Antwoorden op vragen van de leden Geurts en Dik-Faber over fipronilschade

Met dank overgenomen van J.L. (Jaco) Geurts i, gepubliceerd op donderdag 8 februari 2018.

Geachte Voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van de leden Geurts (CDA) en Dik-Faber (ChristenUnie) over de fipronilschade van pluimveehouders (ingezonden 14 december 2017, kenmerk 2017Z18000).

1

Kent u het bericht 'EC: België mag schade van pluimveehouders vergoeden' [1]uit Boerderij Vandaag?

Antwoord

Ja.

2

Deelt u de conclusie van de Europese Commissie dat de fipronilcrisis een bijzondere gebeurtenis is waarvoor de regels van ongeoorloofde staatssteun niet toegepast hoeven te worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ook voor staatssteun die door een lidstaat wordt verleend voor een buitengewone gebeurtenis geldt dat zij niet ongeoorloofd mag zijn, maar als verenigbaar met de interne markt moet kunnen worden aangemerkt. In het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie is bepaald dat steunmaatregelen tot herstel van de schade veroorzaakt door natuurrampen of andere buitengewone gebeurtenissen verenigbaar zijn met de interne markt (artikel 107, tweede lid, onderdeel b). De steunmaatregelen moeten binnen de staatssteunkaders passen.

De Europese Commissie (EC) heeft in haar staatssteunrichtsnoeren voor de landbouw- en de bosbouwsector aangegeven onder welke voorwaarden steun in verband met natuurrampen of buitengewone gebeurtenissen verenigbaar is met de interne markt. De lidstaat die steun wil verlenen, beoordeelt of er sprake is van een buitengewone gebeurtenis. Dat begrip moet volgens de staatssteunrichtsnoeren restrictief worden geïnterpreteerd. Uit de beschikkingenpraktijk van de EC volgt dat van een buitengewone gebeurtenis geen sprake is als risico’s op verontreiniging van voor mensen bestemde voedingsmiddelen voor de producenten voorzienbaar waren of voorkomen hadden kunnen worden. Van een buitengewone gebeurtenis in de zin van het VWEU kan dus enkel sprake zijn als het gaat om producenten die het slachtoffer zijn geworden van een situatie waarin hun verantwoordelijkheid op geen enkele wijze ter discussie kan worden gesteld. De vraag of sprake is van een buitengewone gebeurtenis, moet per geval worden beoordeeld en kan per lidstaat verschillen. De beslissing van de Belgische overheid om steun te verlenen en het oordeel van de EC daarover gelden alleen voor de Belgische situatie.

3

Is het besluit van de Europese Commissie nu reden voor u om het standpunt [2] van het vorige kabinet over de verenigbaarheid van het Belgische verzoek met de Europese staatssteunkaders, namelijk dat “schade veroorzaakt door menselijk handelen dat niet mogelijk zou maken”, te heroverwegen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ik wil niet voorbij gaan aan de impact die de fipronilcrisis heeft gehad op de getroffen bedrijven en de bijhorende gezinnen. Wel hecht ik aan een duidelijk onderscheid van verantwoordelijkheden zoals ik in deze antwoorden uiteen zet. De feiten en ontwikkelingen in België doen niet af aan het Nederlandse standpunt rond compensatie. Anders dan in België is het betreffende middel (DEGA 16, zonder de toevoeging van fipronil) in Nederland niet toegelaten. Compensatie door de overheid is niet aan de orde als schade is veroorzaakt door het handelen van private partijen. Het is de primaire verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven om over de hele keten te borgen dat voedsel veilig wordt geproduceerd en toe te zien op de geschiktheid van de middelen die op een bedrijf worden gebruikt. Daarom is de directe schade primair een zaak en verantwoordelijkheid van de betrokken bedrijven zelf, waarbij ik besef dat deze situatie een aantal bedrijven hard raakt. Daarnaast ben ik van mening dat gezien de lopende juridische procedure terughoudendheid geboden is. Het staat bedrijven overigens vrij naar de civiele rechter te stappen om de schade op de veroorzakers te verhalen.

4

Welk gevolg heeft de opmerking [3]van de voormalige staatssecretaris van Economische Zaken “wij zullen scherp in de gaten houden hoe de Belgen en de Commissie daarmee verder omgaan” in de praktijk gehad? Zijn er gesprekken met de Europese Commissie gevoerd over het Belgische pakket?

Antwoord

De goedkeuringsbesluiten voor België werden op 12 januari jl. openbaar gemaakt door de Europese Commissie. Daaraan voorafgaand zijn er gesprekken op ambtelijk niveau geweest met de Europese Commissie over de voorwaarden waaronder steun in verband met buitengewone gebeurtenissen verenigbaar is met de interne markt.

5

Kunt u feitelijk aangeven wat het precieze pakket is waar de Europese Commissie goedkeuring voor heeft gegeven aan de Belgen?

Antwoord

Er zijn twee steunregelingen goedgekeurd, een van de federale overheid en een van de Waalse overheid.

  • 1. 
    Federale overheid (€ 21.842.304):
  • vernietiging van de niet-conforme eieren: 100% met een maximum van twaalf weken productie van niet-conforme eieren vanaf een week voorafgaand aan de dag van de eerste blokkering van de stal;
  • vernietiging van het pluimvee: 100% voor de kippen die niet-conforme eieren leggen en voor de niet-conforme jonge kippen;
  • waardevermindering van de conforme eieren door de blokkering van het bedrijf: 50%;
  • waarde van de vernietigde niet-conforme eieren: 90%;
  • waarde van de kippen die niet-conforme eieren legden en vernietigd zijn: 90%;
  • waardeverminderingen van de conforme eieren in de pluimveevermeerderingsbedrijven: 50%;
  • reiniging en ontsmetting van de opslagruimten en installaties: 100% van de reële kosten met een maximaal forfait;
  • analysekosten: 100%;
  • niet-gebruik van de infrastructuur, forfait met een maximum van:
  • 20 weken niet-gebruik voor de leeftijdscategorie 17-35 weken;
  • 16 weken niet-gebruik voor de leeftijdscategorie 36-50 weken;
  • 12 weken niet-gebruik voor de leeftijdscategorie 50-82 weken.
  • 2. 
    Waalse overheid (€ 350.000):
  • transportkosten voor verontreinigde mest van de opslaglocatie naar de locatie waar de mest vernietigd wordt;
  • kosten voor vernietiging van de verontreinigde mest.

Het totale compensatiebedrag mag niet hoger zijn dan het schadebedrag. Het compensatiebedrag is de optelsom van de compensatie van de federale overheid en de Waalse overheid. Bij het bepalen van de schade wordt ook rekening gehouden met vergoedingen van een verzekering of schadevergoeding vanwege aansprakelijkheid van derden.

6

Deelt u de mening dat er nu een ongelijk speelveld ontstaat? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u ondernemen om het speelveld voor onze Nederlandse pluimveehouders weer gelijk te trekken?

Antwoord

De EC heeft geoordeeld dat de steunmaatregelen die de Belgische overheid heeft genomen naar aanleiding van de fipronilcrisis proportioneel zijn en verenigbaar zijn met de interne markt. De EC heeft de exclusieve bevoegdheid om staatssteun verenigbaar te verklaren met de interne markt. De EC heeft in haar besluiten niet geconstateerd dat er door de steunmaatregelen van de Belgische overheid een (oneerlijke) verstoring van de concurrentie met pluimveehouders in andere lidstaten ontstaat. Dat zijn de spelregels die binnen de Europese Unie worden gehanteerd.

7

Heeft u in kaart gebracht hoe andere Europese landen hun pluimveesector ondersteunen en welke kosten brengen andere Europese landen de pluimveehouders met betrekking tot de fipronilcrisis in rekening? Kan hiervan een overzicht worden verstrekt?

Antwoord

Het middel fipronil is voornamelijk in België en Nederland toegepast bij de primaire productie van pluimvee en eieren. Naast de steunmaatregelen van de federale Belgische overheid en Wallonië (zoals weergegeven in het antwoord op vraag 5) heeft Vlaanderen het voornemen bekend gemaakt € 3 miljoen vrij te maken voor steunmaatregelen in het kader van het fipronil-incident gericht op de analyse en verwerking van mest en reinigingswater.

8

Kunt u aangegeven welke kosten met betrekking tot fipronil de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voornemens is door te berekenen aan de pluimveesector c.q. -keten? Kan een indicatie gegeven worden van het totale bedrag voor respectievelijk de pluimveehouderij en de rest van de keten?

