeven aan het OM dan wel aan (de voorzitter van) het College van procureurs-generaal over de eventuele vervolging van Geert Wilders? Kunt u dit keer wel specifiek op deze vraag in gaan en apart beantwoorden?

2.Kan de minister voor 100% uitsluiten dat er op enig moment door de toenmalig minister van Veiligheid en Justitie, de heer Opstelten, een persoonlijke opvatting kenbaar is aan het OM dan wel aan (de voorzitter van) het College van procureurs-generaal over de eventuele vervolging van Geert Wilders? Kunt u dit keer wel specifiek op deze vraag in gaan en apart beantwoorden?

3.Kan de minister voor 100% uitsluiten dat er op enig moment door de toenmalig minister van Veiligheid en Justitie, de heer Opstelten, een oordeel is gegeven aan het OM dan wel aan (de voorzitter van) het College van procureurs-generaal over de eventuele vervolging van Geert Wilders? Kunt u dit keer wel specifiek op deze vraag in gaan en apart beantwoorden?

4.Wat verstaat u onder ‘persoonlijke opvatting’ en ‘miscommunicatie’ in het antwoord op vraag 9*? Heeft u aanwijzingen dat dergelijke opvattingen door ambtenaren zijn doorgegeven aan het OM, dan wel dat er ‘miscommunicatie’ over is ontstaan? Kunt u concrete voorbeelden noemen?

5.Welke onderzoeksvraag is gesteld in het kader van de zoekslag in de digitale systemen van het bestuursdepartement en het OM? Wie heeft het onderzoek naar deze documenten uitgevoerd? Aan wie is verslag uitbracht van dit onderzoek? Kunt u de Kamer een afschrift doen toekomen van dit onderzoek en alle documenten die hierbij horen? Zo nee, kunt u het afschrift dan toezenden aan het Hof belast met de behandeling van de zaak Wilders?

6.Met welke (voormalig) ambtenaren van het toenmalig Ministerie van V&J dan wel BZK dan wel een ander departement en/of OM is contact opgenomen ter gelegenheid van de beantwoording van de Kamervragen en waarom?

7.Met welke (voormalig) ambtenaren van het toenmalig Ministerie van V&J, dan wel BZK dan wel een ander departement en/ of het OM is contact opgenomen naar aanleiding van het WOB-verzoek van RTL en waarom?

8.Is het gebruikelijk dat voormalig ambtenaren van het toenmalig ministerie van V&J en het ministerie van BZK rechtsbijstand wordt geboden in het geval ze moeten getuigen in een rechtszaak? Zo ja, wat is de wettelijke basis hiervoor?

9.Is het gebruikelijk dat voormalig ambtenaren en bewindspersonen van het toenmalig Ministerie van V&J een dossier met relevante stukken wordt aangeboden ter voorbereiding? En wat is de wettelijke basis hiervoor?

10.Kunt u aangeven welke kosten er tot nu toe gemaakt zijn door het ministerie van J&V en/of BZK aan de verleende rechtsbijstand voor getuigen in de zaak Wilders?

11.Wat vindt u van het feit dat uw ministerie getuigen in de zaak Wilders actief heeft benaderd met het oog op hun aankomende verhoor?

12.Kunt u uitsluiten dat er op enige manier vanuit het ministerie van J&V dan wel BZK of een ander ministerie regie dan wel sturing heeft plaatsgevonden op de voorbereiding van de getuigenverhoren in de zaak Wilders?

13.Kunt u toelichten hoe uw ambtsvoorganger, de heer Opstelten en de toenmalig voorzitter van het College van procureurs-generaal het periodieke overleg voorbereidden? Middels welke documenten gebeurde dit, welke functionarissen waren betrokken bij dit overleg en wie werden er over de uitkomsten van dit overleg geïnformeerd?

