Concept wetsvoorstel wijziging Mijnbouwwet

1.

Kerngegevens

Document­datum 19-06-2015
Publicatie­datum 16-05-2018
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

Wijziging van de Mijnbouwwet (versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings- en winningsvergunningen)

VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Mijnbouwwet het belang van de veiligheid te versterken, de regie te nemen op vergunningen voor de opsporing, winning en opslag en de wet op enkele ondergeschikte punten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

De Mijnbouwwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ag door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd: ah. risicobeoordeling: proces, bestaande uit vier stappen, te weten gevareninventarisatie, gevarenkarakterisatie, blootstellingschatting en risicokarakterisatie.

B

Artikel 9, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In de aanhef wordt "worden geweigerd" vervangen door: geheel of gedeeltelijk worden geweigerd.
  • 2. 
    In onderdeel b wordt "de activiteiten, waarvoor de vergunning wordt aangevraagd, te verrichten" vervangen door: de activiteiten voor opsporing of winning te verrichten, waaronder de daarbij te gebruiken techniek, hulpmiddelen of stoffen.
  • 3. 
    In onderdeel c vervalt "of".
  • 4. 
    Onder vervanging van de punt in onderdeel d door een komma worden de volgende onderdelen toegevoegd:
  • e. 
    indien bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 4.3, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening of artikel 49, tweede lid, onderdeel e, een gebied geheel of gedeeltelijk is uitgesloten van de opsporing of winning van een delfstof of aardwarmte, of
  • f. 
    indien het in de aanvraag aangeduide gebied door Onze Minister niet geschikt wordt geacht voor de in de aanvraag vermelde mijnbouwactiviteit om reden van het belang van:

1°. de veiligheid voor omwonenden,

2°. het voorkomen van ernstige schade aan gebouwen en infrastructurele werken,

3°. het planmatig gebruik of beheer van delfstoffen, aardwarmte, grondwater met het oog op de winning van drinkwater, of mogelijkheden tot opslag.

C

In artikel 10, tweede lid wordt "artikel 9, eerste lid, onderdelen a tot en met c," vervangen door: artikel 9, eerste lid, onderdelen a tot en met c, e en f,.

D

Artikel 13 komt te luiden:

Een vergunning kan onder andere beperkingen of voorschriften dan die bedoeld in artikel 11, respectievelijk de artikelen 12 en 98, worden verleend:

  • a. 
    vanwege de manier waarop de aanvrager voornemens is de activiteiten voor opsporing of winning te verrichten, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b,
  • b. 
    voor de uitvoering van de bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel e, en artikel 49, tweede lid, onder e, gestelde regels en
  • c. 
    in het geval een beperking of voorschrift wordt gerechtvaardigd door een belang als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel f.

E

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    Voor de tekst wordt de aanduiding '1.' geplaatst.
  • 2. 
    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
  • 2. 
    Burgemeester en wethouders van de gemeenten en het dagelijks bestuur van de waterschappen van het gebied waarop de aanvraag betrekking heeft, worden bij het advies betrokken.

F

Artikel 17, tweede lid, komt te luiden:

Onze Minister kan de termijn, waarbinnen hij op een aanvraag beslist, verlengen met ten hoogste:

  • a. 
    zes maanden,
  • b. 
    een jaar en nogmaals met een jaar, indien de aanvraag betrekking heeft op een gebied, waarvoor een aanvang voor de vaststelling van een structuurvisie is gemaakt als bedoeld in artikel 2.3, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, of
  • c. 
    een jaar en nogmaals met een jaar, om reden van de vaststelling van nationaal ruimtelijk beleid bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 4.3, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening.

G

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In het eerste lid wordt "slechts op aanvraag van de houder wijzigen" vervangen door: wijzigen:
  • a. 
    op aanvraag van de houder van de vergunning,
  • b. 
    vanwege de manier waarop de aanvrager voornemens is de activiteiten voor opsporing of winning te verrichten, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b,
  • c. 
    indien een gebied is aangewezen bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel e, of artikel 49, tweede lid, onderdeel e,
  • d. 
    indien een gebied niet geschikt wordt geacht om reden van een belang als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel f.
  • 2. 
    In het vierde lid wordt "artikel 11, derde en vierde lid" vervangen door: bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel e, of artikel 49, tweede lid, onderdeel e, gestelde regels en artikel 11, derde en vierde lid.

