Buitenlandexcursie Köln

Met dank overgenomen van PINK! i, gepubliceerd op zondag 23 september 2018.

September 2018, verslag door Katalin Clarijs

Het is iets voor acht, ik zwerf rond op Utrecht Centraal, met een rugzak op mijn rug en een rolkoffer in mijn hand. Er gaat vandaag namelijk een delegatie van PINK! naar Keulen en ik mag ook mee. Op een gegeven moment word ik aangesproken door een paar jonge mensen die ik nog niet ken. Of ik ook met PINK! op reis ga. Ik geef aan dat ik inderdaad zoiets van plan was. Samen wachten we op andere mensen die ook op reis willen naar Keulen. Langzaam maar zeker komen nog meer PINK!ers het station op druppelen, van bekende tot iets minder bekende, die zich bij ons aansluiten.

Onze trein vertrekt om half negen vanaf spoor 12. Als je eerder met de ICE hebt gereisd, weet je dat je daarvoor het beste zitplaatsen kunt reserveren, omdat je anders de hele reis moet staan. Dat was gelukkig voor ons geregeld. Na een minuut of tien zoeken naar onze gereserveerde stoelen, in gangpaden wachten op andere mensen die ook hun stoelen zoeken en stumpers wegsturen die niet hadden gereserveerd en op onze stoelen zitten, kunnen we eindelijk gaan zitten. Tegen die tijd zitten we al bijna ergens in Oost-Nederland.

Niet veel later raast Duitse landschap aan ons voorbij. We rijden langs bossen van meer dan tien bomen, een fenomeen dat in Duitsland nog blijkt te bestaan. We rijden langs ouderwetse dieseltreinen, een fenomeen dat in Duitsland nog blijkt te bestaan. We rijden langs een flatgebouw waarin meisjes van plezier staan uitgestald als Barbiepoppen in de Intertoys, een fenomeen waarvan ik niet had verwacht dat het uitgerekend in Duitsland zou blijken te bestaan.

Eenmaal in Keulen worden we opgewacht door stromende regen en een ijskoude wind. Mijn weerapp had mij voor vertrek wijsgemaakt dat het 17 tot 21 graden zou worden in Keulen. Het is dat mijn weerapp had vergeten te melden dat de gevoelstemperatuur min oneindig zou zijn, anders had ik wel iets van een trui meegenomen. Links en rechts van me sneuvelen de paraplu’s van mijn medereizigers die zo slim waren geweest om zich beter in de weersverwachting te verdiepen.

Op de route van het station naar het hostel komen we langs een pleintje met aan de rand een wandelpad. Het wandelpad is erg smal en uit automatisme loop ik in plaats daarvan met mijn rolkoffer over het plein zelf. Al snel word ik teruggefloten en verzocht om terug het smalle pad op te gaan. Het plein is namelijk niet zomaar een plein, het is ook het dak van een concertzaal waar toevallig op dit moment een optreden plaatsvindt. De mensen in de zaal kunnen de wieltjes van mijn koffer en mijn voetstappen gewoon horen.

Na onze spullen bij het hostel te hebben gedumpt, is het tijd voor lunch. Er is even verwarring over waar we precies gaan eten, maar uiteindelijk gaan we lunchen bij Saint Louis, een plek waar je broodjes, soep en sla kunt eten. In de trein had Suzanne ons de spelregels voor Gotcha uitgelegd, een spel waarbij het de bedoeling was om een bepaald iemand een bepaald woord te laten zeggen. Het is nu mijn taak om Max het woord “nagel” te laten zeggen. Ik ga bij hem in de buurt zitten en doe een beetje irritant over mijn holografische glitternagellak. Hoe erg ik mijn best ook doe, Max weigert het woord “nagel” te zeggen.

Na de lunch keren we terug naar het hostel, waar we na wat gedoe bij de recepten eindelijk onze kamers mogen betreden. We worden verdeeld over drie kamers: eentje voor de jongens, eentje voor de meisjes, eentje voor Guus. We verplaatsen onze spullen van de dumpkelder naar de kamers en daarna is het tijd om de stad een beetje op eigen houtje te verkennen. Op weg van het station naar het hostel waren we langs de Dom gelopen en nu lijkt het ons een leuk idee om dat van binnen te bekijken.

Op het eerste gezicht lijkt de Dom van Keulen op een gewone kerk, maar dan veel groter. Wat het anders maakt (naar mijn heidense mening als kerkleek) is dat er heel veel kleine ruimtes zijn waar we een kijkje kunnen nemen. Er is onder andere een schatkamer en als je de kelder in gaat, kom je bij een grafkamer waar de lichamen van dode aartsbisschoppen in stenen kastjes liggen. Tegen de tijd dat ik me richting de uitgang begeef, komt er ineens een keihard en dramatisch geluid uit de orgels. Ik schrik me te pletter. Op dat moment komt er een hele stoet aan mannen in uniform de Dom binnen. Ik ga er (als kerkleek) van uit dit een herdenkingsdienst is voor een belangrijk persoon. Dan hoor ik dat het gaat om een jagersvereniging die zijn jubileum viert. Aha, een herdenkingsdienst voor de dieren dus. Hierna gaan we met een deel van de groep even naar een kroeg en pretzels eten.

