Brief Kamer; Begrotingstoelichting bij de Raming 2018 - Raming der voor de Tweede Kamer in 2018 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 34686 - Raming Tweede Kamer 2018.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Raming der voor de Tweede Kamer in 2018 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten; Brief Kamer; Begrotingstoelichting bij de Raming 2018 |
---|---|
Documentdatum | 27-02-2017 |
Publicatiedatum | 27-02-2017 |
Nummer | KST346863 |
Kenmerk | 34686, nr. 3 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 686 Raming der voor de Tweede Kamer in 2018 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Nr. 3 BEGROTINGSTOELICHTING (UITGAVEN EN ONTVANGSTEN)
-
1.Leeswijzer
Artikel 3 «Wetgeving en controle Tweede Kamer» is ingedeeld in de volgende paragrafen:
-
-
-
1.Algemene doelstelling;
-
-
-
-
2.De artikelen;
-
-
-
-
3.Tabel budgettaire gevolgen van beleid en begrotingsvoorstellen;
-
-
-
-
4.Speerpunten en aandachtspunten 2018;
-
-
-
-
5.Risico’s;
-
-
-
-
6.Kengetallen;
-
-
-
-
7.Bedrijfsvoeringsparagraaf.
-
Bij de artikelen 2 «Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement» en 4 «Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer» is gekozen voor een afwijkende opbouw om herhaling van de speerpunten, algemene/operationele doelstellingen en bedrijfsvoeringaspecten (zie hiervoor artikel 3) te voorkomen. Bovengenoemde indeling wijkt in verband met de bijzondere staatsrechtelijke positie van de Staten-Generaal op enkele punten af van de in de Rijksbegrotingvoorschriften (Rbv) voorgeschreven sjablonen/richtlijnen. Hieronder wordt dit toegelicht.
Juridisch verplicht
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid is geen regel met «juridisch verplicht» opgenomen. Hiermee wordt doorgaans inzichtelijk gemaakt voor welk deel van de begroting al juridisch afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan. Bij de Tweede Kamer zijn de verschillende budgetten te beschouwen als apparaatskosten; de vrij beïnvloedbare ruimte daarvan is beperkt.
Bedrijfsvoeringparagraaf
Gezien de overlap tussen de speerpunten en aandachtspunten voor 2018 en de accenten in de bedrijfsvoering, die vermeld zouden kunnen worden in de bedrijfsvoeringsparagraaf, is volstaan met een verwijzing naar paragraaf 4.
Voor de goede orde wijzen wij erop dat tussen de Eerste en Tweede Kamer en de regering afspraken zijn gemaakt over het financieel beheer (bijlage bij Kamerstuk 29 833, nr. 17).
Afwijking door de regering van de door de beide Kamers opgestelde Ramingen kan in beginsel niet aan de orde zijn, tenzij hiervoor een evident zwaarwegende reden bestaat.
Voorafgaand aan het vastleggen van deze afspraken is het begrip «evident zwaarwegende reden» nader toegelicht door de Minister van Financiën tijdens de behandeling van de wijziging van de Comptabiliteitswet in de Eerste Kamer (Kamerstuk 29 833, C):
«In het licht van het met de Tweede Kamer gevoerde plenaire debat over het onderhavige wetsvoorstel heeft het kabinet besloten om algemene efficiencytaakstellingen voortaan niet meer door te vertalen naar de begrotingen van de beide kamers. De aangehaalde, eerdere opmerking van de regering waaraan wordt gerefereerd, moet thans zo worden geïnterpreteerd dat zowel een toets op passendheid in het budgettaire beleid als een toets op doelmatigheid, waarbij ook naar de kostenonderbouwing wordt gekeken, slechts op zeer marginale wijze zullen plaatsvinden.»
Uitgangspunt daarbij is dat de Eerste en Tweede Kamer in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor het financiële beheer en dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zich strikt beperkt tot de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit de Comptabiliteitswet 2001.
Controle achteraf is daarbij een instrument om te beoordelen of beide Kamers bij hun financieel beheer binnen de grenzen blijven die de Comptabiliteitswet stelt. Daartoe worden de administraties van beide Kamers jaarlijks gecontroleerd door de Rijksauditdienst en vindt periodiek overleg plaats met deze dienst.
Financiële uitgangspunten
Het uitgangspunt voor de Raming 2018 is het meerjarencijfer voor dat jaar zoals opgenomen in hoofdstuk IIA van de rijksbegroting voor 2017 met betrekking tot de artikelen 2 «Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer», 3 «Wetgeving en controle Tweede Kamer» en 4 «Wetgeving en controle Eerste Kamer en Tweede Kamer» (Kamerstuk 34 550 IIA).
De mutaties naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2017 hebben betrekking op het jaar 2017 (eindejaarsmarge/kasschuif).
De afronding van de Rijksbegroting is later dan de behandeling van de Raming in de Kamer. Uit deze afronding kunnen nog generieke mutaties voor de Raming voortvloeien, die vanzelfsprekend nog niet in deze staat zijn verwerkt.
-
2.De artikelen
Artikel 2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement
-
1.Algemeen
Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen, evenals de schadeloosstelling aan de Nederlandse leden van het Europees Parlement geraamd1.
-
2.Activiteiten
Zorgdragen voor uitbetalingen i.v.m. wettelijke regelingen
De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer (Stb. 1997, 250), de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Stb. 1969, 594) en de Wet schadeloosstelling leden Europees Parlement (Stb. 1979, 379) zorg voor de uitgaven uit hoofde van:
-
-
-
-schadeloosstelling leden Tweede Kamer (artikel 2.1);
-
-
-
-
-reis- en overige kostenvergoedingen leden Tweede Kamer (artikel 2.1);
-
-
-
-
-wachtgelden oud-leden Tweede Kamer (artikel 2.2);
-
-
-
-
-pensioenen oud-leden en hun nabestaanden (artikel 2.2);
-
-
-
-
-schadeloosstelling Nederlandse leden van het Europees Parlement (die niet door het Europees Parlement betaald worden) (artikel 2.3).
-
Aan deze activiteiten zijn de volgende kengetallen (aantallen gerechtigden) verbonden.
Tabel: aantallen gerechtigden pensioenen en wachtgelden oud-leden
Aantallen deelgerechtigden
2012
2013
2014
2015
2016
Pensioenen oud-leden
433
452
455
460
455
Wachtgelden oud-leden
89
66
55
36
15
Totaal
522
518
510
496
470
-
3.Budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsvoorstellen
Uitgaven (bedragen x € 1.000,-)
Artikel 2.2 pensioenen en wachtgelden
2021
2022
Verkiezingen 2021
1.500
500
De verhoging van de pensioenen en wachtgelden betreft een «voorbereidingsmutatie» en zal door BZK verwerkt worden in de ontwerp-begroting hoofdstuk IIA.
De verhoging van artikel 2.2 pensioenen en wachtgelden in 2021 en 2022 houdt verband met de geplande Tweede Kamerverkiezingen in 2021. Gebruikelijk is om het verkiezingsjaar te verhogen met € 1.500 en het jaar na de verkiezingen met € 500. De reden voor de Ramingsbijstelling is het voorziene beroep op de wachtgeldregeling in het jaar van en het jaar na de verkiezingen.
Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Artikel 2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer (in € 1.000)
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement
Verplichtingen
31.675
30.647
30.133
30.133
31.633
30.633
Uitgaven
31.675
30.647
30.133
30.133
31.633
30.633
-
1.schadeloosstelling
19.986
19.991
19.993
19.993
19.993
19.993
-
2.pensioenen en wachtgelden
11.586
10.553
10.037
10.037
11.537
10.537
-
3.schadeloosstelling Europarlementariërs
103
103
103
103
103
103
Ontvangsten
86
86
86
86
86
86
-
4.Kengetallen
In onderstaand overzicht zijn als achtergrondinformatie de gerealiseerde uitgaven en gemiddelden van de artikelonderdelen 2.1, 2.2 en 2.3 opgenomen voor de jaren 2014-2016 en prognoses voor 2017 t/m 2018.
Tabel gemiddelde uitgaven per lid
Artikel 2: Uitgave ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer (in € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2.1. schadeloosstelling
18.801
19.305
20.129
19.986
19.991
gemiddeld per lid TK
125
129
134
133
133
Eindheffing
2.454
2.2. pensioenen en wachtgelden
8.859
8.775
8.606
11.586
10.553
2.3. schadeloosstelling leden Europees Parlement
144
99
103
103
103
-
-totaal 1, 2 en 3
27.804
28.179
31.292
31.675
30.647
Artikel 3: Wetgeving en controle Tweede Kamer
-
1.Algemene doelstelling
Taak van de Tweede Kamer
Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: controle van de regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de grondwetsartikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetgeving), 105 (begrotingen), 137 en 138 (grondwetgeving) en enkele andere (grond)wetsartikelen.
