Brief regering; Mogelijkheden van uitbreiding van mediation in het strafrecht in relatie tot het Utrechtse model - Mediation en het rechtsbestel - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 12 toegevoegd aan dossier 29528 - Mediation en het rechtsbestel.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Mediation en het rechtsbestel; Brief regering; Mogelijkheden van uitbreiding van mediation in het strafrecht in relatie tot het Utrechtse model |
|---|---|
| Documentdatum | 15-02-2017 |
| Publicatiedatum | 15-02-2017 |
| Nummer | KST2952812 |
| Kenmerk | 29528, nr. 12 |
| Externe link | origineel bericht |
| Originele document in PDF |  |
29 528 Mediation en het rechtsbestel
Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2017
Naar aanleiding van het Algemeen Overleg Criminaliteitsbestrijding d.d. 2 februari 2017 informeer ik u hierbij over de mogelijkheden van uitbreiding van mediation in het strafrecht in relatie tot het Utrechtse model.
In de begroting van Veiligheid en Justitie voor 2017 zijn door het amendement van het Kamerlid Recourt (Kamerstuk 34 550 VI, nr. 37) middelen vrijgemaakt (€ 1,5 mln.) om pilots mediation in het strafrecht voort te zetten.
Op mijn verzoek hebben het Openbaar Ministerie en de Raad voor de rechtspraak een gezamenlijk voorstel op hoofdlijnen gedaan voor het op landelijk niveau toepassen van mediation in strafrecht.
Ten opzichte van de pilots die van 2013 tot 1 november 2016 hebben plaatsgevonden, gaat het hier om een verruiming. De eerdere pilots liepen in 6 van de 11 arrondissementen, en waren dus regionale pilots. Met deze verruiming wordt het mogelijk om in het hele land mediation in strafrecht toe te passen.
Op dit moment ben ik in overleg met Openbaar Ministerie en de Raad voor de rechtspraak over de verdere uitwerking van het plan van aanpak. Het richt zich op situaties waarin al sprake is van strafrechtelijke delicten en heeft daarmee betrekking op het uitvoeren van mediation in de vervolgings- en berechtingsfase.
Al eerder heeft mijn ambtsvoorganger ervoor gekozen om de middelen op deze vorm van mediation te richten.
In het zogeheten Utrechtse model staan dialoog en conflicthantering in de wijk centraal. Waar het gaat om mediation in het kader van buurtbemiddeling of bij conflicten die zich afspelen bij woon-, horeca- en parkeeroverlast kan dit een aanvulling zijn op mediation in het strafrecht. De vormgeving en financiering van soortgelijke activiteiten op lokaal niveau kunnen gemeenten, in overleg met de politie, zelf invullen. In augustus 2016 is dit standpunt al aan de korpschef van de Nationale Politie meegedeeld.
Ik zie nu geen aanleiding om op dit standpunt terug te komen. Bovendien schieten de middelen daarvoor tekort. Als er uit de beschikbare € 1,5 mln. voor dit jaar ook middelen moeten worden besteed aan lokale initiatieven, zoals het Utrechtse model, dan komt de landelijke toepassing van mediation in strafrecht in 2017 in gevaar, hetgeen ik niet wenselijk acht.
De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok