Reactie van: nvt (J. Voorn) bij: Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. - Hoofdinhoud

Vraag1 Wat vindt u van dit voorstel voor een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten? U wordt verzocht aan te geven op welke onderdelen van het wetsvoorstel of de memorie van toelichting uw reactie betrekking heeft.

Geachte heer, mevrouw,

Als voormalig militair op het terrein van speciale operaties, en dus in zekere zin als klant van de MIVD, heb ik mij vooral verdiept in de taken van de MIVD. Het valt op dat hier geen enkele modernisering heeft plaatsgevonden, terwijl dit toch een hoofddoelstelling achter de nieuwe Wiv is. De hoofdtekst stamt deels nog uit de jaren '50; nota bene nog voor de koude oorlog. Ook sinds de formulering van de huidige WIV in de jaren '90 is de krijgsmacht ingrijpend gewijzigd, inbegrepen het type buitenlandse missies dat wordt uitgevoerd en de veelheid aan inspanningen die van Defensie worden gevraagd. Dit alles is niet zonder gevolgen voor het militaire inlichtingenapparaat.

Ik wijs in dit kader op de kamerbrief 'In het belang van Nederland' (Kamerstuk 33 763, nr. 1 van 17 september 2013). Deze visie op de krijgsmacht is ook voor het werk van de MIVD bepalend. Informatiegestuurd optreden is de regel. Dit dient zich te vertalen in het takenpakket van de MIVD.

Daarenboven wijs ik op de Defensie Cyber Strategie (kamerbrief 23 februari 2015) waarin o.a. geschetst wordt wat de taken van de MIVD zijn in het digitale domein. Ik zie dit op geen enkele wijze terug in het wetsvoorstel, in het bijzonder ten aanzien van de taken van de MIVD.

Tenslotte wijs ik op het in mijn ogen te algemeen blijven op het terrein van bedreigingen voor Nederlanders en concrete Nederlandse belangen in het buitenland. Welke dienst is er nu verantwoordelijk voor ontvoeringen en soortgelijke lokale crisis die kunnen uitmonden in een evacuatie-operatie? De afgelopen jaren zijn er verschillende Nederlanders in zeer benarde situaties beland, die logischerwijs op de achtergrond steun van onze I&V-diensten dienen te krijgen. In andere landen, zoals Belgie, is dit klip en klaar geregeld. Ook de Nederlandse regering zou niet weg moeten lopen voor een heldere belegging van deze taak. Ruim voor het moment dat zich waar ook ter wereld een incident voordoet, moet helder zijn wie er van is (en moet hier niet op typisch Nederlandse wijze eerst veelvuldig over vergaderd worden). Aangezien dit soort situaties uiteindelijk tot speciale operaties door de krijgsmacht kunnen leiden, dient de MIVD doorlopend aandacht te hebben voor dit onderwerp en hot spots in de wereld. Zowel ter voorkoming, ter ondersteuning van diplomatie als ter ondersteuning van militair ingrijpen.

Bij voorbaat dank voor het verwerken van dit commentaar.

Jack Voorn