Steve, een vrolijke Australiër die overloopt van liefde voor Keulen, geeft ons een rondleiding door de stad. Hij leert ons over de mentaliteit van Keulenaren, die getypeerd zou worden door een ontspannen houding en een obsessie voor het behalen van records. Hij leert ons over geitje Hennes, de mascotte van FC Köln, en over Sint Ursula en de elf maagden, de beschermheiligen van de stad. Hij leert ons over carnaval, dat blijkbaar een enorme rol speelt in Keulen, waarop de Brabanders in de groep enthousiast worden over het idee van een PINK!-carnaval. Onderweg haalt Steve ons over om een biertje te halen bij een kiosk, zodat we nog beter kennis kunnen maken met de Keulse manier van leven. Na afloop geeft hij ons een aantal tips over waar we het beste konden uitgaan. Coole gozer.

Na de wandeltocht gaan we eten bij een vegan sushitent. Zelf vond ik altijd dat een van de voordelen van een plantaardig dieet was dat ik daarmee altijd een reden had om “nee” te zeggen tegen sushi. Gelukkig lust de rest van de groep wel sushi en zijn er genoeg vrijwilligers die mijn bord voor mij leeg willen eten. Noah merkt op dat ik niet van sushi hou. Het lijkt erop dat hij me hier de rest van mijn leven aan zal blijven herinneren. Even later begint Pieter tegen mij te praten over isolatiemateriaal en piepschuim. Ik snap er geen hol van.

Na het eten gaan we terug naar het hostel. Een deel van de groep besluit te gaan stappen. Ik was vanmorgen al voor vijf uur wakker en ga slapen.

Na een bevredigend ontbijt (HET HOSTEL HAD SPECIAAL VOOR ONS VEGAN ONTBIJT KLAARGEZET! MET EEN BORDJE ERBIJ DAT HET VOOR ONS WAS! ZO LIEF! AAAAAAA) is het tijd om de mensen van de Tierschutzpartei te ontmoeten. We wandelen richting het metrostation en na wat aanklooien met de ticketautomaat brengt de metro ons naar een restaurant genaamd Osho’s Place. Daar ontmoeten we drie mensen van de Tierschutzpartei, de Duitse Partij voor de Dieren.

De mensen van de Tierschutzpartei vertellen over hoe het is om in Duitsland bij een kleine politieke partij te zitten. Nu is dat in Duitsland een stuk moeilijker dan in Nederland. Waar je in Nederland al verzekerd bent van een plek in de regering als je genoeg stemmen hebt voor één zetel, heb je in Duitsland te maken met een kiesdrempel. Daardoor is het bijna onmogelijk om er als kleine partij tussen te komen. Daarnaast is Duitsland vergeleken met Nederland een reusachtig land, waardoor het vele malen moeilijker is om met zijn allen bij elkaar te komen. Maar ondanks alles geven de mensen van de Tierschutzpartei niet op en gaan ze gewoon door met campagne voeren. Dat vind ik heel bewonderenswaardig.

Na onze date met de Tierschutzpartei is het tijd voor een fotomomentje voor het restaurant. Daarna gaan we weer naar binnen om te eten. Ik haal een burrito, die smaakt goed. We overleggen over waar we hierna heen gaan, want we hebben maar een beperkt aantal metrokaarten.

De groep splitst zich in op. Het deel waar ik bij hoor gaat naar een nazimuseum. Dit museum was ooit een gevangenis waar politieke tegenstanders van het naziregime werden opgesloten en geëxecuteerd. Op de muren zijn nu nog de teksten die de gevangenen er tijdens hun verblijf op hadden gekalkt te lezen. Teksten in het Duits, in het Frans, in het Russisch, in het Pools, in het Nederlands. Hier en daar had iemand een tekening op een muur gemaakt, even verderop had iemand een brief aan zijn moeder op de muur geschreven, sommigen hielden het bij een vorm van “Anita was here”. Er is een toegang naar de patio, waar vroeger de executies plaatsvonden. De patio ziet er niet zo dramatisch uit als je zou verwachten van executieplaats, het lijkt meer op een plek waar je rookpauze houdt. Ik vind het bizar dat het ooit normaal was om mensen te vermoorden omdat ze bepaalde politieke ideeën hebben.

