Bedrijfseffectentoets

1.

Kerngegevens

Document­datum 10-03-2014
Publicatie­datum 16-05-2018
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

Beantwoording van de vragen van de Bedrijfseffectentoets

Algemeen

  • 1. 
    Heeft de ontwerpregelgeving naar verwachting bedrijfseffecten?

Ja

  • 2. 
    Voor hoeveel bedrijven en welke categorieën bedrijven worden de bedrijfseffecten verwacht?
  • a. 
    Welke branches worden geraakt?

De windsector en andere belanghebbenden op de Noordzee zoals de scheepvaartsector, de visserijsector, de mijnbouwsector, natuurorganisaties en andere overheden.

  • b. 
    Worden alle bedrijven in de betreffende branche(s) geraakt of een speciale groep (niet)? Alleen diegenen die belang hebben bij een specifiek kavelbesluit.
  • c. 
    Hoeveel bedrijven ondervinden de effecten naar schatting?

Het aantal bedrijven dat door het wetsvoorstel geraakt wordt is lastig te bepalen. Dit is onder andere afhankelijke van welke en hoeveel verschillende partijen de tenders om SDE+ subsidie zullen winnen en welke subcontractors zij hebben.

  • d. 
    In hoeverre slaan de effecten neer bij het MKB (<250) en microbedrijven (1-9 werknemers)?

Gezien de grote schaalomvang van windenergie op zee, zullen de effecten niet bij MKB- en microbedrijven neerslaan.

Regeldrukeffecten

  • 3. 
    Welke gevolgen heeft de ontwerpregelgeving voor de administratieve lasten (informatieverplichtingen aan de overheid) inclusief toezichtlasten van de betrokken bedrijven (stijgingen en dalingen)?
  • a. 
    Beschrijf de informatieverplichtingen die worden ingevoerd of afgeschaft.
  • b. 
    Motiveer waarom nieuwe informatieverplichtingen nodig zijn en of de minst belastende variant is gekozen (beschrijf indien mogelijk alternatieven).
  • c. 
    Maak per informatieverplichting een berekening van:

de corresponderende tijdsbelasting per handeling (schatting) x het uurtarief

x de frequentie waarmee een bedrijf deze handeling moet doen x het aantal bedrijven dat aan deze verplichting moet voldoen.

  • d. 
    Maak een inschatting van de kosten die bedrijven zullen maken voor de inhuur van externe

diensten om aan de informatieverplichtingen te voldoen.

e.

Saldeer de berekeningen naar een totaaleffect voor administratieve lasten. Maak onderscheid tussen jaarlijks terugkerende (structurele) lasten en eenmalige lasten. f. Specificeer voor het MKB en microbedrijven.

Omdat de administratieve lasten feitelijk pas ontstaan na het nemen van kavelbesluiten, zijn de lasteneffecten in dit wetsvoorstel slechts globaal indicatief en niet kwantitatief beschreven.

Bij het nemen van kavelbesluiten nemen de administratieve lasten voor de windsector af, omdat zij nu niet meer alle milieu-informatie en de gegevens over het windklimaat, het golfklimaat en de bodemgesteldheid voor de vergunningaanvraag hoeft te verzamelen, maar het Rijk dit doet voor het kavelbesluit. Daar staat tegenover dat de windsector zich telkens in een ander kavel moet verdiepen en de kosten die samenhangen met het kavelbesluit ten laste komen van degene die het windpark uiteindelijk gaat ontwikkelen.

In het eerdere stelsel waren er 79 initiatieven, 19 vergunningaanvragen en vooralsnog 12 verleende vergunningen met alle milieu-informatie, klimaat en bodemgegevens en bezwaren en beroepen, waarvan er 3 subsidie hebben gekregen. In het voorgestelde stelsel worden er echter alleen kavelbesluiten genomen als er ook subsidie is of de windparken ook zonder subsidie gerealiseerd kunnen worden. De verhouding tussen het aantal kavelbesluiten en de gerealiseerde windparken zal aanzienlijk verbeteren. De administratieve lasten zullen navenant dalen.

  • 4. 
    Welke gevolgen heeft de ontwerpregelgeving voor de inhoudelijke nalevingskosten van de betrokken bedrijven (stijgingen en dalingen)?
  • a. 
    Beschrijf de inhoudelijke verplichtingen die worden ingevoerd of afgeschaft.
  • b. 
    Motiveer waarom nieuwe inhoudelijke verplichtingen nodig zijn en of de minst belastende variant is gekozen (beschrijf indien mogelijk alternatieven)
  • c. 
    Geef per nieuwe inhoudelijke verplichting aan op welke wijze(n) bedrijven naar verwachting zullen voldoen aan de nieuwe eisen.
  • d. 
    Beschrijf indien van toepassing de huidige normering.
  • e. 
    Maak een inschatting van de (meer)kosten die bedrijven moeten maken om van de huidige normering naar de nieuwe normering over te gaan.
  • f. 
    Saldeer de berekeningen naar een totaaleffect voor inhoudelijke nalevingskosten. Maak indien van toepassing onderscheid tussen eenmalige lasten en jaarlijks terugkerende lasten.
  • g. 
    Specificeer voor het MKB en microbedrijven.

