Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Gijs van Dijk over gemeenten die gelden voor armoedebestrijding onder kinderen niet uitgeven - Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting - Hoofdinhoud

Deze brief is onder nr. 411 toegevoegd aan dossier 24515 - Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting.

Officiële titel	Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting; Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Gijs van Dijk, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 28 november 2017, over gemeenten die gelden voor armoedebestrijding onder kinderen niet uitgeven
Document­datum	19-12-2017
Publicatie­datum	20-12-2017
Nummer	KST24515411
Kenmerk	24515, nr. 411
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting

Nr. 411 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2017

Tijdens het Vragenuur op 28 november 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 27, Vragenuur) heb ik met uw Kamer gesproken over het bericht dat geld voor arme kinderen in de schuldenberg verdwijnt (Nos.nl, 24 november 2017). Naar aanleiding van een verzoek van het lid Gijs van Dijk (PvdA) tijdens de regeling van de werkzaamheden op 28 november jl. heeft u mij verzocht om schriftelijk te melden wanneer de evaluatie van de bestuurlijke afspraken «Kinderen in armoede» beschikbaar komt.¹

Zoals ook toegelicht tijdens het Vragenuur van 28 november jl. vindt de eerste evaluatie, conform de bestuurlijke afspraken tussen SZW en VNG², begin 2018 plaats. Dat betekent dat vanaf dat moment de gegevensverzameling plaatsvindt. De rapportage van de eerste evaluatie op basis van deze gegevens zal vervolgens in het najaar van 2018 worden opgeleverd. Op basis van deze eerste gegevens zal ik met de VNG in gesprek gaan en voor zover nodig afspraken maken over eventuele bijstelling van de afspraken of nadere ondersteuning van gemeenten (zoals kennisdeling). In 2021 zal een eindevaluatie plaatsvinden van de bestuurlijke afspraken met de VNG. Daarnaast zal ik deze momenten ook gebruiken om u te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de subsidieregeling Kansen voor alle kinderen en de subsidie die is verstrekt aan Stichting Leergeld, Jeugdsportfonds/Jeugdcultuurfonds, Nationaal Fonds Kinderhulp en Stichting Jarige Job voor het bereiken van kinderen in armoede.

Graag maak ik van deze gelegenheid ook gebruik om u te melden dat ik in de reactie op het advies van de Sociaal economische Raad (2017) «Opgroeien zonder armoede» (bijlage bij Kamerstuk 24 515, nr. 387) ook inhoudelijk in zal gaan op het rapport van de Kinderombudsman (2018) «Alle kinderen kansrijk, het verbeteren van de ontwikkelkansen van kinderen in armoede». Ik streef ernaar om in het eerste kwartaal van 2018 deze kabinetsreactie aan uw Kamer te sturen. Hiermee ga ik in op het verzoek van lid De Lange (VVD) tijdens de regeling van werkzaamheden op 5 december 2017³ en het schriftelijke verzoek van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 december 2017.

Ook zal ik uw Kamer spoedig, hoogstwaarschijnlijk nog voor het einde van het kerstreces, de kabinetsreactie op de jaarrapportage Mensenrechten in Nederland 2016 van het College voor de Rechten van de Mens sturen. Deze rapportage richt zich specifiek op het thema armoede.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Noot ¹

Handelingen II 2017/18, nr. 27, Regeling van Werkzaamheden

Noot ²

Bestuurlijke afspraken SZW en VNG «Kansrijk opgroeien voor alle kinderen in Nederland»

Noot ³

Handelingen II 2017/18, nr. 30, Regeling van Werkzaamheden