14.Is het voorgekomen dat deze gevoelige zaak van de heer Wilders in het periodiek overleg met de voorzitter van het College procureurs-generaal met iemand anders van de zijde van het voormalig Ministerie van V&J is besproken dan de (toenmalig) minister, SG of DG? Zo ja, met wie?

15.Welke personen waren er aanwezig bij het periodiek overleg van 2 april 2014 waar de korte aantekening werd gemaakt die is opgedoken ‘Wilders -procedure besproken - 1000 aangiften’ waaraan u refereerde in de beantwoording van vraag 3*?

16.Komt het voor dat er tijdens het periodiek overleg sprake is van een gedachtewisseling i.p.v. alleen informatievoorziening?

17.Wat is er exact besproken tijdens het periodiek overleg op 2 april 2014? Welke aspecten van de ‘procedure’ zijn besproken? Is het aangifteproces aan de orde geweest? Was het aan de (toenmalig) minister om te kijken of dit aangifteproces goed liep?

18.Hoe kan het dat er tijdens het bovengenoemd periodiek overleg op 2 april 2014, blijkens de korte aantekening, is gesproken van 1000 aangiften terwijl het OM een dag later, op 3 april 2014, met een persbericht bekend maakte dat de politie-eenheid Den Haag die de aangiftestroom uit het hele land coördineerde, tot en met woensdag 2 april 2014 ruim 5000 aangiften tegen Geert Wilders had verwerkt? Is de toenmalig minister indertijd verkeerd ingelicht door de toenmalig voorzitter van het College van procureurs-generaal?

19.Zijn er nog andere periodieke overleggen geweest waarop deze kwestie, in welke vorm dan ook, is besproken? Zo ja wanneer, wat is er besproken en wie waren er aanwezig?

20.Klopt het dat er in de begeleidende nota bij het ambtsbericht van 10 september 2014 een (korte) samenvatting staat van het bijbehorende ambtsbericht?

21.Klopt het dat er in deze nota een ambtelijk advies staat over hoe om te gaan met het ambtsbericht?

22.Klopt het dat de betreffende nota positief oordeelde over het ambtsbericht van het OM?

23.Klopt het dat er in de betreffende nota melding wordt gemaakt van het aantal aangiften en klachten?

24.Klopt het dat de nota een advies geeft om wel of niet met de toenmalig minister van V&J nader over het ambtsbericht te spreken?

25.Klopt het dat de nota bij het ambtsbericht van 10 september 2014 is opgesteld door ambtenaren vallend onder het Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving?

Zo nee, door wie dan wel? Zo ja, hoe verhoudt dat zich dan tot uw antwoord op vraag 18 van de Kamervragen waarin u stelt dat ‘uit de onder vraag 3 beschreven onderzoeken is mij niet gebleken van dergelijke notities’?*

26.Heeft de toenmalig minister van V&J, formeel dan wel informeel, overleg gevoerd met zijn ambtenaren of anderen over het ambtsbericht van 10 september 2014 met bijbehorende nota na ontvangst van deze stukken? Zo ja, wanneer, waarom en met wie?

27.Bent u bereid om de begeleidende nota van 3,5 pagina bij het ambtsbericht van 10 september 2014 in afschrift bij de beantwoording van deze Kamervragen toevoegen? Zo nee, kunt u deze nota dan aan het Hof belast met behandeling van deze zaak zenden? Zo nee, waarom niet?

28.Behelst het ambtsbericht van 10 september 2014 de vervolgingsbeslissing of een voornemen tot vervolging? In geval het een voornemen betreft, waar hing dat voornemen van af?

29.Bedoelde u met ‘interne correspondentie’ in antwoord op vraag drie van de Kamervragen de begeleidende nota die door ambtenaren werd opgesteld bij het ambtsbericht?

30.Wat is de status van een dergelijke nota? Hoe wordt deze geclassificeerd in termen van geheim / vertrouwelijk etc? En wat is de wettelijke basis hiervoor?

31.Hoeveel ambtsberichten zijn er door het OM uitgebracht aan de toenmalig minister van V&J over (welke aspect dan ook) van de onderhavige kwestie Wilders?

32.Hoeveel begeleidende nota’s bij deze ambtsberichten zijn er opgesteld door ambtenaren (van welk departement dan ook) over deze kwestie Wilders?

  • 33. 
    Kunt u daarnaast per nota aangeven uit hoeveel pagina’s deze bestaat?

34.Wie hebben er momenteel inzage in de begeleidende nota’s bij de ambtsberichten die over, welke aspect dan ook, van de onderhavige zaak Wilders aan de toenmalig minister van V&J zijn verzonden?

35.Mogen getuigen vrijelijk verklaren uit een dergelijke ambtelijke nota bij een ambtsbericht? Zo nee, waarom niet?

36.Bent u bereid om alle ambtsberichten / begeleidende nota’s / memo’s / interne correspondentie / notities over onderhavige kwestie Wilders als bijlage voegen bij de beantwoording van deze Kamervragen? Zo nee, bent u dan bereid om ze aan het Hof belast met de behandeling van deze zaak te zenden? Zo nee, waarom niet?

37.Is er tijdens of en marge van de ministerraad van 21 maart 2014, twee dagen na de uitspraken van de heer Wilders, formeel dan wel informeel gesproken over deze uitspraken? Zo ja, wat is er besproken?

38.Toenmalig vicepremier Asscher sprak zich negatief uit over de uitspraken van de heer Wilders tijdens de persconferentie na afloop van deze ministerraad waar hij -naar eigen zeggen- namens het voltallige kabinet sprak. Heeft hij indertijd daadwerkelijk namens het voltallige kabinet gesproken? Zo ja, met wie en wanneer is dit kabinetsstandpunt besproken, formeel dan wel informeel? Is dit ook vastgelegd?

39.Is de onderhavige kwestie, formeel dan wel informeel, op een ander moment aan de orde geweest tijdens of en marge van een ministerraad?

40.Is er ooit een zogenaamde ‘blauwe brief’ verzonden over onderhavige kwestie Wilders?

Zo ja, door welke bewindspersoon, wie was de ontvanger, wanneer en waarover ging deze ‘blauwe brief’?

41.Heeft u op enig moment, met wie dan ook, formeel dan wel informeel overleg gehad over de zaak Pechtold (uitspraak over Russen)? Zo ja, met wie, wanneer en wat was de strekking van dat overleg?

42.Is de kwestie Pechtold, formeel dan wel informeel, aan de orde gekomen tijdens een periodiek overleg tussen de minister en de voorzitter van het College van procureurs-generaal? Zo ja, wanneer en wat is er besproken?

43.Is de kwestie Pechtold aan de orde gekomen op het bewindspersonenoverleg van het CDA, formeel dan wel informeel?

44.Werd de kwestie Pechtold beschouwd als een zogenaamde ‘gevoelige zaak’?

45.Zijn er ambtsberichten door het OM aan u uitgebracht over de zaak Pechtold?

Zo ja, wanneer en werd dat ambtsbericht vergezeld van een begeleidende nota?

Zo ja, wat was het ambtelijk advies?

46.Kunt u een limitatieve opsomming maken van alle ambtsberichten / begeleidende nota’s, memo, notities, notulen of welke vorm van schriftelijke vastlegging dan ook over de kwestie Pechtold?

47.Bent u bereid om de aangetroffen stukken als bijlage voegen bij de beantwoording van deze Kamervragen? Zo nee, bent u bereid om deze stukken toezenden aan het Hof belast met de behandeling van de zaak Wilders? Zo nee, waarom niet?

48.Bent u bereid om voorts alle formele dan wel informele contacten over de kwestie Pechtold met bewindspersonen of anderen op een rijtje zetten?

49.Bent u bereid om vragen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen de gestelde termijn van drie weken beantwoorden?

(*)https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2018Z20755&did=2018D57259