Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2015

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34000 J - Vaststelling begroting Delta-fonds 2015.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2015
Document­datum 16-09-2014
Publicatie­datum 02-05-2018
Kenmerk 34000-J, nr. 2
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2

Vergaderjaar 2014-2015

34 000 J Vaststelling van de begrotings

Deltafonds voor het jaar 2015

Inhoudsopgave

Blz.

A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN 2

Wetsartikel 1 2

B. BEGROTINGSTOELICHTING 3

  • 1. 
    Leeswijzer 3
  • 2. 
    Agenda Deltafonds 9
  • 3. 
    De Productartikelen 14
  • 4. 
    Bijlagen 56
  • 1. 
    Voeding van het Deltafonds en begrotingstaat per productartikelonderdeel 56
  • 2. 
    Verdiepingsbijlage 60
  • 3. 
    Overzicht Hoogwaterbeschermingsprogramma 85
  • 4. 
    Begroting beheer, onderhoud, vervanging en

renovatie RWS 88

  • 5. 
    Lijst van afkortingen 97

kst-34000-J-2 ISSN 0921 -7371 's-Gravenhage 2014

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

1

A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk jaar afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

2

B. BEGROTINGSTOELICHTING

  • 1. 
    LEESWIJZER

Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (lenM) stelt de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (Begroting hoofdstuk XII) op van de Rijksbegroting, de begroting van het Infrastructuurfonds en de begroting van het Deltafonds.

Voor u ligt de begroting van het Deltafonds.

Door een apart fonds voor water kan beter invulling worden gegeven aan de doelstellingen zoals vastgelegd in de Waterwet (artikel 7.22a t/m 7.22d), te weten de bekostiging van maatregelen, voorzieningen en onderzoeken op het gebied van waterveiligheid, zoetwatervoorziening en vanaf 1 januari 2015 ook waterkwaliteit. Zo mag het fonds jaarlijkse saldi (meer of minder uitgaven in enig jaar) overhevelen - in tegenstelling tot de beleidsbegroting van lenM - waardoor (kasmatige) vertragingen en versnellingen van projecten niet hoeven te leiden tot budgettaire knelpunten.

Het Deltafonds wordt voor het grootste deel gevoed door een bijdrage uit de Begroting hoofdstuk XII (artikelonderdeel 26.02). Daarnaast betalen de waterschappen gezamenlijk de helft van de jaarlijkse bijdrage aan het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en de afronding van het HWBP-2. Tevens worden voor een aantal projecten uitgaven doorberekend aan derden, zoals andere departementen, lagere overheden, buitenlandse overheidsinstanties en de Europese Unie.

In het Deltaprogramma zijn de maatregelen, voorzieningen en onderzoeken voor de korte termijn (eerstvolgende zes jaren) beschreven en wordt een doorkijk gegeven voor de voorbereidingen die voor de langere termijn worden getroffen om ons land nu en in de (verre) toekomst adequaat te beschermen tegen hoog water en van voldoende zoet water te blijven voorzien.

Het Deltaprogramma is het jaarlijkse bijstuk bij de Deltafondsbegroting. Het biedt een overzicht van alle maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening en daarmee van alle projecten die geheel of gedeeltelijk uit het Deltafonds worden gefinancierd. Ook gaat het Deltaprogramma in op de middellange en lange termijn strategieën op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening. In de periode tot en met 2014 is in het Deltaprogramma in jaarlijkse stappen gewerkt aan de voorbereiding van hoofdkeuzes op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening (de deltabeslissingen) en de maatregelen die daar uit voortvloeien.

Verantwoord Begroten

Op 20 april 2011 is de aanpassing van de presentatie van de Rijksbegroting onder de naam «Verantwoord Begroten» in de Tweede Kamer behandeld (Kamerstukken II, 2010/11, 31 865, nr. 26). De nieuwe presentatie geeft meer inzicht in de financiële informatie. In uitzondering op de systematiek van «Verantwoord Begroten» worden via het Deltafonds ook onderdelen van het apparaat van RWS bekostigd. In de agentschapsparagraaf RWS - onderdeel van de beleidsbegroting van lenM (Hoofdstuk XII) -worden alle apparaatskosten van RWS inzichtelijk gemaakt. Tevens

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

3

worden op deze begroting de apparaatskosten van de Staf Deltacommissaris gepresenteerd.

Overprogrammering

In de begroting vorig jaar is de inzet van het instrument overprogrammering toegelicht. Het doel hiervan is zorg dragen dat de budgetten tot besteding komen in de jaren waarin deze beschikbaar zijn gesteld. In het uitvoeringsjaar 2013 heeft dit ertoe geleid dat de budgetten op het Deltafonds vrijwel in het geheel zijn uitgeput. Met het volume aan overprogrammering wordt er voor gezorgd dat projectvertragingen niet onmiddellijk resulteren in onderbesteding.

Kolom «vorig»

In de tabellen projectoverzichten bij de verschillende artikelen is de kolom «vorig» opgenomen. In deze kolom is de laatste stand van de projectbudgetten opgenomen, i.e. de stand na de Voorjaarsnota 2014.

Groeiparagraaf: wat is nieuw in deze begroting

Prijsbijstelling tranche 2014

Aan de Tweede Kamer is toegezegd (Kamerstukken II, 2013/14, 33 750 XII nr.14) dat de Kamer uiterlijk bij ontwerpbegroting 2015 wordt geïnformeerd over de effecten van de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 voor de lenM begrotingen. Als gevolg van deze korting zijn de projecten en programma's op de fondsen geïndexeerd uit de resterende investeringsruimte bij de modaliteiten. Daarbij is kritisch bezien bij welke projecten en programma's indexatie dit jaar noodzakelijk was (bijvoorbeeld vanuit juridische en/of bestuurlijke verplichtingen). Bij de Voorjaarsnota is het restant van de aanvullende post prijsbijstelling tranche 2014 daarnaast toegevoegd aan de lenM begrotingen.

Per saldo effect op lenM begrotingen (periode 2014-2028)

Infrastructuurfonds

waarvan

Deltafonds Hoofdstuk XII

Hoofdwegen Spoorwegen 1

Regionaal/Lokale Infrastructuur Hoofdvaarwegen

Totaal effect op de lenM begrotingen

€ 387mln

€ 303 min

€ 11 min € 73 min € 79 min

€ 466 min

1 De besluitvorming over indexatie van de budgetten Spoorwegen voor Beheer, Onderhoud en Vervanging is aangehouden tot de begroting 2016.

De bedragen uit de tabel (in miljoenen euro's) zijn ten laste van de investeringsruimte op de fondsen gebracht. Evenals vorig jaar resteert er op de fondsen een kasprobleem. Technisch is dit kasprobleem verwerkt via een minregel op de investeringsruimte van de modaliteiten. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd. lenM lost de minregel uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

4

Raming modaliteiten

De ambitie is om - op termijn - alle uitgaven per modaliteit te ramen op de desbetreffende artikelen, opdat alle uitgaven die verband houden met een modaliteit op de betreffende artikelen zijn geraamd. Hiertoe is in deze begroting een eerste aanzet gedaan.

Ter voorbereiding op de af te sluiten Service Level Agreements 2017-2020 (tussen RWS en opdrachtgevers) zijn de budgetten voor de landelijke taken geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten (dit betreffen de activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd). Deze middelen werden tot en met de vorige begroting integraal geraamd onder verkeersmanagement / watermanagement en beheer en onderhoud. De verdeling van de budgetten voor de landelijke taken naar verkeersmanagement en beheer en onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting. Het betreft hier een technische, beleidsneutrale mutatie.

In de ontwerpbegroting 2016 zullen aanvullende mutaties worden doorgevoerd om het eindbeeld te bereiken. Dit betreft onder meer het toedelen van de middelen op artikelonderdeel 18.12 «Nader toe te wijzen Beheer en Onderhoud en vervanging», waarop in deze begroting middelen zijn geraamd, welke nog niet aan netwerken kunnen worden toebedeeld.

Waterkwaliteit

Op grond van het amendement-Jacobi (Kamerstukken II, 2013/14, 33 503, nr. 8) is het met ingang van 1 januari 2015 mogelijk om de uitgaven op het gebied van waterkwaliteit, ook wanneer deze uitgaven geen relatie hebben met waterveiligheid en zoetwatervoorziening, te verantwoorden op het Deltafonds. Hierdoor is het mogelijk om vanuit het Deltafonds projecten waarin ook waterkwaliteitsaspecten een rol spelen integraal te financieren. Hiertoe is een nieuw artikel 7 gecreëerd en zijn middelen overgeboekt van artikel 12 op Begroting hoofdstuk XII naar artikel 7 van het Deltafonds. Het gaat daarbij om de realisatieprojecten Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren.

De opgaven voor waterkwaliteit worden niet gedekt uit de budgetten op het Deltafonds die bestemd zijn voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening (zie schriftelijke beantwoording Kamervragen ten behoeve van het WGO van 18 november 2013 (Kamerstukken II, 33 750 XII nr. 54). In lijn met deze voorwaarde is dekking gevonden binnen andere budgetten dan die voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening, zodat de opgave voor de uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) op artikel 7 van het Deltafonds volledig gedekt is. Voor de resterende opgave vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water voor de tweede en derde planperiode tot en met 2027 was aanvullend circa € 474 miljoen benodigd. In deze begroting wordt voorgesteld uit onderstaande budgetten middelen vrij te maken ten behoeve van het Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren:

Het budget «Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren» op de Begroting hoofdstuk XII (artikel 12.01) van € 34,9 miljoen in het jaar 2018 wordt geëxtrapoleerd en overgeboekt naar - het nieuw gecreëerde - artikel 7 op het Deltafonds. Het betreft een reeks tot en met 2027, het jaar waarin het programma ten behoeve van de KRW wordt afgerond, en bedraagt in totaal € 314,2 miljoen. • Verlaging van de structurele budgetten bodemsanering op artikel 13.04 van de Begroting hoofdstuk XII (vanaf 2019 t/m 2027 een bedrag van € 4,9 miljoen per jaar): € 44,5 miljoen.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

5

Inzet ontvangsten Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (WVO) (vanaf 2014 t/m 2027): € 56 miljoen. • Vrijval nog te verrichten werkzaamheden agentschap RWS BenO nat: € 59,7 miljoen.

Daarnaast zijn de projecten Natuurcompensatie Perkpolder, Verruiming vaargeul Westerschelde en Natuurlijker Markermeer/IJmeer, die eerder vanuit het Deltafonds naar de Begroting hoofdstuk XII waren overgeboekt, weer aan dit artikel toegevoegd.

Dit leidt tot het volgende overzicht aan budgetten op het nieuwe artikel 7.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

6

 

00

CM

00

 

CM

 

CM

[—

 

CO

*t

 
 

CM

 

O

O

o

u

£1-

03 —

  • t

DO cc

x

cd

o

o '

>

a c .„ a) if

  • a) 
    T3

E a. a

o ^ -

o

T3

£ .§> £ > z 5? :> >?z52

5 _Q 5 ^ I I

  • a) 
    a
  • — ü s£, c c 3 w := t

S 5 ^ cc g -Q S ^

o 1 t £ a> cd ■° "a ■£

01

d

o to = 1

c C (Nl — 03

a) >

¥ cc

i

Ll_ cc

o> cd cd

— cc S LI- cc

C CM CO O

I I— O C CM I—

dc

— cd c

cc "o cd

cc c £

£ cc cd

2 2 ra -Q « "a

3 cd 3 CO -Q -D

CM [

o .2 cd x -J= ^- .ti O) ~r cc

1 c

o cd

£■"55 2

2 "U Q.

t cd 5

cd -Q C

T3 "Ö

■a =J

cc -Q

I .2 2

cc *

a> 'cc

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

o o

cd

e ri

0) —

  • t

do ra

03 _ra

a <i> > _

x e _q <

CD Q h c Sc

) O

e °3

  • 0) 
    00 T3

5 >

<H O

> c. o pi

  • Q. ü . ' O S < do

'Si:

GÜ 5? .

E 5

CD <

J£ 03 <D <D

o > Q > >

-c m o >

p ,t O)

■Q T3

  • T3 =J

t/> ra -q

2 ^

o «>

o

cri co

o

a o

I s

c je

t! «- — » ,8

Si S 8 « S

s<=

a> cm ^ oü " O

ai §

M ü < = =

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

  • 2. 
    AGENDA DELTAFONDS

Het Deltaprogramma heeft als doel ons land nu en in de toekomst te beschermen tegen hoog water en de zoetwatervoorziening op orde te houden. Het financieel fundament onder het Deltaprogramma is het Deltafonds. Daarnaast zijn maatregelen op het gebied van waterkwaliteit onderdeel van het Deltafonds.

Werken aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening vraagt continu inspanningen en investeringen. Het aantal mensen en de waarde van het te beschermen goed veranderen, onder invloed van economische en demografische ontwikkelingen. Ook water en bodem veranderen in de loop van de tijd: de zeespiegel stijgt en de bodem daalt. Daarbij verandert het klimaat, waardoor het warmer wordt en rivierafvoeren en regenval grotere extremen zullen vertonen. Het Deltaprogramma is het nationale programma waarin Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samenwerken om Nederland veilig en aantrekkelijk te houden en goed te blijven voorzien van zoetwater. Zo kan onze economie blijven profiteren van de gunstige ligging in de delta.

In de beleidsagenda van Begroting hoofdstuk XII en in het Deltaprogramma 2015 wordt inzicht geboden in de beleidsdoelen en verdere onderdelen van het Deltaprogramma.

Mijlpalen en resultaten 2015

Hieronder wordt ingegaan op de mijlpalen in het lopende programma. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2015 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2015 start.

Beheer, onderhoud en vervanging

Voor het beheer en onderhoud tot en met 2016 zijn prestatieafspraken gemaakt voor het watermanagement en beheer en onderhoud waterveiligheid, waaronder kustlijnhandhaving met zandsuppleties, stormvloedkeringen en rijkswaterkeringen zoals dijken, dammen en duinen. Deze prestatieafspraken zijn nader toegelicht in artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging van deze Deltafondsbegroting. Hiervoor zijn nieuwe indicatoren opgesteld die beter aansluiten bij de doelstelling van het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, waardoor Nederland droge voeten houdt.

In 2015 wil lenM onder meer de volgende activiteiten in het kader van beheer, onderhoud en vervanging uitvoeren:

Beheer, onderhoud en vervanging

Hoofdwatersystemen Zandsuppleties basiskustlijn

Levensduur verlengend onderhoud aan stuwen Nederrijn / Lek

Programma stroomlijn ten behoeve van de beheersing van de hoogwaterveiligheid in het rivierengebied Conservering Maeslantkering en Oosterscheldekering

Aanleg

In 2015 wordt voortvarend gewerkt aan het verbeteren van de waterveiligheid, onder andere aan de programma's HWBP-2, nHWBP, Maaswerken en Ruimte voor de Rivier. Hieronder volgen de mijlpalen die lenM in 2015 wil behalen:

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

9

Programma's Waterveiligheid

Programma Mijlpaal Project

 

HWBP-2

Start realisatie

Houtribdijk

Hoogwaterkering Den Oever Waddenzeedijk Texel

 

Oplevering

Ipenslotersluis en Diemerdammersluis Waddenzeedijk Friese kust IJsselmeer, kleibekleding en piping-maatregelen Dijkversterking Krimpen Merwededijk te Werkendam Bergambacht/Ammerstol / Schoonhoven

Keersluis Meppelerdiep Zwartsluis Kustversterking Katwijk

nHWBP

Start realisatie

Diefdijk

Emanuelpolder Capelle Moordrecht

 

Oplevering

Da If sen

Oevererosie Klaphek

Maaswerken

Start realisatie

n.v.t.

 

Oplevering

Zandmaas: Retentiebekken Lateraal kanaal West, zuidelijk deel «plus» Zandmaas: Zomerbedverdieping Sambeek

Zandmaas: Hoogwatergeul Lomm Zandmaas: Well-Aijen Zuid Maasroute: Verruimen Bocht Steijl Maasroute: Bediencentrale Maasbracht

Ruimte voor de Rivier

Start realisatie

Uiterwaardvergraving Huissensche Waarden

Dijkverbetering Lek/Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden Ruimte voor de Rivier IJsseldelta, gedeelte Zomerbedverlaging Ruimte voor de Rivier IJsseldelta, gedeelte Reevediep

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

10

Programma Mijlpaal Project

 
 

Oplevering Extra uiterwaardvergraving Millinger-

 

waard

 

Dijkteruglegging Lent

 

Kribverlaging Waal Fort St. Andries

 

Kribverlaging Beneden-Waal

 

Uiterwaardvergraving Brakelse

 

Benedenwaarden en dijkverlegging

 

Munnikenland

 

Ontpoldering Noordwaard

 

Ontpoldering Overdiepse Polder

 

Dijkverbetering Amer/Donge

 

Dijkverbetering Steurgat / Land van

 

Altena

 

Dijkverbetering Bergsche Maas / Land

 

van Altena

 

Dijkverbetering Oude Maas / Hoeksche

 

Waard

 

Dijkverbetering Oude Maas/Voorne

 

Putten

 

Berging op het Volkerak-Zoommeer

 

Uiterwaardvergraving Huissensche

 

Waarden

 

Uiterwaardvergraving Honswijker-

 

waarden, stuweiland Hagestein,

 

Hagesteinse uiterwaard en Heeren-

 

waard

 

Uiterwaardverg ravi ng Bo 1 werksplas,

 

Worp en Ossenwaard

 

Uiterwaardvergraving Keizers- en

 

Stobbenwaarden en Olsterwaarden

 

Uiterwaardvergraving Scheller en

 

Oldeneler Buitenwaarden

 

Dijkverlegging Westenholte

 

Overige projecten

Mijlpaal

Project

Start realisatie

Marker Wadden fase 1

 

Luwtemaatregelen Hoornse Hop (onderdeel van TBES)

 

Aanpassing primaire waterkering op Terschelling

 

Aanpassing primaire waterkering op Vlieland

Oplevering

Herstel steenbekledingen Oosterschelde en Wester-

 

schelde

 

Natuurcompensatie Perkpolder

 

Eerste tranche 2009-2015 van de Kaderrichtlijn Water

 

(KRW)

Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor de lopende programma's wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen, de voortgangsrapportages aan de Tweede Kamer, het Deltaprogramma 2015 en het MIRT Projectenboek 2015.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

11

Begroting op hoofdlijnen

 
 

Art

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Stand ontwerpbegroting 2014

 

1.230.838

1.304.573

1.357.474

1.116.870

971.272

868.575

Mutaties 1e suppletoire wet 2014

 
  • 13.522
  • 2.379
  • 152.379

-2.379

47.621

97.621

Stand Voorjaarsnota 2014

 

1.217.316

1.302.194

1.205.095

1.114.491

1.018.893

966.196

Belangrijkste mutaties Deltafonds

 
  • 3.909

72.393

70.753

46.496

36.324

41.405

  • 1. 
    KRW en andere projecten waterkwaliteit

2,7

 

41.630

39.446

36.264

35.681

40.625

  • 2. 
    Prijscompensatie

div.

1.538

878

1.274

982

456

599

  • 3. 
    Cyber security

3, 5

5.317

-240

       
  • 4. 
    Desalderingen

1

 

25.000

25.000

10.600

   
  • 5. 
    Kasschuiven regiobijdrage

div.

-9.864

5.000

4.907

  • 1.489

0

0

Overig

div.

-900

125

126

139

187

181

Stand ontwerpbegroting 2015

 

1.213.407

1.374.587

1.275.848

1.160.987

1.055.217

1.007.601

Ad 1. Overheveling KRW/amendement Jacobi. Op grond van het amendement-Jacobi (Kamerstukken II, 2013/14, 33 503, nr. 8) is het met ingang van 1 januari 2015 mogelijk om de uitgaven op het gebied van waterkwaliteit, ook wanneer deze uitgaven geen relatie hebben met waterveiligheid en zoetwatervoorziening, te verantwoorden op het Deltafonds. Hierdoor is het mogelijk om vanuit het Deltafonds projecten waarin ook waterkwaliteitsaspecten een rol spelen integraal te financieren. Hiertoe zijn middelen overgeboekt van artikel 12 op de Begroting hoofdstuk XII naar het nieuwe artikel 7 in het Deltafonds. Het gaat daarbij om de realisatieprojecten Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren ten behoeve van de KRW. Daarnaast zijn de projecten Natuurcompensatie Perkpolder, Verruiming vaargeul Westerschelde en Natuurlijker Markermeer/IJmeer ook overgeheveld naar het Deltafonds.

Ad 2. Net als in de vorige begroting dekt lenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. lenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.

Ad 3. Beveiligd Werken richt zich op het «in control» brengen en houden van de missiekritieke systemen (MKS) en Industriële Automatisering ter ondersteuning van de maatschappelijk vitale en primaire processen van RWS. Missie Kritieke Systemen zijn ICT systemen die een essentiële rol spelen in een informatieketen (mensen, processen en techniek). Onderdeel hiervan is het voldoen aan de eisen van informatiebeveiliging (Cyber Security). In dit kader is nu vanuit de Begroting hoofdstuk XII geld vrijgemaakt voor die werkzaamheden die in 2014 op het Deltafonds noodzakelijk zijn (circa € 6 miljoen). Omdat Water - gegeven de missiekritieke systemen - in 2014 prioritair wordt aangepakt, is aanvullend een bedrag van € 22 miljoen ten laste van de vrije ruimte van het Deltafonds gebracht.

Ad 4. Als gevolg van extra ontvangsten van derden voor het project IJsseldelta binnen het programma Ruimte voor de Rivier is het projectbudget met zestig miljoen euro opgehoogd.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

12

Ad 5. Om voor alle artikelen tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren noodzakelijk.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

13

  • 3. 
    DE PRODUCTARTIKELEN

Artikel 1 Investeren in waterveiligheid

Omschrijving van de samenhang in Het Rijk investeert in waterveiligheid om te voldoen aan de wettelijke het beleid normen van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen en

het Rijk en om een bijdrage te leveren aan het beheer van de rijkswateren. Het artikel waterveiligheid is gerelateerd aan beleidsartikel 11 (Waterkwantiteit) op de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 1 Investeren in waterveiligheid (in € 1.000)

 
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verplichtingen Uitgaven

1.053.633 574.101

1.331.287 788.314

1.021.070 903.737

255.841 757.771

358.843 732.789

392.915 649.719

406.185 566.435

Waarvan juridisch verplicht

   

700%

       

1.01 Grote projecten waterveiligheid

1.01.01 Programma HWBP-2 Waterschapsprojecten

1.01.02 Programma HWBP-2 Rijksprojecten

1.01.03 Ruimte voor de rivier

1.01.04 Maaswerken

463.826

205.657 4.151 234.209 19.809

582.505

214.516 24.725

305.629 37.635

792.671

322.940 10.408

418.147 41.176

627.251

265.369 37.551

283.273 41.058

541.541

216.053 77.843

223.029 24.616

342.297

198.535 62.528 56.947 24.287

767.427

131.534 11.134 466 24.287

7.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid

1.02.01 Verkenningen en planuitwerkingspro-gramma

1.02.02 Realisatieprogramma

101.860

20.569 81.291

198.868

13.954 184.914

705.776

2.708 103.008

126.470

37.448 89.022

189.873

135.156 54.717

306.947

179.311 127.636

398.664

267.223 131.441

7.03 Studiekosten

1.03.01 Studie en onderzoekskosten

1.03.02 Overige studiekosten

8.415 8.415

0

6.947 6.941

0

5.350 5.350

0

4.050 4.050

0

7.375 1.375

0

475 475 0

350 350 0

7.04 GIV/PPS

0

0

0

0

0

0

0

Van totale uitgaven

- Bijdrage aan agentschap RWS

- Restant

7.398 566.700

2.850 785.464

4.550

899.187

1.100

756.671

0

732.789

0

649.719

0

566.435

Ontvangsten

7.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid

1.09.01 Ontvangsten waterschappen HWBP-2

1.09.02 Overige ontvangsten HWBP-2

1.09.03 Ontvangsten waterschappen nHWBP

1.09.04 Overige ontvangsten nHWBP

1.09.05 Overige aanleg ontvangsten

92.708

92.708 79.608 163 1.550

0

11.387

136.618

136.618 124.450

0

6.176

0

5.992

246.003

246.003 171.000

0

9.042

0

65.961

206.694

206.694 152.073

0

28.991 0

25.630

189.874

189.874 158.426 0

22.337 0

9.111

171.652

171.652 114.467

0

57.185

0 0

171.424

171.424 113.011

0

58.413

0 0

Budgetflexibiliteit Met uitzondering van de nog niet in uitvoering genomen aanlegprojecten

worden de budgetten in 2015 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

14

 

Bedragen x€ 1.000

 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

1 Investeren in waterveiligheid

1.01 Grote projecten waterveiligheid

1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid

1.03 Studiekosten

903.737

792.671 105.716 5.350

757.771

627.251 126.470 4.050

732.789 541.541 189.873 1.375

649.719

342.297 306.947 475

566.435

167.421 398.664 350

501.315

284.868 216.097 350

874.254

363.801 510.453

0

1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid Bijdragen van hfdst XII (art 26)

246.003 657.734

206.694 551.077

189.874 542.915

171.652 478.067

171.424 395.011

169.642 331.673

148.620 725.634

 

(Vervolg) Bedragen x € 1.000

 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

1 Investeren in waterveiligheid

1.01 Grote projecten waterveiligheid

1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid

1.03 Studiekosten

574.200

89.309 484.891 0

515.620

16.745 498.875 0

424.680

0

424.680

0

414.785

0

414.785

0

443.050

0

443.050

0

441.510

0

441.510

0

418.411

0

418.411

0

1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid Bijdragen van hfdst XII (art 26)

148.620 425.580

148.620 367.000

148.620 276.060

148.620 266.165

148.620 294.430

148.620 292.890

148.620 269.791

1.01 Grote projecten waterveiligheid

Motivering Deze projecten, die door de Tweede Kamer de status van groot project zijn

toegekend, dragen bij aan de waterveiligheid in Nederland.

Producten Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)

Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die zijn voortgekomen uit de periodieke toetsing volgens de Waterwet. Uit de resultaten van de eerste (2001) en tweede (2006) toetsing op veiligheid van de primaire waterkeringen bleek dat een deel van deze keringen niet voldeed aan de wettelijke norm (Kamerstukken II, 2007/08, 27 625 en 18 106, nr. 103). Verder bleek uit een toets in 2003 door RWS en de keringbeheerders dat de zeeweringen langs de Noordzeekust op een aantal locaties op een termijn van twintig jaar niet meer aan de geldende veiligheidsnorm zouden voldoen. Deze locaties zijn aangemerkt als Zwakke Schakels. Op negen van deze locaties ligt tevens een opgave tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, de zogenaamde Prioritaire Zwakke Schakels Kust. Vanuit het HWBP-2 worden subsidies verstrekt aan de waterschappen voor de uitvoering van de vereiste verbetermaatregelen en worden de maatregelen aan de rijkskeringen betaald.

Met het afsluiten van het Bestuursakkoord Water (2011) dragen de waterschappen bij aan de financiering van het HWBP-2 en het nieuwe HWBR In bijlage 3 is een nadere toelichting op de financieringsafspraken ten aanzien van het hoogwaterbeschermingsprogramma opgenomen.

De procedureregeling Grote Projecten is op 22 maart 2011 op het HWBP-2 van toepassing verklaard. Op basis van de uitgangspuntennotitie van de Tweede Kamer is een basisrapportage opgesteld (Kamerstukken II, 2011/12, 27 625, nr. 237). Het HWBP-2 bestaat uit 88 versterkingsprojecten, inclusief de Zwakke Schakels.

Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder halfjaar een voortgangsrapportrage: vóór 1 april 2015 Voortgangsrapportage 8 en vóór 1 oktober 2015 Voortgangsrapportage 9.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

15

Het HWBP-2 is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.

Meetbare gegevens Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma

Het HWBP-2 bestaat uit 88 projecten. In 2013 heeft een administratieve samenvoeging van twee dijkversterkingsprojecten plaatsgevonden, omdat de uitvoering met één contract is aanbesteed. Eind 2013 voldeden 59 projecten aan de norm. In de basisrapportage is aangegeven dat de overgrote meerderheid van de projecten in 2017 is afgerond en dat enkele projecten een geprognosticeerde einddatum van na 2017 laten zien. Dit beeld is in de 5e voortgangsrapportage (peildatum 31 december 2013) niet gewijzigd.

Projectoverzicht tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma; realisatie

 
   

Totaal

           

Budget

in € min.

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig vorig

Project HWBP-2

Projecten

Nationaal

HWBP-2 Rijksprojecten

HWBP-2 Water-schapsprojecten Overige projectkosten (programmabureau)

227 2.955

43

204 2.970

44

26 900

15

4

286 4

10 337

5

44

227

5

88 147

5

37 153

4

0

134 4

17

771

1

2020 2020

Programma

3.226

 

941

295

352

276

240

194

138

790

 

Begroting (DF 1.01.01/02)

     

239

333

303

294

261

143

711

 

Overprogram-mering (-)

     

-56

-18

27

54

67

5

-79

 

Producten Ruimte voor de Rivier

Met de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier (PKB) wil het kabinet twee doelstellingen bereiken:

  • 1. 
    Het op het vereiste niveau brengen van de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen. Dit houdt in dat de veiligheid langs de Rijntakken en het benedenstroomse deel van de bedijkte Maas (vanaf Hedikhuizen) uiterlijk in 2015 in overeenstemming wordt gebracht met de wettelijke vereiste norm.
  • 2. 
    Een bijdrage leveren aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied, ter versterking van het rivierengebied in economisch, ecologisch en landschappelijk opzicht.

Het programma Ruimte voor de Rivier is op 15 mei 2001 door de Tweede Kamer aangewezen als «Groot Project». De PKB Ruimte voor de Rivier is in 2006 door de beide Kamers vastgesteld. Uitgangspunt voor de PKB zijn de waterveiligheidsnormen die voorschrijven dat het Nederlandse rivierensysteem een piek in de waterafvoer, die statistisch eens per 1.250 jaar kan voorkomen, veilig kan verwerken. Dit is de maatgevende afvoer. Deze norm is in 2001 voor de Rijn vastgesteld op 16.000 m3/s bij Lobith. De Maas benedenstrooms van Hedikhuizen moet uiterlijk in 2015 een maatgevende afvoer van 3.800 m3/s bij Borgharen veilig kunnen verwerken. Voor de IJssel wordt de maatgevende afvoer gesteld op

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

16

verwerking van een gezamenlijke toestroom van 250 m3/s vanuit de zijrivieren.

De PKB bevat een besluit over het uiterlijk eind 2015 uit te voeren basispakket van 39 maatregelen en de plaats waar deze getroffen worden. De PKB geeft bovendien een doorkijk naar de lange termijnopgave voor waterveiligheid. Om flexibiliteit in te bouwen is gekozen voor een programmatische aanpak.

Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder halfjaar een voortgangsrapportrage: vóór 1 april 2015 Voortgangsrapportage 25 en vóór 1 oktober 2015 Voortgangsrapportage 26.

Meetbare gegevens De stand van zaken per 31 december 2015 is naar verwachting:

  • • 
    5 van de 39 maatregelen zijn geschrapt. Voor het bereiken van de waterveiligheidsdoelstelling bleken ze niet nodig;
  • • 
    Voor 100 procent van het realisatiebudget is de projectbeslissing genomen. Alle maatregelen zijn in uitvoering dan wel uitgevoerd.

De verwachting is dat de waterveiligheidsdoelstelling van het programma Ruimte voor de Rivier eind 2015 wordt gehaald, met uitzondering van zeven projecten waarover de Kamer al is geïnformeerd (Kamerstukken II, 2012/13, 30 080, nr. 64). Dit betreft Ruimte voor de Rivier IJsseldelta, de hoogwatergeul Veessen-Wapenveld, de twee dijkverleggingen Cortenoever en Voorsterklei, de dijkverbetering Nederrijn/ Betuwer/ Heler-en Culemborgerwaard en de twee dijkverbeteringen bij de Lek (Alblasser-waard en de Vijfheerenlanden en Betuwe/ Heler- en Culemborgerwaard).

Het hogere taakstellend budget ten opzichte van vorig jaar wordt met name verklaard door ontvangsten van provincies en gemeenten (desal-dering). Daarnaast is de prijsbijstelling 2014 toegevoegd. Ruimte voor de Rivier is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.

Projectoverzicht Ruimte voor de rivier; realisatie

 
   

Totaal

           

Budget

in € min.

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig vorig

Project RvdR

Projecten

Nationaal

Projectbudget Ruimte voor de rivier

2.382

2.306

1.095

374

380

285

141

45

39

23

2015 2015

Programma Realisatie

2.382

 

1.095

374

380

285

141

45

39

23

 

Begroting (DF 1.01.03)

     

306

418

283

223

57

0

-0

 

Overprogram-mering (-)

     

-68

38

-2

82

12

-39

-23

 

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

17

Producten Maaswerken

Op dit onderdeel worden de uitgaven van de deelprogramma's Zandmaas en Grensmaas van het programma Maaswerken verantwoord. Maaswerken is voortgekomen uit het Deltaplan Grote Rivieren dat na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas in december 1993 en januari 1995 tot stand kwam. Belangrijkste doelstelling van de deelprogramma's Zandmaas en Grensmaas is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord-Brabant tegen hoogwater van de Maas.

Sinds 2003 valt Maaswerken (deelprogramma's Grensmaas en Zandmaas) als zelfstandig Groot Project onder de procedureregeling Grote Projecten en ontvangt de Tweede Kamer ieder halfjaar een voortgangsrapportage: vóór 1 april 2015 voortgangsrapportage 27 en vóór 1 oktober 2015 voortgangsrapportage 28).

Voor de Zandmaas (realisatie hoogwaterdoelstelling in 2015) ligt de focus in 2015 op afronding van de zomerbedverdieping en peilopzet in stuwpand Sambeek, de aanleg van de hoogwatergeulen in Well-Aijen en Lomm en de aanpassing van kaden rond het retentiegebied Lateraalkanaal-West. Voor de Grensmaas ligt de nadruk op de verdere realisatie van de zogeheten «11 locaties» (rivierverruiming door grind-winning).

Naast de werken in de Zandmaas en de Grensmaas zijn nog aanvullende maatregelen nodig om in alle dijkringen langs de Maas het wettelijke beschermingsniveau te bereiken (overstromingskans kleiner dan 1/250e per jaar). Dit «sluitstuk» van het werk aan de Maas betreft een reeks kaden (dijken) die op de benodigde hoogte worden gebracht. Het prioritaire deel van dit werk dient in 2020 gereed te zijn. Planuitwerking en realisatie van deze «prioritaire sluitstukkaden» gebeurt door de twee Limburgse waterschappen. In het budget van het programma Maaswerken is hiervoor € 75 miljoen beschikbaar gesteld en hierover is een bestuursovereenkomst met de waterschappen gesloten. Het oplossingenpakket voor de Grensmaas, met afspraken over het bereiken van het wettelijk beschermingsniveau van 1/250e per jaar en over de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum, is gezamenlijk vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas van 10 november 2011.

In 2012 is de scope met betrekking tot natuur in de Grensmaas en de Zandmaas beperkt aangepast (Kamerstukken II, 2012/13, 18 106 A, nr. 216). Dit als gevolg van de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de daardoor verminderde financiële middelen van het Ministerie van EZ voor het realiseren van de natuurdoelstelling van Maaswerken.

Meetbare gegevens

 

Indicator

Zandmaas

Grensmaas

Hoogwaterbeschermingsprogramma

70% in 2008/ 100% in 2015

100% in 2017

Natuurontwikkeling

427 ha (plus 60 ha compensatie)

1.208 ha

Grind

-

ten minste 35 min ton

Grensmaas, natuurontwikkeling:

De aanpassing van de scope Grensmaas en Zandmaas is bij brief van 5 maart 2013 aan de Tweede Kamer gemeld (Kamerstukken II, 2012/13, 18 106 nr. 216).

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

18

Met een neerwaartse bijstelling als gevolg van de bijstelling van de scope van de natuurdoelstelling van 44 ha is de huidige scope 1.208 ha.

Zandmaas, natuurontwikkeling:

In het kader van de herijking van de EHS is bij het Zandmaasproject besloten 129 ha natuur niet te realiseren door de nevengeulen Belfeld en Sambeek uit de scope te halen. Deze nevengeulen leveren geen bijdrage aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. Er resteert een opgave van 427 ha (plus 60 ha compensatie).

Projectoverzicht Maaswerken; realisatie

 
   

Totaal

           

Budget

in € min.

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig

vorig

Project Maaswerken Projecten Limburg

Grensmaas

Zandmaas

150 407

149 405

68 253

2 18

9 30

15 20

13 20

8 20

8 20

28 24

2017/ 2024 2017/ 2020

2017/ 2024 2017/ 2020

Programma Realisatie

557

 

321

20

39

35

33

28

28

52

   

Begroting (DF 1.01.04)

     

38

41

41

25

24

24

43

   

Overprogram-mering (-)

     

18

2

6

-9

-4

-4

-9

   

Toelichting:

Grensmaas: het bereiken van de hoogwaterdoelstelling wordt voorzien in 2017. De grindwinning loopt door tot eind 2023. • Zandmaas: de feitelijke oplevering wordt voorzien in de periode 2017/2020; het bereiken van de hoogwaterdoelstellingen echter al in 2015.

De kengetallen hieronder geven informatie over de stand van zaken van maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid onder het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2), en de programma's Ruimte voor de Rivier en Maaswerken (stand 31 december 2013). Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende programma's. De beleidsinspanningen van de Minister van lenM die onder Begroting hoofdstuk XII (artikel 11) vallen richten zich op de regie op deze programma's. In de begroting van het Deltafonds wordt nader ingegaan op de uitvoering van deze projecten.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

19

100 90

80

 

Getemporiseerd

□ Voorbereiding

Realisatie

■ Gereed

1.02 Overige aanlegprojecten

Motivering Naast de grote projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder

de overige aanlegprojecten beschreven.

Producten Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma

Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde op het gebied van Waterbeheer te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.

Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma's verantwoord die zich in de MIRT-verkenningen- en planuitwerkingsfase bevinden.

Ambitie Afsluitdijk

De middelen voor de ambitie Afsluitdijk zijn gereserveerd op de begroting van het Deltafonds en worden verantwoord op de Begroting hoofdstuk XII. Met deze werkwijze kunnen ook ambities, die niet direct betrekking hebben op waterveiligheid en zoetwatervoorziening, worden verantwoord.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

20

Projectoverzicht Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma

 

Bedrag in € min

Budget

 

Planning

 

Projectomschrijving

Huidig

vorig

PB of TB

Openstelling

Verplicht

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

Afsluitdijk: Versterking incl. Inbouw pompen t.b.v. waterafvoer

EPK Planuitw. en verkenningen Waterveiligheid (mn

Afsluitdijk)

Ambitie Afsluitdijk

828

8 18

00 00 00 00

2017

2021

Gebonden

Projecten Limburg

Ooijen-Wanssum Projecten Oost-Nederland Ruimte voor de Rivier Projecten Noord-Nederland

Legger Vlieland en Terschelling

123 121

3

121 121

3

2016 na 2020 2014

na 2020 2015

Bestemd

23

9

   

Projecten in voorbereiding: Projecten Nationaal

reservering areaalgroei

Rijksstructuurvisie Grevelingen-Volkerak Zoommeer Overige projecten in voorbereiding

Totaal programma planuitwerking en verkenning Begroting DF 01.02.01

1.123 1.123

     

legenda

PB = Projectbesluit TB = Tracébesluit

De belangrijkste mutaties zijn:

Bij het project Afsluitdijk zijn de projecten versterking en inbouw pompen samengevoegd. Naast de verhoging van het budget voor prijsindexatie tranche 2014 heeft er een beperkte verschuiving plaatsgevonden tussen het planuitwerking- en het realisatiebudget.

  • • 
    Ooijen-Wanssum: de verkenning is afgesloten en de planuitwerking is in november 2012 van start gegaan, onder verantwoordelijkheid van de provincie Limburg. Het budget is conform bestuurlijke afspraak verhoogd ten behoeve van de prijsindexatie tranche 2014.

In 2015 zal naar verwachting een begin gemaakt worden met de aanpassing van de primaire waterkeringen op Vlieland en Terschelling. De opgenomen reservering Areaalgroei is een reservering voor de areaalgroei van het Hoofdwatersysteem en het daarvoor benodigde extra beheer en onderhoud voor de periode tot en met 2028. Het betreft een overheveling van het Infrastructuurfonds (IF) naar het Deltafonds (DF).

Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer: de vaststelling van de Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer door het kabinet is voorzien eind 2014, in samenhang met de deltabeslissingen en de resultaten van het regionale Programma Gebiedsontwikke-ling.

  • • 
    Zandhonger Oosterschelde: voor de aanpak van de zandhonger is in 2007 een MIRT-verkenning gestart, inclusief praktijkproeven. Hieruit komt naar voren dat het suppleren van zand bij intergetijdengebieden de meest effectieve maatregel is. In de periode voor 2028 kunnen de

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

21

werkzaamheden beperkt blijven tot de Roggenplaat. Het Rijk (EZ en lenM) werkt samen met provincie Zeeland, Natuurmonumenten en Nationaal Park Oosterschelde een financieringsvoorstel uit voor de aanpak van de Roggenplaat. Dit voorstel wordt betrokken bij de besluitvorming eind 2014 over het vervolg van de aanpak van de zandhonger in de Oosterschelde. • Tidal Test Centre Grevelingen: de gehele reservering TTC Brouwers-dam wordt onder de naam «Flakkeese Spuisluis» overgeheveld naar de realisatiefase.

Om invulling te geven aan de toezegging naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2012 om meer inzicht in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028 per modaliteit te verstrekken, is hieronder de budgetflexi-biliteit voor de periode 2014-2028 weergegeven voor onderzoek, verkenning en planuitwerking.

Planuitwerking/verk. Waterveiligheid (Periode 2014-2018)

Procentueel x€1 min.

■ Verplicht ■ Gebonden ■ Bestemd

Realisatieprogramma

Om een bijdrage te leveren aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk én een bijdrage te leveren aan het beheer van de rijkswateren.

Nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) Uit de Derde Landelijke Rapportage Toetsing primaire waterkeringen (in 2011) bleek dat circa 1.225 kilometer aan dijken, dammen en duinen niet aan de normen voldoet. Circa 2.308 kilometer voldoet wel. Voor circa 234 kilometer vindt nog nader onderzoek plaats. Van de 1.458 getoetste kunstwerken voldoen er 748 aan de gestelde eisen, 335 voldoen niet. Voor 375 kunstwerken is nader onderzoek nodig. Van de keringen die niet aan de norm voldoen maakt ongeveer de helft deel uit van lopende uitvoeringsprogramma's, zoals het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma, Al bij eerdere toetsingen voldeden deze keringen niet aan de normen. Voor de nieuwe opgave (gerekend vanaf de derde toetsing) is een nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) opgesteld. Het HWBP bevat vijf projecten in voorbereidende fase, drie projectoverstijgende verkenningen en dertien projecten die de betreffende waterschappen voorfinan-

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

22

eieren. De prioritering in het programma is gebaseerd op de urgentie van de verschillende projecten. Circa 90 procent van de primaire waterkeringen is in beheer bij de waterschappen. De rest is vrijwel volledig in beheer bij het Rijk.

Het lagere taakstellend budget van de waterschapsprojecten ten opzichte van vorig jaar wordt verklaard doordat de programmakosten (€ 57 miljoen) expliciet in de tabel zichtbaar zijn gemaakt.

Herstel steenbekleding

Het herstel van de steenbekledingen in Zeeland is in 2015 gereed. In totaal is dan langs de Wester- en Oosterschelde 321 kilometer aan steenbekledingen vervangen.

Rivierverruiming, niet zijnde Ruimte voor de Rivier Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek worden rivierverruimingspro-jecten uitgevoerd om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen, de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. Het NURG-programma wordt samen met het Ministerie van Economische Zaken (EZ) uitgevoerd en draagt naast veiligheid ook bij aan de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied (nieuwe natuur). Een aantal NURG-projecten is ook van belang voor het realiseren van de waterveilig-heidsdoelstellingen van de PKB Ruimte voor de Rivier. De verwachting is dat de realisatie uiterlijk 2015 is afgerond. Een aantal projecten zullen dan nog doorlopen, waaronder de projecten Afferdense en Deestse Waarden (2018) en Rijnwaardense uiterwaarden (2016).

Overige onderzoeken en kleine projecten

Onderdeel van overige onderzoeken en kleine projecten is de Flakkeese Spuisluis. In het najaar van 2013 zijn finale afspraken gemaakt over het Tidal Test Centre (TTC): een centrum waar innovatieve pompen kunnen worden getest voor het opwekken van duurzame energie uit de getijdenbeweging. De regio en private partijen financieren de bouw van het TTC en het Rijk stelt de Flakkeese Spuisluis in de Grevelingendam in werking. Met de inwerkingstelling van deze sluis komt beperkt getij terug in het meest oostelijke deel van de Grevelingen en hiermee een proeflocatie voor het TTC. Hiervoor is in totaal € 8,3 miljoen beschikbaar.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

23

Projectoverzicht; Realisatieprogramma

 
 

Totaal

         

Budget

in € min.

Oplevering

Projectomschrijving

huidig vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018 2019

later

huidig vorig

Projecten Waterveiligheid Projecten Nationaal

Programma HWBP 2020 2020

HWBP Rijkspro-

 

jecten

573

573

0

2

2

2

2

2

2

564

   

HWBP Water-

                       

schapsprojecten

3.138

3.195

13

17

39

35

43

115

128

2.747

   

HWBP Overige

                       

projectkosten

                       

(programma-

                       

bureau)

57

 

3

5

4

4

4

4

4

32

   

Deltafaciliteit

                       

Delta res

25

26

23

3

           

2013

2013

Dijkversterking en

                       

Herstel steenbe-

                       

kleding

854

852

673

49

74

16

42

     

2015

2015

Maatregelen i.r.t.

                       

rivierverruiming

191

188

129

14

23

23

2

     

2015

2015

Overige onder-

                       

zoeken en kleine

                       

projecten

1.171

1.157

1.114

15

11

11

9

3

 

10

   

Programma

                       

Realisatie

6.010

 

1.955

103

152

90

101

123

133

3.353

   

Begroting (DF 1.02.02)

     

185

103

89

54

128

131

3.365

   

Overprogram-mering (-)

     

81

-48

  • 1

-46

5

-2

12

   

1.03 Studiekosten

Motivering Dit betreft enerzijds studie- en onderzoekskosten voor het Deltapro-

gramma (MIRT-onderzoeken) en daarnaast de overige studiekosten op het gebied van waterveiligheid.

Producten Studie- en onderzoekskosten Deltaprogramma

Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken). Het Deltaprogramma is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de korte, middellange en lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland.

Op dit onderdeel worden de onderzoeken voor waterveiligheid verantwoord.

Deltamodel: dit is een geïntegreerde set van modellen om het waterhuishoudkundig systeem van Nederland door te rekenen, die is ontwikkeld voor het Deltaprogramma. Binnen het Deltaprogramma is het gebruikt om de effecten van maatregelen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening te berekenen. In 2015 blijft het Deltamodel in gebruik voor het beantwoorden van vragen die richting de uitvoering van het Deltaprogramma spelen. Daarnaast

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

24

wordt het model gebruikt bij het toetsingsinstrumentarium voor waterveiligheid en genereert het model de waterhuishoudkundige basis voor waterkwaliteitsmodellen.

  • • 
    Veiligheid: in 2014 is de Deltabeslissing Waterveiligheid genomen en zijn de nieuwe waterveiligheidsnormen voor de waterkeringen bekend. Voor dit jaar is eveneens de pilot Meerlaagsveiligheid bij het project Marken opgenomen. De overstap naar nieuwe normen is een grote verandering in het waterveiligheidsbeleid. In 2015 zal de focus liggen op de implementatie van de Deltabeslissing Waterveiligheid. Het betreft onder andere nader onderzoek ten behoeve van de verankering van de nieuwe normen in de Waterwet, de uitwerking van de nieuwe normen op het toets- en ontwerpinstrumentarium en een verdere uitwerking van meerlaagsveiligheid.

Rivieren: vanwege verwachte hogere rivierafvoeren en de ontwikkelingen rondom nieuwe normen is voor de Maas en Rijntakken een integrale strategie ontwikkeld om de veiligheid in het rivierengebied te borgen. Deze strategie is gebaseerd op een krachtig samenspel van dijkversterking en rivierverruiming. Ook is er rekening gehouden met de kansen voor natuur en ruimtelijke ontwikkelingen en de korte termijn opgaven in het HWBR De strategie zal worden benut in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. De ambities voor de periode tot 2030 zullen nader worden uitgewerkt en worden afgestemd op de budgettaire ruimte in het Deltafonds en de ambities en investeringsbereidheid van andere partijen.

Kust: in 2015 wordt gestart met een intensief onderzoek en monito-ringsprogramma. Dit langjarige programma, genaamd Kustgenese II, is gericht op het vergaren van inzichten in de ontwikkeling van het zandig systeem en de verkenning van maatregelen. Rond 2020 worden deze inzichten gebruikt voor de actualisatie van het suppletiebeleid en de inzet daarbinnen van grootschalige pilot suppleties.

  • • 
    Systeemstudie IJsselmeergebied: ten behoeve van het operationaliseren van het flexibel peilbeheer in het IJsselmeergebied binnen randvoorwaarden van waterveiligheid is een brede analyse nodig van de waterstaatskundige samenhang tussen IJsselafvoer - IJsselmeer -Markermeer-Amsterdam Rijnkanaal en Noordzeekanaal. Rijnmond-Drechtsteden: voor de verwachte stijging van de zeespiegel, toenemende extreme rivierafvoeren en sociaaleconomische veranderingen zijn langetermijnstrategieën ontwikkeld voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Daarbij worden de strategieën en maatregelen voor waterveiligheid en sociaaleconomische ontwikkeling in synergie met elkaar en met oog voor ruimtelijke kwaliteit ontwikkeld. Komende jaren wordt met maatregelen en nadere beleidsuitwerking vervolg gegeven aan de gemaakte beleidskeuzes voor dit gebied. Hierbij valt te denken aan onderzoek naar de Maeslantkering en gebiedsgerichte uitwerking van Alblasserwaard en Hollandsche IJssel.
  • • 
    Onderzoek Veiligheidsstrategie Oosterschelde: om een samenhangende strategie te kunnen formuleren voor een ander beheer van de stormvloedkering, de aanpak van dijkversterkingsopgave en de benodigde zandsuppleties.
  • • 
    Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie: in 2015 zal de focus liggen op de implementatie en monitoring van (afspraken uit) de deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie. Op dit artikel worden het stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie (2015-2017) en rijksbijdragen aan een aantal nadere gebiedsgerichte uitwerkingen van meerlaagse veiligheid verantwoord (te denken valt aan Krimpener-waard. Westpoort, Buitendijks/Botlek).

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

25

  • • 
    Toetsing Regionale keringen in beheer van het Rijk: op basis van de Waterwet stelt de Minister in 2014 veiligheidsnormen vast voor regionale waterkeringen die in beheer zijn bij het Rijk. In 2015 en 2016 wordt voor het eerst getoetst of deze regionale keringen aan de gestelde normen voldoen. Deze taak is nog niet in het takenpakket van Rijkswaterstaat, de beheerder, opgenomen. De middelen zijn toegevoegd vanuit de investeringsruimte.

1.04 GIV/PPS

Motivering Bij infrastructuurprojecten waarbij sprake is van publiek-private samen-

werking bestaat de betaling uit een geïntegreerd bedrag voor ontwerp, aanleg, onderhoud en financiering gedurende een langdurige periode. De meest toegepaste vorm is Design, Build, Finance, Maintain (DBFM) waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van betaling bij bereikte mijlpalen tijdens de bouwfase. Deze contractvorm garandeert een efficiënte en effectieve beschikbaarheid van de noodzakelijke capaciteit om, rekening houdend met de aspecten veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar systeem te realiseren. In de brief van 14 juni 2011 (Kamerstukken II, 2010/11, 32 500 A, nr. 83; Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water) is een lijst van in totaal 32 potentiële DBFM-projecten opgenomen, hoofdzakelijk op het hoofdwegennet en het hoofdvaarwegennet. Al deze projecten worden getoetst aan kwalitatieve criteria en op mogelijke financiële meerwaarde.

Op dit moment zijn er nog geen geïntegreerde projecten bij de hoofdwatersystemen zodat op dit artikel nog geen uitgaven hoeven te worden verantwoord. Overheveling van de budgetten voor aanleg en onderhoud zal plaatsvinden nadat de Financial Close van een contract zal zijn bereikt. Onder de hoofdwatersystemen wordt bij het project Afsluitdijk een DBFM-contract overwogen.

1.09 Ontvangsten

Ontvangsten waterschapsprojecten

De gewijzigde Waterwet vormt het uitgangspunt van de begroting en is per 1 januari 2014 in werking getreden. Hierin is geregeld dat de waterschappen vanaf 2014 jaarlijks de helft gaan bijdragen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma, conform het regeerakkoord en het Bestuursakkoord Water. In 2014 gaat het om € 131 miljoen (prijspeil 2011) en vanaf 2015 € 181 miljoen per jaar. De middelen die samen met de rijksmiddelen beschikbaar zijn op de begroting, zullen eerst worden ingezet voor het HWBP-2 en vervolgens voor het nieuwe HWBR Waterschappen ontvangen voor projecten uit het HWBP-2 100 procent subsidie en voor de nieuwe HWBP-projecten volgens de uitgangspunten van het wetsvoorstel 90 procent subsidie. De overige 10 procent betalen ze zelf. De heffing voor het nieuwe HWBP-gedeelte bestaat daardoor uit een solidariteitsdeel dat wordt verevend via het Deltafonds en het projectgebonden aandeel van 10 procent. Deze aangepaste subsidiesystematiek is in de ontvangsten en uitgavenreeksen voor het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma verwerkt.

