Reactie van: praktijk voor Sociaal Pedagogische Hulpverlening Korthout (dhr. J.J.A.M. Korthout) bij: Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. - Hoofdinhoud

Vraag1 Wat vindt u van dit voorstel voor een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten? U wordt verzocht aan te geven op welke onderdelen van het wetsvoorstel of de memorie van toelichting uw reactie betrekking heeft.

Bij deze spreek ik mijn bezorgdheid uit over het voornemen van de regering om bij wet te regelen dat Nederland in bulk, informatie over communicatie an Nederlandse burgers wil delen met buitenlandse geheime diensten en op welke wijze de minister zich voorneemt om dit te organiseren.

Ik heb hieronder een aantal vragen geformuleerd over deze materie:

• 1. 

  Waarom is het noodzakelijk dat de overheid van iedereen alle mega-informatie aftapt?
• 2. 

  Hoezo werken de huidige bevoegdheden onvoldoende?
• 3. 

  Welk problemen blijven bestaan als er niet beschikt kan worden over de bulkinformatie?
• 4. 

  Met welke landen wenst de minister gegevens uit te wisselen en met welke landen juist niet?
• 5. 

  Hoe wordt bepaald met welke landen wordt uitgewisseld?
• 6. 

  Wordt uitwisseling met een 'bevriend land' voortgezet, wanneer een regering of omstandigheden van dat land verslechteren?

Toezicht

--------

• 1. 

  Als de CTIVD een tap onnodig vindt en de minister dit naast zich neerlegt, vind ik dat dit juridisch getoetst dient te worden en niet in de 'Commissie Stiekem' van de Tweede Kamer.
• 2. 

  Wanneer er behoefte is aan een politieke afweging, dient dit in een openbaar debat gevoerd te worden.

Uitwisseling met buitenlandse diensten

--------------------------------------

• 1. 

  Nederland dient geen gegevens in bulk uit te wisselen over Nederlandse burgers met andere landen.
• 2. 

  Uitwisseling dient alleen als er een concrete aanleiding voor is te gebeuren en op een toegespitste manier.
• 3. 

  De uitwisseling van gegevens met buitenlandse geheime diensten dient op zorgvuldige wijze te gebeuren.