H

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
  • a. 
    In de aanhef wordt "intrekken" vervangen door: geheel of gedeeltelijk intrekken.
  • b. 
    In onderdeel d vervalt "of".
  • c. 
    Onder vervanging van de punt in onderdeel e door een komma worden onderdelen toegevoegd, luidende:
  • f. 
    vanwege de manier waarop de aanvrager voornemens is de activiteiten voor opsporing of winning te verrichten, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b,
  • g. 
    indien een gebied is aangewezen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel e, of
  • h. 
    indien een gebied niet geschikt wordt geacht om reden van een belang als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel f.
  • 2. 
    In het tweede lid wordt "intrekking" vervangen door: geheel of gedeeltelijke intrekking.
  • 3. 
    Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
  • a. 
    Het woord "intrekken" wordt vervangen door: geheel of gedeeltelijk intrekken.
  • b. 
    Het woord "intrekking" vervangen door: geheel of gedeeltelijke intrekking.
  • 4. 
    In het zesde lid wordt "intrekking" vervangen door: geheel of gedeeltelijke intrekking.

Artikel 27, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In de aanhef wordt "worden geweigerd" vervangen door: geheel of gedeeltelijk worden geweigerd.
  • 2. 
    In onderdeel b wordt "de activiteiten, waarvoor de vergunning wordt aangevraagd, te verrichten" vervangen door: de activiteiten voor opslag van stoffen te verrichten, waaronder de daarbij te gebruiken techniek, hulpmiddelen of stoffen.
  • 3. 
    In onderdeel d wordt "veiligheid" vervangen door: veiligheid, waaronder de veiligheid voor omwonenden en het voorkomen van ernstige schade aan gebouwen en infrastructurele werken.
  • 4. 
    Onderdeel f komt te luiden:
  • d. 
    in het belang van een planmatig gebruik of beheer van delfstoffen, aardwarmte, grondwater met het oog op de winning van drinkwater, of mogelijkheden tot opslag,.
  • 5. 
    In onderdeel h vervalt "of".
  • 6. 
    In onderdeel i wordt de punt aan het slot vervangen door ", of" en wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
  • j. 
    voor de uitvoering van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel e, of artikel 49, tweede lid, onderdeel e.

J

In artikel 29, tweede lid, wordt "gerechtvaardigd door het belang van de veiligheid, de landsverdediging of een planmatig beheer van voorkomens van delfstoffen of aardwarmte" vervangen door: gerechtvaardigd door:

  • a. 
    de manier waarop de aanvrager voornemens is de activiteiten voor opslag van stoffen te verrichten, bedoeld in artikel 27, eerste lid, onderdeel b,
  • b. 
    een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel

e,    of artikel 49, tweede lid, onderdeel e,

  • c. 
    het belang van de veiligheid, de landsverdediging of een planmatig gebruik of beheer van delfstoffen, aardwarmte, grondwater met het oog op de winning van drinkwater, of mogelijkheden tot opslag.

K

In artikel 30 wordt "bedoelde belangen" vervangen door: genoemde gronden.

L

Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    Het vierde lid, derde volzin, vervalt.
  • 2. 
    Onder vernummering van het vijfde lid tot zevende lid worden een leden ingevoegd, luidende:
  • 5. 
    Gedeputeerde staten van de provincie en burgemeester en wethouders van de gemeenten van het gebied waarop het winningsplan betrekking heeft, worden in de gelegenheid gesteld binnen een door Onze Minister te stellen redelijke termijn advies uit te brengen over het ingediende winningsplan.
  • 6. 
    Gedeputeerde staten van de provincie betrekken het dagelijks bestuur van de waterschappen bij het advies met het oog op waterkwaliteit, waterkwantiteit en infrastructurele werken.

