Resultaten en bevindingen van de consultatie bij Wet op het lerarenregister

1.

Kerngegevens

Officiële titel Consultatie rapport gepubliceerd bij Wet op het lerarenregister
Document­datum 03-07-2015
Publicatie­datum 16-05-2018
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

Consultatieverslag Wet op het lerarenregister

  • 1. 
    Onderwerp van de consultatie

De Wet op het lerarenregister stimuleert leraren om consequent aan hun professionele ontwikkeling te werken en verankert de omschrijving van het beroep van leraar en diens professionele ruimte in de wet. Deze componenten zijn in onderlinge samenhang noodzakelijk als borging van de ontwikkeling van het leraarsberoep. Het wetsvoorstel richt zich op alle leraren in het primair en voorgezet onderwijs en op alle docenten in het bekostigd mbo.

  • 2. 
    Looptijd van de consultatie

Het concept-wetsvoorstel is gedurende een periode van vier weken (26 januari 2015 - 26 februari 2015) ter internetconsultatie aangeboden. Het doel van de consultatie was om reacties van belanghebbenden te vernemen op de effecten van de voorgenomen wetgeving.

  • 3. 
    Reacties

In totaal zijn 721 reacties ontvangen, waaronder zeven reacties van organisaties, te weten: de PO-Raad, de VO-raad, de MBO Raad, de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS), de Federatie van Onderwijsvakorganisaties (FVOV), de Beroepsvereniging MBO (BV MBO) en Leraren in Actie (LIA). De overige ontvangen reacties zijn afkomstig van respondenten uit het gehele spectrum van belanghebbenden. Sommige reacties zijn uitgebreider van aard of meer gemotiveerd dan anderen. Ook zijn er reacties die niet op de specifieke vragen als zodanig in gaan, maar meer in den brede op het lerarenregister en/of de situatie in het onderwijs in algemene zin.

 

Algemeen

Totaal aantal reacties

721

Aantal reacties openbaar

233

De helft van de reacties is positief. Eén derde van alle reacties juicht de komst van het register toe en ziet in de omschrijving van het beroep en verankering van de professionele ruimte een stimulans tot verbetering van onderwijskwaliteit en van de positie van de leraar in de school en daarbuiten. Deze respondenten geven aan dat zij door de komst van het lerarenregister gestimuleerd worden gericht te werken aan bekwaamheidsonderhoud en dat met het wetsvoorstel belangrijke voorwaarden worden vervuld tot meer erkenning. Nog eens 20% van de reacties is in aansluiting daarop gemengd, genuanceerd van karakter. Deze leraren geven vaak aan de uitgangspunten van het wetsvoorstel te delen, maar zien ook risico's en/of geven aan dat het aan de omstandigheden en voorwaarden ligt of het uiteindelijke doel - betere beroepskwaliteit en daarmee beter onderwijs - echt gerealiseerd wordt. De kwaliteit van het nascholingsaanbod en de keuzevrijheid van de leraar ten aanzien van de scholingsactiviteiten zijn voorwaarden die hierbij vaak worden genoemd.

Circa 40% van de reacties is negatief van aard: men ziet het lerarenregister als 'weer een instrument' dat afleidt van waar het uiteindelijk om gaat, namelijk het lesgeven in de klas. Als de reactie inhoudelijk wordt onderbouwd gebeurt dat veelal door het register in één adem te noemen met onderwerpen als: hoge werkdruk, een overdaad aan controle en gebrek aan vertrouwen in de leraar. Binnen deze groep vallen ook de respondenten die inhoudelijk niet ingaan op het voorliggende wetsvoorstel, maar die de internetconsultatie aangrijpen om hun algemene onvrede over bepaalde aspecten van het onderwijs te uiten.

Nog eens 10% van de reacties (71 in totaal) is gelijkluidend van aard en is het gevolg van een oproep tot deelname aan de consultatie op basis van de concrete reactie tekst van Leraren in actie (LIA). LIA staat kritisch tegenover het lerarenregister in verband met de te hoge werkdruk en vraagt aandacht voor de noodzaak om de zeggenschap van de leraar in de wet te omschrijven en voor het daadwerkelijk terugdringen van onbevoegd lesgeven. LIA geeft aan dat in het lerarenregister alleen bevoegde leraren moeten staan.

De andere lerarenorganisaties zijn positief over het register, de omschrijving van het beroep van leraar en over het verankeren van de professionele ruimte. De werkgeversorganisaties geven aan het register als stimulans voor het bekwaamheidsonderhoud door leraren te zien. Tegelijkertijd zijn zij kritisch en vragen aandacht voor hun positie in het stelsel, voor het behoud van inrichtingsvrijheid van onderwijsbesturen, voor de positie van zij-instromers, voor de aansluiting van dit wetsvoorstel op bestaande regelingen en ontwikkelingen en voor zaken zoals administratieve lasten.