De ambtelijke diensten
De ambtelijke diensten ondersteunen de Tweede Kamer bij haar parlementaire taken, waarborgen de continuïteit en kwaliteit, en maken het werk van de Kamer toegankelijk en inzichtelijk voor de samenleving.
-
2.Speerpunten en aandachtspunten 2018
Naast de algemene doelstelling worden er jaarlijks bepaalde accenten gelegd. De speerpunten en aandachtspunten voor 2018 worden in paragraaf 4 nader toegelicht.
-
3.Budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsvoorstellen
De uitgangspositie voor dit artikel is het meerjarencijfer 2018 bezien vanuit de ontwerpbegroting 2017 aangevuld met (structurele doorwerking van) de mutaties naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2017.
De Tweede Kamer heeft «Voorjaarsnotamutaties» (suppletoire begrotingswijziging bij gelegenheid van de Voorjaarsnota 2017) aangemeld bij het Ministerie van BZK. Het gaat hierbij om:
Uitgaven (bedragen x € 1.000,-)
Artikel 3.1 Apparaat
2017
Eindejaarsmarge / kasschuif
2.400
Bij gelegenheid van de Najaarsnota 2016 is de begroting van de Tweede Kamer verlaagd met de zogenoemde eindejaarsmarge plus een kasschuif. Bij gelegenheid van de Voorjaarsnota 2017 wordt dit bedrag weer toegevoegd aan de begroting van de Tweede Kamer.
Artikel 3.4 Fractiekosten
2021
2022
Verkiezingen 2021
3.000
1.000
De verhoging van de fractiekosten betreft een «voorbereidingsmutatie» en zal door BZK verwerkt worden in de ontwerp-begroting hoofdstuk IIA.
De verhoging van artikel 3.4 fractiekosten in 2021 en 2022 (extrapolatiejaar) houdt verband met de geplande Tweede Kamerverkiezingen in dat jaar. Dit geldt eveneens voor de al eerder in de cijfers verwerkte verhoging in 2017 en 2018. Gebruikelijk is om het verkiezingsjaar te verhogen met € 3.000 en het jaar na de verkiezingen met € 1.000. De reden hiervoor is dat fracties na zetelverlies nog een jaar lang bevoorschot worden op basis van het oude zetelaantal.
Artikel 3: Wetgeving en controle
Tweede Kamer (in € 1.000)
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
103.405
98.639
97.621
97.625
100.852
98.852
Uitgaven
103.405
98.639
97.621
97.625
100.852
98.852
3.1: apparaat
68.727
66.129
66.144
66.148
66.375
66.375
3.2: kennis en onderzoek
2.190
2.182
2.182
2.182
2.182
2.182
3.3: publicatie officiële documenten
1.782
1.777
1.777
1.777
1.777
1.777
3.4: fractiekosten
28.364
26.217
25.184
25.184
28.184
26.184
3.5: uitzending leden
430
429
429
429
429
429
3.6: parlementaire enquêtes
-
-
-
-
-
-
3.7: bijdrage ProDemos
1.912
1.905
1.905
1.905
1.905
1.905
Ontvangsten
3.966
3.966
3.966
3.966
3.966
3.966
-
4.Aandachtspunten 2018
In deze paragraaf worden de prioriteiten en aandachtspunten beschreven, die aan de basis van de Raming 2018 liggen. Met het oog op de continuïteit wordt nadrukkelijk voortgebouwd op de Raming 2017. Veel van de ontwikkelingen die in het afgelopen jaar in gang zijn gezet, lopen door in 2017 en 2018.
Terugblik - resultaten
In de Raming 2017 heeft het presidium twee concrete speerpunten benoemd.
Het eerste is de informatiepositie van de Kamer. Een stevige informatiepositie is van cruciaal belang om, op een onafhankelijke manier, invulling te geven aan de controlerende en medewetgevende rol die de Tweede Kamer heeft. Op dit terrein zijn verschillende stappen gezet:
-
-
-
-Op initiatief van de Kamervoorzitter heeft de Klankbordgroep Versterking Kennis- en Onderzoeksfunctie (KVKO) onderzoek gedaan naar de eigen kennis- en onderzoeksfunctie. Het heeft geresulteerd in het adviesrapport «Kennis is macht», met aanbevelingen om de informatiepositie van Kamercommissies te versterken. Vanaf 1 januari 2017 werken drie commissies als experiment met het door de KVKO aanbevolen dienstverleningsconcept. Het is de bedoeling dat het concept per 1 september 2017 in alle commissies wordt ingevoerd, waarbij de uitkomsten van de experimenteerperiode zullen worden betrokken.
-
-
-
-
-In gesprekken met bewindspersonen heeft de Kamervoorzitter consequent aandacht gevraagd voor de informatiepositie van de Kamer. Dit heeft er toe geleid dat de Minister van Binnenlandse Zaken een notitie heeft opgesteld, waarin wordt ingegaan op de kaders van artikel 68 Grondwet. Deze notitie wordt op dit moment behandeld door de commissie voor Binnenlandse Zaken. Daarnaast heeft de Kamervoorzitter stappen gezet om de beantwoordingstermijn van schriftelijke vragen te verkorten.
-
Een tweede speerpunt dat in de Raming 2017 is benoemd, is transparantie. Het hoort bij een modern parlement om de verbinding te zoeken met de omringende wereld. Op dit terrein zijn verschillende stappen gezet:
-
-
-
-De app Debat Direct is gelanceerd en er is actief over gecommuniceerd. De app wordt inmiddels door ruim 159.000 mensen gebruikt.
-
-
-
-
-Op basis van signalen van buiten - onder meer wetenschappers en journalisten - is gewerkt aan een nieuw ontwerp van de website. De eerste nieuwe pagina’s zijn in januari 2017 live gegaan. Later worden ook de achterliggende pagina’s vernieuwd. Informatie is beter gestructureerd en er wordt meer aandacht gevestigd op het commissiewerk.
-
-
-
-
-Medio februari 2017 is het Open Data Portaal operationeel; een apart communicatiekanaal (opendata.tweedekamer.nl), specifiek gericht op professionals. Het gaat bijvoorbeeld om journalisten of wetenschappers die data/informatie zoeken die niet op de website te vinden is, of mensen die data/informatie willen gebruiken voor een eigen (web)applicatie.
-
-
-
-
-Er wordt voorzien in een extra open dag in mei 2017; die open dag wordt in samenwerking met Nationaal Comité 4 en 5 mei georganiseerd.
-
Om deze ambities te kunnen verwezenlijken, is - en wordt - gebouwd aan een professionele, slagvaardige ambtelijke organisatie. Op dit terrein zijn verschillende stappen gezet:
-
-
-
-De aanbevelingen uit het ABD-rapport zijn vertaald in een strategisch plan voor de ambtelijke organisatie, gericht op het realiseren van meer politieke dienstbaarheid. Er is een financieel jaarplan gemaakt voor de verdeling van capaciteit en middelen waarbij een verschuiving van personele capaciteit naar de griffies heeft plaatsgevonden. Voor de begrotingsuitvoering is een nieuwe rapportage aan het presidium in gebruik genomen. Deze biedt meer inzicht in financiën en geeft eveneens meer mogelijkheden tot sturing en bijsturing. Het opnieuw in werking gestelde Auditcommittee ondersteunt het presidium in haar toezichthoudende taak. Er zijn een veiligheidsplan en een Informatiestrategie vastgesteld, met kaders waarbinnen gewerkt moet worden.
-
-
-
-
-Bij de diensten DA, Communicatie, PenO en BOR en DIV wordt gewerkt aan een reorganisatie om beter te kunnen inspelen op ondersteuningsbehoeften van de politieke organisatie. Deze trajecten zijn in verschillende fasen. De reorganisatie bij DA en Communicatie wordt naar verwachting in 2017 afgerond. BOR, DIV en PenO verkeren in de beginfase. De organisaties van de Beveiligingsdienst en van FEZ worden herijkt.
-
-
-
-
-Er is een personeelsschouw uitgevoerd die inzicht biedt in de staat van de personele bezetting. Op basis hiervan wordt gewerkt aan kwaliteitsontwikkeling van medewerkers, leidinggevenden en de dienstverlening. Begin 2017 start een management development programma waarbinnen kwaliteitsontwikkeling en mobiliteit centraal zullen staan. De dienstverlening aan Kamerleden en fracties door ondersteunende diensten wordt verbeterd door de totstandkoming van één loket. Deze integrale dienstverlening wordt momenteel voorbereid.
-
Vooruitblik - Raming 2018
In de voorliggende periode komen er nieuwe uitdagingen op ons pad. Op 23 maart 2017 wordt een nieuwe Kamer geïnstalleerd. De renovatie van het Binnenhof komt dichterbij. Informatie komt steeds sneller en van steeds meer kanten tot ons, en het wordt steeds lastiger om objectieve informatie van nepnieuws te scheiden. Het zijn ontwikkelingen waar de Kamer op inspeelt. Daarbij blijven de eerder benoemde speerpunten richtinggevend.
Aandachtspunten informatiepositie Kamer
-
-
-
-De Voorzitter blijft de bewindslieden actief aanspreken op het voldoen aan de informatieplicht. Uit verschillende voorbeelden blijkt dat actieve informatieverstrekking door de regering aan de Kamer nog altijd niet vanzelfsprekend gaat.
-
-
-
-
-De nieuwe werkwijze voor de commissies wordt geïmplementeerd. Parallel daaraan wordt de Kamerorganisatie aangepast en toegerust op deze nieuwe manier van werken.
-
-
-
-
-In het verlengde daarvan wordt de rol van commissies en commissievoorzitters versterkt. Veel van het Kamerwerk gebeurt in commissieverband. De Kamer is erbij gebaat dat deze commissies een stevige positie hebben, dat ze optimaal kunnen functioneren en dat ze aanzien genieten. Op basis van een quickscan wordt gekeken welke mogelijkheden er zijn om commissievoorzitters beter te faciliteren. Tevens wordt gekeken naar de fysieke inrichting van de commissiezalen, om commissievergaderingen dynamischer en aantrekkelijker te maken.
-
Aandachtspunten transparantie Kamerwerk
-
-
-
-De transparantie van het parlementaire proces is verbeterd door onder meer de introductie van Debat Direct, de vernieuwde website en het Open Data Portaal. De afhankelijkheid van de digitale infrastructuur wordt daardoor steeds groter en de beveiliging van de digitale infrastructuur en informatie is daarmee ook een groeiend aandachtspunt. In overleg met relevante en kundige overheidsinstanties en met een intensivering van de eigen maatregelen en voorzieningen zal de beveiliging tegen cybercrime worden geïntensiveerd. De verder implementatie van de baseline informatiebeveiliging is daarbij van groot belang.
-
-
-
-
-De voorbereidingen van de renovatie van het Binnenhofcomplex zullen, net als in 2017, ook in 2018 aandacht vragen van de organisatie. Belangrijkste aandachtspunt daarbij is dat de Kamer toegankelijk en het Kamerwerk zichtbaar blijft, ook als de Tweede Kamer verhuist naar de tijdelijke huisvesting op Bezuidenhoutseweg 67. De planning is dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de huidige gebruiker, medio 2017 uit dit pand naar het gerenoveerde VROM-gebouw aan de Rijnstraat verhuist. Het pand wordt daarna geschikt gemaakt voor de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer. Er is gestart met de ontwikkeling van een Programma van Eisen. Een door het Rijksvastgoedbedrijf geselecteerde architect zal met bouwkundige adviseurs voorstellen doen voor de aanpassingen. De functionaliteit zal zo veel mogelijk gelijk zijn aan die van de huisvesting op het Binnenhof. Waar dit niet mogelijk is worden passende maatregelen getroffen.
-
-
-
-
-Om aan te sluiten bij het (toenemende) belang dat de maatschappij aan audiovisuele communicatie hecht, worden de audiovisuele faciliteiten doorontwikkeld. De functionaliteiten en het gebruiksgemak van de app Debat Direct worden in 2018 verder verbeterd. De vormgeving van de nieuwe website wordt over de gehele linie doorgevoerd, en er worden nadere stappen gezet om informatie nog toegankelijker en gestructureerder weer te geven. Verder komt er de mogelijkheid om bij het uitzenden en streamen van de debatten in de commissiezalen over te gaan van robotregie naar mobiele regie; dat sluit aan bij de ambitie om commissievergaringen dynamischer en aantrekkelijker te maken.