Antwoord

Op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 882/2004 dienen de kosten voor de officiële controles na vaststelling van een niet-naleving te worden verhaald bij de exploitanten die verantwoordelijk zijn voor die niet-naleving. Dit houdt in dat nadat een verontreiniging met fipronil is vastgesteld de kosten voor volgende monsternames en laboratoriumanalyses ten laste van de bedrijven worden gebracht. De eerste inspectie wordt vanuit een handhavende verantwoordelijkheid gedaan door de NVWA en de kosten daarvan komen ten laste van de overheid. Indien op een bedrijf een verontreiniging is aangetroffen zullen in principe op basis van de hierboven genoemde verordening volgende monsternames en analyses (welke veelal gedaan worden op verzoek van pluimveehouders) doorbelast worden op basis van de regeling NVWA-tarieven.

Op basis van de stand van zaken per 1 december 2017 zijn de kosten gemaakt vanaf deze tweede monstername bij pluimveehouders tussen de € 0,7 en 1,3 miljoen. Deze kosten zijn nog niet doorberekend aan de betreffende pluimveehouders.

9

Herinnert u zich dat de voormalige staatssecretaris van Economische Zaken indertijd heeft aangegeven op zoek te gaan naar manieren om pluimveehouders te hulp te schieten? Kunt u een overzicht geven van de hulp aan pluimveehouders waar de staatssecretaris op doelde?

Antwoord

Uw Kamer is op 16 augustus 2017 door de toenmalig Staatssecretaris van Economische Zaken geïnformeerd over ondersteuning waar dit nodig, mogelijk en evenredig is en die gericht is op herstel van consumentenvertrouwen en om de markt weer op gang te helpen in Nederland en elders in Europa (met name Duitsland) (Kamerstuk 26991, nr. 488). Het betreft de Borgstelling MKB-kredieten (uitstel van aflossing voor lopende borgstellingen, het verlenen van aanvullende kredieten voor o.a. nieuwe leghennen), uitstel voor betalingen aan de overheid (Diergezondheidsfonds, Belastingdienst), indien gewenst openstelling van de garantstelling werkkapitaal, € 200.000 voor de sector voor het inhuren van expertise of nader onderzoek om technische vragen te beantwoorden en sociale hulpverlening. In het Algemeen Overleg over fipronil in eieren in uw Kamer op 24 augustus 2017 heeft de toenmalig staatssecretaris van Economische zaken aangegeven dat bedrijven voorlopig ook geen rekeningen voor retributies van de NVWA krijgen.

Verder faciliteert mijn ministerie waar mogelijk bij het oplossen van knelpunten, bijvoorbeeld bij het afvoeren van fipronilhoudende mest. Daarnaast is in overleg met de sector geconstateerd dat vooral de situatie in Duitsland aandacht verdient als het gaat om beschadigd consumentenvertrouwen. Ik heb daarom financieel bijgedragen aan de presentatie van de sector op de Grune Woche. Tijdens mijn rondgang op de beurs met de pers heb ik de stand van de sector uitgebreid aangedaan. Om de Duitse pers te laten zien hoe de ketenpartijen gezamenlijk op transparante wijze de kwaliteit van Nederlandse eieren waarborgen, zal de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland later dit jaar een tweedaags bezoek organiseren voor Duitse vakjournalisten. Ook is mijn ministerie in overleg met de pluimveesector, provincie Gelderland, enkele gemeenten en het Poultry Expertise Centre in Barneveld over een plan van aanpak voor de bestrijding van vogelmijten/bloedluizen. Dit plan zal onder andere met inzet van de topsector Agri&Food worden uitgevoerd. Over bovengenoemde ondersteuning is uw Kamer geïnformeerd op 6 december 2017 (Kamerstuk 26991, nr. 515).

10

Kunt u aangeven welke aanvullende Europese financiële middelen ter beschikking staan aan lidstaten voor de ondersteuning van getroffen pluimveehouders?

Antwoord

Er zijn geen Europese financiële middelen voor ondersteuning van door het fipronilincident getroffen pluimveehouders.

Carola Schouten

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

[1] 'EC: België mag schade van pluimveehouders vergoeden', Boerderij Vandaag, 13 december 2017

[2] Algemeen overleg over fipronil in eieren op 24 augustus 2017 (Kamerstuk 26 991, nr. 490).

[3] Algemeen overleg over fipronil in eieren op 24 augustus 2017 (Kamerstuk 26 991, nr. 490).