Papieren tijger

Met dank overgenomen van H. (Harry) van Bommel i, gepubliceerd op dinsdag 21 februari 2017, 19:25.

Vanavond debatteert de Tweede Kamer, voorlopig voor het laatst, over de uitslag van het Oekraïnereferendum, en de wijze waarop het kabinet daarmee is omgegaan. De SP heeft een succesvolle nee-campagne gevoerd, en er vervolgens op gehamerd dat het verdrag van tafel moet, omdat een meerderheid van de kiezers tegen stemde. Helaas is Rutte zijn eigen gang gegaan, en heeft hij een juridische verklaring bedongen in Brussel, die de zogenaamde zorgen van de kiezers over het akkoord weg zou moeten nemen. Hij is daarbij voorbij gegaan aan het feit dat men nee zei tegen het héle verdrag, en niet slechts tegen bepaalde onderdelen. Bovendien is de juridische verklaring een papieren tijger, omdat zij niets verandert aan het verdrag. De Raad van State schrijft bovendien dat de reikwijdte van de verklaring stopt bij Oekraïne, omdat zij alleen getekend wordt door de lidstaten, en niet door Oekraïne zelf. Mijn oordeel is duidelijk: deze verklaring doet op geen enkele wijze geen recht aan de uitslag van het referendum. Lees hieronder mijn inbreng tijdens het debat:

Voorzitter. Voorlopig voor de laatste keer spreken we in de Tweede Kamer over de ratificatie van het associatieverdrag met Oekraïne. Vandaag zullen alle partijen kleur moeten bekennen, en een definitief oordeel moeten vellen of zij wel of niet akkoord kunnen gaan met de wijze waarop het kabinet de uitslag van het referendum heeft afgehandeld. Wat de SP betreft is het glashelder: wij keuren de juridische verklaring, die een papieren tijger is, af. Wat ons betreft doet zij geen recht aan de uitslag van het referendum.

Krap een jaar geleden stemde 61% van de opgekomen kiezers tegen het Oekraïneakkoord. In plaats van meteen een intrekkingswet naar de Kamer te sturen, koos het kabinet ervoor om koehandel te gaan drijven in Brussel over enkele zogenaamde zorgen die bij de kiezer zouden leven. Dat mag sympathiek klinken, maar het is allerminst zuiver; immers draaide de vraag om het aangaan van een diepe politieke en economische associatie tussen de EU en Oekraïne, en hebben kiezers geen enquête ingevuld over eventuele zorgen die zij zouden hebben. Bent u voor of tegen het associatieakkoord met Oekraïne, daar kwam de referendumvraag op neer. Het reduceren van het fundamentele nee dat op deze vraag volgde tot een paar zorgen die wel even weggepoetst konden worden met een slinkse truc, is geen teken van betrouwbaarheid. Sterker, het ondermijnt het vertrouwen van de kiezer, zowel in de landelijke als Europese politiek. Stoppen met de ratificatie, of het nee meteen terzijde schuiven en doorgaan, waren tenminste heldere reacties geweest.

Nu zitten Kamer en kiezer opgescheept met een juridische verklaring die niet ondertekend zal worden door Oekraïne. Want, zo schrijft de regering, het gaat hier “over onderwerpen waarover de besluitvorming aan de zijde van de Europese Unie en haar lidstaten ligt”. Ik blijf me daarover verbazen. Want één van de zorgpunten die wordt genoemd in de juridische verklaring is het belang dat gehecht wordt aan corruptiebestrijding.

Laat dit nu de belangrijkste reden zijn geweest voor mensen om tegen het verdrag te stemmen. Kan de premier nog eens reageren op het feit dat Oekraïne op geen enkele wijze formeel gebonden wordt aan het prioriteren van corruptiebestrijding, anders dan reeds was vastgelegd in het verdrag? Hoe geloofwaardig is het dat Oekraïne eigenaarschap voelt ten aanzien van de corruptiebestrijding die Nederland verlangt, als het land deze intentieverklaring niet hoeft te tekenen? De Raad van State merkte hier terecht over op dat “de juridische verbindendheid van het besluit zich strikt genomen niet uitstrekt tot Oekraïne.” Ofwel: voor Oekraïne verandert er dus helemaal niks, en de kiezer die zich zorgen maakte over corruptie heeft het nakijken.

Voor de overige punten geldt eveneens, zoals ik bij eerdere debatten heb aangegeven, dat de verklaring niets verandert aan de inhoud van het verdrag. Oekraïne blijft de mogelijkheid behouden om EU-lidmaatschap aan te vragen - dat was nooit formeel geregeld in het associatieakkoord, en de juridische verklaring legt Oekraïne geen strobreed in de weg. Mijn partij ging het erom dat met een dergelijk ambitieus associatieakkoord Oekraïne wel degelijk op allerlei manieren aansluiting zoekt met de EU via Europese wet- en regelgeving. Dat is een onomkeerbaar proces. Als het gaat om de andere zorgpunten, namelijk geen collectieve veiligheidsgaranties, geen arbeidsmigratie, en geen extra financiële steun, voegt de verklaring niets toe aan wat er reeds in het verdrag stond. Ondertussen komt Oekraïne wel gewoon in aanmerking voor financiële steun via bestaande EU-mechanismen, en wordt krachtens het akkoord ingezet op versterkte deelname van Oekraïne aan civiele en militaire operaties van de EU wat betreft crisisbeheer, ook binnen het GVDB. Erkent de premier dat deze juridische verklaring, eenzijdig ondertekend door de EU-lidstaten, niets verandert aan de inhoud van het verdrag, en dat de Raad van State ditzelfde oordeel velt als het gaat om de juridische reikwijdte ervan?

Er heerst nog onduidelijkheid over de gevolgen van de Brexit voor het akkoord. De regering schrijft dat dit nog geen onderwerp van bespreking is geweest. Maar allicht kan de premier mogelijke scenario’s schetsen wat betreft de gevolgen voor het Oekraïneakkoord als één lidstaat de Unie en daarmee het verdragennetwerk verlaat. Graag een reactie.

Voorzitter, ik had de uitkomst van het maandenlange overleg tussen Nederland en de andere lidstaten teleurstellend genoemd als ik niet van tevoren lage verwachtingen had gehad. Want wat de SP betreft was de enige zuivere optie geweest om direct een intrekkingswet naar de Kamer te sturen. Nu worden mensen bevestigd in hun gevoel dat in Brussel alles wel te regelen valt met een glimlach en een achterkamertjesdeal. De trein dendert gewoon voort, net als na het grondwetreferendum. Het kabinet heeft kortom een belangrijke kans gemist om te laten zien dat Nederlandse burgers wel degelijk zeggenschap hebben over de kant die het opgaat met Europa. Dat zal de premier nog wel gaan voelen tijdens de verkiezingen van 15 maart.