Overig; Reikwijdte rechtmatigheidstoetsing Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) - Toezichtsverslagen AIVD en MIVD

Deze brief is onder nr. 173 toegevoegd aan dossier 29924 - Toezichtsverslagen AIVD en MIVD.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Toezichtsverslagen AIVD en MIVD; Overig; Reikwijdte rechtmatigheidstoetsing Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB)
Document­datum 27-11-2018
Publicatie­datum 27-11-2018
Nummer KST29924173
Kenmerk 29924, nr. 173
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

29 924

Toezichtsverslagen AIVD en MIVD Nr. 173 Brief van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 november 2018

De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) streven ernaar, zo veel als mogelijk is, een gelijke interpretatie te geven aan de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017). Dit streven naar rechtseenheid is van belang voor de rechtszekerheid van de burger en geeft ook de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) de benodigde duidelijkheid over het toepasselijke juridische kader voor de rechtmatige uitoefening van hun taken.

De AIVD en de MIVD werken in het belang van de nationale veiligheid samen met inlichtingen- en veiligheidsdiensten van andere landen. Zo verstrekken zij geëvalueerde en ongeëvalueerde gegevens, al dan niet in grotere hoeveelheden (bulk), en verlenen zij technische en andere vormen van ondersteuning in het kader van hun samenwerkingsrelaties met buitenlandse diensten. De vraag heeft zich voorgedaan of en, zo ja, in welke mate de samenwerking met buitenlandse diensten dient te worden betrokken in de motivering voor de inzet van bijzondere bevoegdheden door de AIVD en de MIVD en daarmee bij de rechtmatigheidstoetsing door de TIB. In dat kader heeft overleg plaatsgevonden tussen de TIB en de CTIVD teneinde de rechtseenheid te bewaken. Deze brief geeft de uitkomst van het rechtseenheid overleg weer.

Ingevolge artikel 88 Wiv 2017 is het aangaan van samenwerkingsrelaties met buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten voorbehouden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de minister van Defensie. In artikel 89 Wiv 2017 is bepaald dat voor de verstrekking van ongeëvalueerde gegevens dan wel het verlenen van ondersteuning door de AIVD en de MIVD in het kader van een samenwerkingsrelatie, toestemming van de betrokken minister benodigd is. Genoemde ministeriële toestemmingen zijn, als zodanig, niet aan een rechtmatigheidstoets door de TIB onderworpen. De TIB toetst uitsluitend de rechtmatigheid van de door de betrokken minister verleende toestemming voor de inzet van de in artikel 32 Wiv 2017 genoemde bijzondere bevoegdheden. De CTIVD houdt toezicht op de rechtmatigheid van zowel het aangaan van de samenwerkingsrelatie als de concrete activiteiten die in het kader van die relatie worden uitgevoerd door de AIVD en de MIVD.

De TIB en de CTIVD zijn van oordeel dat de AIVD en de MIVD bij de motivering van de inzet van de door de TIB te toetsen bijzondere bevoegdheden, alle reeds vaststaande en vooraf in redelijkheid voorzienbare feiten en omstandigheden behoren te benoemen, die de TIB van betekenis acht voor de toetsing van de rechtmatigheid van die inzet. Wanneer de inzet van een door de TIB te toetsen bijzondere bevoegdheid plaatsvindt (mede) ten behoeve van het verlenen van ondersteuning aan een buitenlandse dienst, dient dit derhalve in de motivering van die inzet te worden betrokken. De TIB toetst niet de rechtmatigheid van het verlenen van ondersteuning als zodanig, maar wel van de inzet van de bijzondere bevoegdheden die daarbij plaatsvindt (Kamerstuk 34 588, nr. 3, p. 164). Ook wanneer vaststaat of vooraf in redelijkheid voorzienbaar is dat de gegevens die door de inzet van de bijzondere bevoegdheid worden verworven, in ongeëvalueerde vorm of in bulk zullen worden verstrekt aan een buitenlandse dienst, moet dit worden betrokken in de motivering. In de wetsgeschiedenis bij de Wiv 2017 wordt in dit verband ook gerefereerd aan de situatie dat het delen van informatie met het buitenland als onderdeel van een toestemmingsverzoek wordt mee gewogen bij de inzet van een bijzondere bevoegdheid, bijvoorbeeld als een division of effort is overeengekomen met buitenlandse diensten (Kamerstuk 34 588, nr. 18, p. 96).

Elke redelijkerwijs voorzienbare vorm van gegevensverwerking kan van betekenis zijn voor de rechtmatigheidstoets door de TIB. De (onderlinge) verlening van ondersteuning kan van betekenis zijn voor de beoordeling van de noodzaak van de inzet van een bijzondere bevoegdheid. De verstrekking van gegevens aan buitenlandse diensten kan daarnaast betekenis hebben voor de beoordeling van de reikwijdte, diepgang, frequentie en duur van de inmenging in grondrechten die in dat verband plaatsvindt en daarmee voor de proportionaliteit, subsidiariteit en gerichtheid van de inzet van de bevoegdheid. De aard van de samenwerking van de AIVD en de MIVD met buitenlandse diensten en de concrete uitvoering die daaraan gegeven zal worden, kunnen derhalve een wezenlijk onderdeel zijn van de rechtmatigheidstoets door de TIB voorafgaande aan de inzet van daaraan gerelateerde bijzondere bevoegdheden.

In het licht van het voorgaande zijn de TIB en de CTIVD van oordeel dat verzoeken tot toestemming voor de inzet van bijzondere bevoegdheden alle feiten en omstandigheden behoren te bevatten die voor de rechtmatigheid van die inzet van betekenis zijn. Hieronder wordt begrepen de ten tijde van de toetsing reeds vaststaande dan wel vooraf in redelijkheid voorzienbare verstrekking van ongeëvalueerde gegevens en/of gegevens in bulk aan buitenlandse diensten, alsmede het verlenen van technische en andere vormen van ondersteuning in samenwerkingsrelaties. Verzoeken tot toestemming dienen een volledig beeld te geven en op zichzelf toetsbaar te zijn door de TIB. De CTIVD zal op deze praktijk toezicht houden.

De TIB en de CTIVD hebben reeds in een eerder stadium hun standpunt per brief kenbaar gemaakt aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie en aan de directeur-generaal van de AIVD en de directeur van de MIVD.

Hoogachtend,

Mr. M. Moussault

Voorzitter Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden

Mr. H.N. Brouwer

Voorzitter afdeling toezicht CTIVD

Mr. A. Stehouwer

Voorzitter afdeling klachtbehandeling CTIVD


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.