Reactie van: basisschool Noordeinde (Mw. S. Dannenburg) bij: Wetsvoorstel kleine klassen - Hoofdinhoud

Vraag1 Wat is uw reactie op het voorstel?

Als schoolleider juich ik het toe als de groepen minder groot worden. Momenteel kan een leerkracht worden bekostigd vanaf 27 leerlingen, dit zou dan dus met 23 leerlingen mogelijk zijn.

De directie van een school moet echter zelf keuzes maken hoe het onderwijs ingericht wordt. Waarom wordt er een plafond van 23 leerlingen gesteld? Een groep met 25 leerlingen formeren, en een onderwijsassistent in school kunnen inzetten, of een conciërge kunnen aannemen bijvoorbeeld kan een goed alternatief zijn. Op de meeste scholen, waaronder het Noordeinde, is er geen conciërge waardoor de leerkrachten allerlei hand,-en span diensten zelf regelen. Dit kost kostbare tijd.

Het zal echter niet per direct kunnen ingaan; wat gebeurt er met de klassen van 30 of meer leerlingen? Moeten er dan een paar leerlingen uit? En wie worden dat dan, waar gaan ze heen? Andere scholen zitten in een soortgelijke situatie. Of ontstaan er door deze verplichting noodgedwongen allerlei combinatieklassen in scholen? Bovendien komen scholen en gemeenten in de knel met het aantal beschikbare lokalen. Beter is het om dit bij de instroom te kunnen gaan regelen.

De groepen 1/2 stromen in de loop van het jaar vol, omdat leerlingen nu eenmaal naar school gaan op het moment dat zij 4 jaar worden. In het wetsvoorstel zou dus leerling nummer 24 en de daaropvolgende leerlingen er niet meer bij mogen in de klas en privéonderwijs moeten krijgen.

Het controleren en willen beheersen van de klassen via DUO lijkt mij niet zinvol; scholen hebben momenteel geen andere keuze dan het formeren van grote groepen, dit is een gevolg van onvoldoende financiën. Geef scholen meer financiën én het vertrouwen dat zij de professionals zijn en de beste keuze zullen maken voor hun leerlingen.