Initiatiefwetsvoorstel Gelijke beloning van vrouwen en mannen

1.

Kerngegevens

Document­datum 29-03-2018
Publicatie­datum 16-05-2018
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

34 ***    Voorstel van wet van de leden Ploumen, Özütok, Jasper van

Dijk en Van Brenk tot wijziging van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen in verband met de invoer van een certificaat als bewijs dat vrouwen en mannen gelijk loon ontvangen voor arbeid van gelijke waarde (Wet gelijke beloning van vrouwen en mannen)

Nr. 2    VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het loonverschil tussen vrouwen en mannen op te heffen door het invoeren van een certificaat als bewijs dat vrouwen en mannen binnen een onderneming gelijk loon ontvangen voor arbeid van gelijke waarde dan wel, bij gebreke daarvan, voor arbeid van nagenoeg gelijke waarde;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen wordt als volgt gewijzigd:

A

De paragraafaanduiding “§ 1. Algemeen” wordt vervangen door “Hoofdstuk 1.

Algemeen”.

B

Aan artikel 1, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. 
    loon: de vergoeding door de werkgever aan de werknemer verschuldigd terzake van diens arbeid.

C

Artikel 6a komt te luiden:

Artikel 6a

  • 1. 
    Indien degene die meent dat in diens nadeel een onderscheid is of wordt gemaakt als bedoeld in deze wet, in rechte feiten aanvoert die dat onderscheid kunnen doen vermoeden, wordt vermoed dat de wederpartij in strijd met deze wet heeft gehandeld.
  • 2. 
    Indien een werknemer meent dat in diens nadeel een onderscheid in loon is of wordt gemaakt door een ondernemer als bedoeld in artikel 10, eerste lid, en die ondernemer niet in het bezit is van het certificaat, bedoeld in artikel 10, eerste lid, wordt vermoed dat die ondernemer in strijd met deze wet heeft gehandeld.

D

De paragraafaanduiding “§ 2. Gelijke beloning voor arbeid van gelijke waarde” wordt vervangen door “Hoofdstuk 2. Gelijke beloning voor arbeid van gelijke waarde”.

E

Voor artikel 7 wordt een paragraafaanduiding ingevoegd, luidende: § 1. Algemeen.

F

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

Vrouwen en mannen werkzaam voor dezelfde onderneming ontvangen gelijk loon voor arbeid van gelijke waarde dan wel, bij gebreke daarvan, voor arbeid van nagenoeg gelijke waarde. Artikel 646 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing.

G

Na artikel 9 wordt een paragraafaanduiding ingevoegd, luidende: § 2. Certificering.

H

Artikel 10 komt te luiden:

Artikel 10

  • 1. 
    Een ondernemer die een onderneming in stand houdt waarin in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn, is in het bezit van een certificaat waaruit blijkt dat is voldaan aan de voorschriften, gesteld krachtens dit hoofdstuk.
  • 2. 
    Een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen instelling beslist op de aanvraag en afgifte van het certificaat.
  • 3. 
    Het certificaat wordt afgegeven voor een periode van drie jaar en kan telkens met een periode van drie jaar worden verlengd.
  • 4. 
    Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot onder meer:
  • a. 
    de wijze waarop de aanvraag en verlenging van een certificaat wordt gedaan en de gegevens die daarbij worden overlegd;
  • b. 
    de gronden waarop de afgifte of verlenging van een certificaat kan worden geweigerd;

Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11

  • 1. 
    De certificerende instelling, bedoeld in artikel 10, tweede lid, ontwikkelt een onafhankelijk, transparant en toegankelijk toetsingskader op basis waarvan de certificering plaatsvindt.
  • 2. 
    De certificerende instelling houdt een openbaar register bij waarin melding wordt gemaakt van de verlening, weigering, schorsing en intrekking van certificaten als bedoeld in artikel 10, eerste lid.
  • 3. 
    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over het toetsingskader en het openbaar register.

