Doen wat we kunnen

Met dank overgenomen van J.S. (Joël) Voordewind i, gepubliceerd op dinsdag 27 november 2018, 15:14.

In Nederland gewortelde kinderen zouden hier moeten kunnen blijven. Punt. Ik kan niet vaak genoeg zeggen hoe helder ons standpunt over het kinderpardon, de discretionaire bevoegdheid en barmhartig asielbeleid is.

De politieke situatie is alleen een heel stuk ingewikkelder. In deze blog wil ik iets laten zien van hoe we als ChristenUnie in die situatie doen wat we kunnen, hoe we stappen zullen zetten als we ze kunnen zetten, maar hoe lastig dat soms ook is als onze idealen niet binnen handbereik zijn.

Pakweg een jaar geleden sloten we het Regeerakkoord, waarin we een schikking troffen. Waar een meerderheid in de Tweede Kamer het kinderpardon wil afschaffen, pleiten wij voor een verruiming. Zonder afspraak in het Regeerakkoord, zou het einde kinderpardon zijn. Dus spraken we af: het kinderpardon wordt niet afgeschaft, zoals een meerderheid in de Kamer wil.

Maar ook niet uitgebreid zoals wij en een minderheid in de Kamer willen. Dat die uitbreiding niet haalbaar is, beschouw ik als verlies, omdat het huidige kinderpardon simpelweg niet goed werkt. We noemden dat toen en ik noem dat vandaag daarom nog steeds een bittere pil.

Congres

Afgelopen zaterdag hebben we er op ons congres opnieuw over gesproken. We hadden het over wat de hartenklop van onze partij inhoudt. Over het in de ogen kijken van de mensen om wie het gaat. Over Hayarpi, haar zus, broer en ouders. En we spraken over een motie, mede door haar ingediend. Een motie die ons standpunt onderstreept dat in Nederland gewortelde kinderen hier thuis zijn. Die nog eens benadrukt dat we een moratorium willen op het uitzetten van in Nederland gewortelde kinderen, zolang er een onderzoek loopt naar de lengte van asielprocedures. Die met overgrote meerderheid van stemmen werd aangenomen en ons dus een inspanningsverplichting geeft om te doen wat we kunnen.

Daartoe ben ik ook zeer gemotiveerd. Dat was ik vorig jaar, dat was ik zaterdag, dat ben ik vandaag en morgen opnieuw. Voor en achter de schermen deden, doen en zullen we blijven doen wat we kunnen en wat bijdraagt aan het dichterbij brengen van onze idealen.

Vandaag

En dan vandaag. Vandaag stemt de Tweede Kamer over een motie van de SP, die oproept tot een uitzetstop van kinderen die hier langer dan vijf jaar zijn, maar niet in aanmerking kwamen voor het kinderpardon.

Een motie, die geen meerderheid haalt, met of zonder de ChristenUnie. Een motie dus, die onze idealen niet dichterbij kan brengen. Een motie, die het zelfs lastiger kan maken om binnen de coalitie stapjes de goede kant op te zetten.

De ingewikkelde politieke werkelijkheid is dat we er met de coalitiepartijen - met VVD, CDA en D66 - uit moeten komen om nu iets te kunnen doen. Als coalitiepartij is daar het meeste voor elkaar te krijgen, zeker zolang er in de Tweede Kamer geen meerderheid is voor onze plannen.

De SP-motie doorkruist die route. En ja, dan is het op korte termijn wel aantrekkelijk om vóór zo’n motie te stemmen, die immers inhoudelijk lijn is met wat je wílt. Maar dan is het op lange termijn niet effectief, als het gaat om dat wat we kunnen doen, wat ten goede komt aan de kinderen om wie het gaat. Om te doen wat bijdraagt aan onze idealen rond kinderpardon, discretionaire bevoegdheid, korte en goede procedures, kortom: een barmhartig asielbeleid.

Niet makkelijk

Want dat is waar we voor gaan. En ik zeg niet dat dat met de huidige politieke verhoudingen in de Tweede Kamer makkelijk is. Maar de verplichting om me als vertegenwoordiger van de ChristenUnie ervoor in te spannen - wat zaterdag nog eens is onderstreept - maakt dat ik alles op alles zet. En dat ik ook blijf kijken naar wat we wél kunnen bereiken. Het congres gaf ons afgelopen zaterdag niet alleen de opdracht, maar ook het vertrouwen, de ruimte en de tijd om precies dát te doen: om gegeven de positie van de ChristenUnie en gegeven de politieke verhoudingen binnen en buiten de coalitie, ons daar héél hard voor te maken. En dan zijn er soms kansen.

Naar aanleiding van de situatie van Lili en Howick is er een asieladviescommissie ingesteld die kijkt hoe we kunnen voorkomen dat gezinnen met kinderen zo ontzettend lang moeten wachten op een definitief antwoord of ze hier mogen blijven of niet. We hopen hier binnenkort meer over te horen.

In de tussentijd dienden we vorige week samen met een Kamermeerderheid een motie in die vraagt om schrijnende situaties beter en eerder mee te wegen in de asielprocedures - juist ook bij gezinnen met kinderen. Ook daar komt nu onafhankelijk onderzoek naar, ook hoe dit in de wet verankerd kan worden. Het is ‘nog maar’ een onderzoek, dat klopt, maar toch: een wettelijke verankering van de omstandigheden van kinderen zou een enorme stap zijn. De staatssecretaris moet binnenkort met een brief komen waarin hij vertelt hoe hij uitvoering aan de motie zal geven.

Discretionaire bevoegdheid

In dezelfde aangenomen motie onderstrepen we nog eens het belang van de discretionaire bevoegdheid - een bevoegdheid die de VVD wilde schrappen. Door die discussie aan te wakkeren, is er nu wel een kans om te bespreken hoe de discretionaire bevoegdheid verbeterd kan worden, in het belang van de kinderen om wie het gaat.

Kortom: we zijn nog lang niet uitgepraat en het debat is volop in beweging. De onderzoeken naar de lengte van de procedures en de betere weging van schrijnende situaties - met name voor kinderen - zijn dan relevant voor het gesprek, dat zeker doorgaat.

Wij hebben daarin een rol, binnen en buiten de coalitie. Ik ben en wij als ChristenUnie zijn van harte gemotiveerd om die rol in te vullen. Niet omdat het makkelijk is, niet omdat we resultaat kunnen garanderen, maar wel omdat we ons met hart en ziel willen inspannen voor de rechten en het perspectief van in Nederland gewortelde kinderen.