M

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 35, eerste lid, onderdeel f, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • g. 
    de risico's voor omwonenden, gebouwen en infrastructurele werken met een beoordeling van deze risico's.

N

Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
  • a. 
    om reden van een belang als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel f.
  • 2. 
    Het derde lid, tweede volzin vervalt.

O

Artikel 49, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In onderdeel a wordt "planmatig beheer" vervangen door "planmatig gebruik of beheer" en wordt "aardwarmte en andere natuurlijke rijkdommen" vervangen door: aardwarmte, andere natuurlijke rijkdommen, waaronder grondwater met het oog op de winning van drinkwater, of mogelijkheden tot opslag.
  • 2. 
    In onderdeel b wordt "veiligheid" vervangen door: veiligheid, waaronder de veiligheid voor omwonenden.
  • 3. 
    In onderdeel d wordt "schade" vervangen door "schade en het voorkomen van ernstige schade aan gebouwen en infrastructurele werken" en wordt de punt vervangen door een puntkomma.
  • 4. 
    Na onderdeel d worden de volgende onderdelen toegevoegd:
  • e. 
    het weigeren, wijzigen of intrekken van een vergunning, het stellen van beperkingen of het verbinden van voorschriften aan een vergunning over:

1°. het geheel of gedeeltelijk uitsluiten van een gebied van de opsporing of winning van een delfstof, aardwarmte of opslag,

2°. de diepte waarop een activiteit plaatsvindt,

3°. de soort activiteit,

4°. de soort delfstof.

In artikel 105, derde lid, wordt "verlening of intrekking van vergunningen als bedoeld in artikel 6 of 25." vervangen door: verlening, intrekking of wijziging van:

  • a. 
    vergunningen als bedoeld in artikel 6 of 25;
  • b. 
    een instemming met een winningsplan als bedoeld in artikel 34, derde lid.

Q

Het opschrift van hoofdstuk 8 komt te luiden:

Hoofdstuk 8. Toezicht, handhaving en retributies

R

Artikel 127 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    Het eerste lid komt te luiden:
  • 1. 
    Het Staatstoezicht op de mijnen heeft tot taak het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze wet gestelde regels en genomen besluiten, met uitzondering van het bij of krachtens artikel 52 bepaalde, alsmede het toezicht op de naleving van de bij of krachtens enige andere wet met betrekking tot mijnbouw gestelde regels en genomen besluiten, waarvoor bij of krachtens die wet het Staatstoezicht op de mijnen is aangewezen.
  • 2. 
    Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
  • a. 
    In onderdeel c wordt "vergunningverlening, bedoeld in artikel 6" vervangen door: vergunningverlening als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingswet en artikel 6, instemming als bedoeld in artikel 34, derde lid, alsmede het adviseren van Onze Minister en het houden van toezicht op de naleving naar aanleiding van een melding krachtens enige wet bedoeld in het eerste lid.
  • b. 
    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma worden de volgende onderdelen toegevoegd:
  • h. 
    het toezicht op de naleving, bedoeld in artikel 1c van de Gaswet;
  • i. 
    het toetsen van risicobeoordelingen voor advisering aan Onze Minister bij de verlening van vergunningen en de instemming met winningsplannen alsmede bij het toezicht op de naleving, bedoeld in het eerste lid en het tweede lid, onderdeel h;
  • j. 
    het doen verrichten van onderzoek, indien dat nodig is voor het toetsen van een risicobeoordeling;
  • k. 
    het gevraagd en ongevraagd verstrekken van adviezen naar aanleiding van risicobeoordelingen en onderzoek als bedoeld in onderdeel i, respectievelijk onderdeel j.
  • 3. 
    In het vierde lid wordt "Europese Commissie" vervangen door: Europese Commissie en Onze Minister.

Artikel 128 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende:

De inspecteur-generaal der mijnen kan voorzien in periodieke verslaglegging en verslaglegging op andere momenten waarop de inspecteur-generaal dat nodig oordeelt.

