De dividendbelasting blijft, reden tot tevredenheid

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gert-Jan) Segers i, gepubliceerd op dinsdag 16 oktober 2018, 22:53.

Zoals de orkaan, die afgelopen weekend Portugal teisterde, de oorzaak is van het prachtige weer hier; zo is het teleurstellende besluit van Unilever om vooralsnog hun hoofdkantoor niet van Londen naar Rotterdam te verplaatsen de oorzaak van iets goeds. De dividendbelasting wordt niet afgeschaft en er is een goed alternatief voor in de plaats gekomen dat zich richt op werk en Nederlandse ondernemers en daar ben ik tevreden mee.

Dit kabinet investeerde al fors in de publieke sector. Oplopend tot 6,5 miljard in 2021. Dit kabinet verlichtte de lasten reeds fors voor de burgers van ons land, namelijk met meer dan 5 miljard in 2021. En gezinnen kunnen nog eens 1 miljard extra tegemoet zien via de diverse kindregelingen. Alleen het bedrijfsleven kwam er bij dit kabinet bekaaid van af. Voor de bedrijven gingen de lasten zelfs licht omhoog, zo is in de doorrekening van het regeerakkoord te lezen. En inclusief het basispad (dat wat er zou gebeuren zonder nieuw beleid) zag het er zelfs nog slechter uit. Niet dat we medelijden hoeven te hebben met het bedrijfsleven. Immers, hun aandeel in de belastingopbrengsten is in de achterliggende decennia in de hele westerse wereld gedaald, terwijl de winsten toenamen. De afgelopen jaren echter, en ook de komende jaren, stegen en stijgen de lasten voor bedrijven weer minstens zo hard, zo niet harder, dan voor burgers.

Met het pakket dat deze week werd gepresenteerd ter vervanging van de afschaffing van de dividendbelasting, brengt het kabinet meer balans aan tussen de publieke sector, burgers en bedrijven ten opzichte van het regeerakkoord. De dividendbelasting blijft in stand en in plaats daarvan verlaagt het kabinet de winstbelasting voor kleine en grote bedrijven, de werkgeverslasten en bevordert het innovatie en het verzacht voor bedrijven pijnlijke maatregelen uit het regeerakkoord.

Vooral de goede maatregelen voor het MKB kunnen de ChristenUnie bekoren. Denk aan de verlaging van de winstbelasting, ook in de eerste schijf, wat belangrijk is voor het MKB. Aan de impuls voor innovatie via de WBSO (een regeling waarmee we innovatie en onderzoek bevorderen). Of anders gezegd: "Om investeringen in R&D los te trekken", zoals zelfs collega Klaver in september in het televisieprogramma Buitenhof bepleitte.

De verlaging van de werkgeverslasten spreken mijn fractie misschien nog wel het meest aan. Als één maatregel goed is voor zowel werkgevers en werknemers, is het wel deze.

En er is nog iets. De ChristenUnie vindt het verstandig dat het kabinet de gelegenheid te baat heeft genomen een dreigende tegenvaller bij de CO2-minimumprijs nu vast grotendeels op te lossen. Daarmee voorkomen we dat later andere belastingen moeten worden verhoogd om dit gat te dichten. Nu kon dat pijnloos gebeuren.

Ruim een jaar heeft de afschaffing van de dividendbelasting het politieke debat beheerst en de gemoederen verhit. Dat overschaduwde de vele investeringen van het kabinet in onderwijs en zorg, in veiligheid en defensie; de vele goede maatregelen voor gezinnen met gewone inkomens, die ze het komende jaar gaan merken in hun portemonnee. Tegelijk heb ik er alle vertrouwen in dat mijn collega's weer nieuwe mogelijkheden zien voor debat over het vernieuwde kabinetsbeleid. In het debat over het niet doorgaan van de afschaffing van de dividendbelasting hebben we daar al een voorproefje van mogen smaken. Dat debat ga ik graag en met vertrouwen aan. In de wetenschap dat het bijgestelde regeerakkoord, zonder afschaffing van de dividendbelasting, beter uitgebalanceerd is dan het origineel.