25442, nr. 11 - Amendement Koekkoek en Scheltema-de Nie over vrijstelling van notificatieverplichting - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen over het binnentreden in woningen

Dit amendement op het wetsvoorstel Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen over het binnentreden in woningen werd op 14 januari 1998 ingediend door de Tweede Kamerleden Alis Koekkoek (CDA)1 en Olga Scheltema-de Nie (D66)2. Het amendement is een samenvoeging van de amendementen 25442, nr. 7 en 25442, nr. 8. De tekst werd op 20 januari 1998 nader gewijzigd.
 
De toelichting van de indieners op het nader gewijzigde amendement luidt als volgt:
 

Het is niet wenselijk dat het «belang van de nationale veiligheid» als absolute grond voor vrijstelling van notificatieverplichting wordt gehanteerd. Vrijstelling moet alleen gelden in gevallen waarin een dringende noodzaak bestaat en mag ook niet langer duren dan strikt noodzakelijk is. Een overeenkomstige uitzondering geldt voor het belang van de strafvordering.

 

Inhoudsopgave

  1. Documenten
  2. Dossier

1.

Documenten

2 20 januari 1998, nader gewijzigd amendement, nr. 11     KST27135
Nader gewijzigd amendement over vrijstelling van notificatieverplichting
publicatie: 28 januari 1998
 

2.

Dossier

  • 25442 - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen over het binnentreden in woningen

  • 1. 
    Hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Brabant (later Universiteit van Tilburg), die had gestudeerd aan de VU, lid werd van de ARP en een exponent was van de gereformeerde denkwereld. Typeerde zichzelf als 'een gereformeerde Koekkoek in een katholiek nest'. Deskundige op het gebied van staats- en bestuursrecht en op het terrein van het onderwijsrecht. Promoveerde op een vergelijkende studie naar de rol van politieke leiders bij kabinetsformatie in West-Europa. Werd in 1994 Tweede Kamerlid en was daar woordvoerder onderwijs en justitie. Maakte zich sterk voor de positie van de Nederlandse taal en was lid voor de enquêtecommissie IRT. Vanaf juni 2003 was hij Eerste Kamerlid, maar al na een jaar werd hij uitgeschakeld door ziekte.
     
  • 2. 
    Gedurende ruim twaalf jaar woordvoerster van de D66-Tweede Kamerfractie op het terrein van het binnenlands bestuur en een gedegen pleitbezorgster van bestuurlijke vernieuwing. Was wetenschappelijk medewerker staats- en administratiefrecht in Leiden, wetgevingsjuriste op het ministerie van Binnenlandse Zaken, (vice)partijvoorzitter, gemeenteraadslid en wethouder. Behalve bestuur en democratie hadden ook het politie- en ambtenarenbeleid en de relaties met de Antillen haar belangstelling. Echtgenote van oud-staatssecretaris Michiel Scheltema.