Mijn bijdrage aan de Algemene Politieke Beschouwingen 2018

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gert-Jan) Segers i, gepubliceerd op woensdag 19 september 2018, 20:42.

Prinsjesdag was een zonnige dag. En het kabinet had een mooie boodschap: de werkloosheid neemt af, zo’n 96% van de Nederlanders gaat erop vooruit en voor een gemiddeld gezin betekent dat zo’n 500 euro per jaar extra. Na de grootste economische crisis van na de Tweede Wereldoorlog is dat goed nieuws.

Dankbaarheid

De cijfers zien er zelfs nog beter uit dan eerste voorspellingen van voor de zomer. Het kabinet heeft er nog een schepje bovenop kunnen doen voor de lage inkomens. Dat is goed werk waar ik het kabinet voor dank.

Huishoudens met maar één inkomen, de zogenaamde eenverdieners die als geen andere groep de afgelopen jaren hun koopkracht hebben zien dalen, maken nu eindelijk een eerste inhaalslag. En ook dat is goed nieuws.

Ook gepensioneerden zien gemiddeld genomen hun koopkracht weer stijgen. En juist voor een groep waar daar soms grote zorgen over zijn, is dat opnieuw goed nieuws.

Mdv, het economisch herstel heeft vele vaders. Als coalitiepartij en als lid van de voormalige constructieve drie tel ik uiteraard m’n zegeningen. Maar een partij die hier ook met ere genoemd moet worden is de PvdA. Het is deze partij die vijf jaar lang de verantwoordelijkheid voor het overwinnen van de economische crisis heeft gevoeld. En het is de PvdA die die verantwoordelijkheid ook heeft genomen.

Bij alle verschillen van opvattingen die er zijn en blijven, past ook gewoon de erkenning daarvan. Dank.

Economie draait goed, maar het gaat om de samenleving

Maar voorzitter. Het gaat goed met de economie, maar gaat het ook goed met ons land? Hoe mooi ook, geld en inkomen zijn geen doel op zichzelf. Het zijn middelen voor een goed leven. Goed samenleven.

Onlangs heb ik een dag doorgebracht met Henk Willem van Dorp, de eigenaar van een groot installatiebedrijf, dat hij ooit zelf startte en dat uitgroeide tot een prachtig bedrijf met meer dan 1200 werknemers.

Ook zijn bedrijf profiteert nu volop van de economische groei. Het schrijft mooie zwarte cijfers. Maar wat hem werkelijk drijft is de zorg voor de schepping, de omslag naar duurzame energie, de verduurzaming van huizen.

En hij bestuurt zijn bedrijf op een sociale manier door winstdeling onder zijn werknemers. Door een deel van de winst te besteden aan goede doelen. En door te streven naar een vast percentage aan werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Niet winst is heilig - het is nodig, dat zeker, maar niet heilig - maar de zorg voor mensen en de schepping, die is voor hem heilig.

Wat geldt voor Van Dorp Installaties, geldt voor ons land. Moet ook gelden voor dit kabinet.

Het is dit kabinet dat zich heeft voorgenomen om kloven te overbruggen en tegenstellingen kleiner te maken. En het is deze missie waar ik het kabinet steeds aan zal blijven herinneren. En dat is gezien de sociale staat van Nederland nodig.

Ook dit jaar heeft het Sociaal Cultureel Planbureau van Kim Putters weer die Sociale Staat van Nederland geschetst. Ook dat lijkt soms verdacht veel op een zonnige Prinsjesdag. Want we hebben een hoge kwaliteit van leven. Het opleidingsniveau stijgt. Het aantal slachtoffers van criminaliteit daalt. De meeste Nederlanders voelen zich gezond. De levensverwachting stijgt.

Ondertussen investeert het kabinet zo’n zes miljard in onderwijs, in zorg, in veiligheid, in het openbaar bestuur. Er zijn goede CAO’s afgesloten, er wordt een miljard per jaar extra in gezinnen geïnvesteerd. Allemaal nodig en goed.

En toch. Het gaat goed met de economie, maar gaat het ook goed met onze samenleving? We kunnen reële zorgen van mensen niet afdoen met een beroep op de miljarden die dit kabinet investeert in de samenleving. En de zorgen zijn ook niet weg als je er nog een schep van twee miljard bovenop wil doen.

Want wat we zien is dat onze samenleving steeds verder verdeeld raakt. Dat de onderlinge verschillen steeds hardnekkiger worden. En dat de zorgen over onze omgangsvormen toenemen.

Het SCP constateert dat we steeds meer van elkaar verschillen, vanwege onze opleiding, culturele achtergrond en leeftijd. De bakfiets-ouders kennen de inmiddels befaamde Henk en Ingrid niet meer. En andersom.

De Saab-rijder met spencer heeft geen idee van de leefwereld van de Marokkaans-Nederlandse kickbokser. En andersom.

En de gestreste en hardwerkende ouders van drie drukke tieners hebben een totaal ander leven dan de oudere die zich geregeld eenzaam voelt.

Misschien moet ik eraan toevoegen dat een gemiddelde aartsbisschop en een bevriende liberale fractieleider ook weinig meer van elkaar begrijpen.

And never the twain shall meet.

Alleen als Friese jongeren de weg blokkeren voor anti-zwarte-piet-activisten. Dan ontmoeten hele verschillende mensen elkaar voor de duur van een middag. Maar tot een goed gesprek kwam het destijds niet.

Wat er in een tribale samenleving op het spel staat, is de samenleving zelf. De bereidheid om van elkaar te leren, voor elkaar te zorgen, de wil om een klein beetje rekening met elkaar te houden, om de ander zijn vrijheid, zijn geloof, zijn twijfel en ongeloof te gunnen.

Kerkplein en sportveld

Toen columnist Bas Heijne het evangelie moest samenvatten en hij het ‘heb uw vijanden lief’ voor seculiere mensen wilde vertalen, kwam het voor hem samen in de oproep: kom uit je bubbel!

Er zijn in ieder geval twee plekken waar we in onze samenleving uit onze bubbel komen en hele verschillende mensen elkaar wel tegenkomen. Arm en rijk, hoog- en laagopgeleid, werkgever en werknemer, autochtoon en Nederlanders met een migratieachtergrond.

De eerste plek is het kerkplein. En -zeg ik maar even omwille van het begrip binnen de coalitie- noem ik snel ook de tweede plek: het sportveld. Of zo u wilt, sportkantine.

Als de samenleving ons lief is, dan koesteren we onze kerkpleinen en sportvelden en geven we ruimte aan religie en sport.

Gelukkig kunnen we nog meer doen dan het koesteren van kerkplein en sportveld.

De start van de Maatschappelijke Diensttijd deze week is zeer hoopvol. Het is een prachtig middel om jongeren uit hun bubbel te halen en mooie ervaringen te laten opdoen in de zorg voor anderen. Zorg voor ouderen, voor de natuur, voor de sportvereniging.

15.000 jongeren gaan nu van start en dat gaan er nog veel meer worden.

Mijn vraag aan de MP is hoe we dit belangrijke project verder vaart gaan geven. Hoe zorgen we er praktisch voor dat - om de Koning te citeren - we niet alleen maar naast elkaar leven, maar veel meer met elkaar leven.

Dit kabinet maakt ook werk van Waardig ouder worden,

waarmee we de verbinding tussen generaties willen versterken. We eenzaamheid willen bestrijden en de kloof tussen jong en oud te lijf gaan. Dat soort plannen, voor herwaardering van ouderdom, voor vrijwilligersorganisaties die met ouderen werken, die het welzijn verhogen; dat soort plannen versterkt onze samenleving.

Ook de Publieke omroep is zo’n marktplein van onze tijd waar hele verschillende mensen elkaar ontmoeten.

