Mijn speech dit najaarscongres

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gert-Jan) Segers i, gepubliceerd op zaterdag 24 november 2018, 12:40.

Beste ChristenUnie-vrienden en vriendinnen,

Wat hebben we veel redenen om trots te zijn op onze partij. Hoewel… Mijn moeder zou protesteren bij het woord ‘trots’. Ze zou zeggen: 'We zijn niet trots, we zijn dankbaar!'

En zo ben ik dankbaar voor Mirjam Bikker, onze nieuwe lijsttrekker voor de Eerste Kamer. Gezaghebbend, gelovig, kundig, bevlogen. Het zou zomaar eens spannend kunnen worden in de Eerste Kamer en dan hebben we daar onze beste kandidaten voor nodig, Peter Ester, Tineke Huizinga, Hendrik Jan Talsma, met geweldige lijstduwers als Beatrice de Graaf en Cees Dekker. En dat allemaal onder leiding van Mirjam. Mirjam, je wilt de kar trekken en dankjewel dat je dat wilt doen! Heel veel zegen!

En zo ben ik dankbaar voor al het werk dat Roel Kuiper in de Eerste Kamer heeft gedaan. Het is je laatste periode, je hebt net je laatste algemene beschouwingen gehad. Je was altijd onvermoeibaar, spreekt met veel gezag en bent zelfs richtinggevend als het gaat om privatiseringen en een overheid die in dienst staat van het algemeen belang. Roel, we gaan nog een keer veel beter afscheid nemen, maar ik wil nu alvast tegen je zeggen, voor alles wat je hebt gedaan: dankjewel!

We mogen ook heel dankbaar zijn voor de prachtige resultaten die we geboekt hebben bij de herindelingsverkiezingen. De uitslag was goed, heel goed, boven verwachting goed. Groei in steun, groei in zetels, hopelijk ook groei in invloed. En dat is een mooie opsteker richting de Statenverkiezingen van maart.

Dank aan alle kandidaten, dank aan iedereen die geholpen heeft bij de campagne en dank aan alle kiezers die ons hun stem toevertrouwden. Op hoop van zegen!

Natuurlijk ben ik ook heel dankbaar voor onze Gideonsbende in Den Haag. Een hecht team met geweldige mensen die alles geven wat ze hebben en dat is heel veel! En er gaat geen week voorbij of we sturen mee bij cruciale beslissingen. Dan gaat het over zorg voor kwetsbaren, zorg voor de schepping, onze vrijheid. Of over een preventieakkoord, ik noem maar wat. En er gaat geen week voorbij of er valt wel een beslissing die er anders had uitgezien als we er niet bij hadden gezeten.

Het is nu precies twee jaar geleden dat we middenin de discussie over Voltooid Leven zaten en dat vond ik een heel aangrijpende discussie. We hebben toen het manifest Waardig Ouder Worden gepresenteerd. Misschien was het wel met de moed der wanhoop. We kregen steun van Jan Slagter, de ouderenbonden KBO-PCOB en een brede maatschappelijke en politieke alliantie. Het manifest is overgenomen in het regeerakkoord en is nu - aanbeveling voor aanbeveling - werk in uitvoering. Niet alleen in Den Haag maar ook in talloze gemeenten waarin we deelnemen aan het college. De maatschappelijke discussie is gekeerd, de bakens zijn verzet. De zorg voor ouderen, het omzien naar elkaar staat meer dan ooit op de kaart van Nederland. En terecht! En zo hebben we mede het verschil kunnen maken en daar ben ik zo dankbaar voor.

U merkt het, we zitten er dus wel bij als er cruciale beslissingen vallen. En dat is in Den Haag met Carola, Arie, Paul, Joël, Carla, Eppo en Stieneke, stuk voor stuk voor mensen waar ik gewoon - sorry, mam - waar ik gewoon ongelofelijk trots op ben! En ik ben dankbaar voor jullie allemaal. Voor jullie meedenken, jullie input, feedback, meeleven, meebidden. Gisteravond, zomaar een passerende man in de trein: ik wil u Gods zegen toewensen. Ik wil hem, ik wil jullie zeggen: dankjewel!

Tegelijk weet ik dat onze deelname aan de coalitie niet alleen maar een feest is voor ons. Ik weet dat we soms ook veel van jullie incasseringsvermogen vragen.

Als je een regeerakkoord sluit, dan zit daar soms óók een bittere pil in.En zolang ik dat in abstracte termen beschrijf, snapt iedereen me. Als jemet vier hele verschillende partijen regeert, als je soms hele andereidealen hebt dan je coalitievrienden, dan moet je geven en nemen. Helder. Prima.

Totdat je weet dat je niet iedereen altijd kunt helpen die je wel zou willen helpen. Totdat je de mensen om wie het gaat in de ogen moet kijken…

Dat hebben Joël en ik vorig jaar na het afsluiten van het regeerakkoord gedaan. In dat regeerakkoord hebben we een schikking getroffen. Het kinderpardon werd niet afgeschaft, zoals een meerderheid in de Kamer wil. Maar ook niet uitgebreid zoals wij en een minderheid in de Kamer willen.

Joël en ik zijn toen naar Leiden gegaan en zijn aangeschoven aan een tafel met zo’n 15 kinderen. En die kinderen hopen gebruik te kunnen maken van dat kinderpardon. Kinderen uit Armenië, Irak, Afghanistan. We hebben hen toen, een jaar geleden, moeten vertellen dat we ons sterk hebben gemaakt voor verruiming, maar dat het niet is gelukt. Dat was een moeilijk bezoek. Maar we moesten het doen. Omdat de onzekerheid waarin zij zich bevinden natuurlijk nog veel moeilijker is.

Het kinderpardon heeft deze weken opnieuw een gezicht gekregen. Nu gaat het om Hayarpi en haar zus, broertje en ouders. Vanmiddag stemmen we over een motie, mede door haar ingediend. En als ik die lees, dan zie ik daar de hartenklop van onze partij. En het is ook de hartenklop van onze fractie. Van Joël. Wat de uitslag van de stemming vanmiddag ook wordt, ik hoop dat u één ding van me aanneemt: namelijk dat we altijd zullen blijven doen wat we kunnen om ons hart te laten spreken en dat we altijd een stap zullen zetten als we een stap kunnen zetten.

Deze week hebben we als ChristenUnie, samen met CDA en D66 en veel oppositiepartijen een motie ingediend die vasthoudt aan de discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris. De VVD wil daar vanaf, maar wij willen dat er, in schrijnende situaties en ook als iemand uitgeprocedeerd is, ruimte blijft voor barmhartigheid. En die motie gaat aangenomen worden.

De motie vraagt ook om die schrijnende omstandigheden voor onder andere kinderen eerder en zwaarder te laten meewegen. Daarmee hebben we weer een stap in de goede richting kunnen zetten.

Voor en achter de schermen zullen we ook hierin blijven doen wat we kunnen. Maar ook in het besef dat wat we kúnnen, nooit genoeg zal zijn. Dat wat we wíllen, wat ons ideaal is, niet binnen handbereik is. Dat we soms genoegen moeten nemen met wat nu het maximaal haalbare is.

Ik weet ook dat er mensen in onze partij zijn die zeggen: trek hier maar een streep. Hier kun je geen compromis over sluiten. En ik snap dat gevoel. Soms trekt het me ook best weleens aan, zo’n verantwoordelijkheidsvakantie. Totdat je er achter komt dat die niet bestaat.

Want het is waar dat wij verantwoordelijk zijn voor de compromissen die we sluiten. Voor dat wat we nog niet kunnen bereiken. Het is waar dat we verantwoordelijk zijn voor de kleine stappen in de goede richting die nog lang geen grote stappen zijn. Ja, daar zijn wij verantwoordelijk voor. Maar als wij doelbewust langs de zijlijn gaan staan, zijn we ook verantwoordelijk voor wat er vervolgens zonder ons gebeurt. Dan moeten ons ook verantwoorden voor de gevolgen daarvan. Als er cruciale beslissingen worden genomen en je wilt er niet bij zijn, je kiest ervoor om weg te lopen, dan ben je verantwoordelijk voor wat er dan gebeurt vanwege jouw afwezigheid. Vanwege jouw weglopen.

Laat ik het concreet maken. Het is ons gelukt om veel meer geld uit te trekken voor humane opvang van vluchtelingen en voor een regeling voor Bed, Bad en Brood, waar het vorige kabinet nog bijna over viel. En het is nog niet gelukt het kinderpardon te verruimen. Voor beide zijn we verantwoordelijk. Maar als we weglopen en het vluchtelingenbeleid wordt minder humaan en het kinderpardon wordt afgeschaft, dan kun je niet zeggen: ‘maar ik heb schone handen’.

Je bent verantwoordelijk als je iets doet. Maar je bent ook verantwoordelijk als je niets doet. Soms is niets doen veel slechter dan iets doen. In de politiek is kun je nooit op verantwoordelijkheidsvakantie. Zo kunnen we niet anders dan politiek bedrijven als verantwoordelijke mensen, met hart en ziel, bij een open bijbel, middenin de samenleving en middenin het hart van Den Haag.

Ook nu weer: op hoop van zegen!

Beste vrienden, terwijl we in het kabinet zitten en hard werken aan de uitvoering van het regeerakkoord weten we dat onze idealen veel verder reiken dan dat van het regeerakkoord. Terwijl we dag in dag uit knokken voor onze idealen, moeten we die idealen ook steeds herijken en vernieuwen. Steeds moeten we ons afvragen wie de mensen en groepen zijn voor wie we moeten opkomen. En dat doen we.

Tijdens ons vorige congres heb ik aangegeven dat we moeten werken aan een alternatief voor het rauwe kapitalisme, voor wat we ook wel neoliberalisme noemen. Waarin het primair gaat om winst, om de korte termijn en om het individu. Ik heb daar ons christelijk-sociale alternatief tegenover geplaatst. Daarin gaat om zorg voor elkaar, om een gehechte samenleving, ruimte voor geloof, zorg voor de schepping.

Dat alternatief brengen we op cruciale momenten in. De discussie over Voltooid Leven twee jaar geleden was zo’n cruciaal moment. En Waardig Ouder Worden was zo’n alternatief

Nu is het weer een moment voor een alternatief. Maar nu voor jongeren. De jongeren van nu zijn de eerste generatie jongeren sinds de Tweede Wereldoorlog die het minder heeft dan hun ouders.

Het is de generatie die meer dan ooit studieschulden opbouwt. Minder dan de vorige generatie kans heeft op een vaste baan, een betaalbaar huis.

Het is een generatie waarvan veel jongeren vermoeid en belast zijn. Onder andere een Hogeschool en een verzekeraar hebben onderzoek gedaan naar burn-out en stress. En ze komen met percentages van tussen de 20 en 25% van jongeren voor wie het soms teveel is. Dat is een enorm hoog percentage. En de wachtlijsten bij Jeugdzorg vertellen ook een heel zorgelijk verhaal.

De afgelopen maanden en weken heb ik veel ontmoetingen gehad waarin het hierover ging. Met jongeren, studenten, hun ouders, docenten. Een student in Maastricht die me vertelde over prestatiedruk en hoe er maar iets hoeft te gebeuren of een medestudent valt om, loopt vast. Gisteravond in Assen, een jongen met tranen in z’n ogen. ‘dat van de Volkskrant, dat ging over mij.’ Ik heb het er met m’n eigen dochters over gehad over hun dilemma’s en die van hun leeftijdsgenoten. En ik ben onder de indruk hoe kwetsbaar jongeren soms zijn.

Ze zijn opgevoed met het sprookje dat als jij maar in jezelf investeert, risico neemt, kansen pakt, het leven alleen maar geweldig is. En zolang het goed gaat, is het leven ook mooi. Nederlandse jongeren behoren tot gelukkigste van de wereld. Maar niet alle jongeren. En niet altijd. En als je ziet dat iedereen om je heen op Instagram en snapchat blij en gelukkig is, dan voel je jezelf alleen maar ongelukkiger. Het is een soms overbelaste generatie.

