Weeklog: Redelijke janboel bij steun EU aan vluchtelingen in Turkije

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op zondag 18 november 2018.

De Europese Rekenkamer brengt het altijd netjes, maar als je het deze week verschenen speciale verslag goed leest, zie je dat de 3 miljard euro aan steun voor vluchtelingen in Turkije slecht was georganiseerd. De nadruk lag vooral op het afsluiten van contracten om het geld weg te zetten. Maar een duidelijke visie over waar de noden het hoogst waren, en of de door de Turkse autoriteiten berekende overhead reëel was, ontbrak. Je krijgt de indruk dat het belangrijkste doel van Frans Timmermans en zijn collega’s was om te laten zien dat de EU echt werk maakte van de financiële steun en dat de relatie met Turkije daarbij belangrijker was dan het helpen van de vluchtelingen. Ondertussen eist de Turkse president Erdogan alweer meer geld. Met de Rekenkamer zeg ik: eerst maar eens de boeken op orde krijgen. We hebben geen behoefte aan een bodemloze put.

Een paar voorbeelden. Zo werd er 1 miljard besteed aan directe financiële bijstand aan vluchtelingen die buiten de kampen leven. Controles werden bemoeilijkt omdat de EU van tevoren geen idee had wie nu voor die financiële bijstand voor voedsel en huisvesting in aanmerking zouden komen. Bovendien liep de hulp over zoveel schijven dat er veel geld aan de strijkstok bleef hangen. Een plaatselijke uitvoerende partner kreeg €8,9 miljoen voor assistentie bij financiële overschrijvingen die het helemaal niet hoefde te geven want die gingen direct, buiten de organisatie om. Een andere organisatie rekende gewoon 7% aan indirecte kosten, zonder specificatie. De Rekenkamer wilde graag zien hoeveel vluchtelingen nu echt bijstand ontvangen hebben, maar raakte verstrikt in een web van instanties. Niemand bij de Europese Commissie weet dus precies welke vluchtelingen er geholpen zijn.

De Europese Commissie had ook last van alle ambtelijke zuiveringen die Erdogan heeft doorgevoerd: veel projecten werden vertraagd of helemaal niet uitgevoerd omdat de ambtenaren die erbij betrokken waren, werden ontslagen en vervangen. En NGOs op hun beurt hadden last van beperkingen die Turkije aan maatschappelijke organisaties oplegt. Kortom: het is lastig zaken doen en daarbij draagt de Turkse regering zelf de grootste verantwoordelijkheid. Erdogan kan dan ook beter een toontje lager zingen dan hij onlangs in de Algemene Vergadering van de VN deed, waar hij brieste dat de EU met veel meer geld over de brug moet komen. We zijn gekke Henkie niet. Dat zegt de Rekenkamer eigenlijk ook, alleen wat netter.