In bijlage 3 is een nadere toelichting op de financieringsafspraken voor het hoogwaterbeschermingsprogramma opgenomen.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

26

Artikel 2 Investeren in Zoetwatervoorziening

Omschrijving van de samenhang in Ambities voor zoetwater

het beleid Nederland heeft een unieke ligging in een delta. Water speelt niet alleen

een cruciale rol in de leefbaarheid van onze omgeving, het is ook een verbindend element in onze economische positie. Zelfs in droge tijden komen via de Rijn en de Maas nog honderdduizenden liters zoetwater ons land binnen. Dit is een belangrijk concurrentievoordeel ten opzichte van landen die deze rivieren niet hebben. Nederland heeft unieke kennis en kunde op het gebied van waterbeheer en waterkwaliteit en verdient daar veel geld mee: acht procent van de Nederlanders werkt in een sector met afhankelijkheid van water en verdient daar 17,5 procent van ons BNP mee.

Op het gebied van zoetwatervoorziening is het beleid er op dit moment op gericht om - onder normale omstandigheden - zoveel mogelijk aan de behoeften van gebruikers te voldoen. In periodes van watertekort (in droge perioden) wordt water verdeeld op basis van de verdringingsreeks.

Om de bijdrage van zoetwater aan onze sterke economische positie te behouden en te versterken, en tegelijkertijd goed te zorgen voor onze leefomgeving, is het zaak dat we anticiperen op trends en ontwikkelingen die op ons af komen. Nu zijn er al knelpunten en deze nemen toe bij klimaatverandering.

Van ambities naar uitvoering

Met de deltabeslissing Zoetwater en de daaruit volgende Zoetwaterstrategie wordt beoogd een duurzaam en economisch doelmatige zoetwatervoorziening te realiseren. Het Deltaprogramma Zoetwater kent onderscheid in aanpak voor de korte en lange termijn. Voor de korte termijn (tot 2028) levert het Deltaprogramma een uitvoeringsprogramma met daarin de uitwerking van het voorzieningenniveau en een investeringsprogramma waarin maatregelen worden opgenomen voor flexibiliseren en toekomstgerichte inrichting van het watersysteem (nationaal en regionaal). Met het voorzieningenniveau wordt helderheid gegeven over de beschikbaarheid van zoetwater voor gebruikers en de inspanningen en verantwoordelijkheden die de overheid daarvoor heeft. Voor de lange termijn (na 2028) is de zoetwater strategie gericht op opties openhouden en meekoppelkansen benutten.

Op dit artikel worden de producten op het gebied van zoetwatervoorziening verantwoord. Het advies dat het Deltaprogramma Zoetwater opstelt, gaat in op de rol en verantwoordelijkheden van het Rijk. Dit wordt nader uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma inclusief investeringsagenda. Deze agenda gaat in op de inzet (financiële bijdrage) van het Rijk voor de korte en lange termijn. De waterkwaliteitsmaatregelen die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening worden op artikel 7 van het Deltafonds verantwoord.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikel 11 Waterkwantiteit op de Begroting hoofdstuk XII.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

27

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 2 Investeren in zoetwatervoorziening (in € 1.000)

 
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verplichtingen

32.340

4.431

13.385

31.550

26.664

2.126

1.720

Uitgaven

46.278

10.213

6.249

37.786

23.711

2.126

1.721

Waarvan juridisch verplicht

   

80%

       

2.01 Aanleg waterkwantiteit

0

0

0

0

0

0

0

2.01.01 Verkenning en planuitwerking

             

waterkwantiteit

             

2.01.02 Realisatieprogramma waterkwantiteit

           

2.02 Overige waterinvesteringen zoetwater-

             

voorziening

41.230

6.795

4.258

36.065

21.991

406

0

2.02.01 Verkenningen en planuitwerking

             

zoetwatervoorziening

30.446

1.484

1.223

2.953

6.547

0

0

2.02.02 Realisatieprogramma zoetwatervoor-

             

ziening

10.784

5.311

3.035

33.112

15.444

406

 

2.03 Studiekosten

5.048

3.418

1.991

1.721

1.720

1.720

1.721

2.03.01 Studie en onderzoekskosten Deltapro

             

gramma

5.048

3.418

1.991

1.721

1.720

1.720

1.721

2.03.02 Overige studiekosten

0

0

0

0

0

0

0

Van totale uitgaven

             

- Bijdrage aan agentschap RWS

30.117

1.201

1.258

       

- Restant

76.767

9.072

4.991

37.786

23.77 7

2.726

7.727

Ontvangsten

0

200

4.000

4.907

0

0

0

2.09 Ontvangsten investeren in waterkwantiteit

           

en zoetwatervoorziening

0

200

4.000

4.907

0

0

0

2.09.01 Ontvangsten zoetwatervoorzieningen

0

200

4.000

4.907

0

0

0

2.09.02 Overige aanleg ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van de nog niet in uitvoering genomen aanlegprojecten

worden de budgetten in 2015 als juridisch verplicht beschouwd op de

 

peildatum 1 januari 2015. Voor de mate van verplichting van het

 
 

verkenningen-

en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt

 
 

verwezen naar het betreffende projectoverzicht.

   
 

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar

 
 

gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdie-

 

pingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028

 

toegelicht.

           

Bedragen x€ 1.000

 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2 Investeren in zoetwatervoorziening

6.249

37.786

23.711

2.126

1.721

1.721

5.478

2.01 Aanleg waterkwantiteit

0

0

0

0

0

0

0

2.02 Overige waterinvesteringen zoetwater-

             

voorziening

4.258

36.065

21.991

406

0

0

5.478

2.03 Studiekosten

1.991

1.721

1.720

1.720

1.721

1.721

0

2.09 Ontvangsten investeren in waterkwantiteit

           

en zoetwatervoorziening

4.000

4.907

0

0

0

0

0

Bijdragen van hfdst XII (art 26)

2.249

32.879

23.711

2.126

1.721

1.721

5.478

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

28

(Vervolg) Bedragen x € 1.000

 
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2 Investeren in zoetwatervoorziening

1.833

1.833

1.833

1.833

1.833

1.833

1.833

2.01 Aanleg waterkwantiteit

0

0

0

0

0

0

0

2.02 Overige waterinvesteringen zoetwater-

             

voorziening

1.833

1.833

1.833

1.833

1.833

1.833

1.833

2.03 Studiekosten

0

0

0

0

0

0

0

Bijdragen van hfdst XII (art 26)

1.833

1.833

1.833

1.833

1.833

1.833

1.833

2.01 Aanleg waterkwantiteit

Motivering Dit zijn maatregelen en voorzieningen van nationaal belang ter

voorkoming en waar nodig beperking van wateroverlast en water-schaarste en ter bescherming of verbetering van de chemische of ecologische kwaliteit van watersystemen, alleen voor zover deze onderdeel uitmaken van opgaven op het gebied van waterveiligheid, waterkwantiteit en zoetwatervoorziening.

2.02 Overige waterinvesteringen Zoetwatervoorziening

Motivering Het betreft projecten die de zoetwatervoorziening bevorderen en de

kwaliteit waarborgen. Dit zijn maatregelen en voorzieningen van nationaal belang ter voorkoming en waar nodig beperking van waterschaarste. Ook ter bescherming of verbetering van de chemische of ecologische kwaliteit van watersystemen, alleen voor zover deze onderdeel uitmaken van opgaven op het gebied van zoetwatervoorziening.

Producten Verkenningen- en Planuitwerkingsprogramma

Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering. Dit artikelonderdeel geeft inzicht in de stand van zaken van diverse projecten en programma's op het gebied van zoetwatervoorziening die zich in de fasen van voorbereiding tot realisatie bevinden.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

29

 

Projectoverzicht Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma

Bedrag in € min

Budget

 

Planning

 

Projectomschrijving

Huidig

vorig

PB of TB

Openstelling

Verplicht

Projecten Nationaal

       

EPK Planuitwerking en verkenningen Zoetwatervoor-

       

ziening

17

30

   

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

       

TBES Markermeer

0

14

2014

2016

Marker Wadden

0

15

2014

2020

Projecten Brabant

       

Roode Vaart

10

10

   

Projecten Zuidwestelijke Delta

       

Besluit Beheer Haringvlietsluizen

0

71

2014

2018

Gebonden

-

Bestemd

0

     

0

Totaal programma planuitwerking en verkenning Begroting DF 02.02.01

27 27

     

legenda

PB = Projectbesluit TB = Tracébesluit

De belangrijkste mutaties zijn:

EPK-Planuitwerking en verkenning zoetwatervoorziening: de verlaging is het gevolg van de overheveling naar de artikelonderdelen 1.03 en 2.03 Studiekosten voor MIRT-onderzoeken naar het Ruimtelijke Adaptatieprogramma (€3 miljoen) en naar zoetwatervoorziening (€ 10 miljoen).

  • • 
    TBES Markermeer: Een van de maatregelen om te komen tot de

realisatie van een Toekomstbestendig Ecologisch Systeem (TBES) van het Markermeer-IJmeer is het project Luwtemaatregelen Hoornse Hop. Het project Luwtemaatregelen Hoornse Hop zal in 2015 overgaan naar de realisatiefase. Hiervoor is € 7,6 miljoen overgeboekt naar het realisatieprogramma. Het resterende deel van het budget (€ 6 miljoen) wordt overgeheveld naar het project Marker Wadden. Dit is eveneens onderdeel van TBES Markermeer.

Marker Wadden: de aanleg van moeraseilanden met bijbehorend onderwaterlandschap met behulp van het slib uit het Markermeer. Het budget van € 15 miljoen is overgeheveld naar artikel 4 (experimenteerartikel) op het Deltafonds waar ook de bijdrage van EZ is opgenomen. Naar verwachting wordt in 2015 een begin gemaakt met de realisatie van de Marker Wadden fase 1 en is het project in 2020 afgerond. Roode Vaart: dit project is opgenomen voor de uitvoering van de motie Holtackers/Jacobi, waarin de regering is verzocht om voor de Roode Vaart € 9,5 miljoen beschikbaar te stellen, in aanvulling op de circa € 20 miljoen van de regio. Dit project betreft de aanvoer van zoetwater vanuit het Hollandsch Diep via de Roode Vaart voor de reconstructie van het centrum van Zevenbergen (herstel oude loop) en de alternatieve zoetwatervoorziening van delen van West-Brabant en (op termijn) Tholen en St. Philipsland.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

30

Besluit Beheer Haringvlietsluizen: in mei 2014 heeft de Minister een uitvoeringsovereenkomst getekend om de benodigde compenserende zoetwatermaatregelen te kunnen realiseren, zodat de Haringvlietsluizen in 2018 op «een Kier» gezet kunnen worden. Het project Haringvliet de Kier is overgeheveld naar de realisatie.

Om invulling te geven aan de toezegging naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2012 om meer inzicht in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028 per modaliteit te verstrekken, is hieronder de budgetflexi-biliteit voor de periode 2014-2028 weergegeven voor onderzoek, verkenning en planuitwerking.

Verk./Planuitw

100%

Zoetwatervoorziening. (Periode 2014-2028)

0% 0

 

I

Procentueel

i

x € 1 min.

■ Verplicht

■ Gebonden

■ Bestemd

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

31

Realisatieprogramma Zoetwatervoorziening

Projectoverzicht realisatieprogramma

 
   

Totaal

Planning

         

Budget in € min.

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019 later

huidig vorig

Projecten Zoetwatervoorziening Projecten Nationaal Innovatie KRW Projecten Zuidwestelijke Delta

Besluit Beheer Haringvlietsluizen Overige projecten

Luwtemaatregelen Hoornse Hop

75

76

8

0 0

70 28

5

4

7

29 1

15

0

 

2018 2018

Programma

159

0

98

5

10

30

15

0

0 0

 

Begroting (DF 2.02.02)

     

5

3

33

15

0

4

 

Overprogram-mering (-)

0

   

0

-7

3

0

0

0 4

 

De waterkwaliteitsprojecten worden met ingang van deze begroting verantwoord op artikel 7 van het Deltafonds.

2.03 Studiekosten

Motivering Dit betreft enerzijds studie- en onderzoekskosten voor het Deltapro-

gramma (MIRT-onderzoeken) en daarnaast de overige studiekosten op het gebied van zoetwatervoorziening.

Producten Studie- en onderzoekskosten Deltaprogramma

Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten ten behoeve van het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken). Het Deltaprogramma is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland. Binnen het Deltaprogramma wordt gewerkt met negen 1 deelprogramma's (drie generieke en zes gebiedsgerichte deelprogramma's). Op dit onderdeel staan de onderzoeken binnen de Deelprogramma's Zoetwatervoorziening, Rijnmond-Drechtsteden, IJsselmeer-gebied en Zuidwestelijke Delta die betrekking hebben op zoetwatervoorziening:

  • • 
    Zoetwatervoorziening: het ontwikkelen van een lange termijn strategie voor de beschikbaarheid van zoetwater vanwege klimaatverandering en de ontwikkeling in de zoetwatervraag.

1 Twee van de deelprogramma's worden uitgevoerd door het Ministerie van EZ. Dit zijn de programma's Wadden en Zuidwestelijke Delta. Een van de programma's wordt verantwoord op de Begroting hoofdstuk XII, artikel 13: Deelprogramma Nieuwbouw en herstructurering. De deelprogramma's Veiligheid, Rivieren en Kust worden verantwoord op artikel 1.03 van het Deltafonds.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

32

Rijnmond-Drechtsteden: voor de verwachte stijging van de zeespiegel, toenemende extreme rivierafvoeren en sociaaleconomische veranderingen zijn lange termijn strategieën ontwikkeld voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Hierbij is synergie gezocht tussen duurzame en vitale ruimtelijke ontwikkeling van het gebied en de opgaven die op korte termijn spelen, zoals de derde toetsingsopgave. Komende jaren wordt met maatregelen en nadere beleidsuitwerking vervolg gegeven aan de gemaakte beleidskeuzes voor dit gebied. IJsselmeergebied: vanwege klimaatverandering en daarmee samenhangend vraagstukken van waterveiligheid en veranderende zoetwa-tervraag is een flexibeler peilbeheer nodig en wordt gestreefd naar een meer flexibele inrichting van het watersysteem. Onderzoek is nodig voor de aanpak van erosie aan de Friese kust, en voor andere maatregelen om mogelijke effecten van peilopzet in het voorjaar op te kunnen vangen.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

33

Artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging

Op dit artikel worden de producten op het gebied van beheer en onderhoud verantwoord. Dit betreft het watermanagement, het regulier beheer en onderhoud en vervanging en renovatie. Doel hierbij is het duurzaam op orde houden van het watersysteem zodat aan de wettelijke normen wordt voldaan.

Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikelen 11 Waterkwantiteit en 12 Waterkwaliteit op de Begroting hoofdstuk XII.

 

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 3 Beheer, onderhoud en vervanging

(in € 1.000)

     
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verplichtingen Uitgaven

189.429 190.180

246.504 186.674

183.181 190.021

227.179 208.829

142.014 146.742

155.123 136.554

121.748 120.146

Waarvan juridisch verplicht

   

90%

       

3.01 Watermanagement 3.01.01 Watermanagement

12.484 12.484

11.277 11.277

7.734 7.734

6.964 6.964

6.962 6.962

6.962 6.962

6.962 6.962

3.02 Beheer, onderhoud en vervanging

3.02.01 Waterveiligheid

3.02.02 Zoetwatervoorziening

3.02.03 Vervanging

177.696 148.829 23.776 5.091

175.379 133.896 24.694 16.807

182.287 119.654 17.379 45.254

201.865 122.786 17.349 61.731

139.780 101.742 17.348 20.690

729.592 101.711 17.343 10.538

113.184 93.758 17.350 2.076

Van totale uitgaven

- Bijdrage aan agentschap RWS

- Restant

185.089 5.097

169.867 16.807

144.767 45.254

147.098 67.737

126.052 20.690

126.016 10.538

118.070 2.076

Ontvangsten

3.09 Ontvangsten 3.09.01 Ontvangsten

0

0 0

0

0 0

0

0 0

0

0 0

0

0 0

0

0 0

0

0 0

Budgetflexibiliteit

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Bedragen x€ 1.000

 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

3 Beheer, onderhoud en vervanging

3.01 Watermanagement

3.02 Beheer, onderhoud en vervanging

190.021

7.734 182.287

208.829

6.964 201.865

146.742

6.962 139.780

136.554

6.962 129.592

120.146

6.962 113.184

87.220

6.962 80.258

126.790

6.962 119.828

3.09 Ontvangsten

Bijdragen van hfdst XII (art 26)

190.021

208.829

146.742

136.554

120.146

87.220

126.791

 

(Vervolg) Bedragen x € 1.000

 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

3 Beheer, onderhoud en vervanging

3.01 Watermanagement

3.02 Beheer, onderhoud en vervanging

193.273

6.962 186.311

233.332 6.962 226.370

299.339

6.987 292.352

316.698

6.987 309.711

239.285

6.987 232.298

234.392

7.183 227.209

231.549

6.790 224.760

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

34

3.01 Watermanagement

Motivering Met Watermanagement streeft lenM naar:

Het goed voorbereid zijn op crisissituaties door te zorgen voor een robuuste informatievoorziening;

Het reguleren van de hoeveelheid water in het hoofdwatersysteem onder normale omstandigheden en bij zowel (extreem) hoog- als laagwater (peilbeheer);

Een duurzaam watersysteem, met zowel een goede chemische als ecologische kwaliteit, dat voorziet in de beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit voor de gebruiker.

Producten Binnen het watermanagement worden de volgende activiteiten uitge-

voerd:

Monitoring en informatievoorziening; • Crisisbeheersing en -preventie;

Regulering gebruik door vergunningverlening en handhaving; Nakomen van bestuurlijke afspraken waterverdeling en gebruik (onder andere uit waterakkoorden);

Regulering waterverdeling (operationele modellen en bediening stuwen, spuien).

De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. In het kader van de transparantie van de budgetten voor watermanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Watermanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar onder meer Watermanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.

De doelstellingen voor het waterkwaliteitsbeheer van de rijkswateren zijn:

Het op orde brengen en houden van de samenhang tussen het regionaal- en het hoofdwatersysteem, zodat zowel wateroverlast als watertekort wordt bestreden;

Het kunnen beschikken over voldoende water in de rijkswateren, zodat kan worden voldaan aan de behoeften die voortvloeien uit de gebruiksfuncties. Om dat te realiseren worden peilbesluiten nageleefd en de waterakkoorden geactualiseerd en nageleefd. Het waterpeil is zoveel mogelijk afgestemd op de gebruiksfuncties.

De monitoring en informatievoorziening gaat over de vergaring en beschikbaarstelling van interne- en externe informatie over het watersysteem. Het gaat daarbij om de dagelijkse informatie voor de verschillende gebruikers (waaronder scheepvaart, drinkwaterbedrijven, zwemwaterkwaliteit/provincies en recreatie) en om berichtgeving bij uitzonderlijke situaties over hoog- en laagwater, naderende stormvloeden, verontreinigingen en ijsvorming.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

35

Meetbare gegevens

 

Omvang areaal

 

Areaal-eenheid

Omvang

   

Beschikbaar bedrag 2015 x€ 1.000

   

2013

2014

2015

 

Watermanagement

km2 water

90.206

90.206

90.210

7.734

Toelichting:

Eind 2013 was de omvang van het areaal 90.206 km2(zie het Jaarverslag 2013 van het Deltafonds, pag. 27). Voor 2014 zijn geen wijzigingen voorzien. Door de Ruimte voor de Rivier-projecten, waarbij meer waterbergingen worden gerealiseerd, neemt het aantal km2 water in 2015 toe met 4,5 km2. Als gevolg van onder andere de omlegging Zuid-Willemsvaart, verruiming Wilhelminakanaal Tilburg en verruiming van de bocht bij Steijl neemt het aantal km2 water nog eens toe met circa 0,5 km2. Door overdrachten van de Gekanaliseerde Dieze en het Oude Maasje tot Zuiderkanaal neemt het aantal km2 af met circa 0,6 km2. Daarmee komt het op een totale toename van circa 4 km2 water voor 2015.

Indicatoren Beheer en Onderhoud

 
 

Eenheid

realisatie

streefwaarde

streefwaarde

Indicator

 

2013

2014

2015

RWS verstrekt informatie binnen afgesproken

       

termijn en van voldoende kwaliteit bij maatschap-

       

pelijk vitale processen.

%

93%

95%

95%

Beschikbaarheid streefpeilen voor Noordzeekanaal/

       

Amsterdam-Rijnkanaal, IJsselmeeren Haringvliet

%

100%

90%

90%

De spuiende kunstwerken en stuwen kunnen te allen

       

tijde worden geopend

%

99,3%

100%

100%

Toelichting:

De indicatoren voor de uitvoering van de RWS-taken op het gebied van watermanagement zijn geënt op het leveren van snelle en betrouwbare informatie en op het handhaven van de afgesproken peilen.

De eerste indicator betreft de informatievoorziening voor maatschappelijk vitale processen ten tijde van hoogwater, laagwater, ijsgang of calamiteuze lozingen. RWS verstrekt dan informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit over ijsberichtgeving, berichtgeving over hoogwater, laagwater, stormvloed en berichten over verontreinigingen.

De tweede indicator «beschikbaarheid streefpeilen» geeft aan of de streefpeilen van drie belangrijke watersystemen (het IJsselmeer, Amsterdam-Rijnkanaal/ Noordzeekanaal en het Haringvliet) op het afgesproken niveau worden gehouden, wat het beleidsdoel is. Stuwen en spuien/gemalen zijn nodig om dit peil te sturen. De derde indicator heeft betrekking op altijd werkende spuiende kunstwerken, stuwen en gemalen die een absolute voorwaarde zijn om de water af- en aanvoer goed te kunnen reguleren en een adequaat peilbeheer uit te voeren.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

36

3.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de

primaire functies voor zowel waterveiligheid als voor de zoetwatervoorziening (inclusief waterkwaliteit) worden vervuld.

Producten Het beheer en onderhoud omvat waterveiligheid (bescherming tegen

overstromen door hoogwater) en de zoetwatervoorziening.

De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. In het kader van de transparantie van de budgetten voor watermanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Watermanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar onder meer Watermanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.

3.02.01 Waterveiligheid

Binnen waterveiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • 1. 
    Kustlijnhandhaving (conform de herziene basiskustlijn 2001).
  • 2. 
    Beheer en onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen (conform de Waterwet).
  • 3. 
    Beheer en Onderhoud uiterwaarden.

RWS heeft de wettelijke zorg voor de primaire waterkeringen en de stormvloedkeringen, die in beheer zijn bij het Rijk, en voor de handhaving van de basiskustlijn (nota Kustlijnzorg 1990 en Nationaal Waterplan). De handhaving van de basiskustlijn gaat afslag van strand en duinen tegen (veiligheid) en houdt Nederland (het strand) op zijn plaats (economie). Het zijn voornamelijk de waterschappen die de primaire waterkeringen (dijken en duinen) beheren, ook die langs de Nederlandse kustlijn. Het weergegeven areaal betreft alleen het areaal dat in beheer is bij RWS.

ad 1. Kustlijnhandhaving

Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu verlies aan zand dat jaarlijks moet worden gecompenseerd. Vanaf 2001 wordt ook zand gesuppleerd om de zandver-liezen op dieper water (kustfundament) te compenseren. Daarmee wordt de zandhoeveelheid in het kustfundament op peil gehouden en wordt het effect van de zeespiegelstijging (deels) teniet gedaan. Daarnaast zijn lokale maatregelen zoals onderhoud van dammen en strandhoofden van belang, om structurele kusterosie te bestrijden.

ad 2. Beheer en Onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen • Rijkswaterkeringen

RWS beheert en onderhoudt 193 kilometer primaire waterkeringen. Er wordt vast onderhoud uitgevoerd, bijvoorbeeld het maaien van dijken. Daarnaast wordt variabel onderhoud gepleegd. Dat betekent dat de waterkeringen periodiek worden geïnspecteerd en dat zo nodig tekortkomingen worden verholpen.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

37

Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Waterwet vallen omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater2. Het gaat met name om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland en Zuid-Holland. In 2011 is de derde landelijke toetsing van primaire waterkeringen afgerond. Keringen die bij deze inspectie zijn afgekeurd worden meegenomen in het kader van het nieuwe HWBR Naast deze primaire waterkeringen beheert en onderhoudt RWS ook 537 kilometer niet-primaire waterkeringen (dijken en duinen) meestal aangeduid als regionale keringen. Deze hoeven geen bescherming te bieden tegen het buitenwater. De normen voor deze regionale keringen in beheer bij het Rijk zijn in 2014 door de Minister vastgesteld na afstemming met de provincies.

• Stormvloedkeringen

Om ons land tegen de zee te beveiligen is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, die bij hoogwater gesloten kunnen worden. Deze stormvloedkeringen zijn ook primaire waterkeringen (die vallen onder de Waterwet). In het kader van het Bestuursakkoord Water is in 2014 de Ramspolkering van het waterschap Groot-Salland aan RWS overgedragen. Hiermee heeft het Rijk vijf stormvloedkeringen in beheer: de Oosterscheldekering, de Maeslantkering, de Hartelkering, de Hollandse IJsselkering en de Ramspolkering.

Het onderhoud aan de keringen betreft voornamelijk het conserveren van de schuiven en de overige constructiedelen, het onderhoud aan werktuigbouwkundige en elektronische onderdelen en het onderhoud aan het besturingssysteem. Naast deze onderhoudsactiviteiten vindt de bediening van deze objecten plaats en worden periodiek inspecties uitgevoerd.

Ad 3. Beheer en Onderhoud uiterwaarden Het Rijk beheert 3.863 hectare aan uiterwaarden. Het beheer en onderhoud is gericht op het op orde houden van de vegetatie in de uiterwaarden teneinde hoogwater effectief te kunnen afvoeren. Dit betreft een reguliere beheer en onderhoud taak die losstaat van de inhaalslag Stroomlijn die verantwoord wordt op artikelonderdeel 3.02.03 Vervanging. In 2014 komt de zogenoemde vegetatielegger gereed die normerend is voor het onderhoud van de vegetatie in de uiterwaarden om onnodige stuwing door vegetatie te voorkomen.

3.02.02 Zoetwatervoorziening

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem zodanig te onderhouden dat de beoogde functies voor waterverdeling volgens de vigerende regelgeving en waterakkoorden kunnen worden vervuld. Dit betreft ondermeer het beheer en onderhoud voor:

  • • 
    Waterverdeling en peilbeheer;
  • • 
    Stuwende en spuiende kunstwerken;

Natuurvriendelijke oevers, implementatie Kaderrichtlijn Water (KRW), implementatie Waterwet en Natura 2000.

2 Onder Buitenwater valt volgens de waterwet: water van een oppervlaktewaterlichaam waarvan de waterstand direct invloed ondergaat bij hoge stormvloed, bij hoog opperwater van een van de grote rivieren, bij hoog water van het IJsselmeer of het Markermeer, dan wel bij een combinatie daarvan.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

38

Onder zoetwatervoorziening valt ook de uitwerking van respectievelijk Waterbeheer 21e eeuw (WB21) en de implementatie van de eerste tranche van de KRW, en de maatregelen in het kader van Natura 2000. Zowel de KRW als Natura 2000 streven naar het beschermen van gezonde watersystemen die een duurzaam gebruik mogelijk maken. Voor de KRW zijn stroomgebiedbeheersplannen in uitvoering, die bepalen welke maatregelen op het terrein van beheer en onderhoud genomen worden om aan de KRW te blijven voldoen.

Meetbare gegevens Beheer en Onderhoud

In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor kunstwerken, dijken, dammen, duinen, stormvloedkeringen, kustfundament en oevers. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde.

1%

□ Kunstwerken

□ Dijken dammen duinen

□ Stormvloedkeringen

■ Kunstfundament

■ Oevers

Waterveiligheid

 

Omvang Areaal

Eenheid

Omvang 2015

Budget 2015 x € 1 min

Kustlijn

km

293

66,4

Stormvloedkeringen

aantal

5

40,1

Dammen, dijken en duinen, uiterwaarden w.o.:

   

13,2

- Dijken, dammen en duinen, primaire waterkeringen

km

193

 

- Niet-primaire waterkeringen/duinen

km

537

 

- uiterwaarden in beheer Rijk

ha

3.863

 

Totaal

   

119,7

Toelichting:

In deze begroting is het aantal kilometers voor dammen, dijken, duinen en uiterwaarden weergegeven zoals bepaald bij het opstellen van de leggergegevens. De lengte primaire waterkeringen is gelijk aan 2014, omdat er in 2015 geen areaalveranderingen zijn gepland. De lengte van niet-primaire waterkeringen neemt toe. De werkelijke realisatie in 2013 ligt op 545 kilometer als gevolg van een nieuwe inventarisatie in verband met het Legger-project. Dit aantal neemt in 2014 en 2015 af met in totaal 8 kilometer door overdrachten in het kader van het Bestuursakkoord Water, zoals de overdracht van de westelijke kanaaldijk Den Bosch-Drongelen en de verandering van de Voorlandkering Texel Zuid in een primaire kering.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

39

Het Rijk beheert 3.863 hectare aan uiterwaarden. De werkelijke realisatie in 2013 ligt op 3.867 hectare uiterwaarden. Het aantal hectare zal in 2014 en 2015 met 4 hectare afnemen als gevolg van Ruimte voor de Rivier projecten waarbij uiterwaarden plaatsmaken voor extra waterbergingen.

  • • 
    Vanwege de overdracht van de Ramspolkering van het Waterschap Groot-Salland op 1 juli 2014 naar RWS, beschikt RWS vanaf 2015 over vijf stormvloedkeringen.
 

Indicatoren BenO Waterveiligheid

Indicator

Eenheid

Realisatie 2013

Streefwaarde

Streefwaarde

     

2014

2015

De basiskustlijn is voldoende op zijn plaats gebleven

       

(minstens 90% van de meetlocaties ligt zeewaarts

       

van de afgesproken kustlijn).

%

93%

90%

90%

De vijf stormvloedkeringen zijn steeds beschikbaar

       

om hoogwater te keren en voldoen aan de

       

veiligheidsnormen uit de Waterwet. Indicator is het

       

percentage van de stormvloedkeringen dat voldoet

       

aan de afgesproken faalkanseis.

%

100%

100%

100%

Toelichting:

De eerste indicator geeft aan of de basiskustlijn niet verder landinwaarts is verschoven dan in 1990 is afgesproken (en in 2001 is herijkt). Kleine verschuivingen zijn normaal en toegestaan, en worden door middel van het kustsuppletieprogramma gecorrigeerd. De mogelijke kleine verschuivingen komen tot uitdrukking in de streefwaarde dat 90 procent van de basiskustlijn op zijn plaats blijft. De tweede indicator is erop gericht dat de vijf stormvloedkeringen te allen tijde (in het stormseizoen) voldoen aan de afgesproken faalkan-seis.

Faalkans van de vijf stormvloedkeringen in beheer bij Rijkswaterstaat

Stormvloedkeringen faalkans/overschrijdingskans Streefwaarde Streefwaarde

2014 2015

 

Maeslantkering

faalkans bij sluiten

1:100

1:100

Hartelkering

faalkans bij sluiten

1:19

1:19

Hollandse IJsselkering

faalkans bij sluiten

1:47

1:47

Oosterscheldekering

overschrijdingskans in jaar

1:4000

1:4000

Ramspolkering

faalkans bij sluiten

1:286

1:286

De faalkanseisen voor de stormvloedkeringen worden op basis van de normering van de achterliggende waterkeringen vastgesteld. Bepalend daarvoor zijn de beschermingsniveaus van de achterliggende dijkringen, ook wel aangeduid als het «achterland». De stormvloedkeringen moeten voldoen aan de strengste veiligheidsnorm van het bijbehorende achterland zoals vastgelegd in de Waterwet en getoetst aan de hydraulische randvoorwaarden. Deze waterhuishoudkundige samenhang resulteert uiteindelijk in verschillende faalkanseisen per kering.

Toelichting:

De Maeslantkering, Hartelkering, Hollandse IJsselkering en Ramspolkering kennen afspraken over faalkanseisen (de kans dat de kering bij een sluitvraag niet gesloten kan worden). De kansen worden uitgedrukt in aantal sluitvragen: bij honderd sluitvragen mag de Maeslantkering één keer falen.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

40

  • • 
    Voor de Oosterscheldekering geldt het wettelijk beschermingsniveau van 1: 4.000 voor de dijkring (overschrijdingskans; dit is de kans dat bij falen van de Oosterscheldekering de toetspeilen in het Oosterschelde-bekken worden overschreden). De kans wordt uitgedrukt in jaren (1: 4.000 jaar).

Jaarlijkse hoeveelheden zandsuppleties en percentages raaien 3 waarin de basiskustlijn is overschreden.

r^y f^y f^y f^y f^y f^y f^y ^

jaar

■ Strandsuppleties □ Onderwatersuppleties (ows)

BKL-oversch rij dingen

10%-norm

Toelichting:

Het aantal raaien waarin de basiskustlijn wordt overschreden mag maximaal 15 procent zijn; het streven is om het aantal overschrijdingen onder 10 procent te houden. De geel/blauwe balken in bovenstaande figuur geven de over de afgelopen jaren gerealiseerde suppleties weer.

Suppleren voor kustlijnzorg

Om de basiskustlijn en het kustfundament te kunnen handhaven wordt jaarlijks gemiddeld 12 miljoen m3 zand gesuppleerd. Hiertoe wordt een suppletieprogramma opgesteld en meerjarige contracten afgesloten, waarbij voor een deel van de suppleties een jaarlijkse bijstelling mogelijk is. Inhoud en omvang van dit programma kan jaarlijks variëren naargelang specifieke behoefte en budgettaire mogelijkheden. Bij de aanbesteding van de suppletieprogramma's hebben de aannemers de vrijheid om de suppletiewerkzaamheden over meerdere jaren te spreiden. Om te bereiken dat voor het beschikbare budget de maximale hoeveelheid zand wordt gesuppleerd is vanaf 2012 een nieuwe marktbenadering gekozen met contracten voor een periode van vier jaar.

3 Jaarlijks worden kustmetingen uitgevoerd om de actuele ligging van de basiskustlijn te bepalen. Deze metingen voor het bepalen van de ligging van de kustlijn worden uitgevoerd langs lijnen, die loodrecht staan op de kust (raaien). Deze raaien (totaal 1.465) hebben een onderlinge afstand van 200 a 250 meter.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

41

 

Realisatie en prognose kustsuppleties

   

realisatie in min m3

prognose in min m3

 

2012

2013

2012-2015

Handhaven basiskustlijn en kustfundament

8,06

10,6

48

Toelichting:

Door het afsluiten van meerjarige contracten in 2012 wordt een deel van de suppleties van 2012 later uitgevoerd. Het suppletievolume over de periode 2012-2015 zal echter wel circa 48 miljoen m3 bedragen (vierjarige contractperiode met gemiddeld 12 miljoen m3 per jaar met één jaar uitloop); uitloop van een klein deel van de suppleties in 2016 is vanwege de gekozen contractvorm toegestaan.

Zoetwatervoorziening

 

Areaal Zoetwatervoorziening

Eenheid

Omvang 2015

Omvang 2015 in

     

€ 1 min

Binnenwateren en daarin gelegen kunstwerken (spui- en uitwaterings-

     

kolken, stuwen en gemalen)

km2

2.993

 

Aantal kunstwerken

stuks

119

 

Totaal

   

17.379

Toelichting:

Het areaal binnenwateren omvat alle door RWS beheerde wateren (onder meer rivieren, kanalen en IJsselmeer) maar is exclusief Noordzee, water in Caribisch Nederland, Waddenzee en Wester-schelde. Het aantal km2 binnenwateren neemt met 4 km2 toe ten opzichte van de werkelijke realisatie in 2013 van 2.989 km2 (zie het Jaarverslag 2013 van het Deltafonds, pag. 31) door met name de omlegging Zuid-Willemsvaart en verruiming van de bocht bij Steijl. Het aantal kunstwerken is afgenomen met één ten opzichte van 2014 vanwege overdracht in het kader van het Bestuursakkoord Water. De spui- en uitwateringskolken, stuwen en gemalen zijn middelen om het streefpeil en de waterverdeling in Nederland te kunnen realiseren. De beschikbaarheid van streefpeilen is een indicator bij watermanagement, het onderhoud aan de spui- en uitwateringskolken, stuwen en gemalen draagt hier aan bij.

3.02.03 Vervanging

Motivering Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de

primaire functie voor zowel waterveiligheid als zoetwatervoorziening vervuld kan worden.

Producten De waterveiligheid en beschikbaarheid moet in stand worden gehouden

tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en met name ook vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk zal toenemen.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

42

Vervangingen en renovaties van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vervanging en Renovatie. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid. De projecten in het Programma verlengen de levensduur van de kunstwerken zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.

Meetbare gegevens Het budget dat op dit artikelonderdeel in de huidige begrotingsperiode is

opgenomen, is bestemd voor de werkzaamheden ten behoeve van de stuwen Nederrijn / Lek en Inhaalslag Stroomlijn.

 

Water

Project

Gereed

 

Nederrijn /Lek

Renovatie stuwensemble in Nederrijn

   
 

en Lek

2020

1

Diversen

Stroomlijn

2016

2

Toelichting:

  • 1. 
    Na de afgebroken aanbesteding bij het project Stuwen Nederrijn / Lek, vanwege het feit dat de biedingen hoger waren dan het beschikbare budget (zie Kamerstukken II, 2009/10, 32 123 A, nr. 2) is dit project in 2009 doorgestart. De renovatie wordt nu in twee fases uitgevoerd. In 2010 is met de uitvoering van de urgente maatregelen en levensduurverlengend onderhoud gestart. Momenteel is de voorbereiding van fase twee, de grootschalige renovatie, gestart. Het project loopt uiterlijk door tot en met 2020. Ten opzichte van de eerdere planning is een extra laagwaterseizoen nodig om de stuwen in volgorde te kunnen renoveren. Ook is aanvullend budget nodig gebleken voor de renovatie. Door de mislukte aanbesteding zijn de afgelopen jaren kosten gemaakt die geen onderdeel maken van de renovatie maar wel bekostigd moeten worden. Daarnaast is bij de verdere detaillering gebleken dat meer kosten gemaakt moeten worden aan de vizierschuiven en verbeterde veiligheid.
  • 2. 
    Begroeiing langs de rivier heeft op sommige plekken een negatief effect op de maatregelen die worden genomen voor de waterveiligheid. Het project Stroomlijn brengt in kaart waar de vegetatie moet worden aangepast en zorgt ervoor dat de vegetatie in de uiterwaarden waar nodig en mogelijk verwijderd wordt. Uitvoering van het programma gebeurt in samenwerking met de eigenaren van de gebieden en in afstemming met de lopende waterveiligheidsprogramma's.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

43

Artikel 4 Experimenteren cf. art. Ill Deltawet

De Waterwet voorziet in een zogenoemde experimenteerbepaling die het mogelijk maakt om uit het Deltafonds uitgaven te doen voor maatregelen en voorzieningen op andere beleidsterreinen zoals bijvoorbeeld natuur, milieu of economische ontwikkeling. Voorwaarde is wel dat deze maatregelen samenhangen met maatregelen ten behoeve van waterveiligheid of zoetwatervoorziening en dat er sprake is van additionele financiering in de vorm van het toevoegen van extra middelen aan het fonds afkomstig van andere begrotingen van het Rijk of derden.

 

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 4 Experimenteren cf art. II

II Deltawet

(in € 1.000)

     
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verplichtingen Uitgaven

0

30.000 15.000

11.463

3

3.537

0

0

0

Waarvan juridisch verplicht 4.01 Experimenteerprojecten 4.01.01 Experimenteerprojecten

0 0

15.000 15.000

700% 7 7.463 11.463

3.537 3.537

0

0

0

Van totale uitgaven:

- Bijdrage aan agentschap RWS

- Restant

0

15.000

11.463

3.537

0

0

0

Ontvangsten

4.09 Ontvangsten Experimenteerartikel 4.09.01 Ontvangsten Experimenteerartikel

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau.

Bedragen x€ 1.000

 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

4 Experimenteren cf art. Ill Deltawet

4.01 Experimenteerprojecten

11.463

11.463

3.537

3.537

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

4.09 Ontvangsten Experimenteerartikel Bijdragen van hfdst XII (art 26)

0

11.463

0

3.537

0 0

0 0

0 0

0 0

0 0

 

(Vervolg) Bedragen x € 1.000

 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

4 Experimenteren cf art. Ill Deltawet

4.01 Experimenteerprojecten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

4.09 Ontvangsten Experimenteerartikel Bijdragen van hfdst XII (art 26)

0 0

0 0

0 0

0 0

0 0

0 0

0 0

4.01 Experimenteerprojecten

Motivering Het experimenteerartikel staat ten dienste van een integrale uitvoering

van het Deltaprogramma en biedt de mogelijkheid tot integrale bekostiging.

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

44

Producten

 

Projectoverzicht Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma

Bedrag in € min

Budget

 

Planning

 

Projectomschrijving

Huidig

vorig

PB of TB

Openstelling

Verplicht

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

       

Marker Wadden

30

15

2014

2020

Gebonden

n

     

Bestemd

u

0

n

     

Totaal programma planuitwerking en verkenning Begroting DF 04.01.01

U 30 30

     

legenda

PB = Projectbesluit TB = Tracébesluit

TBES project Marker Wadden

Het TBES project Marker Wadden is een initiatief van Natuurmonumenten (NM) om in het Markermeer langs de Houtribdijk nabij Lelystad een moeraseiland aan te leggen. De voorbereidingen voor de uitvoering van de eerste fase Marker Wadden zijn inmiddels gestart met een budget van € 50 miljoen. lenM en EZ dragen ieder € 15 miljoen bij (totaal € 30 miljoen). Daarnaast wordt € 15 miljoen gefinancierd vanuit de Postcodeloterij. De provincie Flevoland en NM dragen gezamenlijk € 5 miljoen bij. Het beschikbare budget wordt ondergebracht bij het Nationaal Groenfonds. Natuurmonumenten zoekt aanvullend budget, onder andere middels private financiering en Europese subsidies. Het project maakt onderdeel uit van het bedrijfslevenbeleid binnen de Topsector Water.

Om invulling te geven aan de toezegging naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2012 om meer inzicht in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028 per modaliteit te verstrekken, is hieronder de budgetflexi-biliteit voor de periode 2014-2028 weergegeven voor onderzoek, verkenning en planuitwerking.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

45

Verk./Planuitw. Experimenteerartikel (Periode 2014-2028)

100%

0%

0

 

1

Procentueel

i

x € 1 min.

□ Verplicht

■ Gebonden

■ Bestemd

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven

Omschrijving van de samenhang in Op dit artikel worden de apparaatskosten van RWS en de Deltacommis-het beleid saris geraamd alsmede overige netwerkgebonden uitgaven van RWS en

programma-uitgaven van de Deltacommissaris die niet direct aan de afzonderlijke projecten uit dit Deltafonds zijn toe te wijzen.

 

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven

(in € 1.000)

   
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verplichtingen Uitgaven

253.539 253.827

237.288 213.207

241.385 216.347

235.718 223.339

232.646 216.341

239.276 225.997

239.044 265.534

Waarvan juridisch verplicht

   

70%

       

5.01 Apparaat

5.01.01 Staf Deltacommissaris

5.01.02 Apparaatskosten RWS

198.792 2.203 196.589

185.216 2.021 183.195

176.412 1.852 174.560

777.332 1.821 169.511

168.868 1.770 167.098

175.500 1.720 173.780

175.266 1.720 173.546

5.02 Overige uitgaven

5.02.01 Overige netwerkgebonden uitgaven

5.02.02 Programma-uitgaven DC

5.02.03 Overige uitgaven

55.035 52.934 2.101

51.284 49.559 1.725

64.932 63.012 1.920

64.386 62.425 1.961

63.778 61.817 1.961

63.776 61.815 1.961

63.778 61.817 1.961

5.03 Investeringsruimte

5.03.01 Programmarruimte

5.03.02 Beleidsruimte

0 0 0

- 23.293 -23.293 0

- 24.997 -24.997 0

- 12.379

  • 12.379

0

  • 76.305
  • 16.305

0

- 13.279

  • 13.279

0

26.490 26.490

0

Van totale uitgaven

- Bijdrage aan agentschap RWS

- Apparaatsuitgaven

- Restant

249.523 2.203 2.101

232.754 2.021 -21.568

237.572 1.852 -23.077

231.936 1.821 - 10.418

228.915 1.770 - 14.344

235.595 1.720 - 11.318

235.363 1.720 28.451

Ontvangsten

5.09 Netwerkgebonden kosten en overige ontvangsten

5.09.01 Overige ontvangsten

0

0 0

0

0 0

0

0 0

0

0 0

0

0 0

0

0 0

0

0 0

5.10 Saldo van de afgesloten rekeningen

 

2.067

         

Budgetflexibiliteit

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Bedragen x€ 1.000

 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven

5.01 Apparaat

5.02 Overige uitgaven

5.03 Investeringsruimte

216.347

176.412 64.932 - 24.997

223.339 171.332 64.386 - 12.379

216.341

168.868 63.778 - 16.305

225.997

175.500 63.776 - 13.279

265.534

175.266 63.778 26.490

291.970

173.965 63.778 54.227

263.316

176.257 61.964 25.094

5.09 Netwerkgebonden kosten en overige ontvangsten

Bijdragen van hfdst XII (art 26)

0

216.347

0

223.339

0

216.341

0

225.997

0

265.534

0

291.970

0

263.315

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

47

 

(Vervolg) Bedragen x € 1.000

 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven

5.01 Apparaat

5.02 Overige uitgaven

5.03 Investeringsruimte

242.150

176.186 61.964 3.999

266.626

176.186 61.964 28.475

387.404

176.209 61.940 149.255

379.166

176.209 61.940 141.017

424.766

176.209 61.940 186.617

424.088

176.209 63.632 184.247

462.476

176.233 60.252 225.991

5.09 Netwerkgebonden kosten en overige ontvangsten

Bijdragen van hfdst XII (art 26)

0

263.315

0

242.149

0

266.626

0

387.404

0

379.166

0

424.766

0

424.088

5.01 Apparaat

Motivering In uitzondering op de systematiek van «Verantwoord Begroten» worden

op deze begroting ook de apparaatskosten van de Deltacommissaris en RWS gepresenteerd.

Producten Staf Deltacommissaris

De Deltacommissaris moet, conform de Waterwet, de totstandkoming en uitvoering van het Deltaprogramma bevorderen. Hij voert overleg met betrokken partijen en bewaakt de voortgang van de uitvoering van het Deltaprogramma.

In de memorie van toelichting op de Waterwet, paragraaf 4, artikel 7.22d, is opgenomen dat de Deltacommissaris een eigen bureau ter ondersteuning van zijn werkzaamheden heeft en een budget dat toereikend is voor de hem toebedeelde taken.

Op dit artikel worden de personele en materiële kosten verantwoord die nodig zijn om de ondersteunende taken van de staf Deltacommissaris te kunnen uitvoeren.

Apparaatskosten Rijkswaterstaat

Dit betreft de apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) voor de grote projecten Ruimte voor de Rivier, Maaswerken, HWBP-2, nHWBP, overige aanlegprojecten, verkenningen en planuitwerkingen, watermanagement. Beheer en Onderhoud, de uitvoering van landelijke taken en inhuur.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

48

5.02 Overige Uitgaven

Producten Overige netwerkgebonden uitgaven

Onder overige kosten zijn de externe kosten opgenomen die niet direct toewijsbaar zijn aan de producten van het Deltafonds. De overige netwerkgebonden uitgaven komen ten goede aan watermanagement, beheer, onderhoud, vervanging en aanleg en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.

Programmauitgaven Deltacommissaris

Deze uitgaven worden gedaan voor het Deltaprogramma en de hoofdtaken van de Deltacommissaris.

5.03 Investeringsruimte

Op dit artikel wordt de voor het Deltafonds beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord.

In het Regeerakkoord is vastgelegd dat 80 procent van de resterende investeringsruimte in het Deltafonds vrijgegeven wordt. Dit is de zogenaamde programmaruimte, die beschikbaar is voor investeringen in deze kabinetsperiode. Op dit moment resteert een programmaruimte van circa € 0,66 miljard. Daarnaast is een beleidsruimte van circa € 275 miljoen beschikbaar, waarover besluitvorming wordt overgelaten aan een volgend kabinet.

De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen van de programmaruimte ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2014 betreffen de volgende zaken:

Dekking korting prijsbijstelling 2014 (-€ 79 miljoen);

Dekking van extra uitgaven voor informatiebeveiliging (- € 22

miljoen);

Dekking overig (onderzoek, projecten in voorbereiding) (-€6 miljoen);

  • • 
    Saldo van mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma (-€ 1 miljoen);
  • • 
    Ontvangsten WVO (€ 4 miljoen);

Voor een betekenisvolle start van de opgaven voor waterveiligheid en zoetwater is een voorlopige reservering van circa € 200 miljoen gemaakt voor rijksbijdragen aan meerkosten van rivierverruiming en een reservering van circa € 150 miljoen voor rijksbijdragen aan zoetwatermaatregelen.

lenM dekt in de ontwerpbegroting 2015 de schade door het niet-uitkeren van de prijsbijstelling uit de resterende Investeringsruimte. Daarmee resteert er een kasritmeprobleem (zie hieronder het effect verwerking index 2013 en 2014). lenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk eerder bij een eerstvolgende herijking van het Investeringsprogramma.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

49

Bedragen x€ 1.000

 
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Programmaruimte Beleidsruimte

Kaseffect verwerking index 2013 Kaseffect verwerking index 2014

270 0

  • 14.460 -9.103

0 0

  • 14.693
  • 10.304

5.484

0

  • 10.300 -7.563

0 0

-9.999 - 6.306

0 0

-6.671 -6.608

0 0

7.330 19.160

39.052 0

7.330 7.845

21.488

0 0

3.606

Totaal begroting 05.03

-23.293

-24.997

  • 12.379
  • 16.305
  • 13.279

26.490

54.227

25.094

 

Bedragen x€ 1.000

Totaal

 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

 

Programmaruimte Beleidsruimte

Kaseffect verwerking index 2013 Kaseffect verwerking index 2014

254

0

3.745

-0

15.659

0

8.400 4.416

139.681 0

7.330 2.244

133.235 0

7.330 452

178.833 0

7.330 454

125.363 49.851 7.328 1.705

900 225.091 0 0

660.219 274.942

0 0

Totaal begroting 05.03

3.999

28.475

149.255

141.017

186.617

184.247

225.991

935.161

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

50

Artikel 6 Bijdragen andere begrotingen van het Rijk

Omschrijving van de samenhang in Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord die ten laste het beleid van de begroting van lenM komen. De doelstellingen van het onder-

liggend beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII.

Het productartikel is gerelateerd aan artikel 26 Bijdragen aan de Investeringsfondsen op de Begroting hoofdstuk XII.

 

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 6 Bijdragen andere begrotingen Rijk

(in € 1.000)

     

2013 2014 2015

2016

2017

2018

2019

Ontvangsten 973.745 1.074.523 1.124.584

6.09 Ten laste van begroting lenM 973.745 1.074.523 1.124.584

1.064.247

1.064.247

971.113

971.113

883.565

883.565

836.177

836.177

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op ditzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

 

Bedragen x€ 1.000

 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

6 Bijdragen andere begrotingen Rijk

6.09 Ten laste van begroting lenM

1.124.584

1.064.247

971.113

883.565

836.177

815.254

1.169.079

 

(Vervolg) Bedragen x € 1.000

 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

6 Bijdragen andere begrotingen Rijk

6.09 Ten laste van begroting lenM

910.697

916.652

1.008.496

1.007.723

1.004.175

997.064

965.650

6.09 Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII

Dit begrotingsartikel is technisch van aard.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

51

Artikel 7 Investeren in Waterkwaliteit

Omschrijving van de samenhang in Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit ten behoeve van de het beleid Kaderrichtlijn Water worden verantwoord op dit artikel.

Waterveiligheid en waterkwaliteit vragen specifiek aandacht in de Zuidwestelijke Delta en in delen van de grote wateren. Hierbij is mede aandacht voor ontwikkelingsmogelijkheden en veiligheid van de scheepvaart, en voor natuurcompensatie, recreatie en het verbeteren van de habitat van flora en fauna (Natura 2000).

Het artikel investeren in waterkwaliteit is gerelateerd aan beleidsartikel 12 (Waterkwaliteit) op de Begroting hoofdstuk XII.

 

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 7 Investeren in waterkwaliteit (in € 1.000)

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verplichtingen Uitgaven

0 0

0 0

42.630 46.770

19.114 44.586

23.764 41.404

32.664 40.821

51.764 53.765

Waarvan juridisch verplicht

   

700%

       

7.01 Real.progr.Kaderrichtlijn water

7.02 Overige aanlegprojecten Waterkwaliteit

0 0

0 0

38.827 7.943

42.464 2.122

38.140 3.264

40.057 764

53.001 764

Van totale uitgaven

- Bijdrage aan agentschap RWS

- Restant

0 0

0 0

41.630 5.740

8.614 35.972

3.264 38.140

764 40.057

764 53.001

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

7.09 Ontvangsten investeren in waterkwaliteit

0

0

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit Met uitzondering van de nog niet in uitvoering genomen aanlegprojecten

worden de budgetten in 2015 voor KRW en de waterkwaliteitsprojecten als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De aanvullende middelen die zijn vrijgemaakt voor de KRW zijn uitgebreid toegelicht in de Groeiparagraaf van deze begroting. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

 

Bedragen x€ 1.000

 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

7 Investeren in waterkwaliteit

7.01 Real.progr.Kaderrichtlijn water

7.02 Overige aanlegprojecten Waterkwaliteit

46.770

38.827 7.943

44.586

42.464 2.122

41.404

38.140 3.264

40.821

40.057 764

53.765

53.001 764

102.670

81.861 20.809

47.861

47.861

Ontvangsten

Bijdragen van hfdst XII (art 26)

0

46.770

0

44.586

0

41.404

0

40.821

0

53.765

0

102.670

0

47.861

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

52

(Vervolg) Bedragen x € 1.000

2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028

 

7 Investeren in waterkwaliteit

7.01 Real.progr.Kaderrichtlijn water

7.02 Overige aanlegprojecten Waterkwaliteit

47.861

47.861

47.861

47.861

43.861

43.861

43.861

43.861

43.861

43.861

43.861

43.861

0

Ontvangsten

Bijdragen van hfdst XII (art 26)

47.861

47.861

43.861

43.861

43.861

43.861

0

7.01 Investeringen waterkwaliteit

Motivering Het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen

maatschappelijk aanvaardbare kosten, waardoor Nederland schoon (drink)water heeft.

Producten Verbeterprogramma Waterkwaliteit

Het Verbeterprogramma Waterkwaliteit bestaat uit een lijst concrete projecten. De projecten richten zich op het herstel van natuurlijkere overgangen tussen land en water, zoet en zout en van verbindingen, waaronder die tussen het hoofd- en regionaal watersysteem. Het betreft vooral aanlegprojecten om een meer natuurlijke inrichting van de watersystemen te bewerkstelligen. Dit moet bijdragen aan het bereiken van een goede ecologische en chemische toestand van de watersystemen.

Meetbare gegevens Hieronder zijn de indicatoren en kengetallen voor waterkwaliteit

opgenomen. Deze indicatoren en kengetallen zijn gerelateerd aan beleidsartikel 12 op de Begroting hoofdstuk XII.

Aantal KRW projecten per face per jaar

60 T-

2010 2011 2012 2013 T1 2014

■ uitgevoerd □ in uitvoering

■ planvoorbereiding □ gefaseerd

De indicator hierboven geeft informatie over de stand van zaken van de KRW-maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit. Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende projecten. De beleidsinspanningen van de Minister van lenM richten zich

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

53

op de Begroting hoofdstuk XII op de regie en realisatie van deze projecten. In het figuur is te zien dat de programma's voortvarend worden aangepakt. Er is nog slechts één project in de fase van planuitwerking; de rest is in realisatie of afgerond.

Over de uitvoering van alle maatregelen, ook die uitgevoerd door de waterschappen, gericht op de ecologische en chemische kwaliteit van de oppervlaktewateren in de stroomgebieden van de Rijn, Maas, Schelde, Eems en de uitvoering gericht op een goede chemische en kwantitatieve toestand van de grondwateren in de vier stroomgebieden wordt de Tweede Kamer jaarlijks geïnformeerd via «Water in Beeld» (laatste publicatie: Kamerstukken II, 2012/13, 27 625, nr. 290). Het Planbureau voor de Leefomgeving presenteert tussenresultaten in het Milieucompendium.

Projectoverzicht realisatieprogramma

 
   

Totaal Planning

         

Budget

in € min.

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

t/m

vorig 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig vorig

Projecten Waterkwaliteit Projecten Nationaal

KRW 1e tranche KRW 2e en 3e tranche

40

573

   

34

6

6 16

26

37

53

435

2015 2015 2027

Programma

613

0 0

0

40

22

26

37

53

435

 

Begroting (DF 7.01.01)

   

0

39

42

38

40

53

401

 

Overprogram-mering (-)

0

 

0

-1

20

13

3

-0

-34

 

7.02 Overige investeringen waterkwaliteit

Motivering Naast het verbeterprogramma waterkwaliteit ten behoeve van de

Kaderrichtlijn Water zijn hieronder de overige aanlegprojecten inzake waterkwaliteit opgenomen.

Producten De overige investeringen waterkwaliteit hebben betrekking op de

volgende producten:

Natuurcompensatie Perkpolder:

Het project «Natuurcompensatie Perkpolder» maakt onderdeel uit van het wettelijk verplichte natuurcompensatieprogramma voor de tweede verdieping van de Westerschelde. Dit project is inmiddels betrokken bij de gebiedsontwikkeling Perkpolder. De gebiedsontwikkeling combineert de natuurdoelstelling met functies als wonen en recreatie en innovatieve concepten voor de lange termijn waterveiligheid. De realisatie is gestart in 2013 en de oplevering is voorzien in 2015. • Verruiming vaargeul Westerschelde:

De derde verruiming van de vaargeul van de Westerschelde (zowel op Vlaams als Nederlands grondgebied) is uitgevoerd en gefinancierd door het Vlaams Gewest. Dit geldt ook voor het onderhoud van de verruimde vaargeul. Nederland financiert maximaal € 30 miljoen op Nederlands grondgebied voor wrakkenberging, kabels- en leidingenbe-

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

54

scherming, vaargeulwandverdediging, onderzoek en monitoring. In 2013 is aan de hand van de monitoringsgegevens van 2010 en 2011 een eerste voortgangsrapport verschenen over de eventuele effecten van de derde verruiming.4 Natuurlijker Markermeer-IJmeer:

Door verschillende oorzaken is sprake van een voortdurende verslechtering van de ecologische situatie in het Markermeer-IJmeer, waarbij de Natura2000 instandhoudingsdoelstelling voor het gebied in gevaar komt. Het programma Natuurlijker Markermeer-IJmeer heeft tot doel om mogelijke maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit te onderzoeken en in de praktijk te toetsen. Hieruit volgt een pilot om te experimenteren met de maatregelen in het klein. De resultaten zullen in 2015 leiden tot een advies aan het Kabinet over welke mogelijke maatregelen in de toekomst nodig zijn voor het op peil brengen en houden van de waterkwaliteit van het Markermeer-IJmeer.

Projectoverzicht realisatieprogramma

 
 

Totaal Planning

         

Budget

in € min.

Oplevering

Projectomschrijving

t/m

huidig vorig 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig vorig

Projecten Waterkwaliteit Projecten Nationaal

Natuurcompensatie Perkpolder Verruiming vaargeul Wester-schelde Natuurlijker Markermeer

3

24

8

 

3

0 4

0

1 1

0 3

1

1

21

2015 2015

2010 2010 2015 2015

Programma

36

 

8

2

3

1

1

21

 

Begroting (DF 7.02.01)

   

8

2

3

1

1

21

 

Overprogram-mering (-)

   

0

0

0

0

0

0

 

4 http://www.vnsc.eu/uploads/2013/10/derde-verruiming-schelde-voortgangsrapport-data-2010-2011-v3-0.pdf

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

55

LU

<

■ü

0)

■ü c

O

"3

O 3 ■ü O

9)

a

n

co

ai c

ai

0)

c

O

u ■ü c

O

0)

a

c

ra >

U)

c

0)

GQ a)

LU 9)

o s

 

00

 

O

<— o

O

 

CN

     

CN

U3

O

     

CD

 

CNI

00

 

X

X

ai

         

CD

         

CN

 

O

O

O O

O

O

CM

     

CN

Oi

O

ld

 

LD

CD

X

CM

     

X

CN

         

Oi

 

*t

     

CN

CD

O

O

O O

O

O

CM

ld

 

LD

CN

CO

O

O

 

O

CD

 

CM

co

 

co

X

 
 

*t

     

Oi

 

*t

     

CN

LD

ld

O

LD O

O

LD

CM

00

 

X

CN

CD

O

r>

 

r-;

CD

t—

CM

     

X

CD

         

CD

         

CN

 

O

O

O o

O

O

CM

00

 

X

CN

CD

O

co

 

CD

CD

O

CM

*t

   

X

CD

 

cm

 

CN

   
 

*t

     

CN

PO

O

LD

LD O

O

o

CM

cm

 

1^

CN

o

O

cd

 

X

CD

q

CM

ld

CD

X

X

 
     

Ui

 

CD

 

ld

     

co

CM

O

U3

<— o

O

O

CM

O

O

CN

X

O

cm

CO

X

CD

LD

CM

*t

ai

-=t

X

LD

 

r>

X

X

 

CN

 

ld

       

t_

*t

j_

CO O

O

 

CM

ld

O

LD

CN

CO

O

cm

X

 

CD

CD

CM

*t

co

ó

X

LD

 

r>

CD

   

CN

 

00

CO

LD

   

O

ld

X

r- o

CN

co

CM

 

CD

ld

   

O

co

X

q co

CD

CD

CM

 

-=t

CD

ai

 
 

O

X

 

CD

CO

 

ld

CM

CN

 

co

a>

ld

j_

O

 

J_

 

co

CN

CD ld

CN

 

O

*t

 

CD CO

 

O

CM

cd'

 

00

 

LD

 

cd

CD

Ui

 

Ui

 

ld

t_

CO

 

co

00

O)

1^-

r^- ld

CN

 
   

Ui

r--

LD

CD

O

 

CN

 

CD

O

CM

ai

CN

CD

 

X

 

*t

 

o

   
 

cd

CO

co

   

r*-

O)

 

PO ld

 

LD

 

00

 

r--

   

O

r>

LD

X co

X

O]

CM

cm

 

ai ^

ai

CN

 

co

 

X

X

 
   

LD

t_

 

LD

CD

^

j_

O O

   
   

LD

r~- ld

Oi

 

O

r>

CN

O

CD

o

CM

 

r-^

CD -=t

CD

 
 

ld

CN

CN

o

LD

 

r>

CD

t~

CN

LD

LD

r>

j_

CD O

CO

 
 

co

1^-

<— iD

O

CO

O

r>

CD

co

O

r-

CM

co

CN

LD ld

CD

r-^

 

O

Ui

O

 

LD

 

O)

   

CN

CD

c

u

ii >

01

> -O r » ï

S "§) 2 "> 'a

> = o t3 £

q 2 03 q

g2

75 '5 c

—, cd aj

  • Ó ^ CO

>

^ ^ "3 ij

CL S «- 03 5

co

w ^ CD

  • O) 
    0 w CN

> i_ -1- 03

c 2, c

O S § X

ii

s

0)

  • p

co o

co

X

CD O O CN

ai co c 9

co CD

Ui 0) w CM

> i_ -1- 03

c 2, c

O S § X

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

56

co

cm

00 cm

cri

co

co co

cm co

00 00

03 00

■D 3

. o

01

li ^g

to i_ a) ~o co > <u £ a) 3 c

5 cog -ö >

R (D ^ C 03 CO c CO O >

w ^ cd

co a) « cm

> i_ cd

c 2, c

O S § X

  • t

a> n

r *■

.= o

5 =

Q. HI

x

5 e

a> =

X O

o

  • a) 
    « cn

C --1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

57

 

00

CO

co

CN

j_

cn

r>

co

LD

CD

O

*t

CNj

CNj

CD

CNI

cm

CD

d

LD

 

co

 

CD

cn

 

*t

   

cn

 

00

CD

cn

 

CM

00

o

co

 

O

O

CN

CD

cn

CM

*t

CD

co

-=t

 

cm

 

CD

X

 

*t

   

t~

CD

CO

CD

O

 

CM

CO

o

   

O

r>

cn

CD

CD

CM

*t

CD

 

CD

 

cm

 

CD

X

 

*t

     

LD

CO

CD

O

 

CM

CO

o

   

O

^

CNI

CD

q

CM

oi

CD

(-^

 
 

r>

 

CD

 
 

co

     
 

*t

CD

O

LD

CM

o

o

 

LD

O

*t

cn

CD

cn

CM

r*^

CD

(—^

cd

 

CO

 

CD

 
 

co

t~

   

CO

CO

CD

 

LD

CM

cm

X

CD

 

O

CO

c—

CD

 

CM

CO

CD

t-^

X

 

CO

 

CD

cn

 

cm

     

CM

O

CD

 

CD

CM

in

X

CD

CD

O

^

r—

CD

CD

CM

cm

CD

I—^

co

 

*t

 

CD

 
 

cm

     

j_

CO

     

CM

 

LD

CD

CD

O

co

cn

CD

O

CM

co

CD

 

LD

 

CO

 

CD

cn

 

cm

t~

   

O

O

LD

X

 

CM

r>

CD

 

cn

O

 

CD

 

CNJ

CM

^

co

co

-=t

     

CD

LD

 

cm

     

CD

*t

CD

X

O

 

co

CD

 

CD

O

in

cn

   

CM

in

LD

co

CD

 

CO

 

CD

cn

 

cm

     

00

r>

o

CD

CD

 

Ol

O

   

O

Ol

LD

 

cn

CM

Lfi

LD

co

co

 

cm

 

CD

 
 

cm

   

1

   

X

X

LD

   

CD

 

O

O

co

X

 

co

CM

CO

X

co

CD

   

CD

CD

 
 

cm

t~

 

1

CD

Ol

CN

CD

CD

 

co

co

X

 

O

co

co

co

co

CM

co

   

cn

 

cm

 

CD

 
 

cm

   

1

LD

r>

CN

cn

 
 

*t

 

co

CD

O

co

 

CD

CD

CM

CO

CD

 

-=t

     

CD

cn

 

cm

     
  • 0) 
    c

C _ 0) 0) <g

o> g ai > ™

lilt I ü o -

q. >

< O

m

CO 4^ CO

  • O) 
    Q) CO CN

> i_ -1- cc

c 2, c

O iï 5 X

to

00

tri

X

x

5 i

a <d "J ■ 2 S c, o .

5 a ^■.S.-E'-p

— — > - Lt ü o

  • a) 
    co cN t

O S § X

9 to 9 ra i— "o i— cc

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

58

 

00

O

a>

o

a>

CNI

ID

CO

cm

 

O

CD

cm

CO

CO

CNI

ID

 

CO

LD

 

CD

   

CO

 

Oi

   

a>

         
     

O

*

CM

CD

00

cm

CO

O

O

CO

CO

O

CM

r-^

LD

CO

 
 

Oi

   

a>

 

Oi

   

a>

         

CD

ID

LD

O

LD

CM

r--

a>

cm

 

O

 

r*-

CO

^

CM

"=t

cm

CO

 
 

O

LD

 

o

 

O

   

O

 

<-

   

^

LD

CM

co

O

co

CM

CM

*t

cm

cm

O

r~-

co

CO

r>

CM

 

CO

CO

r*^

 

o

LD

 

o

 

o

   

O

 

<-

   

^

 

CD

 

O

 

CM

Oi

 

cm

a>

O

   

CO

*t

CM

00

 

CO

CO

 

O

LD

 

o

 

q

   

q

 

<-

     

CO

CO

cm

O

cm

CM

ID

r*«

cm

LD

O

CD

cm

CO

CO

CM

CD

LD

CO

CO

   

CO

   
 

Oi

O

 

a>

         

CM

r--

r*-

O

r*-

CM

Oi

 

cm

a>

O

CD

co

CO

CO

CM

d

ai

CO

d

   

LD

   
 

Oi

O

 

a>

         

r-

00

a>

O

a>

CN

r--

a>

cm

r*-

O

o

CO

CO

o

CM

ai

 

CO

ai

 

CD

   

CO

   

co

   
 

<-

^

   

O

 

CO

cm

 

CM

ID

a>

 

LD

O

CNI

CO

CO

cm

CM

ID

*t

ai

LD

   

CO

CO

 
 

00

a>

 

CO

a>

r--

^

 

r*-

 

r--

o

cm

 

o

 

CO

 

^

CM

CD

   

CO

 

CO

o

 

co

 

00

o

^

CO

         

00

ID

 

cm

LD

 

CD

 

LD

CO

O

ID

cm

CO

LD

CM

CO

LD

^

co

 

00

LD

 

00

 

00

q

 

CO

         
 

CO

   

co

   

CO

   

O

 

a>

CO

 

CM

t—^

d

ai

 
 

r--

CO

CO

 
 

Oi

   

a>

         

CD

r--

CO

 

r*-

   

*t

o

 

O

CM

CO

CO

cm

CM

 

LD

 

*t

 

CD

r*-

 

CO

 

q

cm

cm

q

 

<-

^

   

LD

   

co

 
 

00

CO

O

CO

O

ID

LD

O

LD

CM

"=t

*t

d

*t

 

CM

r*«

LD

cm

   

co

cm

 
         

c

Ui 0)

dc

  • ft £ "3 l 4) l 9 >

■o "o a> o) ~ c a> = 5 do it j: O

W *- CO

  • a> a> «> <m _ § _ c_ uj(

C0S<0£SC0S-=S

O ■- O £ O :~ n

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

59

cd t3 cd 'Ö3

  • 0) 
    di > |=

t

< .

 
   

Toelichting

                 

in

ld cd

 

X

X cn O

 

o

o

O

     

O

O

[—

cc

01

o

f- X

co O) X CN

cn

cd cd cn

O ld co

cn

                 

00 O

 

X ^

§ '

ó

   

2027

 

o

O

O

     

O

O

la

00

c\ c\' x

O

If) O X

c\ c\'

X

»t

co

X X

 

O ld co

cd cn O

 

o

o

o

     

o

o

c\ la x

o

cm O LA CD X X

cd

co

O ld co

cn

                 

x

 

r~ o

X «-

"* 1

ld

   

ld cn O

 

O

 

O

     

O

O

00

c\

O

X >-* <-

cm O

<— O

t— id

o

co

O O

X

cn

                 

c\'

[—

 

csi r-^

[— T—

1-

r-^ cn'

 

1

cn O

 

O

O

O

     

O

O

00

c\

O

X >-* >-

cm O

t— iD O O

co

O O

X

cn

                 

[—

 

[— T—

  • 1

r-^ ö

 

1

po cn O

 

O

LD

la r-

     

O

la r-

[— [—

LA

r-

co r--co co

CO O

r^. o

co O O cn

Ui ld cd

O ld X

cn

   

CO

cd [—

       

cd [—

cd

O

la

cd [—

00 <-

  • 1

r-^ x

 

1

cn cn O

 

X O

x

O

cx o x

     

O

o

x

co co

00

o

co r--co O

00 Oi

r^. o o

Ui

ld cd

O ld co

cn

 

oi

00

 

oi

00

       

oi

00

pi

00

 

co ö co

  • i

ó

   

cn O

 

co

la

LD LD CN

[—

o

00

     

O

[—

o

00

00

co

01

O [—

*t

co <-

Lf) X ld X

<— O

X X

ld ld

O ld co

cn

 

©

x cm

ei x

pi co x

       

ci co x

[—

co

X

c\

[—

00 Ö

o <-

ld ,

ó

r—

 

O cn O

 

o

co

o

o

co

 

x

LD CN

LD LD

00 O

«

00

co

00

00

c\ «

X X O

CO CO

*t

X Ui X

cn Ui co

Ui ld cd

cn

 

pi

00

cm

 

ci

00 cm

   

t—

[—

»t

00

c\

[—

O

c\

c\'

[—

co

cm

cn

r—

1

Ui O

 

O l— l—

o

O [— [—

 

x

LD CN

X LD

q

[— [—

x

[—

r\ »t

la x x

[—

r\ [—

CO

ld

X

co

Ui

X cn Ui

cn co

cn

 

cd co i—

 

co

[—

     

[—

co [—

»t

01

c\

x X

csi cn co

cn

cn

 

X O

 

00 00

X

X

co q

   

LD LD

q

csi

cm

01

c\

o »t

[—

X

00 cm

ld

cn X X

cn co

cn

 

csi x x

X

[—

x

     

[—

c\' x

pi co c\

x'

X

co o co

 

cn

 

o

 

00

r-o

CN CN

q

co

LA O

O O CD

X X

x

X

00

[—

Lil

co »t

in

O

co *t

ld

r-;

Ui Ui

cn ld

cn

 

©

x

la

CN

00 cm LA

Ó

 

CN

pi [—

[—

in

d

01

[—

 

O

ai ^

cd

 

-=t

cd O

 

i—

lt: x

X

q

r-

LA cm

O O

q

03 LD

O

01 01

[—

cm

X X

cq

O

00 00

cq

X X

X ld

cn Ui cd

cn

 

oi r-

CN LD

01 LA

ld

CN

   

oi

csi

c\ co

tri m [—

 

ld

co

^

1

   

ld O

 

co cm r-

ci q

O

00

co

o o q

 

X X

[—

01

[—

co

X X

O

ai

00

co

ld

co

cn

ld

cn

 

csi co r-

CN

d co r-

ld

CN

 

CO

[—

c\'

01

r-

»t

O [—

 

*t o ^

   

1

O

 

00 la O

O LD

00 O

co

   

X X

r-

01 00

la o la

X X

»t

X

in

ai co co

ld

o

X Ui

co

cn

 

pi r-co

 

la r-

LA

   

CO

cd

csi

00

la

[—

in

ld O cm

     

taal

CD CD

     

o o

CD

CN CD CD

x

LD O

       

O O ld

Uï O

1^

Ui

X cd cd

 

E

     

ó

CD

 

CN

       

-=t

X

1

o

 

cn

O

Ui o

O

  • 5

Ut

  • • 
    i ii > t -O
  • O 01 O cm -d

b ü c in

® . ai i • u ■£ '5 .£ -n

'P = = 9 £

0. >

O S

> Cfl

ii

S o

£ "3

.± je

O ■=

o cs

  • 0. 
    ï-

S O

n cm

2 11

J- (Ij cq

ï O 5

01

~ ia

~ o a 4= o 2

3 4^ -K 3 ^ tt

O c 3 O C 2

_ ü

"d cu

01

1 2

"5 o

ai "cT

o —

.2 +- ° o) o ^ 3

' C ï u J)

  • S 5 S t 5 |

S c O ü oi «

| ° cm 8 4 5 «

C--C— aSoinoi oin^DiCvn —

i o oi n>p^ O cm -o ■>£>

o £

I =

> O

o ■=

o cs

  • 0. 
    ï-

S O

n cm

N S "Si — —

_: a> o o

01 01 ^ ^

» = £ -2>-2>

oi co 5 <d ra

^ co ra ra

5 »: | £ £

■o O S < <

c cn > ?

cu Dl

^ cd T3

a)

o ^2

cö = ~ > E cd

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

60

X

cd t3

Cl) -cd

ï ra

> |=

t <

 

00

O

[—

O

O

O

o

O

O

O

O

O

l—

cm

UI

[—

                 

l—

o

Tt

*t

                   

cm

ai

co

                 

00

   

[—

                 

l—

   

*t

                   

r~-

ld

O

O

O

O

o

O

O

O

O

O

O

cm

CM

[—

                 

l—

o

CM

s:

                 

Lr:

cm

ai

[—

                 

l—

                       
                       

Tt

cd

00

O

O

O

O

o

O

O

O

O

O

O

cm

Ol

ld

                 

UI

o

co

O

                 

O

cm

ui

co'

                 

co'

                       

Tt

                       

Tt

ld

r-

ld

O

O

O

o

O

O

O

O

O

UI

cm

00

co

                 

co

o

co

co

                 

co

cm

 

CM

                 

CM

   

[—

                 

l—

   

*t

                   
 

CM

O

O

O

O

o

O

O

O

O

O

O

cm

00

CO

                 

co

o

CM

ld

                 

UI

cm

00

CM

                 

CM

   

CM

                 

CM

                       

Tt

co

Ol

ld

O

O

O

o

O

O

O

O

O

O

cm

O

r-

                 

CM

o

O

co

                 

Tt

cm

 

cd

                 

co'

   

01

                 

l—

                       

ir.

cm

ld

[—

O

O

O

o

O

O

O

O

O

O

cm

CM

en

                 

O

o

O

00

                 

CM

cm

i—

»t

                 

Tt

   

00

                 

r-

                       

UI

r-

lt:

co

O

O

O

o

O

O

O

O

O

Tt

cm

Ol

ld

                 

UI

o

00

                   

CM

cm

i—

©

                 

Tt

   

[—

                 

r-

   

s:

                 

00

o

i—

r-

00

O

00

X

00

O

O

O

O

UI

cm

cc

01

     

ai

01

ld

     

l—

o

co

O

CM

 

CM

00

00

CO

     

cc

cm

CM

cd

[—

 

[—

           

l—

   

[—

                 

c:

   

r\

                 

ui

o)

00

 

cc

O

 

cd

co

O

O

O

O

UI

 

O

co

     

ai

01

ld

     

co

o

CM

co

CM

 

CM

X

00

CO

       

cm

cd

00

CM

 

CM

t-c

[—

       

cd

   

01

                 

co

   

co

                 

ui

00

Ol

r-

O

O

O

ld

_rc

ld

O

O

O

OI

 

Ol

 

ld

 

ld

 

r-

r-

     

l—

o

co

01

01

 

01

^

         

r-

cm

co'

cd

                 

oi

   

O

                   
   

co

                 

CO

 

co

co

O

O

O

ld

ld

ld

O

O

O

OI

 

r-

r-

ld

 

ld

cm

CM

r-

     

00

o

co

00

co

 

co

q

©

(0

     

r-

cm

i

oi

       

[—

[—

     

CM

   

00

                 

co

   

[—

                 

r-

cd

00

O

ld

O

ld

ld

_rc

O

O

O

O

i—

 

l—

r-

O

 

O

   

ld

     

O

C\

 

ld

 

Lil

ld

ld

O

       

cm

oi

cd

[—

 

[—

cm

CM

»t

       
 

'

CM

                 

ui

   

[—

                 

r-

ld

r-

cc

 

O

   

r-

O

O

O

O

r-

 

CM

[—

[—

 

[—

X

co

ld

     

co

o

CO

~-

[—

 

[—

cm

CM

CO

     

r-

cm

l—

ld

r\

 

r\

co'

co'

ld

     

co'

   

O

                 

O

   

[—

                 

OI

 

l—

X

r-

CM

01

X

03

[—

O

O

O

Tt

 

c:

CO

01

CM

[—

r~-

r-

*t

     

l—

o

ld

00

01

[—

[—

t-

[—

01

     

cc

cm

cd

00

cd

r\

 

cm

 

cd

     

00

 

1

01

                 

00

   

[—

                 

r-

ai

.£ui

a

■D

  • -o

r «lo t

5o s r • a>.£,ai

^ CM

O A

=> o co ï

£ ^ -VI 0.

[—

b ü c in

^ t - i « it «

a ™ » .2 „

c 00 D> n

O ^

> v>

I =

> O

o ■=

  • 0. 
    ï-

s o

n cm

» , o 5 5 > .E tu

"D 00 O -q Q

si

is Sa-B

2 CM -g O -D » „ CM s

.2 2 o c o « c "2 -S S

3 5; « O

o

2 É

a> ai

tl

o

® s-

■o u

ai

S ^ —

» 2 «o

" » 'Ö ■= 00

1.« -u ü « 2 £

^ c g. ■* -D t-

.P 3 O O 7ï

> 00 W CM "O C3

si = ^

> a> u> £

_ o ai S

n "O .= J re c +-ï i o «

£ « a. S

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

  • 0) 
    "O

<u "53

ï ra

> |=

t <

.= £ 2 c o

o

CM CO

O

CM CO

O

CM CO

O

CM CO 00

01 00

cri co

oo r-

Dl

a-P - £ 1 » 2

i ï ï S I -s s S s 11« 31

« l -2 « £

» J « o •

» o = "~ «

  • a Tt ■§ .E «

K 3 O O E ai

00 </> (M TS .= :=

  • O) 
    O 00 00 O O) «tf cd co

O O O O O O

 

O

O

 

CM

 

CO

 

00

   
 

[—

O

O

 

CM

 

CO

 

00

   
 

[—

O

O

 

CM

 

CO

 

00

   
 

[—

O

O

 

CM

 

CO

 

00

   
 

[—

O

O

 

CM

 

CO

 

00

   
 

[—

O

O

 

CM

 

CO

 

00

   
 

[—

O

O

 

CM

 

CO

 

00

   
 

[—

O

O

 

CM

 

CO

 

00

   
 

[—

m

r\

   

CM

co

 

cri

 

co

 

[—

m

*t

 

CM

CM

»t

 

[—

   
 

[—

 

r\

r-

 

[—

cq

 

[—

 

 

[—

 

*t

O

r-

 

00

ai

cri

 

00

 

[—

rt

*t

00

01

l£l

co

LT3

cd

CM

O

 

CM

O

m

O

o

O

o

cd

cd

CM

 
 

CM

r-

00

co

[—

CM

 
 

cd

   
 

[—

0!

a

  • 0) 
    (a

<D 0) "J

a> J> £

" £ ,« "O 2 «

c- r L" i- c

© S *~ <i> — co

O -D c a> O _ 2

» ï :£« ï o

C 00 Dl (C T- f =

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

62

Artikel 1 Investeren in waterveiligheid

  • 1. 
    Indexering 2014

lenM heeft voor het jaar 2014 een beperkte bijdrage ontvangen voor de prijsstijging van de investeringen (IBOI). Net als in de vorige begroting dekt lenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. lenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.

  • 4. 
    Desalderingen

Als gevolg van extra ontvangsten van derden voor het project IJsseldelta binnen het programma Ruimte voor de Rivier is het projectbudget met zestig miljoen euro opgehoogd.

  • 5. 
    Areaalgroei Hoofdwatersystemen

In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdwatersysteem van in totaal circa € 107 miljoen tot en met 2028. Inmiddels is de omvang van de consequenties van areaalgroei op beheer en onderhoud van projecten met openstelling voor 2016 bekend. De middelen ter dekking van het beheer en onderhoud van deze areaalgroei inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 84,5 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (01.02.01) naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (03.02.01), zie tevens mutatie vijf in de verdiepingsbijlage bij artikel 3.

  • 6. 
    Kasschuiven

Om voor alle artikelen tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen de verschillende artikelen op het Deltafonds noodzakelijk. 8. Overboekingen binnen het Deltafonds

Tussen en binnen de artikelen van het Deltafonds zijn een aantal mutaties doorgevoerd. Het betreft hier onder andere:

Een verlaging van de Rijksbijdrage voor het project Hoornse Hop;

  • • 
    Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (waaronder Haringvliet de Kier, toetsing regionale keringen in beheer van het Rijk, het Tidal Test Centre Brouwersdam en enkele studies);
  • • 
    Voor het project Marker Wadden is naar aanleiding van bestuurlijke afspraken met regionale partners in deze begroting budget gereserveerd;
  • • 
    Voor de aanpak van de missiekritieke systemen - die in 2014 prioritair worden aangepakt - is een bedrag van € 22 miljoen ten laste van de investeringsruimte van het Deltafonds gebracht;
  • • 
    Verwerking van enkele mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma op de investeringsruimte.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

63

o

t N

< .E

 

00

O

O

O

O

O

x

O

co

   

o

O

X

CM

         

00

 

00

   

ld

ld

X

o

         

[—

 

[—

   

CO

co

00

CM

         

r\

 

r\

       

[—

r~-

O

O

O

O

O

x

O

co

   

O

O

X

CM

         

00

 

00

   

ld

ld

X

o

         

[—

 

[—

   

CO

co

00

CM

         

r\

 

r\

       

[—

cd

O

O

O

O

O

x

O

co

   

o

O

X

CM

         

00

 

00

   

ld

ld

X

o

         

[—

 

[—

   

CO

co

00

CM

         

r\

 

r\

       

[—

ld

O

O

O

O

O

x

O

co

   

o

O

X

CM

         

00

 

00

   

ld

ld

X

o

         

[—

 

[—

   

CO

co

00

CM

         

r\

 

r\

       

[—

 

O

O

O

O

O

x

O

co

   

o

O

X

CM

         

00

 

00

   

ld

ld

X

o

         

[—

 

[—

   

CO

co

00

CM

         

r\

 

r\

       

[—

CO

O

O

O

O

O

x

O

co

   

o

O

X

CM

         

00

 

00

   

ld

ld

X

o

         

[—

 

[—

   

CO

co

00

CM

         

r\

 

r\

       

[—

CM

O

O

O

O

O

x

O

co

   

o

O

X

CM

         

00

 

00

   

ld

ld

X

o

         

[—

 

[—

   

CO

co

00

CM

         

r\

 

r\

       

[—

,_

O

O

O

O

O

x

O

co

ld

 

o

ld

X

CM

         

00

 

00

   

ld

01

r-

o

         

[—

 

[—

cd

 

CO

cm

 

CM

         

r\

 

r\

co'

   

co'

ld

o

o

o

o

o

o

cm

o

cm

   

CM

cm

o

CM

         

co

 

co

   

cd

co

 

o

         

O

 

O

   

o

O

 

CM

         

cm'

 

cm

   

CM

cm

 

a>

o

o

o

o

o

x

o

co

   

CO

co

o

           

co

 

co

   

cd

co

 

o

         

O

 

O

   

q

O

 

CM

         

csi

 

cm

   

CM

cm

 

00

o

o

o

o

o

ld

o

ld

 

CO

CM

01

co

           

01

 

01

 

r~-

cd

00

O

o

         

[—

 

[—

 

CM

o

   

CM

         

r\

 

r\

   

CM

[—

 
 

O

O

O

O

O

01

O

01

o

^

CM

X

[—

           

co

 

co

 

00

cd

r-

X

o

         

00

 

00

 

t—

q

00

01

CM

         

co

 

co'

   

CM

[—

[—

           

cm

 

cm

       

X

cd

O

O

O

O

O

00

O

00

o

 

^

X

ld

           

o

 

o

   

00

 

co

o

         

00

 

00

 

co

o

r-

O

CM

         

eb

 

eb

   

J—-

©

eb

                     

t~

[—

X

ld

o

o

o

o

o

cm

o

cm

ld

 

cA

 

00

           

co

 

co

   

ld

o

ld

O

         

01

 

01

cd

 

O

r>

cm

CM

         

lt3

 

lt3

CO

 

00

[—

»t

           

[—

 

[—

     

[—

 
 

O

O

O

O

O

X

O

X

   

CM

X

ld

           

O

co

co

     

X

01

o

         

cm

00

o

   

CM

cm

r-

CM

         

[—

cd

00

     

[—

cd

ui , .= S

o o a> ai

u

UI

c .t;

<=

51 ~ S

oi

oi

S ö 5

a

5 Tt — » 2

O cm -o S a

  • 1.1
  • o o ;= © oi *; E

im -o ü «

mcQ.Tt — £ a c

c

ii c ii o

1= J> ui

ȕ CM

■- S 0 ra

*; CM -o c

Dl

li B

u o) 01

o = ™ o

i- r ai n

ra O > ^

.2 ^ w ">

o

  • E 9

C 00 Ui Cö CM

> n UI ? 01

_ C E £ O ai

  • 5 SS li o2

Ocm-o SSS coo

I =

> o

o ■=

o cs

  • 0. 
    ï-

S O

n cm

2.1

cm ü — (fi

(1) ra ■ü ^

o cni

x

"O

c

o c o

  • 0) 
    E —

> E a)

O -Q Q

ld

®

S N

3 « «

g «- ai ■£ ? "o

a> .2 -c ai oü

O c

■g rS cm ui n cm

O

co

co

UI i O

il«

2 C -D

UI o =

.2 ^ w'

a= x S; c °

S « CM oi

O f3 -5 2

» 5 .2 o

CM Cö re

O

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

o

t N

< .E

m oo

CO

w -~ u ^ c

S

bl

a> o (D +=

■= I

  • S-

to Q.

00 w

C ■D

0 ~

01 go

■•P 2 '= <"

"cm ü -q a

2 « c » I I

N "O 2 ^ O -q

a

1= j u)

o ■£ S 0 a

+j; +j (0 £ +-<

» = o 2 £

Q £ c oo ai

c

oi J: ■o S

° -5

a> oo

■£ m

t 9

. oi

— o

Lfï O

5 £

CM «

ra I

11

= -°

I &

fi

  • o

(0 "D _

  • O CD

i;. 0 1

O n

c> , ^

.= S =

o "g Ï

ra.2 c

J> a> a

a= en

S c °

8 « cvi

> Tt —

£ s

  • o ai O cm -D

. o

  • I

5 2 I I

a> >

« Ï

6 P

o

.2 o

1- cm

iL ra „ oi c

g c > g o c £ 8 O

a> o

01

1> f t o

■u ^ « cvi

m a«- ai

3 O co

00 w cm "D

a

O n

o .2 © 0 o o =

t "S ^ "ü c ^ O

CD "J tm Jl ■— S

4_! +-> <0 C .x (Ti

Q S C 00 D> « CM

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

65

Artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening

  • 1. 
    Indexering 2014

lenM heeft voor het jaar 2014 een beperkte bijdrage ontvangen voor de prijsstijging van de investeringen (IBOI). Net als in de vorige begroting dekt lenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. lenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.

  • 6. 
    Kasschuiven

Om voor alle artikelen tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen de verschillende artikelen op het Deltafonds noodzakelijk.

  • 8. 
    Overboekingen binnen het Deltafonds

Tussen en binnen de artikelen van het Deltafonds zijn een aantal mutaties doorgevoerd. Het betreft hier onder andere:

Een verlaging van de Rijksbijdrage voor het project Hoornse Hop;

  • • 
    Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (waaronder Haringvliet de Kier, toetsing regionale keringen in beheer van het Rijk, het Tidal Test Centre Brouwersdam en enkele studies);
  • • 
    Voor het project Marker Wadden is naar aanleiding van bestuurlijke afspraken met regionale partners in deze begroting budget gereserveerd;
  • • 
    Voor de aanpak van de missiekritieke systemen - die in 2014 prioritair worden aangepakt - is een bedrag van € 22 miljoen ten laste van de investeringsruimte van het Deltafonds gebracht;
  • Verwerking van enkele mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma op de investeringsruimte.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

66

 

00

O

00

 

X

00

O

00

O

00

 

co

CD

1^-

•et

 

•et

 

LD

LTD

O)

   

Lf3

 

U3

CD

LD

LD

 

LD

   

r-*

q

 

q

 

CN

CN

X

d

 

d

 

co

co

cc

Lfi

 

Lf)

   

t-^

X

             

co

 

CO

       
             

CM

 

CM

       

CO

O

00

Ui

 

LfD

co

*t

O

•et

 

O

X

co

O)

 

O)

LD

   

00

   

•et

   

CO

 

CO

 

00

CM

Ui

       

^

     

co

d

 

d

 

co

co

 

CC

 

CC

     

ui

             

co

 

CO

       
             

CM

 

CM

       

CO

O

co

O

CD

ce

CO

O

CO

 

O

U3

 

CM

 

CM

CO

CD

co

00

*t

 

•et

 

CD

O

 

r*-

 

r-*

t—

X

O)

CM

 

CM

 

CO

X

 

d

 

d

 

CO

co

cc

CM

 

CM

 

ó

CN

ui

             

co

 

co

       
             

CM

 

CM

       

CO

O

co

O

CD

ce

CC

O

CC

   

X

 

CM

 

CM

co

CD

co

00

Ol

 

Ol

 

CD

CD

 

r*«

 

r-*

t—

X

r-*

O)

CM

 

CM

 

X

CD

 

d

 

d

 

CO

co

cc

*t

 

•et

   

CO

ui

             

O

 

O

       
             

co

 

CO

       

CO

O

co

O

CD

ce

co

O

co

O

 

CN

 

CM

 

CM

co

CD

co

00

r-

 

r-*

O

CD

CO

 

r*-

 

r-*

t—

X

r*-

O)

r-*

 

r-

O

X

X

 

d

 

d

 

CO

co

cc

Lfj

 

Lfj

ó

 

CN

ui

             

CC

 

cc

co

     
             

CM

 

CM

       

CO

O

co

O

r-

 

CM

00

O

00

   

U3

 

CM

 

CM

CO

Ui

cc

CC

00

 

00

 

co

LD

 

r*«

 

r-*

r—

X

O)

O

 

O

 

X

LD

 

d

 

d

 

co

co

cc

CM

 

CM

   

CN

ui

             

co

 

co

       
             

CM

 

CM

       

CO

O

co

O

I-

^

CM

r-*

O

r-

   

r-

 

CM

 

CM

co

Ui

cc

CC

       

o

O

 

r*-

 

r-*

t—

X

O)

CM

 

CM

 

O)

CO

 

d

 

d

 

co

co

cc

d

 

d

 

ó

CN

ui

         

1

               
             

^

 

^

       

CO

O

co

O

J-

 

CM

 

O

 

O

 

CN

 

CM

 

CM

co

Ui

cc

CC

O

 

O

 

X

LD

 

r*«

 

r-*

t—

X

O)

Lf3

 

LfJ

 

X

LD

 

d

 

d

 

co

co

cc

   

•et

 

ó

t-^

ui

         

1

 

CM

 

CM

 

c—

   
             

^

           

CO

O

co

Ui

o

 

CM

Lf3

O

LfJ

O

 

X

LD

     

CN

X

LTD

CC

Lf3

 

LfJ

O

 

U3

U3

     

r—

X

O)

CC

 

CC

X

 

CD

O

d

 

d

 

co

co

cc

oi

 

oi

r-^

 

t-^

ui

         

i

 

CM

 

CM

r—

     
                 

^

       

CO

O

co

Ui

o

 

CM

00

O

00

O

 

r-

LD

     

CN

X

LTD

CC

   

Ol

O

 

CN

O)

     

t—

X

O)

   

•et

LD

 

U3

q

d

 

d

 

co

co

cc

co

 

co

CO

 

t—^

ui

         

i

 

co

 

co

       
             

^

 

^

       

CO

O

co

Ui

o

 

CM

r-

O

r-

o

 

O

LD

     

CN

X

LTD

CC

O

 

O

O

 

CN

O)

     

t—

X

O)

0*3

   

co

 

U3

q

d

 

d

 

co

co

cc

^

 

^

co

 

I—^

ui

         

i

     

•et

       
             

^

 

^

1

     

CO

O

co

Ui

o

 

CM

•et

O

•et

O

 

r-

LD

     

CN

X

LTD

CC

Ol

 

Ol

   

CN

O)

     

t—

X

O)

O

 

O

   

U3

q

d

 

d

 

co

co

cc

CM

 

CM

   

t-^

ui

             

Lf3

 

LfJ

       
             

^

 

^

       

CO

O

co

Ui

X

O)

•et

00

O

00

O

O

O

co

     

CN

1^-

•et

cc

CM

 

CM

 

O

O

CN

     

t—

X

O)

co

 

co

 

LD

t—

O)

d

 

d

 

co

co

cc

^

 

^

 

CD

CN

X

             

O

 

O

       
             

CM

 

CM

       

CO

O

00

X

CN

•et

•et

•et

O

•et

O

 

LD

CN

r*-

 

r-*

co

X

•et

co

CM

 

CM

O

 

CD

CD

•-t

 

•et

r—

X

r>

^

 

^

co

 

q

1^-

       

co

co

r*^

•et

 

•et

CN

 

CN

X

         

1

               
                           

CM

O

CM

LD

 

LTD

Lf3

cc

 

o

 

Ul

 

•et

 

•et

CO

 

CO

r*-

 

Lf3

r-

O

 

X

 
     

t—

   

CM

 

Ol

O

t—

 

X

 
             

Lfj

CM

cd

   

(—^

 
             

CC

 

cc

       
                           
     

1^-

LD

         

O

O

U3

1^-

     

LD

X

           

O

co

 
     

Ui

CN

           

LD

 

U3

       

-=t

               

CD

       

LD

           

X

CO

CN

— -F c

Ui i n 2

I Tt _ » ™ n e

  • o o> n f O *i

O cm -D c £ c tfl

u

S o

£ "3

.± je

O ■=

  • q. 
    ï-

S O

n cm

— Km

01 OJ-S II

■O c £

Q.

T3 C/3

c

II c II O

  • g 1X5 ^ 5 S «- 01
  • i» S o -o
  • • 
    r CN C

.2 c. o o, o b n "O .= * = -K n O

01

oS£t9

C CO U) co co

3 cd 3 cc 0) co 0 co

c m (0

I- .EO o — c

Ë- >< |

< =

T3 C/3

  • 0) 
    T3 O

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

67

00 cm

— -F c

 

00

o

 

00

cni

o

 

O)

O

q

 

cm

cni

   

d

 

1

   
   

o

ld

cm

 

o

co

o

 

o

O)

cm

   

cd

1

cd

 

o

ld

cm

 

o

ld

o

 

o

 

cm

 

-=t

 

ld

 

o

ld

cm

 

o

 

o

 

o

 

cm

   

ld

 

o

o

O)

cm

o

o

o

o

o

ld

cm

00

-=t

cd

     

cm

co

o

o

00

cm

o

o

 

o

o

o

 

cm

cd

00

ld

1

cm

 

o

cc

cm

 

o

O

o

 

o

O)

cm

 

00

co

1

^

 

o

 

cm

 

o

00

o

 

o

cc

cm

 

00

*t

1

O

O

O

r*-

cm

o

o

O)

o

00

o

co

cm

 

c\i

ai

 

*~

   

o>

O

O

 
 

o

   

o

id

 

co

cm

co

co

d

     

cm

00

o

o

ld

 

o

   

o

co

 

co

cm

co

ld

cm

 

T~

   
 

o

O

 
       

o

   

co

cm

 

ld

cm

       

cd

o

o

 
 

o

 

co

o

q

 

ld

cm

cd

ld

 

ld

o

o

 

o

 

co

o

co

 

00

cm

cnI

ld

 
       
 

o

 

cc

 

o

 

cm

o

   

co

cm

     
  • O) 
    °>-> i

£ * « = .2

  • a) 
    -c c > o

° c o 0) 5

-P ai t= -!= ^

a.

CM CM

cm

00 01 cm cm co cm

cm l£l co cm 01 cm

O

r-

CO

cd

oo

cm 00

cri

cm

©

00

00

[—

a>

> E a> > oc O -Q Q O ^

S |8"g

£ 0 ra o

<m -ü c «

« C '.p Je

O i- t

c oo ra a co

1> 3

£ O

DQ >-

0)

cm -n ~ c

o

» 9

| q.M

> a> in

5, § «" »f o

  • C <m _ O ra n "O .£

ï«2

F «S ra

ra , .E £

a> ai

tl

ai

  • o 01 O cm -d

» 5

.2 o

1- cm

  • ï J

«> 3 o

il ra

„ a> c

Il|

a> S _o ■£

» £ ^ O

o 'ö ■= ei

1> f t O

■u 2 « co

c o. t —

m a«- a>

3 O O ,

00 w cm "O

.2 o

** cm

a.

Is

c cm

o ra ■o c

E

to o

c

» 5

a> <» ■o ra

li

o c

« O

£ o>

E 9

m co

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

68

Artikel 3 Beheer, onderhoud en vervanging

  • 1. 
    Indexering 2014

lenM heeft voor het jaar 2014 een beperkte bijdrage ontvangen voor de prijsstijging van de investeringen (IBOI). Net als in de vorige begroting dekt lenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. lenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.

  • 2. 
    Overheveling KRW/amendement Jacobi

Op grond van het amendement-Jacobi (Kamerstukken II, 2013/14, 33 503, nr. 8) is het met ingang van 1 januari 2015 mogelijk om de uitgaven op het gebied van waterkwaliteit, ook wanneer deze uitgaven geen relatie hebben met waterveiligheid en zoetwatervoorziening, te verantwoorden op het Deltafonds. Hierdoor is het mogelijk om vanuit het Deltafonds projecten waarin ook waterkwaliteitsaspecten een rol spelen integraal te financieren. Hiertoe zijn middelen overgeboekt van artikel 12 op Begroting hoofdstuk XII naar het nieuwe artikel 7 in het Deltafonds. Het gaat daarbij om de realisatieprojecten Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren ten behoeve van de KRW. Daarnaast zijn de projecten Natuurcompensatie Perkpolder, Verruiming vaargeul Westerschelde en Natuurlijker Markermeer/IJmeer ook overgeheveld naar het Deltafonds. In de schriftelijke beantwoording van de Kamervragen ten behoeve van het WGO dd. 18 november 2013 is ook aangegeven dat opgaven voor waterkwaliteit niet gedekt mogen worden uit de budgetten op het Deltafonds die bestemd zijn voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. In lijn met deze voorwaarde is dekking gevonden binnen overige budgetten zodat de opgave voor de uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) op artikel 7 van het Deltafonds volledig gedekt is.

  • 3. 
    Overboeking van Begroting hoofdstuk XII in het kader van Cyber Security

Deze overboeking van Begroting hoofdstuk XII naar het Deltafonds is bedoeld voor de bekostiging van de verbetering van de Cyber Security voor de missiekritieke systemen (MKS) en Industriële Automatisering.

  • 5. 
    Areaalgroei Hoofdwatersystemen

In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdwatersysteem van in totaal circa € 107 miljoen tot en met 2028, zie mutatie 5 van de verdiepingsbijlage bij artikel 1 van het Deltafonds. Inmiddels is de omvang van de consequenties van areaalgroei op beheer en onderhoud van projecten met openstelling voor 2016 bekend. De middelen ter dekking van het beheer en onderhoud van deze areaalgroei inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 84,5 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (01.02.01) naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (03.02.01)

  • 6. 
    Kasschuiven

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

69

Om voor alle artikelen tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen de verschillende artikelen op het Deltafonds noodzakelijk. 8. Overboekingen binnen het Deltafonds

Tussen en binnen de artikelen van het Deltafonds zijn een aantal mutaties doorgevoerd. Het betreft hier onder andere:

Een verlaging van de Rijksbijdrage voor het project Hoornse Hop;

  • • 
    Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (waaronder Haringvliet de Kier, toetsing regionale keringen in beheer van het Rijk, het Tidal Test Centre Brouwersdam en enkele studies);
  • • 
    Voor het project Marker Wadden is naar aanleiding van bestuurlijke afspraken met regionale partners in deze begroting budget gereserveerd;
  • • 
    Voor de aanpak van de missiekritieke systemen - die in 2014 prioritair worden aangepakt - is een bedrag van € 22 miljoen ten laste van de investeringsruimte van het Deltafonds gebracht;
  • • 
    Verwerking van enkele mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma op de investeringsruimte.
  • 10. 
    Landelijke taken

In het kader van de transparantie van de budgetten voor watermanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar ondermeer Watermanagement management en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

70

at .

■e -u ~ -K .2, 8>| xö\o

  • • 
    • i2 2 ■>

■S _ a „ •*

o_ — «- ir » i-

t- t o a> <d o

S X u C

■o

I g s 5 g

O cm "D Ei c to

.4; re

a

a i-

3 O

i» cm

  • £ ■♦: cm 8 Ml5

S > .E "55 ,

o *s

9)

Ï in Ï

£ o -u

c cm n

0 o,0

1 c • c Je

" St

  • G) 
    re

u

i a

c -9 x **

3 a uj a>

> ai « S

TO > ^ (0

a> > a a

!* ï cm 0)

f O D)Q

re "O .E =

re c « .

o 5 2 t

I— to o re

c

at

Si

S -

4> tj

ö a. ■

as

3 O

tt cm

§ &

re I

fi °

re "D re c

o ■

Q. X

lu 4)

in 3 *- re o *;

cm 41

oiQ 2 t

  • O) 
    re

.£ 4) c

2^ 51

  • O) 
    o c s

S 4) O m

d s> w re > t —

41

O 4> 2

O cm -D

re T O

!5

.2 o

f cm

re m

li

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

f TT ffl

0>

  • 0) 
    O

a

SI • ïnï

t O

■ ■*

c

a> c a> o

i= S> in

  • 0) 
    " C M

■- S 0 w ■

N "c ~ £ a c ¥

£ c C/5 u> m *t a)

a> a> ■o

■■OS

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

72

Artikel 4 Experimenteren cf. art. Ill Deltawet

  • 8. 
    Overboekingen binnen het Deltafonds

Tussen en binnen de artikelen van het Deltafonds zijn een aantal mutaties doorgevoerd. Het betreft hier onder andere:

Een verlaging van de Rijksbijdrage voor het project Hoornse Hop;

  • • 
    Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (waaronder Haringvliet de Kier, toetsing regionale keringen in beheer van het Rijk, het Tidal Test Centre Brouwersdam en enkele studies);
  • • 
    Voor het project Marker Wadden is naar aanleiding van bestuurlijke afspraken met regionale partners in deze begroting budget gereserveerd;
  • • 
    Voor de aanpak van de missiekritieke systemen - die in 2014 prioritair worden aangepakt - is een bedrag van € 22 miljoen ten laste van de investeringsruimte van het Deltafonds gebracht;
  • • 
    Verwerking van enkele mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma op de investeringsruimte.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

73

 

Dl

   

X

         

r-

O

C

                   

'■P

                   

CO

r-

01

   

X

CO

O

co

 

CD

LA

LA

01

X

X

X

X

 

X

   

m

m

01

X

X

X

cq

 

cq

 

CD

cc

 

LA

   

cd

       

X

r-

 

r-

   

r-

   

»t

   

[—

 

[—

   

[—

         
 

[—

_r:

^

     

O

»t

r-

 

LA

X

r-

X

X

O

[—

 

[—

1^-

 

m

X

01

X

X

X

[—

 

[—

t-

X

cd

 

LA

   

cd

     

t-^

x'

r-

 

r-

   

r-

         

[—

 

[—

   

[—

         
 

[—

_r:

^

   

LA

O

LA

LA

O

LA

X

r-

X

X

O

r-

   

03

03

m

X

01

X

X

X

X

 

X

LA

X

cd

 

LA

   

cd

00

 

00

 

xi

r-

 

r-

   

r-

»t

 

»t

   

[—

 

[—

   

[—

         
 

[—

_r:

^

   

LA

O

LA

LA

O

LA

X

r-

X

X

O

r-

 

r-

03

03

m

X

01

X

X

X

X

 

X

LA

ai

cd

 

LA

   

cd

00

 

00

 

X

r-

 

r-

   

r-

»t

 

»t

   

[—

 

[—

   

[—

         
 

[—

_r:

^

   

LA

O

LA

LA

O

LA

X

r-

X

X

O

r-

 

r-

03

03

m

X

01

X

X

X

X

 

X

LA

ai

cd

 

LA

   

cd

00

 

00

 

xi

r-

 

r-

   

r-

»t

 

»t

   

[—

 

[—

   

[—

         
   

x

^

   

LA

O

LA

LA

 

LA

O

LA

X

X

00

r-

 

r-

03

O

m

 

01

X

X

[—

X

 

X

LA

O

cd

 

LA

     

00

 

00

 

X

r-

 

r-

   

r-

»t

 

»t

   

[—

 

[—

   

[—

         
   

x

^

   

LA

O

LA

LA

 

LA

O

LA

X

X

00

r-

 

r-

03

O

m

 

01

X

X

[—

X

 

X

LA

O

cd

 

LA

     

00

 

00

 

X

r-

 

r-

   

r-

»t

 

»t

   

[—

 

[—

   

[—

         
 

X

X

^

 

LA

O

LA

LA

 

LA

X

CM

X

X

LA

r-

 

r-

03

O

m

X

O

X

X

X

X

 

X

LA

O

cd

 

cd

   

cd

00

 

00

 

X

r-

 

r-

   

r-

»t

 

»t

   

[—

 

[—

   

[—

         

x

CM

[—

^

 

_r:

01

O

01

^

LA

00

LA

X

X

X

co

[—

 

[—

03

1^-

[—

 

r-

X

X

01

X

 

X

LA

Oi

*t

 

xi

   

x'

d

 

d

 

xi

r-

 

r-

   

r-

LA

 

LA

 

t—

[—

 

[—

   

[—

         

x

O

x

^

   

01

O

01

^

LA

m

O

X

X

X

co

[—

 

[—

03

 

LA

LA

O

X

X

X

X

 

X

LA

ai

LA

 

LA

   

LA

d

 

d

 

xi

r-

 

r-

   

r-

LA

 

LA

 

t—

[—

 

[—

   

[—

         

O

   

^

 

O

r-

O

r-

^

LA

r-

O

co

X

X

O

[—

 

[—

03

1^-

cq

 

CM

X

X

LA

X

 

X

LA

ai

LA

 

LA

   

LA

d

 

d

 

xi

r-

 

r-

   

r-

LA

 

LA

   

[—

 

[—

   

[—

         

O

r-

X

LA

LA

X

01

O

01

^

LA

O

LA

 

X

X

co

[—

 

[—

03

 

O

X

co

X

X

00

X

 

X

LA

ai

cri

 

00

   

00

d

 

d

 

xi

co

 

co

   

co

LA

 

LA

 

t—

^

 

[—

   

[—

         

01

LA

*t

03

00

X

X

O

X

X

j_

00

00

O

X

X

X

01

 

01

X

O

m

CM

[—

X

X

X

01

 

01

LA

00

[—

 

[—

   

[—

d

 

d

 

xi

         

LA

 

LA

   

[—

 

[—

   

[—

         
 

X

LA

LA

X

X

O

X

LA

 
 

X

r-

X

X

[—

X

 

X

O

 

LA

X

[—

X

X

*t

01

 

01

CD

CD

cd

       

cd

[—

 

[—

 

xi

r-

 

r-

   

r-

s:

 

s:

   

^

 

[—

   

[—

         

01

[—

X

03

00

 

01

co

X

LA

 

co

O

co

*t

 

[—

[—

X

00

O

 

CM

X

01

X

X

X

O

X

 

CD

 

LA

 

»t

   

LA

CM

 

[—

   

00

 

00

   

00

LA

 

s:

   

co

CM

O

01

co

01

co

01

co

01

01 01

a •= «- «> ^ « >r t o a> © m

S « is * « t:

>*-;» s

O cm "O £ c oc

g o a E

.± ^ o

S'tS.»'

f - " s

  • q. 
    ^ c q.«- » o

cm ^ -2

Si

a

1= J LA

a>

S S "° m

O O) o Q

■K m -o = a> < £ n c

^ C 00 O) (0 LA

ui

Ui ,

^ -n O) (0

O e >- i-

S O O

?-2 > O

si ^ w

0.7J CM C 10

  • j. 
    t o a> .2 o

S ■* _ « 5 co =

¥ «- • 3 : ï co

O cm "O 3 £ C 00

ii

_ c/l 1-01

ii

o ■=

o co

  • 0. 
    ï-

S O

n x

CD CD c Z t O

O X

Dl

  • .E

dl l-

> <"

'= =

cc E

^ SP-2 "

q_

.E o .E

c = c

co ><; cc

> >

a; l £[ >_ -

T3 (ƒ) i_ <D i- <D *>

C > ^ "O ® "O ^

CO > > 03 > 03 f-.