Dit is het moment om voor hen op te komen. En dat is wat ik wil.

Jongeren moeten niet moedeloos worden, maar hoop hebben!

Jongeren moeten niet opzien tegen de toekomst, maar geloven dat het mooiste nog moet komen! Jongeren moeten niet volgehangen worden met schulden, maar kansen krijgen. Op de arbeidsmarkt, de woningmarkt. We hebben nu ruim drie jaar het leenstelsel voor studenten. En het is nog ruim twee jaar voor de nieuwe verkiezingen. Als het aan mij ligt, heeft het leenstelsel zijn langste tijd gehad. We gaan praten met jongeren, samen nadenken over oplossingen, een alliantie bouwen, een manifest schrijven, een politieke alliantie bouwen en ons er sterk voor maken dat het even succesvol wordt als Waardig Ouder Worden

Jongeren zijn de toekomst. En als wij er de schouders onder gaan zetten, dan krijgen zo ook weer toekomst. Daar gaan wij ons sterk voor maken! En wat zou het mooi zijn als de Polder zich ook sterk gaat maken voor jongeren én ouderen. Bonden en werkgevers hebben acht jaar, ik herhaal, acht jaar gepraat over hervorming van het pensioenstelsel. Ze waren er eigenlijk uit. Het kabinet was bereid om zeven miljard uit te trekken om dat mogelijk te maken. En toch is deze week is het Polderoverleg mislukt.

Wat op het spel staat is een pensioen voor ouderen dat zijn waarde behoudt. Is de mogelijkheid voor ouderen om eerder te kunnen stoppen met werken.

Wat op het spel staat is voor jongeren überhaupt het uitzicht op een pensioen. Is solidariteit tussen rijk en arm, en jong en oud.

Wat op het spel staat, is de Polder zelf. Mannen en vrouwen die de moed hebben om het hoogst haalbare wel te bereiken in plaats van ‘nee’ te zeggen en weg te lopen.

Ik weet niet precies wat er in de CAO voor vakbondsleiders en werkgevers staat, maar in ieder geval niet dat ze recht hebben op een verantwoordelijkheidsvakantie!

Ik ben aan het begin van m’n speech voor allerlei mensen dankbaar geweest. Ik voeg daar iemand aan toe. Peter van Dalen. Peter, ik ben blij dat je komend voorjaar weer de kar in Europa gaat trekken. Ik wil je ook danken voor je inzet voor Asia Bibi en je gastvrijheid voor haar advocaat, de heer Malook.

  • - 
    Dankwoord aan Malook -

Terug naar Peter en terug naar Europa. Want ook daar komt het erop aan om neoliberale marktkrachten te beteugelen. Om van Europa geen politiek prestigeproject te maken, maar om Europa dienstbaar aan mensen te maken.

Geen eurozonebudget, geen minister van Financiën, geen opmaat naar een Verenigde Staten van Europa. Maar wel een duurzaam Europa waarin de lidstaten afspreken hun schadelijke CO2-uitstoot vergaand te reduceren. Een sociaal Europa. Een EU die Microsoft en Google beteugelt. Die minimumtarieven afspreekt voor de winstbelasting en dividendbelasting van lidstaten. Zodat we niet langer meer gaan concurreren met steeds lagere belastingen voor steeds rijkere grote ondernemingen. Een Europa dat zich sterk maakt voor godsdienstvrijheid. Voor mensenrechten, wereldwijd.

En dat is het Europa waar jij, Peter, en wij met jou ons sterk voor gaan maken.

Beste mensen, hier sta ik en daar zit u, En hier zijn wij. Als hoopvolle realisten. Als mensen die geloof een stem willen geven. Beschikbaar om een zegen te zijn.

Voor een humaan vluchtelingenbeleid

Voor een beleid dat jongeren weer hoop en perspectief geeft.

Voor een Europa dat dienstbaar is aan mensen.

Zo gaan we weer verder.

Op hoop van zegen!