Zodra we klaar zijn bij het museum gaan we schuilen in een café. Daar is het namelijk droog en buiten niet. Bij dat café hebben ze plantaardige chocomel en cake. Die zijn allebei niet mis. We praten nog wat over politiek, want daar zijn we toevallig allemaal in geïnteresseerd. Daarna gaan we naar een kookwinkel waar je allemaal olie en tapenades en dat soort shit kunt proeven. De rest houdt zich in, maar ik vreet gewoon alles op wat los en vast zit. Dan wordt het toch echt tijd om een trui te kopen, want ik hou de kou niet langer vol. Ik loop een outletstore in, ga met een willekeurige trui in de rij voor de kassa staan en word, als ik na tien minuten aan de beurt ben, keihard afgezet (trui van dertig euro, afgeprijsd naar een tientje, iemand plakt het verkeerde stickertje op het label, prijs: vijftig euro).

We gaan de rest van de groep zoeken. We treffen hen aan in een café, waar ze spelletjes spelen. Ik doe meteen mee. Het is supergezellig.

We zouden gaan eten bij een Italiaan, maar bij nader inzien blijkt die toch niet echt aan vegan opties te doen. Na wat verwarring over waar we nu zouden moeten eten, wordt besloten om ons heil dan maar te zoeken bij een Aziatisch restaurant dat toevallig wel helemaal vegan was. Dat restaurant is wel een eind lopen, maar de afstand is niets vergeleken met de afstand naar de sushitent van gisteren. Het ligt in een buurt waar om een of andere reden belachelijk veel trouwwinkels staan. Trouwwinkels waar de moeite niet was genomen om trouwjurken niet te strijken voordat etalagepoppen ermee in de etalage moeten staan. Typisch Keulen.

Het restaurant zelf heeft een behoorlijk uitgebreid menu. Een ander voordeel van een plantaardig dieet vond ik altijd dat je daarmee minder last hebt van keuzestress in restaurants. Zodra mijn gebakken rijst wordt geserveerd, begin ik te watertanden bij de loempia’s die andere PINK!ers hebben besteld. Waarschijnlijk had ik ook spijt gehad als ik loempia’s had besteld en zij gebakken rijst. Nee, ik vrees dat ik nog niet klaar ben voor een wereld waarin iedereen alleen maar plantjes eet.

We hadden gisteren vernomen dat je in Keulen het beste kon uitgaan in de gayscene. Zo komt het dat een groepje (volgens mij relatief heteroseksuele) Nederlanders een tocht maakt langs verschillende Keulse gaybars. We leveren onze jassen en tassen in bij de garderobe (die niet binnen is) en stappen verschillende stampvolle kroegen in. De biertjes zijn goedkoop en de muziek is te doen. Dan herinnert Noah zich na heel wat shotjes nog een exclusieve club waar het nóg leuker zou zijn. We lopen een pokkeneind naar de club die zo vet en exclusief zou zijn. Zodra we daar aankomen, blijkt de club inderdaad heel exclusief te zijn, beetje van het kaliber “op mijn zestiende verjaardag heeft mijn vader Schiermonnikoog voor mij gekocht”. Daar hadden we niet zo’n zin in.

Om tien uur ‘s ochtends moeten we onze kamers uit zijn. We ontbijten, pakken onze koffers in en verplaatsen al onze spullen naar de opslagplaats in de kelder. En dan is de vraag weer: wat zullen we gaan doen? Het plenst nog steeds, dus een buitenactiviteit zit er niet in. De groep splitst zich weer op en ik ga met een aantal anderen richting een café annex juice bar, waarvoor we een heel eind voor moeten reizen met de metro. Onder het genot van een kop koffie gaan we daar binnen spelletjes zitten spelen, tot het tijd wordt om naar ons lunchadres te vertrekken.

Na een avontuurlijke metroreis en een tocht door de stromende regen komen we aan bij Hans Im Glück, een restaurant op een van de hogere etages van een gebouw waar ook een bioscoop zit. Het duurt nog even voor de groep compleet is, dus wordt de gelegenheid aangegrepen om nog even een spelletje te spelen voor we ons eten bestellen. Als iedereen er eenmaal is, worden er hamburgers besteld. Ze zijn overheerlijk. Suzanne is voor het eerst in haar leven emotioneel van fastfood. Het is een waardige afsluiting voor onze Keulenreis.

We halen onze spullen weer op uit het hostel en vertrekken richting het station. Daar sprinten we nog snel de supermarkt in. Ik had mijn moeder nog beloofd om koekjes voor haar mee te nemen, dus plunder ik de koekjesafdeling leeg. Onze trein richting Utrecht vertrekt om kwart voor zes. In de trein vraagt Pieter me nog even of ik “piepschuim” wil zeggen. Ik zeg “piepschuim”. Pieter heeft Gotcha van mij gewonnen. Ik vraag Max voor de gein nog of hij “nagel” wil zeggen. Dat wil hij niet. Drommels drommels drommels.

Er vertrekt een directe sprinter vanuit Arnhem naar mijn huis, dus ik stap daar al uit. Ik heb het heel erg naar mijn zin gehad in Keulen en ik ben me nog meer thuis gaan voelen bij PINK!. Het weer zat niet mee, maar het gezelschap maakte dat meer dan goed.