-
De primaire focus ligt, kortom, ook in 2018 op een verdere versterking van de informatiepositie van de Kamer en het zichtbaar en inzichtelijk maken van het Kamerwerk. Daarnaast brengt het aantreden van een nieuw kabinet en een nieuwe Kamer de volgende aandachtspunten met zich mee, waar in de Raming 2018 rekening mee wordt gehouden:
-
-
-
-Er wordt geïnventariseerd aan welke (aanvullende) ondersteuning fracties behoefte hebben. Het kan gaan om ondersteuning die binnen de Kamer georganiseerd kan worden, maar bijvoorbeeld ook om externe cursussen/scholing.
-
-
-
-
-Voorzien is in ieder geval dat intensieve(re) ondersteuning van wetgevingsprocessen nodig is. Het nieuwe kabinet legt in 2018 naar verwachting (veel) nieuwe wetgeving voor aan de Tweede Kamer. Mogelijk doet dat een extra beroep op de capaciteit ter ondersteuning van Griffie Commissies en bureau Wetgeving.
-
Daarnaast zal de ontwikkeling van de ambtelijke organisatie naar een professionele en zakelijke dienstverlenende organisatie ook in 2018 doorlopen. Naar verwachting zullen de in gang gezette reorganisatietrajecten in 2018 worden afgerond.
Tenslotte zal de veiligheid van de Kamer, zowel de fysieke veiligheid als de informatieveiligheid een blijvend speerpunt zijn.
-
5.Risico’s
Het terugdringen van de externe inhuur is belangrijk. Ook in 2018. Tegelijkertijd moet voorkomen worden dat er onnodige risico’s worden genomen en er zaken blijven liggen of dat de continuïteit van de dienstverlening in gevaar komt. Dat speelt met name op het terrein van de automatisering en de informatiebeveiliging.
-
6.Kengetallen
Deze kengetallen zijn opgenomen in de Staat van de Tweede Kamer.
-
7.Bedrijfsvoeringsparagraaf
De accenten in de bedrijfsvoering van de Tweede Kamer voor 2018 zijn in paragraaf 4 reeds toegelicht.
Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer
-
1.Algemeen
Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.
-
2.Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Artikel 4: Wetgeving en controle
Eerste en Tweede Kamer
(in € 1.000)
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Verplichtingen
1.472
1.467
1.467
1.467
1.467
1.467
Uitgaven
1.472
1.467
1.467
1.467
1.467
1.467
-
3.interparlementaire betrekkingen
1.472
1.467
1.467
1.467
1.467
1.467
Ontvangsten
23
23
23
23
23
23
De raming van artikelonderdeel 03. «interparlementaire betrekkingen» heeft betrekking op de volgende onderdelen:
-
-
-
-uitzending Kamerleden naar internationale organisaties;
-
-
-
-
-aandeel Nederland in de kosten van interparlementaire organen;
-
-
-
-
-contacten tussen de parlementen van het Koninkrijk;
-
-
-
-
-ontvangst van buitenlandse parlementsleden en delegaties van internationale organisaties;
-
-
-
-
-de Nederlandse groep van de Interparlementaire Unie (IPU).
-
-
3.Kengetallen
In onderstaand overzicht zijn in meerjarig perspectief (2012-2016) de uitgaven met betrekking tot dit artikel opgenomen. Voorts zijn, afgeleid hiervan, gemiddelden per Kamerzetel (van Eerste en Tweede Kamer) opgenomen.
Tabel gemiddelde uitgaven per lid
Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer
(in € 1.000)
2012
2013
2014
2015
2016
totaal apparaat
-
-
-
-
gemiddeld per zetel (225)
-
-
-
-
Interparlementaire betrekkingen
1.029
1.384
1.799
1.357
1.070
totaal artikel 4
1.029
1.384
1.7991
1.357
1.070
gemiddeld per zetel (225)
5
6
8
6
5
Noot 1
De hogere uitgaven in 2013 en 2014 houden verband met de (voorbereidingen van) de organisatie door Nederland van de Parlementaire Assemblee van de NATO in november 2014 te Den Haag.