  • Twee pijlers: externe pluriformiteit en kwalitatieve nieuwsvoorziening en opinievorming. En ik ben bezorgd hoe veilig die pijlers zijn in het huidige bestel en het huidige medialandschap
  • De publieke omroep is er misschien nog steeds voor iedereen, maar hij is steeds minder van iedereen. Wie, wanneer wat mag uitzenden moet wat mij betreft democratischer en dus met meer invloed van kijkers en groepen uit de samenleving. En waar de NPO een grote streep door bijvoorbeeld religieuze programma’s dreigde te zetten, zou ik ook hier zeggen: koester ook dit plein voor onze verschillen en voor een goed gesprek daarover.
  • En als we nieuwsvoorziening en opinievorming kwalitatief op peil willen houden in een tijd waarin feiten er steeds minder toe doen, zou het goed zijn om de Berlijnse muur tussen de publieke omroep en kranten en andere nieuwsbedrijven te beslechten.

Mijn vraag aan de MP is: op welke manier denkt het kabinet te gaan werken aan de toekomst van een pluriform en kwalitatief publiek bestel dat bestand is tegen de veranderingen in het medialandschap?

Volgens het SCP is een belangrijke factor voor het welbevinden van mensen de mate waarin zij regie hebben over hun leven. Mensen die ervaren dat ze regie over hun leven hebben geven hun leven een 8,4. Mensen met geen regie over hun leven een 6,3.

Of het nu gaat om onderwijs, zorg, je woonomgeving, je lokale bestuur; het opnieuw cruciaal dat mensen meer zeggenschap en meer eigenaarschap krijgen. Het regeerakkoord heeft daar mooie voornemens over opgeschreven, zoals ruimte voor coöperaties voor duurzame energie en het zogenaamde right to challenge waarbij een buurt een buurtcentrum kan overnemen.

Hoe staat het met de uitwerking van die plannen? Hoe kunnen we mensen meer eigenaarschap en zeggenschap geven bij publieke voorzieningen?

Toekomst voor onze jongeren

Prinsjesdag was een mooie, feestelijke dag. En toch, ondanks alle slingers die ik net heb opgehangen, zijn er ook mensen die deze dagen denken: dit gaat niet over mij.

Dit is niet mijn feestje.

Mijn leven valt buiten de puntenwolk van het koopkrachtfestijn. Ik val buiten de recent afgesloten CAO’s waarin behoorlijke loonstijgingen zijn afgesproken.

Het gaat goed met de economie, maar gaat het ook goed met onze jongeren?

Want als er één groep is die veel op hun bordje hebben, dan zijn dat de jongeren.

Twee jaar geleden schreven we als fractie samen met KBO-PCOB en MAX het manifest Waardig Ouder Worden. Ik denk dat het nu de tijd is voor het manifest Waardig Jong Zijn.

Het is voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog dat er een generatie van jongeren is die slechter af is dan hun ouders. (Dat berekende de universiteit van Tilburg onlangs en het is een pijnlijke uitkomst van die berekening.)

Jongeren van 35 jaar verdienen gemiddeld minder dan hun ouders op die leeftijd. En vooral voor de groep minstverdienende jongeren is het steeds moeilijker om van een dubbeltje een kwartje te worden.

Jongeren komen moeilijker aan een vaste baan.

Jongeren hebben meer last van schulden.

Ze kunnen minder snel een huis kopen.

Ze bouwen minder snel pensioen op. Of bouwen helemaal geen pensioen op.

Hier ligt een grote verantwoordelijkheid voor de Minister van Sociale Zaken. Die ook zeker een minister voor jongeren is.

Voor jongeren is het cruciaal dat er een houdbaar pensioenstelsel komt en dus dat er een hervorming komt, gebaseerd op solidariteit tussen jongeren en ouderen. Ik hoor van de MP graag hoe het daarmee staat.

Voor de jongeren is het ook van groot belang dat de kloof tussen flexbanen en vaste werk kleiner wordt. Dus ook op dat gebied een warme aanmoediging om de voorgenomen wetgeving ter hand te nemen.

Waar ik me grote zorgen over maak bij jongeren, zijn de steeds verder stijgende schulden die studenten aangaan. Iedere seconde stijgt de nationale studieschuld met 55 euro en als ik de studieschuldmeter van ISO moet geloven, is de totale studieschuld al meer dan 20 miljard. Dat wordt in toenemende mate een molensteen om de nek van onze jongste generatie. Wat de ChristenUnie betreft, moet dit hoog op de agenda.

