Brief regering; Universal Periodic Review (UPR) rapportage aan de VN-mensenrechtenraad - Algemene Vergadering der Verenigde Naties - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 159 toegevoegd aan dossier 26150 - Algemene Vergadering der Verenigde Naties i.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Algemene Vergadering der Verenigde Naties; Brief regering; Universal Periodic Review (UPR) rapportage aan de VN-mensenrechtenraad |
|---|---|
| Documentdatum | 01-03-2017 |
| Publicatiedatum | 01-03-2017 |
| Nummer | KST26150159 |
| Kenmerk | 26150, nr. 159 |
| Externe link | origineel bericht |
| Originele document in PDF |  |
26 150 Algemene Vergadering der Verenigde Naties
Nr. 159 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 februari 2017
Hierbij stuur ik u mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken een afschrift van de rapportage (met bijlagen) die de Permanente Vertegenwoordiger van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Verenigde Naties in Genève op 3 februari jl. aan het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) aangeboden heeft in het kader van de derde cyclus van de Universal Periodic Review (UPR)1. De UPR is een vorm van peer review voor de VN-Mensenrechtenraad, waarbij alle VN-lidstaten in cycli van vier à vijf jaar de kans krijgen om vragen te stellen over de nationale mensenrechtensituatie en hierbij aanbevelingen te doen. Dit proces staat in Nederland ook wel bekend als het «VN-mensenrechtenexamen».
De rapportage dient een beschrijving te geven van de ontwikkelingen van de afgelopen jaren met betrekking tot de mensenrechtensituatie in het Koninkrijk. Daarbij behoort het rapport onder andere in te gaan op de implementatie van de aanbevelingen die het Koninkrijk in 2012 geaccepteerd heeft tijdens de vorige UPR-cyclus. Voor de rapportage geldt een strikte limiet van 10.700 woorden, waardoor er een selectie heeft moeten plaatsvinden voor wat betreft de te behandelen onderwerpen. Hierbij is onder andere rekening gehouden met de aanbevelingen uit 2012, consultaties met toezichthouders en het maatschappelijk middenveld, en ook de eigen rapportages die laatstgenoemde partijen in het kader van deze UPR-cyclus aan de OHCHR gestuurd hebben.
Van 10 tot en met 12 mei 2017 zal de mondelinge behandeling van de rapportage door de VN-Mensenrechtenraad plaatsvinden in Genève. Na afloop van deze hoorzitting zal ik uw Kamer informeren over de aanbevelingen die naar aanleiding hiervan gedaan worden en over het verdere vervolg van het UPR-proces.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Noot 1
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl