Werken aan een doelgericht landbouwbeleid

Met dank overgenomen van J. (Jan) Huitema i, gepubliceerd op maandag 28 januari 2019, 2:58.

Elke zeven jaar wordt het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) herzien, in overeenstemming met het nieuwe Europese budget. In juni van vorig jaar bracht landbouwcommissaris Phil Hogan zijn voorstel uit voor het nieuwe GLB van 2021 tot en met 2027. De landbouwcommissaris stelt voor dat de Europese Commissie het behaalde resultaat en inzet van de boer gaat toetsen, in plaats van alleen te kijken of boeren de starre maatregelen uit Brussel wel doorgevoerd hebben, zoals nu het geval is. Ik ben blij met deze nieuwe aanpak, omdat dit doelgerichte beleid de boer en tuinder meer ruimte geeft om zelf te bepalen hoe ze doelen halen.

In het Europees Parlement lopen de meningen over het voorstel erg uiteen. Sommige partijen zouden willen dat het nieuwe GLB zoveel mogelijk bij het oude blijft, waarbij de nadruk blijft liggen op hectaretoeslagen. Weer anderen willen dat de vergroeningseisen voor de hectaretoeslagen veel strenger worden. Al met al hebben Europarlementariërs meer dan 6000 amendementen ingediend op het voorstel.

Er zijn acht onderhandelaars die de positie van het Europees Parlement vaststellen, van elke politieke groep één. Ik ben onderhandelaar namens de Europese liberalen en daarnaast de enige Nederlander. Als de positie van het Europees Parlement bekend is, moet ook nog onderhandeld worden met de landbouwministers van alle lidstaten. Zeker op zo’n groot dossier, kost dit tijd. Het gaat niet meer lukken om voor de Europese verkiezingen van 23 mei alle onderhandelingen afgerond te hebben. Na deze verkiezingen zal het nieuwe parlement de draad weer oppakken.

Toch is het belangrijk dat ik nu mijn stem laat horen. Op dit moment wordt de structuur van het nieuwe GLB bepaald. In het begin van de onderhandelingen wordt het kaf van het koren gescheiden, en worden de meest extreme ideeën steeds verder bijgeschaafd tot een oplossing waar een meerderheid zich in kan vinden.

Ik pleit voor een landbouwbeleid dat resultaatgericht is in plaats van maatregelgericht. Het moet er niet om gaan op welke manier boeren doelen halen, maar om de daadwerkelijke vooruitgang die ze boeken. Het GLB moet hierin innovatie, de concurrentiepositie en duurzaamheid stimuleren en belonen. Geef de boeren meer ruimte, beloon ze voor hun inzet en straf ze niet met de stok.

Column verschenen in het blad Nieuwe Oogst op 28-01-2019