-
3.Het verdiepingshoofdstuk
Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement
Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1.000)
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement
Stand ontwerp-begroting 2017
31.675
30.647
30.133
30.133
30.133
2.1: schadeloosstelling
19.986
19.991
19.993
19.993
19.993
2.2: pensioenen en wachtgelden
11.586
10.553
10.037
10.037
10.037
2.3: schadeloosstelling Europarlementariërs
103
103
103
103
103
Nog niet opgenomen in een begrotingsstuk:
Artikelonderdeel 2.2: pensioenen en wachtgelden
Verkiezingen 2021
1.500
Stand ontwerpbegroting 2018
31.675
30.647
30.133
30.133
31.633
30.633
2.1: schadeloosstelling
19.986
19.991
19.993
19.993
19.993
19.993
2.2: pensioenen en wachtgelden
11.586
10.553
10.037
10.037
11.537
10.537
2.3: schadeloosstelling Europarlementariërs
103
103
103
103
103
103
Opbouw ontvangsten (in € 1.000)
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Artikel 2. Ontvangsten leden en oud-leden
Stand ontwerpbegroting 2017
86
86
86
86
86
Stand ontwerpbegroting 2018
86
86
86
86
86
86
Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer
Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1.000)
2017
2018
2019
2020
2021
2022
3: Wetgeving en controle Tweede Kamer
Stand ontwerp-begroting 2017
101.005
98.639
97.621
97.625
97.852
3.1: apparaat
66.327
66.129
66.144
66.148
66.375
3.2: kennis en onderzoek
2.190
2.182
2.182
2.182
2.182
3.3: publicatie officiële documenten
1.782
1.777
1.777
1.777
1.777
3.4: fractiekosten
28.364
26.217
25.184
25.184
25.184
3.5: uitzending leden
430
429
429
429
429
3.6: parlementaire enquêtes
-
-
-
-
-
3.7: bijdrage aan ProDemos
1.912
1.905
1.905
1.905
1.905
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk:
Artikelonderdeel 3.1: apparaat
Eindejaarsmarge 2016 + kasschuif
2.400
Artikelonderdeel 3.4: fractiekosten
Verkiezingen 2021
3.000
Stand ontwerpbegroting 2018
103.405
98.639
97.621
97.625
100.852
98.852
3.1: apparaat
68.727
66.129
66.144
66.148
66.375
66.375
3.2: kennis en onderzoek
2.190
2.182
2.182
2.182
2.182
2.182
3.3: publicatie officiële documenten
1.782
1.777
1.777
1.777
1.777
1.777
3.4: fractiekosten
28.364
26.217
25.184
25.184
28.184
26.184
3.5: uitzending leden
430
429
429
429
429
429
3.6: parlementaire enquêtes
-
-
-
-
-
-
3.7: bijdrage ProDemos
1.912
1.905
1.905
1.905
1.905
1.905
Opbouw ontvangsten (in € 1 000)
2017
2018
2019
2020
2021
2022
3: Wetgeving en controle Tweede Kamer
Stand ontwerpbegroting 2017
3.966
3.966
3.966
3.966
3.966
Stand ontwerpbegroting 2018
3.966
3.966
3.966
3.966
3.966
3.966
Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer
Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1.000)
2017
2018
2019
2020
2021
2022
4: Wetgeving en controle Eerste Kamer en Tweede Kamer
4.3: interparlementaire betrekkingen
1.472
1.467
1.467
1.467
1.467
Stand ontwerpbegroting 2017
1.472
1.467
1.467
1.467
1.467
Stand ontwerpbegroting 2018
1.472
1.467
1.467
1.467
1.467
1.467
Opbouw ontvangsten (in € 1.000)
2017
2018
2019
2020
2021
2022
4: Wetgeving en controle Eerste Kamer en Tweede Kamer
Stand ontwerpbegroting 2017
23
23
23
23
23
Stand ontwerpbegroting 2018
23
23
23
23
23
23
Noot 1
Vanaf de zittingsperiode in het voorjaar van 2009 wordt de schadeloosstelling op twee leden na betaald door het Europees Parlement (en niet meer door de Tweede Kamer). Bij de verkiezingen van 2014 is één van deze twee leden herkozen en de schadeloosstelling van deze Europarlementariër drukt zeker nog tot de volgende verkiezingen van het Europees Parlement op de begroting van de Tweede Kamer.