Omdat de nalevingskosten feitelijk pas ontstaan na het nemen van kavelbesluiten, zijn de lasteneffecten in dit wetsvoorstel slechts globaal indicatief en niet kwantitatief beschreven.

De inhoudelijke nalevingskosten veranderen niet met dit wetsvoorstel. De vergunningsvoorschriften uit de watervergunningen zullen voor de nieuwe windparken een plek krijgen in het kavelbesluit of in algemene regels. Het onderhavige wetsvoorstel verandert inhoudelijk niets aan deze voorschriften.

  • 5. 
    In het geval van implementatie van EU-regelgeving: is gekozen voor lastenluwe implementatie, zonder "nationale koppen" en met optimaal gebruik van "kan-bepalingen"?
  • a. 
    Wordt de EU-regelgeving geïmplementeerd op een wijze die voor Nederlandse bedrijven de minst mogelijke lasten veroorzaakt of, in geval van vereenvoudigingen, de grootst mogelijke lastenvermindering inhoudt?
  • b. 
    Zo nee, motiveer waarom niet voor de meest lastenluwe variant is gekozen.
  • c. 
    Geef aan wat de "meerkosten" voor Nederlandse bedrijven zijn in termen van administratieve lasten en inhoudelijke nalevingskosten als gevolg van de keuze voor de niet meest lastenluwe variant.
  • d. 
    Geef bij niet-maximaal lastenluwe implementatie zo mogelijk aan voor welke oplossingen is gekozen in relevante omringende Lidstaten.

N.v.t.

Overige bedrijfseffecten

  • 6. 
    Welke andersoortige kosten en baten worden op grond van deze ontwerpregelgeving voorzien?

(denk aan financiële kosten die niet onder regeldrukdefinities vallen, rechtstreekse afdrachten aan de overheid zoals belastingen en leges, verbodsbepalingen of de opheffing daarvan, omzetdervingen of omzetstijgingen en andersoortige baten die niet onder regeldrukdefinities vallen)

De eisen en voorschriften voor het windpark worden met dit wetsvoorstel eerder bekend voor de bedrijven. Dit komt doordat het Rijk de projectontwikkelaars vooraf in het kavelbesluit en de algemene regels duidelijkheid geeft over de voorwaarden waaronder op een kavel een windpark gerealiseerd kan worden. De voorwaarden komen niet pas bij de vergunningverlening tot stand, zoals in het huidige stelsel. Doordat de voorwaarden eerder bekend zijn, kunnen de bedrijven in een eerder stadium een optimaler (financieel) ontwerp van het windpark maken.

Doordat in het wetsvoorstel aansluiting wordt gezocht bij de beleidsuitgangspunten van het wetsvoorstel natuurbescherming, waarin het kabinet de bepalingen van de Vogel- en Habitatrichtlijn tot uitgangspunt neemt, worden minder handelingen verboden dan thans het geval is.

Markteffecten

  • 7. 
    Wat zijn de gevolgen van de ontwerpregelgeving voor de werking van de markt?
  • a. 
    Waarom wordt gekozen voor beleid dat aangrijpt bij de werking van de markt? Welk probleem ten aanzien van de werking van de markt wordt met het beleid opgelost?
  • b. 
    Beschrijf de huidige marktstructuur (vraagzijde én aanbodzijde van de markt). Hoe zal deze mogelijk veranderen na beleidswijziging? Is flankerend beleid benodigd (bijv. markttoezicht)?
  • c. 
    Beschrijf het huidige gedrag van marktpartijen (vraagzijde én aanbodzijde). Hoe zal dit mogelijk veranderen na beleidswijziging? Is flankerend beleid benodigd (bijv. consumentenbeleid)?
  • d. 
    Hoe draagt de veranderde marktstructuur en/of gedragingen van marktpartijen bij aan de:

¦ kwaliteit (objectief gemeten, subjectief ervaren, keuzebreedte / differentiatie,

leveringszekerheid)

toegankelijkheid (beschikbaarheid, bereikbaarheid, betaalbaarheid) doelmatigheid (statische en dynamische efficiëntie)

N.v.t.

  • 8. 
    Wat zijn de sociaaleconomische effecten van ontwerpregelgeving; met name de verwachte ontwikkelingen op werkgelegenheid en arbeidsvoorwaardenontwikkeling?

N.v.t.

4

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.