Nu heeft het kabinet een ambitieuze schuldenaanpak gepresenteerd. Het perspectief van jongeren ontbreekt echter nog grotendeels in deze schuldenaanpak. Terwijl het zo belangrijk is om juist bij jongeren al te werken aan kennis over geld en het voorkomen van schulden.

Ik roep het kabinet dan ook op om bij de brede schuldenaanpak jongerenorganisaties te betrekken en specifiek studentenorganisaties. Zodat er gezamenlijk gewerkt kan worden aan preventie van problematische schulden en bewustzijn over het lenen van geld.

Voorstel van 25 miljoen

Een groep die wellicht met enige vervreemding naar het feest van Prinsjesdag heeft gekeken, zijn de jongeren die minder kansen op de arbeidsmarkt hebben dan studenten. En die ook kampen met schulden en armoede. Waarschijnlijk hebben ze zelfs helemaal niet naar Prinsjesdag gekeken, zover staat hun wereld af van de onze. Des te belangrijker dat wij wel naar hen omkijken.

We zijn een rijk land en mogen er niet in berusten dat kinderen in armoede opgroeien. Dat schulden van jongeren hun kansen om zeep helpen en dat kwetsbare jongeren geen werk kunnen vinden.

Met het oog op hen wil ik in de tweede termijn een motie indienen om 25 miljoen vrij te maken voor:

  • 1. 
    Uitvoering van het convenant ‘kinderen in armoede’ (met oa Stichting Leergeld en Nationaal Fonds Kinderhulp)
  • 2. 
    Extra geld voor vrijwilligersorganisaties zoals SchuldHulpMaatje, Humanitas en Leger des Heils die mensen uit hun schulden helpen
  • 3. 
    Baankansen kwetsbare jongeren van het Voortgezet Speciaal Onderwijs en het Praktijkonderwijs.

Juist in een tijd dat het ons economisch goed gaat en de gemiddelde koopkrachtcijfers prachtig zijn, moeten we steeds blijven kijken naar de mensen die achterblijven, naar degenen die gisteren dachten: dit gaat niet over mij. En juist aan hen wil ik denken en juist voor hen wil ik het doen.

En juist als het gaat om de toekomst van onze jongeren, hebben we het ook over de aarde die we aan hen doorgeven. Onze kinderen en kleinkinderen verdienen een schone leefomgeving en een economie die materialen niet verspilt, maar hergebruikt en de landbouw een kringlooplandbouw wordt. Ik wil de enorme rekening van klimaatverandering (ecologisch én financieel) niet doorschuiven naar volgende generaties. Met de brede ondertekening van de Klimaatwet zetten we een betekenisvolle stap richting de klimaatdoelen van Parijs. Ik heb groot vertrouwen in de innovatieve kracht van ons bedrijfsleven, maar zie uit naar de verdere invulling via het Klimaatakkoord.

Ik heb nog één zorg die ik met u wil delen:

We hebben het vandaag veel gehad over de waarden van onze samenleving. Juist daarom wil ik de premier op het hart drukken om morgen, wanneer hij naar Brussel afreist, de positie van vluchtelingen binnen Europa en dan met name op Lesbos aan de orde te stellen. Hun situatie is mensonterend, beschamend en ronduit gevaarlijk. Ik spoor de mp aan om morgen bij de Europese top zich in te zetten voor betere omstandigheden.

Ik kom tot een afronding. Aan het begin van mijn bijdrage refereerde ik aan Henk Willem van Dorp, een ondernemer voor wie winst belangrijk, maar geen doel op zich is. Een ondernemer die in zijn bedrijf kloven overbrugt. Een ondernemer voor wie de zorg voor de schepping en zorg voor mensen centraal staat.

Dát is ook wat ik dit kabinet wil voorhouden. Zeker, groei is belangrijk. Maar alleen als iedereen meetelt, als we oog hebben voor onze jongeren én onze ouderen, als we onze kerkpleinen en sportkantines koesteren en als we goed voor de schepping zorgen. Alleen dán gaat het niet alleen goed met onze economie, maar -stapje voor stapje- ook met ons land.

En bij dit belangrijke werk, wens ik het kabinet Gods zegen toe