  • 2. 
    Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
  • 3. 
    Onze Minister draagt zorg voor doorzending van het verslag aan de Staten-Generaal.

T

Na artikel 128 worden een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 128a

  • 1. 
    Onze Minister geeft een aanwijzing aan de inspecteur-generaal der mijnen uitsluitend in schriftelijke vorm met toepassing van artikel 2.15, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
  • 2. 
    Onze Minister verleent geen mandaat aan een ondergeschikte of een ondergeschikte van een andere minister voor het geven van een aanwijzing.
  • 3. 
    Een bijzondere aanwijzing wordt door Onze Minister onverwijld aan de Staten-Generaal gezonden.
  • 4. 
    Een bijzondere aanwijzing ziet niet op:
  • a. 
    het weerhouden dat een onderzoek door de inspecteur-generaal der mijnen wordt verricht of afgerond;
  • b. 
    de wijze waarop de inspecteur-generaal der mijnen een onderzoek verricht;
  • c. 
    het toetsen en, het, zo nodig, doen uitvoeren van risicobeoordelingen als bedoeld in artikel 127, tweede lid, onderdeel i,
  • d. 
    het onderzoek, bedoeld in artikel 127, tweede lid, onderdeel j,
  • e. 
    het advies, bedoeld in artikel 127, tweede lid, onderdeel k,
  • f. 
    de bevindingen, bedoeld in artikel 127, vierde lid, tenzij de bijzondere aanwijzing nodig is voor de uitvoering van de artikelen 23 en 24 van richtlijn 2013/30/EU,
  • g. 
    de aanbevelingen, bedoeld in artikel 127, vijfde lid,
  • h. 
    het verslag, bedoeld in artikel 128, eerste lid.

U

Artikel 133 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
  • a. 
    De zinsnede "voor de uitvoering van" wordt vervangen door "voor het op aanvraag verlenen, intrekken of wijzigen van een vergunning, ontheffing of instemming met betrekking tot mijnbouw, of het beoordelen van een melding voor een handeling met een mobiele installatie, waarvoor Onze Minister bij of krachtens deze wet of enige andere wet is aangewezen als bevoegd gezag alsmede voor de uitvoering van andere en wordt "worden doorberekend" vervangen door: worden, voor zover nodig in afwijking van artikel 2.9a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,.
  • b. 
    De zinsnede "artikel 127, tweede lid, onderdelen a tot en met c," wordt vervangen door "artikel 127, eerste lid, en het tweede lid, onderdelen a tot en met c en h tot met k,.
  • c. 
    De zinsnede "een niet-productie-installatie" wordt vervangen door: een niet-productie-installatie of een pijpleiding.
  • 2. 
    In het tweede lid wordt "een niet-productie-installatie" vervangen door: niet-productie-installatie of pijpleidingen.

V

Aan artikel 141a wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. 
    Onze Minister kan in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Milieu besluiten tot toepassing van de procedure, bedoeld in het eerste lid, aanhef, voor de aanleg of de uitbreiding van een mijnbouwwerk ten behoeve van de opsporing of winning van koolwaterstoffen in of onder andere gebieden dan bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, indien:
  • a. 
    een gebied niet geheel is uitgesloten van de opsporing of winning van koolwaterstoffen bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel e, en
  • b. 
    een belang als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel f, zich niet tegen aanleg of uitbreiding in dat gebied verzet.

W

Na artikel 167 worden artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 167a

De wijziging van de artikelen 18 en 21 van deze wet bij wet van........., houdende

wijziging van de Mijnbouwwet (versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings- en winningsvergunningen) (Staatsblad 2014,...), heeft geen gevolgen voor de houder van een vergunning, aan wie een instemming met het winningsplan als bedoeld in artikel 34, derde lid of een plan als bedoeld in artikel 39, eerste lid, is verleend voor de datum van inwerkingtreding van die wijziging, voor zover Onze Minister deze instemming niet heeft ingetrokken of gewijzigd na de datum van inwerkingtreding van dit artikel.

