Debat over de staatsaansprakelijkheid van Rusland inzake MH17

Met dank overgenomen van J.H. (Han) ten Broeke i, gepubliceerd op donderdag 31 mei 2018.

Spreektekst Han ten Broeke (VVD)

(Alleen het gesproken woord geldt)

Voorzitter,

Met het besluit van Nederland en Australië om de staat Rusland juridisch aansprakelijk te stellen, nemen beide landen een even juist, als ook verregaand besluit, dat volstrekt logisch voortvloeit uit de tussentijdse bevindingen van het Joint Investigation Team het JIT.

Vorige week donderdag publiceerde het JIT haar zeer stevig onderbouwde tussenrapport met daarin de conclusie dat de raket die vlucht MH17 neerschoot en daarbij 298 onschuldige mensen de dood injoeg, afkomstig was van een Boek-lanceerinstallatie die eigendom is (of was) van de Russische 53ste brigade in Koersk. Eigendom van het Russische leger dus - en daarmee van de Russische staat.

En Voorzitter,

Daarmee is het wapen bekend. En op dat wapen zitten nu dus ook vingerafdrukken. Maar, - laat ik daar ook heel duidelijk zijn- daarmee is er nog geen dader. Nog niet. Maar, vier jaar na de catastrofe, sluit het net rondom potentiële daders zich wel.

Drie vragen aan de regering:

  • 1) 
    Kan de minister van Justitie & Veiligheid schetsen waarom en hoe men tot het besluit is gekomen om staatsaansprakelijkheid in te roepen? Waarom alleen Australië zich daarin heeft gevoegd?
  • 2) 
    Kan de minister van BZ aangeven welke ruimte er is voor Rusland om een daadwerkelijk proces, waarin Rusland aansprakelijk zal worden gesteld voor haar aandeel in de tragedie rondom MH17, te ontlopen? Welke vorm van medewerking aan het JIT-onderzoek, waarvan nu en afgelopen tijd onvoldoende tot geen sprake was, moet worden verleend?
  • 3) 
    Kan de regering eens op een rijtje zetten welke herhaalde verzoeken tot medewerking aan het onderzoek, waartoe alle landen en ook Rusland zijn verplicht conform VNVR-resolutie 2166, tot nu niet of gedeeltelijk zijn verleend en waarom de Russische klacht dat “haar niet om medewerking is verzocht” in haar ogen ongegrond is?

Voorzitter,

De tijd is aangebroken voor Rusland om een keuze te maken. De keuze om mee te werken aan dit onderzoek, of om mist te blijven opwerpen - met ontkenningen, alternatieve theorieën, regelrechte verzinsels of simpelweg onvolledige antwoorden op de vele rechtshulpverzoeken. Nu de Boek-raket en het lanceerplatform Boek-Telar door het JIT worden gelinked aan het Russische leger is het tijd voor Rusland om uit te leggen:

  • 1) 
    Waarom zij die informatie niet reeds hebben verschaft, nadat dit vele malen was verzocht door het JIT en zij zichzelf daartoe al lang hadden verplicht vanwege VNVR-resolutie 2166, en
  • 2) 
    Waarom, herhaalde verzoeken tot juridische medewerking zijn genegeerd of afgewezen en, ten slotte,
  • 3) 
    Of men bereid is dat nu wel te gaan doen.

Voorzitter,

Wij - en helaas ook de nabestaanden - hebben allemaal van dichtbij kunnen zien hoe de Russische Federatie al jaren probeert elke vorm van verantwoordelijkheid te ontlopen door mist op te werpen. In eigen land, maar ook in ons land. De zoektocht naar de waarheid wordt doelbewust vertroebeld met het wapen van de leugen, door de verspreiding van fake news en vakkundig verspreid door trollen en hun nuttige idioten. Dat maakt het proces van waarheidsvinding moeilijk, maar ook extra belangrijk. Want onze wil om de waarheid boven tafel te krijgen, is verworden tot een beproeving:

namelijk of de strijd tegen fake news nog door de waarheid kan worden gewonnen. En of het recht het onrecht van complottheorieën en mist kan weerstaan. Dat traject vergt helaas ook geduld. Het proces van waarheidsvinding moet vlekkeloos verlopen en de onderzoekers en regeringen van de getroffen landen kunnen zich geen enkele fout permitteren.

Maar het vraagt van ons - ons als parlement - ook dat we de Nederlandse regering steunen in deze stap. Lange tijd is de spreekwoordelijke “onderste steen die boven moet” - de opdracht die de minister-president zichzelf stelde - ook gebruikt om een wig te drijven tussen partijen, ook hier in de Kamer. Die strijdbijl moeten we begraven, zodat die steen kan worden opgegraven. Dat is onze opgave. Voor Nederland, voor alle nabestaanden die duidelijkheid verdienen.

Dank u wel.