Ontwikkelingshulp

Met dank overgenomen van R.E. (Roald) van der Linde i, gepubliceerd op woensdag 20 juni 2012, 11:00.

Waarom sterven kinderen aan een diarree die voor 10 cent is te verhelpen in een wereld die zó welvarend is?

Het was te voorspellen dat iedereen over Ingrid de Caluwé en Stef Blok zou vallen. “Het kan toch niet zo zijn dat…”, “We laten de armen toch niet het slachtoffer worden van…”, het klinkt oprecht en het is oprecht. Maar we schieten er niets mee op. 50 jaar Westerse ontwikkelingshulp heeft nauwelijks effect gehad. Waarom sterven er nog steeds kinderen aan een diarree die voor 10 cent is te verhelpen, terwijl we inmiddels $ 2300 miljard aan ontwikkelingshulp hebben uitgegeven?

Het Westen gelooft (van links tot rechts, met nuances) in een economie op basis van een vrije markt. We oefenen druk uit op China om markten te openen, prijzen onze eigen open economie, winden ons op over concurrentievervalsing binnen de EU. Maar voor ontwikkelingshulp is dat blijkbaar anders. Aanbodgedreven, gepland, paternalistisch en vooral gericht op de status quo. De arme Afrikaanse boer moet leren zijn land beter te bebouwen, maar het blijft vooral een arme Afrikaanse boer.

Dat kan anders. Ontwikkelingslanden moeten een eigen ‘right to win’ in de wereldeconomie hebben. Gebruik maken van lage arbeidskosten, grondstoffen, toeristische mogelijkheden. Geen tweedehands computers uit de liefdadigheid, maar de nieuwste IPads en IPhones. Er moet zakelijk geld worden geïnvesteerd, de private sector moet worden ontwikkeld, er moeten bedrijven zijn die belang hebben bij de gezondheid van hun mensen.

De SHO-fondsen melden trots op de website van Worldvision dat zij in Haïti na de aardbeving van 2010 ”2.914 dekens, 2.147 afsluitbare boxen, 2.808 keukensets, 9.523 muskietennetten, 3.756 matten, 17.318 dekzeilen en 18.080 lakens” hebben verstrekt, en vervolgens “voedsel voor 229.763 families; voedseluitdeelprogramma’s op scholen voor 70.938 kinderen in 454 scholen; extra voedsel voor 49.200 kinderen die nog niet naar school gingen; 189,6 miljoen liter water voor 132.153 mensen; 22 kindvriendelijke speelplekken waar 5.653 kinderen veilig konden spelen; 113.409 tentzeilen en 7.497 complete tenten voor families” en zo door. Maar nog steeds is het project niet afgerond en leven er mensen in kampen.

Kwam iemand op het idee elke Haïtiaan gewoon $ 2000 te geven? ’Helicopter money’ is een serieuze economische optie en gemakkelijk uit te voeren. Ieder kan daarmee zijn of haar eigen keuzes maken, de economie wordt gestimuleerd en mensen nemen hun eigen verantwoordelijkheid.

Wie meer wil lezen: probeer vooral ‘The White Man’s Burden’ van Bill Easterly. Of luister goed naar Stef Blok.