Nieuw voorstel om pensioenkortingen te voorkomen

Met dank overgenomen van 50PLUS i, gepubliceerd op woensdag 6 maart 2019.

50PLUS wil de pensioenfondsen meer lucht geven. We willen dat fondsen niet hoeven te korten bij een dekkingsgraad van 100 procent of hoger. De grens ligt nu nog bij 104,3 procent, waardoor pensioenkortingen dreigen voor 5 tot 10 miljoen deelnemers.

50PLUS geeft coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie de kans om te doen wat premier Rutte tijdens de onderhandelingen over een nieuw pensioenstelsel heeft voorgesteld: namelijk niet korten van de pensioenen bij een dekkingsgraad van de pensioenfondsen hoger dan of gelijk aan 100 procent. “Rutte kreeg bij die onderhandelingen die tot diep in de nacht duurden zijn zin niet”, zegt Kamerlid Martin van Rooijen. “Om die reden is dat voorstel weer volledig van tafel gehaald en dus blijven de kortingen op tafel.”

Meer lucht voor pensioenfondsen

Voor vijf tot tien miljoen deelnemers - zowel voor werkenden als gepensioneerden - dreigen definitieve pensioenkortingen van 5 tot 10 procent, in 2020 en 2021. “De twee metaalfondsen zullen op basis van de huidige gegevens eind dit jaar voor de tweede keer moeten korten”, waarschuwt Martin van Rooijen. “Voor één van de metaalfondsen is de situatie zelfs zo kritiek dat een korting dreigt van 10 procent! Over het gemiddelde pensioen van 500 euro per maand betekent dat dus een korting van 50 euro per maand!” Om dat te voorkomen diende Martin een motie in (zie onder) waarin wordt gevraagd niet te korten op pensioenen van pensioenfondsen met een dekkingsgraad van 100 procent of meer. Nu ligt die grens nog op 104,3 procent, waardoor veel fondsen in de problemen komen.

 

MOTIE 1

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat volgens de huidige regels van het financieel toetsingskader (ftk) bij gelijkblijvend lage rekenrente voor een aantal pensioenfondsen vanaf 2020 definitieve kortingen dreigen voor opgebouwde pensioenrechten voor zowel gepensioneerden als actieve en gewezen deelnemers;

overwegende dat het ongewenst is dergelijke kortingen te eisen, terwijl zelfs bij een extreem lage rente verreweg de meeste pensioenfondsen nog een dekkingsgraad van meer dan 100% hebben;

overwegende dat het duidelijk is dat bij een dekkingsgraad van meer dan 100% door een pensioenfonds aan alle verplichtingen kan worden voldaan;

overwegende dat het tegenover betrokkenen niet is uit te leggen dat er prioriteit is voor het opbouwen van een minimale buffer ten koste van de hoogte van de pensioenopbouw of van de uitkering in een situatie waarin aan alle verplichtingen kan worden voldaan;

overwegende dat zowel actieve als gewezen deelnemers en gepensioneerden door het jarenlange ontbreken van toekenning van indexatie al een aanzienlijke bijdrage leveren aan het gezond houden van de financiële toestand van de pensioenfondsen;

overwegende dat de periode van vijf jaar die is vastgesteld voor het onderschrijden van het minimaal vereiste eigen vermogen, waarna definitieve kortingen moeten worden doorgevoerd, willekeurig is gekozen, zeker in het licht van de lange duur van de periode met lage rente;

verzoekt de regering, een voorstel te ontwikkelen waarbij er niet wordt gekort op opgebouwde pensioenrechten die door pensioenfondsen moeten worden doorgevoerd op grond van de onderschrijding van het minimaal vereiste eigen vermogen met een achtereenvolgende periode van vijf jaar, terwijl de dekkingsgraad hoger is dan 100%,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Rooijen

Van Brenk