Zet de turbo op integratie

Met dank overgenomen van J.M. (Jan) Paternotte i, gepubliceerd op maandag 5 oktober 2015, 15:09.

In de jaren ’90 kwamen 75.000 vluchtelingen uit het voormalige Joegoslavië naar Nederland. De enorme toestroom leidde tot lange asielprocedures en trage integratie. We hebben nu de kans dat met de Syriërs anders te doen en van gevluchte Syriërs snel medeburgers maken die niet afhankelijk zijn van hulp, maar voor zichzelf kunnen zorgen.

In de Calandhal in Amsterdam Osdorp zat vorige week Mohamed, 19 jaar oud. Na een tocht van drie weken, via Turkije, Griekenland, Servië, Hongarije, Oostenrijk en Duitsland, is hij in Nederland aangekomen. Zijn familie is nog in Syrië. Ze hopen hem achterna te kunnen komen. Mohamed wilde, net als zijn broer, in Syrië website-ontwerper worden. En dat wil hij nog steeds, maar dan hier. Hij is blij veilig in ons land te zijn, maar is eenzaam en verveelt zich kapot, met als enige afleiding een beetje door de stad te dwalen. Wachtend op duidelijkheid over de volgende (nood)opvang. Mohamed heeft hetzelfde profiel als een hele grote groep vluchtelingen: jong, met een diploma en de wens om snel de draad van het leven op te kunnen pakken.

De strijd in Syrië is complex en zal niet op korte termijn beëindigd zijn. En daarmee zal de stroom van vluchtelingen op gang blijven. Het idee dat al die mensen zich gaan melden bij een loket in Turkije in afwachting van een uitnodiging, zoals het kabinet wil, is een illusie. Er zijn al 41.000 vluchtelingen in Nederland en daar zullen grote aantallen bij komen. Zo’n toestroom heeft Nederlands sinds de jaren ’90 niet meer gehad. Toen kwamen zo’n 60.000 vluchtelingen uit het voormalige Joegoslavië.

Net als toen zullen deze vluchtelingen hier lange tijd blijven en veel van hen waarschijnlijk de rest van hun leven. De integratie van Joegoslaven is matig verlopen. In 2005 bracht het CBS de cijfers in beeld: een vijfde van de Joegoslaven kon toen nog geen Nederlands lezen, 17% was werkloos en maar liefst 30% leefde van een uitkering.

Voor een groot deel is dat terug te leiden op het feit dat de integratie traag op gang kwam. We hebben nu de kans dat anders te doen. Dat betekent vooral tempo maken. En wat dat betreft staan de Syriërs alvast voor een extra uitdaging. Staatssecretaris Dijkhoff maakte deze week bekend dat het tot wel 4 maanden kan duren voordat überhaupt een asielaanvraag kan worden ingediend. Tot die tijd zitten mensen in noodopvang.

Het vraagt heel wat van iemand om opnieuw te beginnen in een vreemd land, met een andere cultuur. Lang wachten zonder baan of studie helpt dan niet: we weten dat een paar jaar zonder werk tot een steeds grotere afstand tot de arbeidsmarkt leidt.

Daarom is er wat ons betreft maar één route die leidt tot écht snelle integratie: zo kort mogelijk stil zitten, en zo snel mogelijk een baan, of naar school.

Zorg dus dat we meteen kijken wat een vluchteling al kan. Dit moet eerder in de asielprocedure aandacht krijgen. Als er een diploma is: snel omzetten naar een vergelijkbaar Nederlands diploma. Met zogenaamde startbaanprogramma’s worden vluchtelingen nu al begeleid naar werk. Een huis voor de vluchteling regelen blijft in de huidige procedure echter voorop staan. Wat ons betreft draaien we dit om. Het maakt nogal wat uit waar iemand terechtkomt. Mohamed heeft ervaring als IT’er. Daar is meer vraag naar in kennissteden als Eindhoven en Amsterdam dan in vissersstad Harlingen. Wie heeft gewerkt in de haven van van Latakia maakt wellicht het meeste kans in Rotterdam.

Werk dus beter samen met organisaties als het UWV en VNO-NCW die weten waar bepaalde vacatures zijn. Kijk eerst naar wat iemand al kan, en zoek daarna de meest geschikte woonplaats waar iemand aan de slag kan.

Wie vloeiend Engels spreekt kan misschien meteen aan de slag, bijvoorbeeld bij een hotel. Ook dat is prima. De meeste Syriërs in Nederland spreken echter vooral Arabisch. Voor hen is het zaak zo snel mogelijk Nederlands te leren. Nu vluchtelingen tot 4 maanden in de noodopvang komen moeten ze daar al kunnen beginnen. Dat bestrijdt verveling, en maakt de tijd nuttig besteed. Er zijn zo’n 17.000 werkloze leraren in Nederland en daarnaast een nog groter aantal pas gepensioneerde docenten. Veel van hen dragen vast graag een steentje bij. Onder hen kunnen gemeenten teams van vrijwilligers werven om in de noodopvang en in de nieuwe asielzoekerscentra meteen te beginnen met Nederlands leren.

Veel (integratie)problemen kunnen we nu nog voorkomen met een vliegende start. En die kans krijgen we maar één keer. Zet daarom de turbo op integratie

Dit opiniestuk verscheen op 2 oktober 2015 op de online opiniepagina van de Volkskrant.

http://www.volkskrant.nl/opinie/zet-de-turbo-op-integratie-aan~a4155003