Beantwoording IAK-vragen Besluit Bro Tranche 2 - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
| Documentdatum | 12-02-2019 |
|---|---|
| Publicatiedatum | 15-02-2019 |
| Externe link | originele PDF |
| Originele document in PDF |  |
Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)
Wijziging van het Besluit basisregistratie ondergrond met betrekking tot het aanwijzen van registratieobjecten (tweede tranche)
Het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving bevat normen waaraan goed beleid of goede regelgeving dient te voldoen. Uitgebreide informatie vind je op www.naarhetiak.nl
https://www.kcwi.nl/kennisbank/intearaal-afweainaskader-beleid-en-reaelaevina
De Wet Basisregistratie Ondergrond (BRO) is op 30 september 2015 door het parlement aangenomen en gepubliceerd (Staatsblad 2015, 362 Wet Bro). In de basisregistratie ondergrond worden gegevens opgenomen over de geologische en bodemkundige opbouw van de ondergrond die voortvloeien uit verkenningen, over ondergrondse constructies, over gebruiksrechten en over authentieke modellen in relatie tot de ondergrond. De Wet Bro bepaalt dat gegevens in de BRO worden opgenomen door de levering van zogenoemde brondocumenten door bestuursorganen aan de Minister van BZK. De brondocumenten worden volgens de Wet Bro aangewezen bij algemene maatregel van bestuur. Het Besluit basisregistratie ondergrond (hierna: Besluit Bro) voorziet in de aanwijzing van deze brondocumenten en regelt daarmee de feitelijke gegevensinhoud van de BRO. De aanwijzing van brondocumenten (registratieobjecten) vindt plaats in verschillende tranches. Per 1 januari 2018 is de 'eerste tranche' van de BRO in werking getreden. De tweede tranche bestaat uit het aanwijzen van nog eens 8 registratieobjecten in het Besluit Bro.
Bestuursorganen die bij de uitvoering van een wettelijke taak of bij het verrichten van werkzaamheden een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen brondocument ontvangen met betrekking tot de ondergrond van Nederland of het continentaal plat, leveren dat brondocument aan de minister. Overheden zijn vervolgens verplicht om de BRO te raadplegen wanneer zij gegevens over de ondergrond nodig hebben. Burgers, bedrijven en overheden kunnen de BRO kosteloos raadplegen. Alle partijen zijn betrokken bij de totstandkoming van de standaarden die zullen worden gehanteerd bij het vastleggen en aanleveren van ondergrondgegevens, zie verder de partijen genoemd bij onderdeel 5._
Een basisregistratie fungeert voor bestuursorganen als unieke bron van essentiële gegevens. Door deze gegevens eenmalig vast te leggen en meervoudig te gebruiken, besparen de overheid burgers en bedrijven administratieve lasten. Intern behaalt de overheid met basisregistraties kostenbesparingen en efficiencywinsten. Doordat bestuursorganen over dezelfde objecten beschikken en dezelfde betrouwbare, algemene gegevens gebruiken, zal tevens de kwaliteit van de informatiehuishouding van de overheid toenemen. Het implementatieprogramma BRO is
onderdeel van het stelsel van (geo)basisregistraties en de generieke digitale infrastructuur. Op dit moment bevat de basisregistratie vier registratieobjecten. Hoe meer registratieobjecten zijn opgenomen in de basisregistratie hoe beter de Bro haar functie kan vervullen._
Het besluit voegt nog eens 8 registratieobjecten toe aan het Besluit Bro. Door het Besluit Bro uit te breiden met deze tweede tranche wordt beoogd dat bovenstaande effecten (onder c.) van de basisregistratie sneller en beter kunnen worden gerealiseerd. Het gaat om de volgende registratieobjecten:
-
I.Booronderzoek - geotechnische boormonsterbeschrijving
II. Booronderzoek - geotechnische boormonsteranalyse
III. Wandonderzoek - bodemkundige wandbeschrijving
IV. Bodemkaart
-
V.Geomorfologische kaart
VI. BRO Hydro Geologisch Model
VII. Digitaal Geologisch Model (DGM)
IIX. GeoTOP
Een basisregistratie fungeert voor bestuursorganen als unieke bron van essentiële gegevens. Door deze gegevens eenmalig vast te leggen en meervoudig te gebruiken, besparen de overheid burgers en bedrijven administratieve lasten. Intern behaalt de overheid met basisregistraties kostenbesparingen en efficiencywinsten. Hiermee is overheidsinterventie gerechtvaardigd._
Er is gekozen voor een algemene maatregel van bestuur. Alleen bij algemene maatregel van bestuur kunnen registratieobjecten aangewezen kunnen worden (art. 9, eerste lid, Wet Bro).
Een basisregistratie fungeert voor bestuursorganen als unieke bron van essentiële gegevens.
Door gegevens eenmalig vast te leggen en meervoudig te gebruiken, bespaart de overheid burgers en bedrijven administratieve lasten. Intern behaalt de overheid met basisregistraties kostenbesparingen en efficiencywinsten. Doordat bestuursorganen over dezelfde objecten dezelfde, betrouwbare, algemene gegevens gebruiken, zal tevens de kwaliteit van de informatiehuishouding van de overheid toenemen. Dit zal zich vertalen in een betere dienstverlening, in beter beleid en toezicht en in betere handhaving.
De verwachting is ook bij deze tranche dat bedrijven via een opdracht van een bestuursorgaan te maken krijgen met de BRO, zowel voor de aanlevering namens bronhouders als voor het gebruik van de gegevens. Verwacht wordt dat zij moeten investeren in ICT en dat ze hun huidige productie- en bedrijfsprocessen moeten aanpassen. Onderzoeksbureau Ecorys heeft de regeldrukeffecten geïnventariseerd. In totaal bedragen de verwachte eenmalige regeldrukkosten van de branche 1,2 miljoen en structureel € 188.900. Echter is het merendeel van deze kosten door te belasten aan derden, waardoor de administratieve lasten uiteindelijk eenmalig € 102.000 en structureel € 22.850 zijn.
De inventarisatie van regeldrukeffecten toonde verder aan dat er binnen de branche draagvlak is voor de nieuwe standaarden van de BRO. De benodigde investeringen zijn weliswaar voor een aantal bedrijven relatief fors, maar de verwachte kwaliteitsslag wordt door de meeste bedrijven noodzakelijk geacht._