  • 4. 
    Samenvatting

De binnengekomen reacties laten zich op hoofdlijn als volgt samenvatten.

Professionele ontwikkeling/bekwaamheidsonderhoud

Een belangrijke doelstelling van het lerarenregister is het stimuleren van leraren om consequent aan hun professionele ontwikkeling te werken. Het belang van professionele ontwikkeling voor de algemene onderwijskwaliteit wordt door bijna alle respondenten onderschreven. Een enkeling merkt op dat met het behalen van een 'diploma' kan worden volstaan. De consultatie levert daarmee het beeld op dat het lerarenregister een geschikt middel wordt geacht om professionele ontwikkeling te stimuleren. Over het verplichte karakter van het register lopen de meningen uiteen: sommige respondenten plaatsen hier vraagtekens bij, omdat van een verplichting tot professionele ontwikkeling onvoldoende stimulans uitgaat. Anderen geven aan dat het vrijwillige register juist te vrijblijvend is.

Omschrijving van het beroep en de professionele ruimte in de wet

De positieve reacties geven aan dat de omschrijving van het beroep en de verankering van de professionele ruimte in de wet ertoe leidt dat leraren meer verantwoordelijkheid krijgen voor de inhoud van het onderwijs en zich meer bewust worden van hun positie, wat de beroepskwaliteit en de kwaliteit van het onderwijs ten goede zal komen. Aansluitend geven deze respondenten aan te hopen dat het beroep van leraar als gevolg hiervan meer erkenning en aanzien zal krijgen, zowel in de school als in de maatschappij. Zaken als de verankering van de professionele ruimte en het feit dat het niet langer meer vrijblijvend zal zijn om werk te maken van de eigen professionele ontwikkeling, zullen volgens hen een positieve bijdrage leveren aan het imago van de beroepsgroep in de maatschappij. De negatieve reacties uiten de zorg dat het op papier wordt geregeld, maar dat het in de school niet tot de nodige verandering leidt. Ook wordt opgemerkt dat mentaliteit en cultuur hierbij een belangrijke rol spelen en dat wetgeving daar weinig aan kan veranderen.

Terugdringen van het onbevoegd lesgeven

Een belangrijk uitgangspunt van het wetsvoorstel is de bevoegdheid van de leraar. Dit uitgangspunt wordt in de consultatie breed onderschreven; de bevoegdheid is een belangrijke voorwaarde om goed les te kunnen geven. Tegelijkertijd hebben respondenten oog voor situaties waarin de inzet van een onbevoegde leraar noodzakelijk is. Maar ook voor deze leraren wordt aangegeven dat zij wel hun bevoegdheid moeten halen.

Zij-instromers in het mbo

Eén van de vragen in de consultatie betrof specifiek de positie van zij-instromers in het mbo. Een ruime meerderheid van de respondenten uit de mbo sector is positief over het conceptwetsvoorstel. Zij onderschrijven de komst van het lerarenregister en geven aan het register als een stimulans voor de onderwijskwaliteit te beschouwen. De vraag over de positie van zij-instromers wordt door deze respondenten genuanceerd beantwoord. Zij geven daarbij aandacht aan zowel het belang eerst de bevoegdheid te halen voordat men in het lerarenregister wordt opgenomen, als aan het belang van het bieden van een wervend perspectief voor zij-instromers door het toewerken naar het lerarenregister.

Aandachtspunten

De consultatie levert ook een aantal zaken op die van belang worden geacht voor het succes van het register:

o Om professionele ontwikkeling te stimuleren moeten hier in de praktijk ook daadwerkelijk voldoende tijd en middelen voor beschikbaar zijn. Het register mag bovendien niet verworden tot een administratief 'vinkenlijstje'. o Om professionele ontwikkeling te stimuleren moet het aanbod en het kwaliteitsniveau van nascholingsactiviteiten omhoog en moet de leraar zelf keuzevrijheid hebben ten aanzien van scholingsactiviteiten.

o De versterking van de positie van de leraar in school door de omschrijving van het beroep en het verankeren van de professionele ruimte in de wet moet een goede invulling krijgen binnen de school.

o Voor het slagen van het lerarenregister is het van belang dat het een register van en voor de beroepsgroep wordt. Voorkomen moet worden dat het register wordt ervaren als een instrument 'dat afleidt van waar het uiteindelijk om gaat, namelijk het lesgeven in de klas'.

Randvoorwaarden buiten het register

In een deel van de reacties worden elementen genoemd die, buiten het register om, bijdragen aan de onderwijskwaliteit en de positie van de leraar. Het gaat daarbij om regel- en werkdruk, tekort aan bevoegde leraren, arbeidsvoorwaarden en klassengrootte.

3

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.