J

Na artikel 11 (nieuw) worden vier paragrafen ingevoegd, luidende:

§ 3. Jaarverslag

Artikel 11a

  • 1. 
    Een ondernemer als bedoeld in artikel 10, eerste lid, verstrekt in het jaarverslag informatie over de in de onderneming bestaande verschillen in loon tussen werknemers die arbeid van gelijke waarde dan wel, bij gebreke daarvan, arbeid van nagenoeg gelijke waarde verrichten.
  • 2. 
    Indien sprake is van ongelijk loon tussen vrouwen en mannen wordt dit toegelicht in het jaarverslag. Daarbij wordt aangegeven op welke wijze de verschillen in loon ongedaan gemaakt zullen worden.

§ 4. Toezicht op de naleving

Artikel 11b

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens dit hoofdstuk zijn belast de ambtenaren van de Inspectie SZW.

Artikel 11c

  • 1. 
    Een ondernemer als bedoeld in artikel 10, eerste lid, biedt op verzoek van een werknemer inzage in het loon van andere werknemers die binnen de onderneming arbeid van gelijke waarde dan wel, bij gebreke daarvan, arbeid van nagenoeg gelijke waarde verrichten.
  • 2. 
    Iedere werknemer kan een klacht indienen bij de toezichthouder indien onverklaarbare verschillen bestaan in het loon tussen vrouwen en mannen bij de onderneming waar de werknemer werkzaam is.
  • 3. 
    Een klacht wordt niet door de toezichthouder in behandeling genomen dan nadat deze door de ondernemer is afgehandeld, dan wel nadat 2 maanden zijn verstreken en de klacht niet is afgehandeld.
  • 4. 
    De ondernemer maakt onverwijld melding van een klacht bij de betrokken ondernemingsraad of het daarmee vergelijkbare medezeggenschapsorgaan.

§ 5. Sancties

Artikel 11d

  • 1. 
    De toezichthouder is bevoegd tot het schorsen of intrekken van het certificaat, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van een ondernemer als bedoeld in artikel 10, eerste lid, die in strijd handelt met het bepaalde in artikel 7.
  • 2. 
    Indien de toezichthouder een certificaat heeft ingetrokken of geschorst, meldt hij dit bij de certificerende instelling, bedoeld in artikel 10, tweede lid.
  • 3. 
    Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de gronden waarop een certificaat kan worden geschorst of ingetrokken.

Artikel 11e

  • 1. 
    De toezichthouder is bevoegd tot het opleggen van een last onder dwangsom aan een ondernemer als bedoeld in artikel 10, eerste lid, ter handhaving van het bepaalde in de artikelen 7 en 10, eerste lid.
  • 2. 
    Indien een ondernemer langer dan zes weken in strijd handelt met het bepaalde in de artikelen 7 en 10, eerste lid, is de toezichthouder bevoegd tot het opleggen van een bestuurlijke boete.
  • 3. 
    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste het bedrag van de vijfde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.

§ 6. Politieke verantwoording

Artikel 11f

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid informeert de beide Kamers der Staten-Generaal ten minste eenmaal per jaar over:

  • a. 
    de ontwikkeling van de verschillen in loon tussen vrouwen en mannen in de afgelopen vijf jaar;
  • b. 
    de verwachting met betrekking tot de ontwikkeling van de verschillen in loon tussen vrouwen en mannen in de komende vijf jaar;
  • c. 
    het aantal overtredingen en opgelegde sancties, bedoeld in de artikelen 11d, eerste lid, en 11e, eerste en tweede lid, in de afgelopen drie jaar; en
  • d. 
    de voorgenomen maatregelen, gericht op het beperken van de verschillen in loon tussen vrouwen en mannen.

K

In artikel 12 wordt “deze paragraaf’ vervangen door “dit hoofdstuk".

De paragraafaanduiding “§ 3. Gelijke behandeling wat betreft pensioenvoorzieningen” wordt vervangen door “Hoofdstuk 3. Gelijke behandeling wat betreft pensioenvoorzieningen”.

M

De paragraafaanduiding “§ 4. Slotbepalingen” wordt vervangen door “Hoofdstuk 4. Slotbepalingen”.

N

Artikel 23 komt te luiden:

Artikel 23

De voordracht voor een krachtens deze wet vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overlegd.

ARTIKEL II

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL III

De Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen, zoals die luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, blijft gedurende twee jaar na dat tijdstip van kracht met betrekking tot ondernemingen die voor de inwerkingtreding van deze wet zijn opgericht.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL V

Deze wet wordt aangehaald als: Wet gelijke beloning vrouwen en mannen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

6

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.