PvdD stelt vragen over het doden van kippen in fipronil-affaire - Hoofdinhoud

De Partij voor de Dieren heeft deze week Kamervragen gesteld over de honderdduizenden kippen die dreigen te worden gedood na ongefundeerde uitspraken van de NVWA in de fipronil-affaire.

De partij wil weten of het waar is dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit NVWA heeft gezegd dat pluimveehouders van wie de kippen besmet zijn geraakt met fipronil, zelf mogen weten of zij die kippen willen doden. In de Volkskrant van 2 augustus vertelt een woordvoerder van de NVWA namelijk het volgende ‘Daar gaan wij niet over. Een pluimveehouder kan zelfstandig besluiten, op welk moment dan ook om zijn kippen te doden’.

De PvdD wil in eerste instantie weten wat er met deze (mogelijk) gedode kippen gaat gebeuren. Met fipronil besmette kippen die worden gedood, zullen naar alle waarschijnlijkheid worden vernietigd in plaats van te eindigen in de kippensoep - wat doorgaans het lot is van uitgelegde leghennen. Het is in Nederland verboden dieren te doden, behalve voor de bedrijfsmatige productie van dierlijke producten.

Maar om er zeker van te zijn dat besmette kippen niet worden gedood vraagt de PvdD aan de regering om onmiddellijk te verklaren dat het doden van met fipronil besmette legkippen, louter vanwege die besmetting, strafbaar is. Tevens moet toezichthouder NVWA de opdracht krijgen streng toe te zien op naleving van de wet.

De Partij voor de Dieren wil dan ook dat de regering maatregelen treft waardoor de besmette dieren worden behandeld in plaats van gedood. PvdD-Tweede Kamerlid Esther Ouwehand: “Het doden van met fipronil besmette kippen voor de pluimveehouders is een puur economische afweging, omdat de eieren van deze kippen niet verkocht mogen worden en de kippen dus niks opbrengen.”

De Partij voor de Dieren heeft met spoed gevraagd om antwoorden op haar vragen, zodat snel helder is dat van het doden van met fipronil besmette kippen geen sprake kan zijn en onnodige drama’s kunnen worden voorkomen.

Klik hier voor de Kamervragen.