Reactie van: W van Stuijvenberg bij: Wetsvoorstel afschaffing lerarenregister - Hoofdinhoud

Vraag1 - In hoeverre vindt u dat het lerarenregister in huidige vorm moet blijven bestaan in de wet terwijl niet duidelijk is hoe de nieuwe koers voor professionalisering van leraren eruit ziet?

• - 

  Wat is uw mening over de verplichting van het bevoegd gezag om een professioneel statuut vast te stellen? In hoeverre zou deze verplichting reeds voorafgaand aan de nieuw te ontwikkelen koers van het lerarenregister moeten gelden?
• - 

  Wat is uw opvatting over het wettelijk verplichte bekwaamheidsdossier dat het bevoegd gezag over leraren moet bijhouden?
• - 

  Wat is uw opvatting over een wettelijke definitie van het beroep leraar?

• - 

  Het lerarenregister voegt m.i. nauwelijks waarde toe aan de professionaliteit van docenten. Een academisch geschoolde dient van zichzelf een nieuwsgierige houding te hebben. Deze houding dient op eigen initiatief te worden doorontwikkeld. Bovendien wordt door het voortbestaan van de lerarenregister een wildgroei op de trainingsmarkt gecreëerd die ook niet bevorderlijk is voor de professionaliteit.
• - 

  Het bevoegd gezag mag een professioneel statuut vaststellen, maar dient zelf ook inzichtelijk te maken aan welke vaardigheden het bevoegd gezag zelf werkt.
• - 

  Het wettelijk bekwaamheidsdossier lijkt me een wassen neus. Ik ben zelf op diverse vakgebieden competent, maar niet bevoegd. De HBO-opleiders schermen hun eigen markt af omdat diploma's (bevoegdheden) geld opleveren. Daar zou wellicht ook een naar gekeken kunnen worden.
• - 

  De definitie van het beroep leraar is natuurlijk prachtig. Alleen woorden en praktijk lopen vaak niet synchroon. Je blijft met een vertaalslag zitten.