Als je geest een labyrint wordt en woorden je ontvallen (column ND)

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gert-Jan) Segers i, gepubliceerd op dinsdag 19 juni 2018, 8:53.

Eerlijk gezegd had ik nog nooit van Michel Van Dousselaere gehoord en hoewel hij nog leeft, zal ik deze Vlaamse acteur ook nooit meer kunnen zien spelen. Maar na het zien van de documentaire over hem zal ik zijn wanhopig vriendelijke blik ook niet snel meer kunnen vergeten

Het is de blik van een man die het altijd van woorden moest hebben, maar ze nu aan het kwijtraken is. Als hij een lange zin begint met mooie woorden, verdwaalt hij halverwege in het labyrint van zijn vervagende geest en is hij niet meer in staat de zin af te maken. Hij lacht innemend, zoals hij dat in het theater vaak moet hebben gedaan, maar in zijn ogen zie je het verdriet van iemand die begrijpt dat hij steeds minder begrijpt.

verhalen in het verpleeghuis

Sinds enige maanden ben ik woordvoerder op het gebied van ouderenzorg en dat brengt me op vrijdagen geregeld bij lieve mensen in het verpleeghuis. Vrijdag was ik in Bennekom en daar vertelde een 89-jarige vrouw me dat ze vroeger in haar woonplaats Doorn de laatste Duitse keizer regelmatig heeft ontmoet. Het is zo’n moment waarop je even naar de verpleegkundige kijkt en pas weer doorpraat nadat die geknikt heeft, dat dit inderdaad het geval was. Ik hoorde verhalen over de oorlog, kinderen, God en kreeg vragen over het kabinet en of ik een auto met chauffeur had. Eerder was er in Rotterdam een vrouw die tijdens mijn bezoek aan haar kamer tegen een verpleegkundige fluisterde dat ‘hij er op tv toch iets knapper uitzag dan in het echt’. Kortom, leerzame ontmoetingen met mensen die er in de herfst van hun leven verrassend goed de moed in houden.

Ouderen genieten van bezoek, zijn blij met de goede zorg, maar hebben ook behoefte aan goede gesprekken over de waarde van hun leven - juist nu ze ouder en afhankelijker worden en het is gaan misten in hun geest. In een samenleving waarin je waarde lijkt af te hangen van je baan, je productie, je kennis, je leeftijd, komt bij ouderen onherroepelijk de vraag op of hun leven er nog wel toe doet. Vrome woorden die willen doen geloven dat elk mens telt, leggen het af tegen een samenleving waarin dat gewoon niet waar is. Ouderen voelen haarfijn aan wat in onze cultuur echt telt en dat dat niet zwakheid en ouderdom zijn.

In de documentaire Michel, acteur verliest de woorden bespreken zijn vriendin en hij de mogelijkheid er op een zeker moment een einde aan te maken. ‘Jij wilt toch ook niet dat dit nog erger eindigt?’ Zo ongeveer herinner ik me de beklemmende vraag van zijn vriendin. Als een echoput herhaalt Michel dan dat hij ook niet wil dat dit nog erger eindigt en het klonk allesbehalve als een weloverwogen en herhaalde wens tot euthanasie. Natuurlijk snapte ik deze vriendin en haar liefdevolle wens om Michel zijn waardigheid te laten behouden. Maar de implicatie dat een mens met een vervagende geest er op een gegeven moment maar beter niet meer kan zijn, vind ik huiveringwekkend. Want ook als je denken een labyrint wordt waarin je verdwaalt, ben je er nog en mag je er zijn.

avondmaal

Pas ben ik op de koffie geweest bij Kars Veling, de innemende en wijze oud-voorman van mijn club. Zijn vrouw is naar elders vertrokken, ook mentaal. Er wordt goed voor haar gezorgd in het verpleeghuis waar ze een plek vond, en Kars zorgt mee. ’s Avonds is hij erbij als Gerda gaat slapen en zijn aanwezigheid stelt haar gerust.

‘Ze is er gewoon nog’, zei hij me, ‘en het is nog zo vertrouwd.’ Als Gerda is gaan slapen, heeft Kars nog een lange weg te gaan naar huis. En dat een paar keer per week, als uiting van ontroerende trouw.

In het verpleeghuis wordt ook avondmaal gevierd, vertelde een hoofd van de verpleging me. ‘Eet en drink’, zegt de Heer aan zijn tafel, ‘want anders is de weg te zwaar voor je.’ Hij heeft iets wat in onze samenleving steeds schaarser wordt: eeuwige liefde en onvoorwaardelijke aanvaarding. Brood en wijn voor Gerda en Kars, voor de vrouw uit Doorn, voor die vrouw die mijn uiterlijk een beetje vond tegenvallen. Voor mij. En voor Michel, als hij dat wil.

(Deze column verscheen vandaag in het Nederlands Dagblad)