Brief regering; Aanpassing discontovoet onderwijs in maatschappelijke kosten-batenanalyses - Waardering van risico’s bij publieke investeringsprojecten

Deze brief is onder nr. 8 toegevoegd aan dossier 29352 - Waardering van risico’s bij publieke investeringsprojecten.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Waardering van risico’s bij publieke investeringsprojecten; Brief regering; Aanpassing discontovoet onderwijs in maatschappelijke kosten-batenanalyses
Document­datum 28-03-2018
Publicatie­datum 30-03-2018
Nummer KST293528
Kenmerk 29352, nr. 8
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

29 352 Waardering van risico's bij publieke investeringsprojecten

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN EN VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 maart 2018

Het kabinet heeft op 13 november 2015 het eindrapport van de Werkgroep Discontovoet naar de Kamer gestuurd (Kamerstuk 29 352, nr. 6). In het eindrapport adviseerde de Werkgroep om in maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA’s) uit te gaan van een discontovoet van 3 procent.1 Deze discontovoet wordt gebruikt om de huidige waarde weer te geven van toekomstige kosten en baten. Voor twee beleidsterreinen werd om uiteenlopende redenen een uitzondering gemaakt. Voor infrastructuur geldt een discontovoet van 4½ procent en voor onderwijs een van 5 procent. In het geval van onderwijs betrof het nadrukkelijk een pragmatisch en voorlopig advies. De Werkgroep adviseerde het kabinet nader onderzoek te laten doen naar de te hanteren discontovoet in MKBA’s van onderwijsprojecten. In haar beleidsreactie heeft het kabinet het advies van de Werkgroep geheel overgenomen.

Daarop heeft de Minister van OCW het CPB gevraagd het voorgestelde vervolgonderzoek uit te voeren. Het CPB heeft het onderzoek recent afgesloten en de uitkomsten daarvan gepresenteerd in een notitie (zie bijlage)2. Het CPB concludeert daarin dat de Werkgroep terecht heeft geconcludeerd dat er in MKBA’s op onderwijsterrein moet worden gerekend met een van de standaard afwijkende discontovoet.

Het CPB vindt echter in het beschikbare wetenschappelijk empirische onderzoek geen duidelijke onderbouwing voor een specifieke hoogte van de discontovoet voor onderwijs. Daarom wordt in de notitie aansluiting gezocht bij de argumenten die de Werkgroep Discontovoet hanteerde om de risico-opslag voor infrastructuurprojecten te verhogen. Het CPB concludeert dat volgens deze redenering ook een verhoogde risico-opslag aan de orde is bij onderwijs, zij het in mindere mate, en komt zo uit op een bandbreedte tussen de 3 en 4½ procent voor de discontovoet voor onderwijs. Het kabinet acht echter het rekenen met een bandbreedte niet in het belang van heldere voorschriften voor het opstellen van MKBA’s. Het kabinet komt - alles overwegend - tot de beleidsmatige conclusie dat bij MKBA’s van onderwijsprojecten moet worden gerekend met een discontovoet van 3¾ procent.

Eerder zijn in opdracht van het kabinet aanwijzingen voor de vaststelling van baten en kosten van onderwijsprojecten gepubliceerd. Opstellers van MKBA’s kunnen daarvoor te rade gaan bij de Algemene Leidraad voor maatschappelijke kosten-baten analyses (CPB/PBL, 2013) en de aanvullende Werkwijzer voor kosten-baten analyse in het sociale domein (SEO, 2016). Samen met de in deze brief vastgestelde discontovoet voor onderwijs biedt het kabinet onderzoekers daarmee een helder kader voor het opstellen van MKBA’s op het onderwijsterrein.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Noot 1

Het betreft hier een risico-gewogen reële discontovoet.

Noot 2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.