Weeklog: Herdenken en vooruit kijken

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op zondag 11 november 2018.

Veel aandacht was er vandaag bij de staatshoofden voor de herdenking van het einde van de Eerste Wereldoorlog. Dat is mooi, want iedere oorlog was en is er één teveel. Maar de Franse president Macron maakte er gelijk een start van de campagne voor de Europese verkiezingen van. Hij bekende kleur en treedt toe tot de liberale ‘familie’ waarvan de VVD’er Hans van Baalen de voorzitter is. Ze vinden zichzelf daarbij het eurofiele ‘midden’. En de verkiezingen gaan volgens hen voor of tegen Europese samenwerking. Allemaal rookgordijnen: de echte keuze is tussen nog meer neoliberaal roofkapitalisme of een rechtvaardige samenleving waarin niet Shell en Unilever maar de werknemers, de ZZP’ers en het kleinbedrijf het voor het zeggen hebben. Tussen alles wat rechts is, inclusief Macron, en partijen als de SP dus. Tijd om de rookmachines onklaar te maken, tijd voor rechtvaardigheid.

Nee, echt cynisch ben ik niet over de herdenkingen die de afgelopen dagen gehouden zijn. Nog dit jaar was ik in Noord-Frankrijk en passeerde daarbij een van de vele monumenten ter nagedachtenis van de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. We moeten erbij stilstaan, net als bij de slachtoffers van al die andere oorlogen die sindsdien gevoerd zijn en waar het Westen eerder geregeerd leek door de wapen- of olie-industrie dan door de hunkering naar vrede. Ik noem maar Irak. Juist dat maakt Macron zo ongeloofwaardig: juist hij is voorstander van een sterke, Europese defensie. Tot nu toe vooral bij aankoop van en onderzoek naar nieuwe wapensystemen. En het is dezelfde Macron die tot nu toe weigert de wapenexporten naar Saoedi-Arabië te staken, terwijl die wapens direct ingezet worden in de mensonterende aanvallen in Jemen. De Franse wapendeals waren voor hem belangrijker dan de Jemenitische slachtoffers.

De herdenking werd verder ontluisterd doordat de woorden van Macron precies pasten in het voorlichtingsmodel dat de Europese ‘bubble’ voor ogen staat: waar de kritische burger ontvankelijk is voor anti-EU sentiment, moeten we niet met rationele verhalen komen, maar inspelen op de emoties. Dus: wie tegen de huidige EU is, is een nationalist en voorstander van oorlogen. Wie voor de huidige EU is, erkent het belang van vrede. Merkel, die deze week in Straatsburg zal spreken, zal wel met een soortgelijk verhaal komen. Links in Europa moet niet in deze val trappen: ook wij kennen emoties, maar dan over de manier waarop mensen overal in de EU worden uitgebuit via begrotings- en marktfetisjisme. De partijleiders van Links die deze week in Brussel bijeen waren, riepen, elk op eigen wijze op tot verzet. Tegen het neoliberalisme, tegen het markt denken en vóór een sterke publieke sector met goede zorg, goed onderwijs en een goed uitgeruste politie. De Europese verkiezingen volgend jaar moeten vooral daarover gaan: laten we toe dat de multinationals, met steun van mensen als Macron, de lakens blijven uitdelen in Brussel of pakken we de macht terug?