Artikel 167b

De wijziging van de bijlage bij deze wet bij wet van........., houdende wijziging van de

Mijnbouwwet (versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings- en winningsvergunningen) (Staatsblad 2014,.), heeft geen gevolgen voor de houder van een vergunning, die voor de datum van inwerkingtreding van die wijziging is verleend.

De bijlage komt te luiden:

Bijlage bij de artikelen 31d, 34, 35, 36, 41, 46, 54, 134, 135, 142 en 145

De lijn, bedoeld in de artikelen 31d, tweede lid, 34, vierde lid, 35, eerste lid, onderdeel f, 36, eerste lid, onderdeel b, 41, derde lid, 46, vijfde lid, 54, onderdelen d en e, 134, tweede lid, 135, vijfde lid, onderdeel a, onder 1°, 142, eerste lid, en 145, tweede lid, onderdeel a, is de lijn, gevormd door de bogen van grootcirkels in de volgorde tussen de punten, bedoeld op de kaart die in de tabel zijn uitgedrukt in geografische coördinaten berekend volgens het European Terrestrial Reference System 1989, bedoeld in bijlage II, onder 1.2, van Verordening (EU) nr. 1089/2010 van de Commissie van 23 november 2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens (PbEU 2010, L 323):

 

Puntnummer

X-geografisch

Y-geografisch

I

51° 26'.04 N

003° 18'.44 E

II

51° 29'.26 N

003° 19'.92 E

l—l

l—l

l—l

51° 29'.95 N

003° 20'.24 E

>

l—l

51° 35'.55 N

003° 23'.24 E

V

51° 36'.98 N

003° 27'.15 E

VI

51° 39'.95 N

003° 30'.53 E

VII

51° 44'. 15 N

003° 35'.32 E

VIII

51° 47'.27 N

003° 39'.92 E

IX

51° 49'.95 N

003° 43'.28 E

X

51° 52'.39 N

003° 49'.56 E

XI

51° 59'.96 N

003° 53'.98 E

XII

52° 02'.28 N

003° 59'.92 E

XIII

52° 02'.52 N

004° 04'.45 E

XIV

52° 09'.95 N

004° 14'.74 E

XV

52° 14'.49 N

004° 19'.92 E

XVI

52° 19'.95 N

004° 24'.14 E

XVII

52° 25'.73 N

004° 28'.24 E

XVIII

52° 28'.54 N

004° 27'.16 E

XIX

52° 29'.95 N

004° 29'.26 E

XX

52° 30'.86 N

004° 30'.60 E

XXI

52° 39'.95 N

004° 32'.86 E

XXII

52° 44'. 15 N

004° 33'.62 E

XXIII

52° 49'.95 N

004° 36'.16 E

XXIV

52° 53'.95 N

004° 37'.92 E

XXV

52° 57'.07 N

004° 34'.56 E

XXVI

52° 59'.96 N

004° 34'.58 E

XXVII

53° 01'.90 N

004° 37'.64 E

XXVIII

53° 06'.45 N

004° 39'.92 E

XXIX

53° 09'.95 N

004° 43'.62 E

XXX

53° 16'.15 N

004° 48'.95 E

XXXI

53° 19'.27 N

004° 56'.12 E

XXXII

53° 19'.95 N

004° 58'.90 E

XXXIII

53° 20'.20 N

004° 59'.92 E

XXXIV

53° 24'.01 N

005° 03'.51 E

XXXV

53° 25'.16 N

005° 08'.02 E

XXXVI

53° 27'.61 N

005° 19'.92 E

XXXVII

53° 29'.96 N

005° 31'.42 E

XXXVIII

53° 32'.10 N

005° 39'.92 E

XXXIX

53° 30'.72 N

005° 45'.21 E

XXXX

53° 31'.51 N

005° 59'.92 E

XXXXI

53° 33'.56 N

006° 15'.95 E

XXXXII

53° 34'.78 N

006° 19'.92 E

XXXXIII

53° 36'.26 N

006° 24'.76 E

Artikel III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 12 van de Wet raadgevend referendum.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

De Minister van Economische Zaken,

11

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.