Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport - Goedkeuring van het op 15 juli 2015 te Addis Abeba tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zambia tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2015, 113 en Trb. 2016, 47)

Dit advies Raad van State en nader rapport is onder nr. 4 toegevoegd aan wetsvoorstel 34503 - Goedkeuring van het Belastingverdrag met Zambia (inkomen).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport - Goedkeuring van het op 15 juli 2015 te Addis Abeba tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zambia tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2015, 113 en Trb. 2016, 47)
Document­datum 21-06-2016
Publicatie­datum 02-05-2018
Kenmerk 34503, nr. 4
Externe link origineel bericht

2.

Tekst

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

2

Vergaderjaar 2015-2016

 
 
   

34 503

Goedkeuring van het op 15 juli 2015 te Addis Abeba tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zambia tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2015, 113 en Trb. 2016, 47)

   
   

Nr. 4

ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1

   
 

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 18 maart 2016 en het nader rapport d.d. 10 juni 2016, aangeboden aan de Koning door de minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de staatssecretaris van Financiën. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.

   
   
   

Bij Kabinetsmissive van 29 januari 2016, no.2016000164, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende goedkeuring van het op 15 juli 2015 te Addis Abeba tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zambia tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2015, 113), met memorie van toelichting.

Het verdrag vervangt het bestaande verdrag met Zambia uit 1977 en bevat regels om dubbele belasting te vermijden en het ontgaan van belastingen te voorkomen met betrekking tot belastingen naar het inkomen.

De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel van wet tot goedkeuring van het verdrag aan de Tweede Kamer te zenden, maar wijst erop dat de toelichting niet duidelijk maakt of er overleg over het verdrag heeft plaatsgevonden met het Caribische deel van Nederland en zo ja, wat de resultaten zijn van dit overleg.

In de Wet openbare lichamen BES is de zogenoemde consultatieplicht

opgenomen.2 Op basis daarvan dient de regering de bestuurscolleges van Bonaire,

Sint Eustatius en Saba (de BES-eilanden) te informeren over haar standpunten en

voornemens met betrekking tot aangelegenheden die voor het openbaar bestuur

van belang zijn, tenzij het openbaar belang zich daartegen verzet. Tevens dient zij

de bestuurscolleges de gelegenheid te bieden daarover overleg te plegen.

De Staatssecretaris van Financiën heeft bij het schriftelijk overleg met de vaste

commissie voor Financiën uit de Tweede Kamer over het tussen het Koninkrijk der

Nederlanden (voor zowel het Caribische deel van Nederland — de BES-eilanden —

als voor het in Europa gelegen deel van Nederland) en Ethiopië gesloten verdrag,

opgemerkt dat met de bestuurscolleges van de BES-eilanden op reguliere basis overleg plaatsvindt over fiscale aangelegenheden, waaronder begrepen

internationale aspecten (zoals het overeenkomen van belastingverdragen).3

De Afdeling merkt op dat de toelichting op voorliggend verdrag niet

duidelijk maakt of, en zo ja op welke wijze, de bestuurscolleges van de BES-eilanden over het verdrag zijn geraadpleegd. Zo er overleg heeft plaatsgevonden

vermeldt de toelichting niet welke opmerkingen door de bestuurscolleges naar

voren zijn gebracht, wat daarop de reactie van de regering is en in hoeverre en op

welke wijze de opmerkingen zijn verwerkt in het verdrag dan wel in de toelichting

op het verdrag.

De Afdeling adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De vice-president van de Raad van State,

J.P.H. Donner

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 januari 2016, no. 2016000164, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 18 maart 2016, nr. W06.16.0016/III, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State aanleiding tot het maken van opmerkingen over de motivering van een deel van het voorstel.

  • 1. 
    Aan het advies van de Raad om nader toe te lichten of, en zo ja, op welke wijze de raadpleging van de bestuurscolleges van de BES-eilanden heeft plaatsgevonden is gevolg gegeven. De toelichting op de Koninkrijkspositie (onderdeel I.6) is ter zake nader aangevuld.
  • 2. 
    Gevolg gevend aan het advies van de Afdeling advisering van de Raad zijn de kanttekeningen in de bij dit advies behorende redactionele bijlage overgenomen.
  • 3. 
    Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt de memorie van toelichting conform de laatste ontwikkelingen aan te passen en nog enkele redactionele correcties in de memorie van toelichting aan te brengen.

    Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

A.G. KoendersA.G. Koenders

De minister van Buitenlandse Zaken,

A.G. Koenders

1 De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

2 Aldus de artikelen 207-209 van deze wet.

3 Kamerstukken II 2012/13, 33 638, nr. 4, blz. 6, tweede tekstblok.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.