Ik moet me eindeloos vaak verantwoorden waarom ik geen alcohol drink (column ND)

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gert-Jan) Segers i, gepubliceerd op dinsdag 31 juli 2018, 11:51.

Ik heb nog nooit een heel glas bier opgedronken en ik sta ook niet in de verleiding om daar nu opeens verandering in aan te brengen. Ik vind bier gewoon niet lekker. Qua wijn blijf ik steken op een glas of drie. Twee van die glazen dronk ik op dezelfde avond en ik herinner me nog hoe op de fiets naar huis mijn hoofd zich een heel klein beetje losmaakte van mijn nek.

Het nipje wijn dat ik aan Christus’ tafel krijg, is uiteraard van een andere orde. Dat baant zich licht brandend een weg door mijn slokdarm richting mijn hart. De impact daarvan is alleen maar groter geworden doordat mijn lichaam alcohol vreemd spul vindt.

Op zichzelf zou ik hier verder geen woorden aan vuil hoeven te maken, ware het niet dat ik me er eindeloos vaak voor moet verantwoorden.

Alcohol drinken is de norm voor studenten, voor politici, voor alle grote mensen op grote-mensen-feestjes. Alcohol zorgt voor gezelligheid en je ervaringen met alle soorten ervan zijn een zelfstandig gespreksonderwerp. Ik hoor het altijd beleefd aan, zoals ik naar een monteur luister die mij de werking van een automotor probeert uit te leggen.

Appelsap

Het is ook vrij normaal om op Twitter te melden dat je nog even een goed glas wijn gaat drinken. Als ik zou meedelen dat ik zo nog een goed glas appelsap ga drinken, zou dat raar zijn. Het niet drinken van alcohol is de uitzondering en verdient steeds weer uitleg. En dat vind ík nu weer raar. Heel raar.

Ik heb een paar levendige herinneringen aan de rampzalige gevolgen van te veel alcohol. Herinneringen aan hoogstaande mensen die zichzelf langzaam maar zeker van hun voetstuk af dronken. Aan hun gezinnen die in stilte het verdriet daarover met zich meedroegen. Aan een vrouw die in Leiden op 3 oktober haar straalbezopen man achter zich aan naar huis sleepte. Aan een collega die opnieuw betrapt was op het rijden onder invloed en zijn baan moest opgeven.

Het is ooit bij een van die momenten geweest dat ik voor een denkbeeldige steeg stond waarin ik - tussen veel vrolijk feestgedruis - een paar ontluisterende taferelen zag en besloot de steeg niet in te lopen. En ik heb er nooit spijt van gekregen.

Blauwe knoop

Erg missionair ben ik niet in dit opzicht. Mijn vrouw en familieleden zijn zeer matige gelegenheidsdrinkers en ik heb ze nog nooit proberen te bekeren tot het lidmaatschap van de blauwe knoop. Maar het feit dat ik me bij veel anderen steeds weer moet verantwoorden, irriteert me wel.

De persoonlijke en maatschappelijke schade van alcohol zijn enorm. Veel studenten ontwikkelen een drinkroutine die niets anders is dan de opmaat naar verslaving. En ze zijn er nog trots op ook. Maar voor zover je daarna met hulpverlening al van de alcohol af komt, dan nog blijf je je leven lang een verslaafde.

Hersens en levers worden door alcohol aangetast en de kans op kanker neemt als gevolg van alcohol toe. En nu de Amsterdamse ombudsman een tijdje in het centrum woont, struikelt hij over de kotsende, pissende en vechtende mensen die zich zonder alcohol heel anders hadden gedragen.

Freddy Heineken

Zaterdagavond bekeek ik de film over de ontvoering van Heineken. Daarin figureert de vader van Willem Holleeder die zich ooit als vertegenwoordiger van het biermerk gedwongen voelde om met de klanten mee te drinken en zo een lichamelijk wrak was geworden. En toen Willem bij zijn ouders opbiechtte dat hij inderdaad Freddy Heineken had ontvoerd, wees hij naar zijn vader en riep hij: ‘Ik heb het voor jou gedaan!’

Wat er ook van waar is, feit is dat alcohol een bron is van oneindig veel ellende. Elk mens in de goot is ooit begonnen met dat goede glas wijn waar we zo gezellig over doen. Alcohol is een sluipmoordenaar met een kerkhof vol slachtoffers.

Misschien moet ik op dit punt toch missionairder worden. Er zijn kerken in de wereld waar het laten staan van alcohol een vanzelfsprekend onderdeel is van het christelijke leven. Dat is een heilzamere norm dan de vanzelfsprekendheid waarmee mij steeds weer de keus tussen rode en witte wijn wordt geboden. Kap nou toch eens met die stomme alcohol van je!