—i CC o ^ o j»; ^

ii

.2 o ** x

-S cu

» la ï

g «- 01

■ö O "D

C cm c

0

■o

c "5 O >

Ït9,

O CO LA

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

 

00

 

CM

CNI

 

CM

O

O

O

CNI

Lfj

CM

 

CM

'

 

CM

 
 

CM

CO

CM

*t

O)

O

   

CM

   

^

^

     
     

CD

CO

00

CM

*t

O)

O

00

O)

CM

   
 

^

     
     

LD

 

00

CM

O

O)

O

 

O)

CM

 

^

     
     
   

00

CM

o

O)

O

*t

O)

CM

*t

 
 

00

1

 

^

 

CO

CM

LTD

CM

CO

r*-

O

O)

O)

CM

co

 
 

co

1

CM

r>

LTD

CM

in

r*-

O

*t

 

CM

ci

1

^

Lf]

 

CM

O)

O)

O

O)

CO

CM

CO

 
 

*t

 

O

O)

LTD

CM

r>

CO

O

O)

O)

CM

CM

co

 

r>

 

01

O)

O

 

Lf]

 

O

CO

 

CM

co

 
 

co

 

00

^

O

     

O

CO

 

CM

CO

1

 
 

Ol

O

 

Ol

 

O

Ol

 

CM

oi

i

 

CD

o

O

 

O

 

O

CO

 

CM

©

 
     

LD

CO

O

 

Ol

 

O

CO

 

CM

   
     
 

O

O

 

CO

 

O

*t

 

CM

   
     

V)

re re

e »- i ._ <D <D f 75 ^

Hl* J

O. co = w

  • o. 
    co E w ? «

|- t o ■= o o ai

¥ >" * ? 5 ï «

j= o o c ^ o +-

O <M ■o ~ 2 CU)

o ■=

  • q. 
    ï-

3 O

n cm

 
   

X

 

01

X

O

CM

co

 

O

CM

O

q

q

01

co'

   

CM

CM

     

CM

     
     

r-

 

ai

 

01

01

CD

 

co

cri

LT)

 

LT3

00

     

[—

     

_r:

X

 

00

 

CM

 

CM

00

CM

 

CM

cri

ci

 

co'

00

     

[—

     
 

ai

 

01

O

X

 

00

[—

o

 

O

_r:

^

 

»t

       

[—

     
 

m

LD

00

o

LD

C71

»t

 

CM

X

[—

CM

ci

oi

 

00

 

CM

co

[—

     

CM

 

CM

UI

X

 

00

01

   

»t

[—

ci

 

co'

       

CM

m

 

co

00

X

 

00

«

   

»t

 

ei

 

co'

 

LD

LD

O

o

CD

 

[—

[—

m

CD

O

r\

ei

ci

 

co

     
       

[—

X

 

00

O

     

cri

   

»t

LA

     

01

 

CM

01

UI

CN

 

co

00

m

q

co

co'

CO

   

co

     

[—

X

 

00

O

 

O

co

CD

 

co

cd

CD

 

cd

01

CD

 

co

01

O

 

O

01

ci

 

co

cri

CD

 

cd

O

m

 

01

O

CD

X

r-

co

LD

 

o

©

 

LD

CM

[—

     
     

»t

01

O

 

o

co

ci

 

co

»t

ó

 

d

[—

   

[—

O

m

O

 

co

o

 

co

 

t—

CN

00

 

ai

 

00

[—

     
 

t_

X

 
   

CM

 
 

CD

X

 
 

X

^

 
   

CM

 

o [

00 CM

01 01 01

co' »t

01 O

CM

cd

CM

  • 0) 
    Ui

a> = ■o ~

\^ a) -a ._ a) -c c O) ° c o X "£ <" ra T3 > E a .E Ouü

a.

_ (/)

a> Dl a> c ■p -z

ai

S N "O

■K S "O «

C cm c 0)

O o, O >

cl c

Et»

O n ui

c

a> > ■o o S 2 =

ui n n

15 s § *

t S 1 ? S 5 S , ™ S'E « ~ 1

O cm ■D 'O

O v

I =

> O

£ "3

.± je

o ■=

  • q. 
    ï-

S O

n cm

I » 4S

§ £ 1 =

. c .2 o o

  • w ^

£S Ê55

o

2 =

ai

s *

a>

a> ai ■o "O

ai ai

■o -

5 " = .■cos,

N = 2 S oi

O ^ n O =

.= g «5 ■»! 'E

Tt a> ai

o

O n ui

ai

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

co

5

1-

to <o r*

to to

o)

r-co

CO

E5

CO

CM O

CM

to

CO CO

in to

CM

CO

to

CO CO CO CM CM

to

CM

r* o

CM CO CM

to

O

01

. SI

■ a.

o f

f 0 g> S

to -c .E > F tS a>Z

.E S

Ui o

fi

o o>

Z c

* 2

c «

O J

© 0)

in g>'

+- -Z c

0)

■o S

c

HI

c

HI

o

.q

a

51

<" ? 0 2

a> -t; t © a>

— <i> a> >

  • d) 
    > r-

o

CM-o^ "IB fïïN-O = «

« c O * ■ c*4 O^3oa>r>^o+-i-t

C CO to CM "O 5 o ^ e « m at

S S j: » z a © ^ <

.2 O O o, o c

  • "5 O

" O)

_ o

c CO a) to lo

c

o i

JÉ C

.a 9

o > o> o

c

i «

4) >

■a o

II lo

co co

  • O

a> o

■2 « „ *

O CM

01

<= 0) 0) -S — O *!

„ o >

% -a o

— (0 *

£ S <« o

a> c

« « IE

O V

O v C CO

f t «- w

Ü "in ra c « N

S-* -S « o 5 n

3 O O O "J ^ O

ID CM ^ 7 £ S C

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

O

01

01 .0

9- d> c

» in "E 5

■ö O "Ü O = o>

c CM c 2 O o,

° a>.2 re o c

"2 .= a "> "3 c

  • o o

re o ü o

V> U) re m re Z

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2 77

Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven

I. Indexering 2014

lenM heeft voor het jaar 2014 een beperkte bijdrage ontvangen voor de prijsstijging van de investeringen (IBOI). Net als in de vorige begroting dekt lenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. lenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.

  • 7. 
    Overboeking van Begroting hoofdstuk XII in het kader van Centraal Planbureau (CPB)

Deze overboeking van Begroting hoofdstuk XII naar het Deltafonds betreft de bijdrage aan het CPB voor KIRE (Kennisunit Infrastructuur en Ruimtelijke Economie).

  • 8. 
    Overboekingen binnen het Deltafonds

Tussen en binnen de artikelen van het Deltafonds zijn een aantal mutaties doorgevoerd. Het betreft hier onder andere:

  • Een verlaging van de Rijksbijdrage voor het project Hoornse Hop;
  • Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (waaronder Haringvliet de Kier, toetsing regionale keringen in beheer van het Rijk, het Tidal Test Centre Brouwersdam en enkele studies);
  • Voor het project Marker Wadden is naar aanleiding van bestuurlijke afspraken met regionale partners in deze begroting budget gereserveerd;
  • Voor de aanpak van de missiekritieke systemen - die in 2014 prioritair worden aangepakt - is een bedrag van € 22 miljoen ten laste van de investeringsruimte van het Deltafonds gebracht;
  • Verwerking van enkele mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma op de investeringsruimte.
  • 9. 
    Loonbijstelling

Dit betreft de toevoeging van de aan het Deltafonds uitgekeerde loonbijstelling 2014.

  • 10. 
    Landelijke taken

In het kader van de transparantie van de budgetten voor watermanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar ondermeer Watermanagement management en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.

II. Maatwerk KNMI

Betreft afname meteorologische producten en diensten van KNMI voor uitvoering diverse taken RWS.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

78

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

79

Artikel 6 Bijdragen andere begrotingen Rijk

  • 1. 
    Indexering 2014

lenM heeft voor het jaar 2014 een beperkte bijdrage ontvangen voor de prijsstijging van de investeringen (IBOI). Net als in de vorige begroting dekt lenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. lenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.

  • 2. 
    Overheveling KRW/amendement Jacobi

Op grond van het amendement-Jacobi (Kamerstukken II, 2013/14, 33 503, nr. 8) is het met ingang van 1 januari 2015 mogelijk om de uitgaven op het gebied van waterkwaliteit, ook wanneer deze uitgaven geen relatie hebben met waterveiligheid en zoetwatervoorziening, te verantwoorden op het Deltafonds. Hierdoor is het mogelijk om vanuit het Deltafonds projecten waarin ook waterkwaliteitsaspecten een rol spelen integraal te financieren. Hiertoe zijn middelen overgeboekt van artikel 12 op Begroting hoofdstuk XII naar het nieuwe artikel 7 in het Deltafonds. Het gaat daarbij om de realisatieprojecten Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren ten behoeve van de KRW. Daarnaast zijn de projecten Natuurcompensatie Perkpolder, Verruiming vaargeul Westerschelde en Natuurlijker Markermeer/IJmeer ook overgeheveld naar het Deltafonds. In de schriftelijke beantwoording van de Kamervragen ten behoeve van het WGO dd. 18 november 2013 is ook aangegeven dat opgaven voor waterkwaliteit niet gedekt mogen worden uit de budgetten op het Deltafonds die bestemd zijn voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. In lijn met deze voorwaarde is dekking gevonden binnen overige budgetten zodat de opgave voor de uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) op artikel 7 van het Deltafonds volledig gedekt is.

  • 3. 
    Overboeking van Begroting hoofdstuk XII in het kader van Cyber Security

Deze overboeking van Begroting hoofdstuk XII naar het Deltafonds is bedoeld voor de bekostiging van de verbetering van de Cyber Security voor de missiekritieke systemen (MKS) en Industriële Automatisering.

  • 5. 
    Areaalgroei Hoofdwatersystemen

In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Begroting Infrastructuurfonds 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdwatersysteem van in totaal circa € 107 miljoen tot en met 2028. Inmiddels is de omvang van de consequenties van areaalgroei op beheer en onderhoud van projecten met openstelling voor 2016 bekend. De middelen ter dekking van het beheer en onderhoud van deze areaalgroei inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 84,5 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (Deltafonds, 01.02.01) naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (Deltafonds, 03.02.01), zie tevens mutatie 5 in de verdiepingsbijlage bij artikel 3.

  • 7. 
    Overboeking van Begroting hoofdstuk XII in het kader van Centraal Planbureau (CPB)

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

80

Deze overboeking van Begroting hoofdstuk XII naar het Deltafonds

betreft de bijdrage aan het CPB voor KIRE (Kennisunit Infrastructuu

en Ruimtelijke Economie). 9. Loonbijstelling

Dit betreft de toevoeging van de aan het Deltafonds uitgekeerde

loonbijstelling 2014. 11. Maatwerk KNMI

Betreft afname meteorologische producten en diensten van KNMI

voor uitvoering diverse taken RWS.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

03

ei

03

ei

03

ci

03

ci

CO

CO

00

©

cm

00

©

cm

o ~

His

Q.

11

s

■= o i= Ö

01 k j >

■- «- Ü CO r- HI

t O ~ 01 © 01

« ^ -S * 1

z 8 « = -g 2

C 00

, 5>ü -

li O CO -2

s -8 q. 3 8

.1 .2 tt | =5 5

  • © ïil oJ

» « r-

Q. Tt —

Q. t- HI

3 O O

CO cm ^

¥ id

.2 O

Hi

Q..C

<8 £

> oc O ^

v o

C cm _

C 0 O) O

■g <M "O .= 01 h. O

^ CC £ +rf J£ _ 'Z

3 ffl O 'ü « L

I OÏ "t» •

£ c oo O) co r- "O

O) ,

.= a

a> ai

Is

5 O O (C O CM "O -

a> m

o a S ui o ai

^ » £ 5 n t

01 01 co _ ?

— — u co £

j> = co = -e co

CO > ^ O

co > £ c 00

3 g

O = Ü co Q.

3 O

co cm

HI

  • D) 
    C

■= «

S a

HI C

CD CO

"D CO

8 ö

™ "3 .2.

11

HI

S> in _

a> s 3 j: » .5

'z3 m ® ^ E

o S " S N = «

5 .2 © 0 a> o >

^ S e 00 D> co r>

= "D

0)

" £ .2. a

0 —

il|

O) £

01 0)

CO > CO >

»9

ï 41 id

5, §

X ■£ cm f O O co "D .£

is I

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

82

t <

.E 0> C

2 = >

C1.2 c

  • • 
    »n

.2 ^ w

0

u

.2 o

1- CM

iL Ol

III

« £ » O 0) 1- t. o ■B -S " ^

c a.t —

m a«- Ji

3 © O , C/5 W CM "Ü

Q.

.2 o

£ O "0 C CM c O o,_0

S N "O -

CC _ JI ■ —

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

83

Artikel 7 Investeren in waterkwaliteit

  • 2. 
    Overheveling KRW/amendement Jacobi

Op grond van het amendement-Jacobi (Kamerstukken II, 2013/14, 33 503, nr. 8) is het met ingang van 1 januari 2015 mogelijk om de uitgaven op het gebied van waterkwaliteit, ook wanneer deze uitgaven geen relatie hebben met waterveiligheid en zoetwatervoorziening, te verantwoorden op het Deltafonds. Hierdoor is het mogelijk om vanuit het Deltafonds projecten waarin ook waterkwaliteitsaspecten een rol spelen integraal te financieren. Hiertoe zijn middelen overgeboekt van artikel 12 op Begroting hoofdstuk XII naar het nieuwe artikel 7 in het Deltafonds. Het gaat daarbij om de realisatieprojecten Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren ten behoeve van de KRW. Daarnaast zijn de projecten Natuurcompensatie Perkpolder, Verruiming vaargeul Westerschelde en Natuurlijker Markermeer/IJmeer ook overgeheveld naar het Deltafonds.

In de schriftelijke beantwoording van de Kamervragen ten behoeve van het WGO dd. 18 november 2013 is ook aangegeven dat opgaven voor waterkwaliteit niet gedekt mogen worden uit de budgetten op het Deltafonds die bestemd zijn voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. In lijn met deze voorwaarde is dekking gevonden binnen overige budgetten zodat de opgave voor de uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) op artikel 7 van het Deltafonds volledig gedekt is.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

84

i ë 11

1B ï ï

1 ï 1S! illli

I S ë S §

II s § i

ï | S ï a

IMS'

§!!!«

IJ''

iiifs III

P ii

11

JS5

II I

li m

ii m ii ip ii in

11 Mi

H lp

?!1

S||i->

mm

mm

II

11

1! Ill

IP lil

III IP

Hi IP

5 f

ill

2 5

Iplil ï I ï i ï ï

mm

mm

nm mm

J8III» S3'!"

lï'rll

3 3 3 3 3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2 86

O -O n <- -i-i

Q. § Cl

co

Cl

E

o ü co

dj

2

° IS co co

o E _

S <s n

15 +j t

> CO -l

> > ■

c v> «

s s>«

■- O

cc ro o

^ 'i: >

  • co co O

o co co

2 ° ts

c 01 CO -O

ra o

.Q

cu

co

c T3

ra co

o T3

Cl CU O O

CO T3 E .E

ts

■° £

O ü

"ö =

0

O ü

o ■c c

o co dj

2 > co -o ra

ca o l.

Cl co

ca-c

o _ ra o

dj

cu

cu o 4-* ._

u cu

CO -O

cd ■

■8

*■' 5 5 ra

S. ° ca o

§ ™

4-w--

cd ra ■c ■+=

o o

!l

■c c

u cu

"5 -o

a; a

cd 'i: "5 JS ■Q E

a 0

Cl o

8 2

co 01

cu cu u i_ o

> -> co ■ > co

E E

co

£ ra .E o

cat 'c cn T3 co ra

co c

n;

oog

r- _c CU

E o ^

O co 2 cog

ra cu >

«li

MO

o X c

S ~ i

OO

co

c

o 'o O

O O

>

o

CO c =

E 2 E

£ « S

£3 » -

co E :-

ro —

c f= co

'Ë >

ra c

E 111

co .ü, «-

o 'Z o

Jl S (N

o cu c

tS -0 '~

Sob

ra 4-» -^

uj o

c 0

%, =

ra >-

co -Q

■i; ~~

S o -°

o 5 c

o >

c £ c

:0 — o

« 73 «

r- 1- O

o

c "O CL

Io°

(5 J Dl

> -Q S

2 o 2

c 2

o

O)

c

o c O o =■ O

o

cn

  • c .2 "5

5 P J >

O)

u

0)

a

IA O

c

0)

a a

to

£

ü IA

O ® _ CNI Q_ CO

1 ca ™

™ o

tS 2

ff o

? o

c O

o O

^ CO

■— 00

0 l.

00 o -Q

E o g

c=- !— OJ

S o 1

i-

o co

c o co

!^ "° c

O i_ o

O O T3

"D O c

-o "O O

1— -c-> _Q

0 Cü (U

c a. «

co ca

rol

<2 c co O

n

— O c

O o

ca > >

— — o

o cu j-

^ o §

c c

5 co 7

> co t

o

ö £

c co

CO E

i-l !c

K ü _ 00

o o

o -O

o o

o tS

o

c c

s- >

0 o

ro T3

c c

'4-i CO

c co

o ro

ü

o

'o a

o

» c > 00 o

CO T3 00

i2 c T3

Q. O C

O -Cl

o

cd

E

co

CO O)

> 2

c q.

o 00 ro c

  • 0) 
    -1—>

-Cr OJ

^ g

Tl ®

■£ c

.U O

,0 0

>

co _

ro ■= .ti E

. 3 o

  • 1) 
    «>£ rT3 ü

o o o

00 c ^

T3 o C T3 O d

2

CS O)

■ü c

CS

> c

"o si

12

o £

o -O

§■«

^ c

ro cu

c

o

cl td

00 i;

l_ co

o >

ro ^

o cu .2, Q

ti o q. c

c

o

ü

o

'o a

c

co > ra c

'c

o o

a: ,t

ca co

^ o c

o T3 o

■= c E

c co o 2 > "53 o o

oa ==

o

co co 5 50

O IA

> SI

w C

co fS

fA ?

CO

o o Q >

c

O

O)

a

  • 11

§»g 8

iE OP -2

z O l

o o cu Q-DÜ

ra o

c to

o 3 T3

ra__

co c o

1- co o

"O co -n

5 « 1

CD .—

Q J2 0J

5^ <= ^ o Ü2 o E

O _c c

0 0 co 'o -E

o c l_

-o cu co

c o. ~

o no o 15 £ 00

O g c

> S2 o

> o o

to c

g o T3

CD

CO

o —

cc s

co co o

> > A

 

T3

OA

o o

o

.Q

"O

k_

4-i

O O

'd

.>

4-i

co

!5

co

4-i

c

es

0

4-i

n

00

 

ra

 

c

E

co

>

4-i

o

c

c

O

c

0

co

 

>

0

 

4-i

o

c

ra

o

co

T3

 

'o

 

c

!5

 

0

O

 

cn

o

■o

co -> S -a

s §

> co

00

T3 i_ 1- 3

O D CO

O += c

^ 00 c

^ o c

CO Cü „

S2 z: £

3 cu ra

3 o

00 E Cl

o ÏP 00

ca ra

4- « .E

o c c

C o c

c ro cs

co .E £

> m U

o 2 2

c? «5 2

:zr 03 >

■° 5 I

o o o

"O T3 O

c 1- X

" 2 ~ ■000

ro > -c

® CO 1-

co c o

00 b _

co 2 ro

> ro.E

^ l O

§ ^ ro

n ^ o

S 00

CC 00 .—,

£ 2 cu

c -s ^

co ü c

> o

ra £ i

ro o ■—

£ c -°

E § o

ro T3

o c 3

ü i3

c

o

T3

O CNI 4—

co c

O CNI 4—

co c co > c

o O ü

c

1.1

1- ll

» c

co

» >

c .2

o >-

^ 4-i i— 00

0 'c

CNI .-

c

o

ra c

1^:

DL

00

^ o

o

4-i

00 k_

o

>

O O

>

o

c

O

c

:0

c o o c O ,_

^ o c O

c T3

n "E «- o

» i

2, 00

o o

O _^

11

3 o 3 T3

4-»

00 c

o co

ca >

co J2

3 o.

c O

.2 -a

o ■

CS

E E

CS

SI O

a

IA

ÉË

o S

(A

:=■ fl) DC J2

o o x o

O T3 O c

0)

3

O)

u, ._

T5 C

c C

co o)

o O T3 C o k_ o

o

co

c

o o

c

co > c

o

4-i

O)

.. O

■ü

3 o c T=

co c co co

O)

o 4^ i2 c

C ü o o

o O

4-« w

CO

co

E ö

co > ^

ro cu co

■i'ë

E <u o)

E aL

o 00 c

^ £ tï

co o

o l_

4-i

o

4-i

co §

O O

> c

o

E

O

c

o

> co ra

o

O

cc

c

co >

o o

c

o

c

o

ra c

c

co >

2 135 c

"O c

o

ra co

c

o ra co "n

!q o o S

Q T3

cl i) > £

o >-

ra o

IS

5 g

o > Q CS SI

O >

O o

_ C ~o

2 co c

tS o co

ra^ *

ra 00 o

O J2 o

o 3 c

c 00 o

c O

CO T3 c

CU Ë c

> O o

o o ra 00c

c

1 E

E 2

co

c co

O T3

u> c

co n

o

T3

O

o o

C

O

ra c

'c c

O O

>

O T3 C O

ra

ü o

o

o Si o n cl c 00 o

» 2---

4- co co

Il-I

co o cl

2>ro c

  • > co

3 S >

<B _ Q co

c

O

ra c

l_

o

4-i

co c

0 5

> >

—• o

> CC co

f- 4-j O

1 ® ^

■1—' QJ

o S 13

  • 5 3

° CD TO

■■«li:

c CO 3

O-C!

■H c ro

o 2 E

o ro E

o.^ £

^ ro

O 1-

DC > Cl

ra c

3

CO

E ,

i"2

ro o ra >

O O

O lo

~° O c T3

cu ,_ c O c T3 " c O

c

O

la co o

o 5 o

T3

2 i cu V

■t-« Cü ^

ï Cü g

« 2 Q

1 O

c

O

4-i

co O

.— ro o

■o SC

4— CO <D

ö ^, ^

-£|

° <= m

"2 > C

o =

O

O -

— M CO

O c

i2 — ra

O CD 2

"O T= q.

s ro ^

2 = E

tS « ro

o 4Ï >

o ^ '3

>"2 CD ö

c3 o

O Cl ^3 "D O c

ro 111 ■- ro

s o .2

o o

co

■o o

c t: 4^

ro 2 S2

CO -C! >

_Q 00

C CD <"

_c ro

CD .

c c

O CD _

-C! 00 c0

CD O O

ro ^ ^

tj O <D

" c

o ro Q £ ^00

cc

ra c o

CO T3

O CO O XI

■o

c

O

Cl

T5 O ~

c/i O

O

XJ

4-i

T3 k_ O

c/i o

4- > ■

O co

ro.

ü co

ro >

» a

O SI

O =

4^ 0)

t +'

o o

O C

"o cu

O

■ï fl)

O t

> CS

c 2

CD a

co O)

■E

o

co c

■1-1 (n

(0

g =

==• =

ir ï

L. O

O IA

O

"O g

c

O 03

T5 "ü

O .ï

S =

1*2

o ro ~

o c cu

■o ë ■£

o c O

cö -2 S

■o CLT3

c5 co co

m ro co

ro ^ -o

o cu o

x ïï -o

Cl Q C

02 ■ .2

" T3

E c

co co

roS o 0= Cl c

O

c

O .

> c

co o

0 c

O

_ CL

ro > Cl .t; ro co 3 ro c

o

3 01

o

"D

c 2 B

co co co

> co g

_ Cl 3

o o cu

O _Q "ö "O _

c O 2 00° o ^

c ■£ E "2 -2

> O

> ro: ro c c —

co a o ra c co co

c

o

4-i 4-i

O

ra ■o 3

c

O

> co ra

o

T3

C

O T3

O 0) — O co "r

'« co

O > c

O ._

Cl -tS Cl P

c

O

ro o

■= o o

c 1-

o cu

> T3 O c ro o o

o 3" o

cl c

o o

x a

E ro § « ro 0 = -Q

" I 5 c

ill I'll

ro ig ro 2

co

|.E

c

co >

c O O -E

to c ro ro c >

o l_

a

o co

o >

X o

4- T3 C

co >

M +j CS 4_--^

(OD* O 0)

a O

§ro| o _ro

2l '3

c

co > c

O

ra c

'c

ro ^ Cl-z:

"ft 0 O 1-

c 0

O

co "i

Q.3 «

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

87

Bijlage 4. Begroting beheer, onderhoud, vervanging en renovatie RWS 5

In deze bijlage wordt, in aanvulling op de eerdere bijlagen, een beeld gegeven van de budgettaire ontwikkelingen bij beheer, onderhoud, vervanging en renovatie. Ingegaan wordt op de wijzigingen ten opzichte van het in de begroting 2013 gepresenteerde beeld over de efficiency en versobering van beheer en onderhoud (BenO). Bij de budgettaire aspecten per netwerk wordt aandacht besteed aan de wijze waarop met de groei van het netwerk (areaalgroei) rekening wordt gehouden. Tot slot is een overzicht opgenomen van de middelen en werkwijze voor vervanging en renovatie.

  • 1. 
    Voortgang implementatie versoberingen en efficiency

In bijlage 4.2 van de Infrastructuurbegroting 2012 heb ik u geïnformeerd over de niet gedekte onderhoudsproblematiektot en met 2020 en over de mix van maatregelen om deze problematiek te beheersen.

Programma Versobering en Efficiency

Een van de maatregelen betreft een pakket aan efficiencymaatregelen en versoberingen van het onderhoudsniveau. De afspraken over deze te realiseren maatregelen zijn opgenomen in het Programma Versobering en Efficiency. De versoberingen en efficiencymaatregelen worden stapsgewijs geïmplementeerd, omdat dit de mogelijkheid biedt om binnen het afgesproken budgettaire kader door een verstandige mix van maatregelen passend bij de lokale situatie optimalisaties aan te brengen. Hierdoor kunnen eventuele negatieve gevolgen voor doorstroming en veiligheid worden beperkt.

In bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2013 is de verdeling van het totale pakket efficiency- en versoberingmaatregelen van € 1,64 miljard naar netwerk gepresenteerd. Hiervan is tot en met 2013 € 385 miljoen reeds gerealiseerd. Tevens is een inschatting opgenomen van de effecten op de veiligheid en doorstroming.

In aanvulling hierop wordt onderstaand ingegaan op de verdeling van het totale pakket efficiency- en versoberingsmaatregelen a € 1,64 miljard naar netwerk. Hierbij worden zowel de initiële verwachting als de verwachte bandbreedte op basis van de verdere uitwerking en implementatie van de maatregelen in beeld gebracht. Daarnaast wordt ingegaan op de opgetreden effecten met betrekking tot veiligheid en doorstroming en de gewijzigde invulling van de post bijzondere baten. Wanneer het totaalpakket aan maatregelen bij de onderkant van de bandbreedte dreigt uit te komen, zal worden bijgestuurd door nieuwe maatregelen te treffen. Op basis van het huidige beeld is de inschatting dat het realiseren van het totale pakket van € 1,64 miljard aan versobering- en efficiencymaatregelen mogelijk is.

5 RWS beheert en onderhoudt zowel het Hoofdvaarwegennet, Hoofdwegennet en Hoofdwaters-systeem en voert bepaalde taken vanuit het oogpunt van effectiviteit en efficiëntie centraal uit. Ook het IBO-onderzoek uit juni 2012 (Kamerstuk 33 317 nr. 1 met bijlage) richt zich op deze drie hoofdsystemen. Vanuit transparantieoogpunt is ervoor gekozen de tekst van deze bijlage volledig in zowel Infrastructuurfonds als Deltafonds op te nemen.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

88

 

Netwerk Maatregel

Initiële

Bandbreedte

   

bedrag in

bedragen in

   

min. tot en

min. tot en

   

met 2020

met 2020

HWN

Verminderen communicatie bij onderhoud

30

30

HWN

Versoberen bermbeheer

40

30-40

HWN

Onderhoud kunstwerken uiterste jaar

50

45-50

HWN

Versoberen verlichting

35

35-40

HWN

Verruimen werkvensters en op delen van

   
 

het netwerk overdag werken met minder

   
 

flankerende maatregelen

75

75-80

HWN

Versoberen Dynamisch VerkeersMa-

   
 

nagement (DVM)

165

145-150

HVWN

Minder maaien taluds

10

10-15

HVWN

Minder baggeren hoeken zeetoegangen

35

40

HVWN

Verminderen (wal)voorzieningen schippers

10

10

HVWN

Minder baggeren vaarwegen

45

55

 

Subtotaal versoberingen

495

475-510

Alle

Efficiencymaatregelen

800

720-840

 

Subtotaal efficiencymaatregelen

800

720-840

Alle

Besparing Landelijke Taken

200

200

Alle

Bijzondere baten ten behoeve van beheer

   
 

en onderhoud 1

100

100

HWN

Verhoging BenO budget

45

45

 

Subtotaal overige maatregelen

345

345

 

Totaal

1.640

1.540-1.695

1 de invulling van de post bijzondere baten wordt gewijzigd. De voorbereidingen hiertoe zijn in gang gezet.

Effecten

De maatregel waarover vooraf ten aanzien van verkeersveiligheid de meeste zorgen bestonden, het doven van de verlichting, heeft tot eind 2013 geen aantoonbare effecten gehad op het aantal incidenten. Ook effecten van de versoberingen op de doorstroming zijn beperkt. De totale jaarlijkse hinder van werkzaamheden wijkt niet af van het patroon sinds 2009 van rond de vijf a zes procent van de totale filezwaarte. Hierbij past de nuancering dat de verruimende werkvensters nog niet optimaal worden benut. De Tweede Kamer is in de publieksrapportage rijkswegennet van juni 2014 geïnformeerd over deze effecten (Kamerstukken II, 33 750 A, nr. 72).

Bijzondere Baten ten behoeve van het Beheer en Onderhoud Een deel van de oplossing van de BenO problematiek was gevonden in het inzetten van bijzondere baten. De verwachting was een bijdrage van € 10 miljoen per jaar, in totaal € 100 miljoen tot en met 2020. Deze bijzondere baten (zoals terugontvangen BTW) zijn in hun aard niet goed voorspelbaar. De daadwerkelijke realisatie loopt achter bij de verwachting. Daarom wordt de dekking uit deze bron in het kader van de mix aan maatregelen ter oplossing van de tekorten beheer en onderhoud, langs onderstaande lijnen ingevuld, waarmee de totale beoogde opbrengsten hetzelfde blijven.

  • 1. 
    De opbrengsten voor Beheer en Onderhoud HVWN liggen structureel € 3 miljoen per jaar hoger dan geraamd.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

89

  • 2. 
    In het IBO rapport naar BenO is vermeld dat het heffen van leges voor de vergunningen die worden verleend op grond van de Waterwet gemiddeld € 4 miljoen per jaar kan opleveren.
  • 3. 
    Hiermee resteert een dekking uit bijzondere baten van € 3 miljoen per jaar.

In deze begroting is deze wijziging in financiële termen nog niet verwerkt omdat de regelgeving waarin de leges worden uitgewerkt nog niet gereed is.

  • 2. 
    Budgettaire aspecten verkeersmanagement, watermanagement en beheer en onderhoud 2014-2028

Onderstaand is per netwerk het budget tot en met 2028 gepresenteerd, uitgesplitst naar de budgetten voor het reguliere verkeers- en watermanagement, het reguliere beheer en onderhoud, de direct toewijsbare landelijke taken en de areaalgroei.

De weergegeven budgetten voor areaalgroei betreffen uitsluitend projecten waarvoor in de ontwerpbegroting 2011 nog geen BenO middelen waren voorzien. Voor nieuwe projecten, waarvan de planuitwerking is gestart na de ontwerpbegroting 2011, worden bij het voorkeursbesluit naast de middelen voor aanleg ook middelen voor BenO gereserveerd op het artikelonderdeel voor planuitwerking en verkenningen. Op het moment dat wordt besloten daadwerkelijk met de realisatie te starten worden deze middelen vanuit het artikelonderdeel voor Planuitwerking en verkenningen aan het BenO budget toegevoegd.

Artikel 12 Hoofdwegen

Tabel 1 Budget verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud Hoofdwegen

 

Hoofdwegen

Artikel onderdeel

2014 1

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

12.01

Verkeersmanagement

2.592

4.038

3.617

3.617

3.617

3.618

3.617

3.613

12.06.02

Verkeersmanagement

               
 

Landelijke Taken

16.829

16.886

16.886

16.885

16.885

16.886

16.885

16.933

 

Totaal verkeersma-

               
 

nagement inclusief

               
 

Landelijke taken

19.421

20.924

20.503

20.502

20.502

20.504

20.502

20.547

12.02.01

Beheer en Onderhoud

517.948

427.979

486.602

478.751

472.217

478.659

478.547

454.157

12.06.02

Beheer en Onderhoud

               
 

Landelijke Taken

13.038

16.888

16.830

16.780

16.773

16.780

16.778

16.887

 

Totaal Beheer en

               
 

Onderhoud inclusief

               
 

Landelijke Taken

530.986

444.867

503.432

495.531

488.989

495.439

495.325

471.043

 

Totaal verkeersma-

               
 

nagement en Beheer en

               
 

Onderhoud

550.407

465.791

523.935

516.033

509.491

515.943

515.827

491.590

1 de middelen voor de landelijke taken verkeersmanagement en beheer en onderhoud staan in het jaar 2014 respectievelijk op artikelonderdeel 12.01 en 12.02

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

90

 

Hoofdwegen

Artikel onderdeel

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2014-2028

12.01

Verkeersmanagement

3.611

3.610

3.609

3.607

3.607

3.607

3.614

53.597

12.06.02

Verkeersmanagement

               
 

Landelijke Taken

16.909

16.896

16.883

16.858

16.859

16.856

16.934

253.269

 

Totaal verkeersma-

               
 

nagement inclusief

               
 

Landelijke taken

20.520

20.506

20.492

20.465

20.466

20.463

20.549

306.865

12.02.01

Beheer en Onderhoud

454.073

454.030

453.984

453.898

427.423

682.115

429.660

7.150.042

12.06.02

Beheer en Onderhoud

               
 

Landelijke Taken

16.883

16.880

16.877

16.872

16.872

16.872

16.887

248.894

 

Totaal Beheer en

               
 

Onderhoud inclusief

               
 

Landelijke Taken

470.956

470.910

470.861

470.769

444.294

698.986

446.547

7.398.936

 

Totaal verkeersma-

               
 

nagement en Beheer en

               
 

Onderhoud

491.477

491.416

491.353

491.234

464.760

719.449

467.096

7.705.801

Toelichting

Tot en met 2028 is circa € 7,7 miljard beschikbaar voor beheer, onderhoud en verkeersmanagement inclusief de gerelateerde landelijk georganiseerde taken voor het Hoofdwegennet op artikel 12 van het Infrastructuurfonds (IF). Gegeven de beschikbare budgetten voor regulier onderhoud in de periode 2014-2020 heeft een prioritering plaatsgevonden waarbij ook is bepaald welke werkzaamheden nog konden worden uitgesteld tot latere jaren.

Voor de consequenties van areaaluitbreiding door aanleg op de budgetbehoefte voor het beheer en onderhoud van het hoofdwegennet is in de begroting 2014 binnen het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (IF 12.03.02) een reservering getroffen, zie hiertoe bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014. De middelen ter dekking van het beheer en onderhoud van als gevolg van aanleg (areaalgroei) voor projecten met openstelling voor 2016 inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 799,5 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (IF 12.02.01), zie tevens mutatie 29 in de verdiepingsbijlage bij artikel 12 IF. De middelen tot en met 2016 (huidige SLA-periode) zijn met een kasschuif in de juiste jaren geplaatst. Voor de doorwerking van het beheer en onderhoud in de jaren daarna, zullen in de volgende begrotingen kasschuiven worden doorgevoerd om ook deze middelen in de juiste jaren beschikbaar te krijgen.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

91

Artikel 15 Hoofdvaarwegen

Tabel 2 Budget Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud Hoofdvaarwegen

 

Hoofd-

Artikel onderdeel

2014 1

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

vaarwegen

               

15.01

Verkeersmanagement

9.070

7.517

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

15.06.02

Verkeersmanagement

               
 

Landelijke Taken

4.916

4.895

4.901

4.901

4.901

4.901

4.901

4.912

 

Totaal verkeersma-

               
 

nagement inclusief

               
 

Landelijke taken

13.986

12.411

13.281

13.281

13.281

13.281

13.281

13.292

15.02.01

Beheer en Onderhoud

193.041

170.683

259.987

199.882

200.585

193.811

201.348

227.038

15.06.02

Beheer en Onderhoud

               
 

Landelijke Taken

4.671

5.238

5.224

5.215

5.206

5.217

5.209

5.429

 

Totaal Beheer en

               
 

Onderhoud inclusief

               
 

Landelijke Taken

197.712

175.921

265.211

205.098

205.791

199.028

206.557

232.467

 

Totaal verkeersma-

               
 

nagement en Beheer en

               
 

Onderhoud

211.699

188.332

278.492

218.378

219.072

212.309

219.838

245.759

1 de middelen voor de landelijke taken verkeersmanagement en beheer en onderhoud staan in het jaar 2014 respectievelijk op artikelonderdeel

15.01 en 15.02.

               

Hoofd-

Artikel onderdeel

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2014-2028

vaarwegen

               

15.01

Verkeersmanagement

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

125.530

15.06.02

Verkeersmanagement

               
 

Landelijke Taken

4.912

4.912

4.912

4.912

4.912

4.912

4.912

73.608

 

Totaal verkeersma-

               
 

nagement inclusief

               
 

Landelijke taken

13.292

13.292

13.292

13.292

13.292

13.292

13.292

199.137

15.02.01

Beheer en Onderhoud

226.679

201.537

220.455

220.401

220.404

217.637

230.711

3.184.199

15.06.02

Beheer en Onderhoud

               
 

Landelijke Taken

5.424

5.393

5.414

5.410

5.410

5.406

5.411

79.277

 

Totaal Beheer en

               
 

Onderhoud inclusief

               
 

Landelijke Taken

232.102

206.930

225.869

225.811

225.813

223.043

236.122

3.263.476

 

Totaal verkeersma-

               
 

nagement en Beheer en

               
 

Onderhoud

245.394

220.222

239.161

239.103

239.105

236.334

249.414

3.462.613

Toelichting

Tot en met 2028 is circa € 3,5 miljard beschikbaar voor de externe kosten van beheer, onderhoud en verkeersmanagement inclusief de direct toewijsbare landelijk georganiseerde taken en de geoormerkte gelden ten behoeve van Overdracht Brokx-Nat en de Fries-Groningse kanalen op artikel 15 van het Infrastructuurfonds. Met de budgetten worden de afgesproken prestaties gerealiseerd. Gegeven de beschikbare budgetten voor regulier onderhoud in de periode 2014-2020 heeft een prioritering plaatsgevonden waarbij ook is bepaald welke werkzaamheden nog konden worden uitgesteld tot latere jaren.

In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdvaarwe-gennet van in totaal circa € 170 miljoen tot en met 2028. Deze reservering

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

92

op het artikelonderdeel Verkenningen en Planuitwerkingen (IF 15.03.02) is afkomstig uit de eerder getroffen reservering op artikelonderdeel 18.12 van het Infrastructuurfonds, zie tevens mutatie 26 in de verdiepingsbijlage bij artikel 15 IF en artikel 18 IF. Op het moment dat de areaalgroei door openstelling van projecten is uitgehard, worden de middelen hiervoor overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerking en naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (IF 15.02.01).

Artikel 3 Deltafonds watersystemen

 

Tabel 3 Budget Watermanagement en Beheer en Onderhoud watersystemen

Water-

Artikel onderdeel

2014 1

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

systemen

                 

3.01

Watermanagement

7.245

7.734

6.964

6.962

6.962

6.962

6.962

6.962

5.02.01

Watermanagement

               
 

Landelijke Taken

4.032

3.882

3.878

3.880

3.880

3.880

3.880

3.891

 

Totaal Waterma-

               
 

nagement inclusief

               
 

Landelijke taken

11.277

11.616

10.842

10.842

10.842

10.842

10.842

10.853

 

Beheer en Onderhoud

               
 

Waterveiligheid

127.101

119.654

122.786

101.742

101.711

93.758

62.786

98.824

 

Beheer en Onderhoud

               
 

Zoetwatervoorziening

22.816

17.379

17.349

17.348

17.343

17.350

17.343

17.343

3.02.01

Beheer en Onderhoud

149.917

137.033

140.134

119.090

119.054

111.108

80.129

116.167

5.02.01

Beheer en Onderhoud

               
 

Landelijke Taken

               
 

Waterveiligheid

6.795

6.795

6.794

6.794

6.794

6.794

6.794

6.806

 

Beheer en Onderhoud

               
 

Landelijke Taken

               
 

Zoetwatervoorziening

1.878

1.967

2.128

2.301

2.301

2.301

2.301

2.308

 

Totaal Beheer en

               
 

Onderhoud inclusief

               
 

Landelijke Taken

158.590

145.795

149.056

128.185

128.149

120.203

89.224

125.281

 

Totaal Waterma-

               
 

nagement en Beheer en

               
 

Onderhoud

169.867

157.411

159.898

139.027

138.991

131.045

100.066

136.134

1 de middelen voor de landelijke taken watermanagement en beheer en onderhoud staan in het jaar 2014 respectievelijk op artikelonderdeel 3.01 en 3.02.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

93

 

Watersysteem

Artikel onderdeel

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2014-2028

3.01

Watermanagement

6.962

6.962

6.987

6.987

6.987

7.183

6.790

105.609

5.02.01

Watermanagement

               
 

Landelijke Taken

3.891

3.891

3.866

3.866

3.866

3.974

3.758

58.317

 

Totaal Waterma-

               
 

nagement inclusief

               
 

Landelijke taken

10.853

10.853

10.853

10.853

10.853

11.157

10.548

163.926

 

Beheer en Onderhoud

               
 

Waterveiligheid

98.379

138.098

114.177

151.072

108.019

100.684

102.012

1.640.802

 

Beheer en Onderhoud

               
 

Zoetwatervoorziening

17.233

17.454

17.343

17.343

17.343

17.831

16.856

265.678

3.02.01

Beheer en Onderhoud

115.612

155.552

131.520

168.415

125.362

118.515

118.868

1.906.479

5.02.01

Beheer en Onderhoud

               
 

Landelijke Taken

               
 

Waterveiligheid

6.806

6.806

6.806

6.806

6.806

7.000

6.615

102.014

 

Beheer en Onderhoud

               
 

Landelijke Taken

               
 

Zoetwatervoorziening

2.308

2.308

2.308

2.308

2.308

2.373

2.242

33.636

 

Totaal Beheer en

               
 

Onderhoud inclusief

               
 

Landelijke Taken

124.726

164.666

140.634

177.529

134.476

127.888

127.725

2.042.129

 

Totaal Waterma-

               
 

nagement en Beheer en

               
 

Onderhoud

135.579

175.519

151.487

188.382

145.329

139.045

138.273

2.206.055

Toelichting

Tot en met 2028 is circa € 2,2 miljard beschikbaar voor de externe kosten van beheer, onderhoud en watermanagement inclusief de direct toewijsbare landelijk georganiseerde taken voor het Hoofdwatersysteem op artikel 3 van het Deltafonds (DF). Met de budgetten worden de afgesproken prestaties gerealiseerd.

In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdwatersysteem van in totaal circa € 107 miljoen tot en met 2028, zie mutatie 5 van de verdiepingsbijlage bij artikel 1 van het Deltafonds. Inmiddels is de omvang van de areaalgroei van projecten met openstelling voor 2016 bekend. De middelen voor het beheer en onderhoud van deze areaalgroei inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 84,5 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (DF 01.02.01) naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (DF 03.02.01), zie tevens mutatie 5 in de verdiepingsbijlage bij artikel 3 DF. De middelen tot en met 2016 (huidige SLA-periode) zijn met een kasschuif in de juiste jaren geplaatst. Voor de jaren daarna, zullen in de volgende begrotingen kasschuiven worden doorgevoerd om ook deze middelen in de juiste jaren beschikbaar te krijgen.

  • 3. 
    Vervangingen en renovaties

De veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdwegennet, het hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem moeten in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken en andere infrastructurele objecten. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

94

aanleg in de eerste helft en voornamelijk ook vanaf de jaren '60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat de omvang van de te vervangen of renoveren objecten toeneemt.

In de onderstaande tabel staan de in de begroting beschikbare middelen voor het hoofdwegennet, de hoofdvaarwegen en het hoofdwatersysteem ten behoeve van Vervanging en Renovatie voor de projecten waartoe reeds is besloten en de gereserveerde budgetten voor vervangingen en renovaties. Deze projecten zijn ondergebracht in het programma vervangingen en renovaties.

 

Vervanging

Artikel

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Wegen

12

138.820

230.216

118.849

64.684

55.899

23.000

5.000

0

Vaarwegen

15

168.159

219.311

82.186

49.806

28.229

1.185

7.305

337

reservering wegen/

                 

vaarwegen

18

0

0

0

0

0

0

0

266.061

Watersysteem

3

16.807

45.254

61.731

20.690

10.538

2.076

129

3.661

Totaal

 

323.787

494.780

262.766

135.180

94.666

26.261

12.434

270.059

Vervanging

Artikel

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2014-2028

Wegen

12

0

0

169

553

553

553

606

638.902

Vaarwegen

15

337

9.594

29.855

503

486

335

-2.326 1

595.302

reservering wegen/

                 

vaarwegen

18

406.553

406.553

406.439

406.439

406.439

381.426

406.439

3.086.352

Watersysteem

3

70.699

70.818

160.832

141.296

106.936

108.694

105.892

926.053

Totaal

 

477.589

486.965

597.295

548.792

514.414

491.009

510.612

5.246.610

1 Het minbedrag in dit jaar zal bij het eerstvolgende begrotingsmoment kasmatig worden rechtgetrokken. Op het volume heeft dit geen invloed.

Toelichting

Hoofdwegennet

Op artikel 12 staan de budgetten die reeds zijn toegewezen in het Programma voor Vervanging en Renovaties aan concrete objecten die in het MIRT Projectenboek inzichtelijk worden gemaakt. Op artikel 18 staat een reservering voor vaarwegen en wegen vooruitlopend op een nadere onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. Dit gebeurt in tranches. In deze begroting is aan het Programma voor Vervangingen en Renovaties een tweede tranche projecten voor het Hoofdwegennet toegevoegd. Deze projecten worden voor 2020 uitgevoerd.

Het betreft: Renovatie fundering A27, Renovatie Suurhoffbrug, Vervanging tunneltechnische installaties Noord en Zuid Holland, Vervanging fundering N3 en A6 Ketelbrug-Lelystad Noord en de Vervanging van de Rijnlandse Boezemwaterbruggen in de N200. Met deze nieuwe tranche is een bedrag gemoeid van € 230 miljoen tot en met 2019. Het totale Programma Vervanging en Renovatie HWN 2014-2019 (inclusief programma Stalen Bruggen) bedraagt daarmee circa € 631 miljoen De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.

Hoofdvaarwegen

Op artikel 15 staan de budgetten die reeds zijn toegewezen aan het Programma voor Vervanging en Renovaties aan concrete objecten die in het MIRT Projectenboek inzichtelijk worden gemaakt. Op artikel 18 staat een reservering voor vaarwegen en wegen vooruitlopend op een nadere onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. Dit gebeurt in tranches. In deze begroting is geen extra tranche

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

95

aan het programma voor Vervanging en renovaties HVWN toegevoegd. Het totale Programma Vervanging en Renovatie HVWN 2014-2019 (inclusief NOMO AOV) bedraagt circa € 549 miljoen De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.

Hoofdwatersysteem

Op artikel 3 van het Deltafonds staan de budgetten die reeds zijn toegewezen aan het Programma voor Vervanging en Renovaties aan concrete objecten. Op dit artikel staat ook een reservering opgenomen in afwachting van onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. De opdrachtverlening hiervoor gebeurt in tranches.

In deze begroting is € 30 miljoen toegevoegd aan het budget voor de renovatie van de Sluis en Stuwcomplexen in de Neder-Rijn en de Lek. Hiermee is het budget in overeenstemming gebracht met de scope. Het totale Programma Vervanging en Renovatie voor het hoofdwatersysteem in de periode 2014-2019 bedraagt circa € 157 miljoen De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.

Reservering wegen, vaarwegen en water

Het in beeld brengen van de benodigde investeringen in vervanging of renovatie van kunstwerken op de Rijksinfrastructuur, is een continu proces. De behoefte aan vervanging en renovatie van kunstwerken en andere objecten van het hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem wordt langs twee lijnen in beeld gebracht.

In de eerste plaats wordt op basis van ouderdom en ontwerplevensduur van kunstwerken globaal ingeschat in welk decennium vervanging of renovatie naar verwachting aan de orde zal zijn. Deze meer theoretische benadering wordt naast de resultaten van de uitgevoerde inspecties en nader onderzoek naar de toestand van de kunstwerken en andere objecten gelegd. Op basis van deze gegevens wordt het theoretische beeld verder verfijnd doordat een duidelijker beeld wordt verkregen waar op een termijn van ca. 5 tot 15 jaar vervanging of renovatie aan de orde zal zijn.

Vanuit het steeds scherper wordende beeld wordt dan vervolgens een concrete planning opgesteld van de objecten die naar verwachting binnen een termijn van 5 tot 8 jaar aan vervanging of renovatie toe zijn. Voor de vervanging of renovatie van deze objecten wordt dan de voorbereiding concreet ter hand genomen. Deze planning wordt elke 2 tot 3 jaar herijkt op basis van inspecties en onderzoeksresultaten.

Zoals toegezegd (Kamerstukken II, 2013/14, 33 930 A, nr. 5) zal in de ontwerpbegroting 2016 een nadere onderbouwing opgenomen worden van de vervangingsopgave langs de hierboven geschetste lijn.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

96

Bijlage 5. Lijst van afkortingen

 

BenO

Beheer en Onderhoud

BKL

Basiskustlijn

CPB

Centraal Planbureau

DBFM

Design, Build, Finance and Maintain

DF

Deltafonds

EHS

Ecologische Hoofdstructuur

EPK

Externe Productkosten

EZ

Ministerie van Economische Zaken

GIV

Geïntegreerde contractvormen

HWBP

Hoogwaterbeschermingsprogramma

HWBP-2

Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma

IBOI

Index voor de Bruto Overheidsinvesteringen

lenM

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

IF

Infrastructuurfonds

KIRE

Kennisunit Infrastructuur en Ruimtelijke Economie

KRW

Kaderrichtlijn Water

MKS

Missiekritieke systemen

MIRT

Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport

nHWBP

nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma

NM

Natuurmonumenten

NURG

Nadere Uitwerking Rivierengebied

PKB

Planologische Kernbeslissing

PPS

Publiek-private samenwerking

RWS

Rijkswaterstaat

TBES

Toekomstbestendig Ecologisch Systeem

TTC

Tidal Test Centre

WB21

Waterbeheer 21e eeuw

WGO

Wetgevingsoverleg

WVO

Wet Verontreiniging Oppervlaktewater

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 J, nr. 2

97


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.