Weeklog: Europese politieke partijen - een rommelig systeem

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op zondag 3 februari 2019.

Eens in de vijf jaar worden ze wakker, de Europese politieke partijen: in aanloop naar de Europese verkiezingen. Ze kiezen dan hun ‘Spitzenkandidat’ en stellen in een aantal gevallen ‘platforms’ op, dat zijn standpunten die de aangesloten nationale partijen allemaal in hun Europese verkiezingsprogramma’s moeten opnemen. Met ‘Spitzenkandidaten’ die proberen om voorzitter van de Europese Commissie te worden hebben we als SP sowieso weinig op. Maar we zouden er ook niet aan moeten denken dat ons verkiezingsprogramma deels wordt bepaald door dergelijke Europese partijen. Dat laten we liever aan onze leden over. Dat heet namelijk democratie en die ontbreekt bij de Europese partijen: de meeste laten alleen nationale partijen als lid toe. Burgers zijn er geen lid van. Een rare constructie dus.

Als SP zijn we geen lid van een Europese politieke partij. Maar stel je voor dat we dat wel waren: dan ging er een afvaardiging van de SP naar een bijeenkomst van zo’n Europese partij. Vervolgens worden er standpunten vastgelegd en de SP-delegatie komt daarna terug met een aantal hoofdlijnen waar je niet van mag afwijken. Jammer voor onze programmacommissie die maanden bezig is geweest met het opstellen van een ontwerpprogramma, maar nog veel vervelender voor de afdelingen die op die hoofdlijnen geen wijzigingsvoorstellen mogen indienen. Ondenkbaar bij ons, maar de vaste praktijk bij andere partijen die wel zijn aangesloten bij een Europese politieke partij.

Als je als burger van een van de lidstaten wel lid zou kunnen worden van een Europese politieke partij, dan zou er tenminste sprake zijn van een directe vorm van zeggenschap. Maar zelfs dan blijft het vreemd dat een Nederlandse politieke partij haar verkiezingsprogramma deels zou moeten laten afhangen van zo’n Europees programma. Je ziet binnen de politieke groep, Verenigd Links, waar we in het EP onderdeel van zijn, grote verschillen, bijvoorbeeld over de Europese fondsen. Omdat we geen fractiediscipline hebben, valt daar goed mee te leven. Maar stel je voor dat de Europese politieke partij, Europees Links, in meerderheid voor een enorme verhoging van de EU-begroting is. Dan zouden we dat moeten overnemen in het SP-verkiezingsprogramma, ook al vinden wij juist dat er een einde moet komen aan het rondpompen van geld. Nationale verschillen vallen bij Europese partijen weg, terwijl ze voor de kiezer vaak essentieel zijn.

Het stelsel van Europese politieke partijen, die ook nog eens grotendeels gefinancierd worden door het Europees Parlement, toont in het klein aan wat er mis is in de EU: door krampachtig vast te houden aan het idee dat er één Europees volk is, wordt de kloof tussen de elite en de ‘gele hesjes’ steeds groter. De SP is voorstander van Europese samenwerking maar is allergisch voor dictaten, ook als die zouden komen van een bevriende Europese politieke partij.