Kabinetsformatie 2017: worstelen met openbaarheid in een vertrouwelijk proces. Presentatie ‘Evaluatie van de kabinetsformatie 2017’

Met dank overgenomen van Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen i, gepubliceerd op vrijdag 7 december 2018.

Evenals na de kabinetsformatie van 2012 zocht de Tweede Kamer na afloop van de formatie van 2017 een onafhankelijke onderzoekscommissie aan om het procedurele verloop van de formatie in beeld te brengen en verbeterpunten te benoemen. De commissie - bestaande uit prof. mr. Paul Bovend’Eert (voorzitter), dr. Alexander van Kessel en dr. Peter Bootsma - presenteerde op donderdag 6 december haar eindrapport aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Khadija Arib.

De voornaamste conclusie van de onderzoekscommissie is dat de formatie van 2017 ondanks de lange duur (225 dagen) en het verbrokkelde politieke landschap soepel en ordentelijk is verlopen. Wel bleek uit de gesprekken dat er onenigheid bestaat onder de politici over de vraag welke stukken na de kabinetsformatie in de openbaarheid mogen komen. Zo bepleitte premier Mark Rutte (VVD) het binnenskamers houden van alle stukken en meende Jesse Klaver (GroenLinks) juist dat alles geopenbaard mag worden. Tevens merkte de commissie op dat er geen afspraken waren over de inhoud van het zogeheten formatiedossier. Mede hierdoor kon commotie ontstaan over het afschaffen van de dividendbelasting. Officieel maakte dat onderwerp geen onderdeel uit van het formatiedossier waardoor het achteraf moeilijk te herleiden was welke argumenten er achter de besluitvorming lagen. De onderzoekscommissie adviseert daarom in het vervolg bij de start van de onderhandelingen betere afspraken te maken over welke stukken er in het formatiedossier horen.

Het rapport van de evaluatiecommissie kabinetsformatie 2017 is hier te lezen.

Het evaluatierapport werd door Paul Bovend'Eert, voorzitter van de onderzoekscommissie, overhandigd aan Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib.