Brief regering; Reactie op verzoek commissie over een vraag van de Stichting NuRecht over artikel 7: 271 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd door de Wet doorstroming huurmarkt 2015 - Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enkele andere wetten in verband met het stellen van nadere huurmaatregelen tot verdere bevordering van de doorstroming op de huurmarkt (Wet doorstroming huurmarkt 2015) - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 53 toegevoegd aan wetsvoorstel 34373 - Wet doorstroming huurmarkt 2015 i en dossier 34373 - Wet doorstroming huurmarkt 2015.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enkele andere wetten in verband met het stellen van nadere huurmaatregelen tot verdere bevordering van de doorstroming op de huurmarkt (Wet doorstroming huurmarkt 2015); Brief regering; Reactie op verzoek commissie over een vraag van de Stichting NuRecht over artikel 7: 271 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd door de Wet doorstroming huurmarkt 2015 |
---|---|
Documentdatum | 22-12-2016 |
Publicatiedatum | 22-12-2016 |
Nummer | KST3437353 |
Kenmerk | 34373, nr. 53 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
2
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2016-2017
34 373 |
Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enkele andere wetten in verband met het stellen van nadere huurmaatregelen tot verdere bevordering van de doorstroming op de huurmarkt (Wet doorstroming huurmarkt 2015) |
Nr. 53 |
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 19 december 2016 De commissie voor Wonen en Rijksdienst heeft mij bij schrijven d.d. 30 november 2016 verzocht te reageren op een vraag van de Stichting NuRecht over artikel 7: 271 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd door de Wet doorstroming huurmarkt 2015 (Kamerstuk 34 373). Bij deze geef ik hier gevolg aan. De Stichting NuRecht stelt terecht dat in artikel 7: 271 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek niet is bepaald dat van de (vierde) volzin «De voor bepaalde tijd aangegane huur, bedoeld in de tweede volzin, kan door de huurder voor het verstrijken van de bepaalde tijd worden opgezegd tegen een voor de betaling van de huurprijs overeengekomen dag.» niet kan worden afgeweken. Gezien de parlementaire geschiedenis is de veronderstelling gewettigd dat dit niet de bedoeling is van de wetgever. Het lijkt ook ongewenst. Ik zal dan ook bevorderen dat een voorstel tot aanpassing van dit artikel bij gelegenheid bij uw Kamer zal worden ingediend, door een volzin aan het artikellid toe te voegen waarmee wordt bepaald dat elk beding dat in strijd is met die vierde volzin nietig is. Of de bankgarantie die de stichting noemt in strijd is met artikel 7: 264 van het Burgerlijk Wetboek zal door de rechter moeten worden beoordeeld wanneer dit aan hem wordt voorgelegd. De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok |
kst-34373-53 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2016 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2016-2017, 34 373, nr. 53 |