Dat geeft de burger moed: jeugdig Joods elan!

Met dank overgenomen van Staatkundig-Gereformeerde Partij (SGP) i, gepubliceerd op woensdag 30 november 2016.

“Jeugdstemmen - Uitdagingen, mogelijkheden en een onzekere toekomst”. Onder deze prikkelende werktitel traden drie voorzitters van Joodse studentenverenigingen in Europa dinsdag 16 november als gastsprekers in Brussel aan.

Ik had er erg naar uitgekeken. Hoe beleven Joodse jongeren de dagelijkse realiteit in ons continent waar antisemitische uitingen zich blijven aaneenrijgen? Per slot van rekening waren zij uitgenodigd door de “Werkgroep in het Europees Parlement over antisemitisme”.

Het werd een zeer geslaagde bijeenkomst. Nuchtere, energieke en vooral moedige Joodse studentenleiders die boeiende, informatieve speeches afstaken. En met een duidelijke boodschap: hoe Europa’s toekomst er ook uit zal zien, voor onze eigen toekomst en die van Europa zullen wij ons sterk maken!

Met één van de studentenleiders had ik al eerder kennisgemaakt: Benjamin ofwel Benny Fischer van de Europese Unie van Joodse studenten. Hij vertelde hoe Jodenhaat in diverse vormen hem had begeleid sinds zijn vroege kinderenjaren in Duitsland. Ter illustratie slechts één voorbeeld: “Op de middelbare school (een Joods gymnasium) zongen wij op een herdenkingsbijeenkomst van de Holocaust enkele Joodse liederen. Terwijl wij zongen, smeet een andere groep leerlingen kleine munten naar ons toe onder de kreet: Vangen, Joden!”

Na afloop van de bijeenkomst vroeg ik Benny: Reageren oude(re) leden van Joodse gemeenschappen soms anders dan hun jonge(re) leden op antisemitische aanvallen? Benny stelde dat zijn generatie opener en offensiever omgaat met discriminatie. “Hierbij speelt zeker ook een rol of je zelf in Duitsland bent geboren en getogen of dat je in het land bent komen wonen.”

Nog een ander punt sneed ik bij de studentenleider aan. En daar loop ik eigenlijk al lang mee: de ‘normalisering’ in Europa van het demonische fenomeen van het antisemitisme en de maatschappelijke/kerkelijke passiviteit daar tegenover. Hoe ervaart hij dat als direct betrokkene?

In eerste instantie relativeerde Benny mijn zorg. “Het is geen nieuwe tendens. Burgermoed is een deugd die helaas niet altijd de noodzakelijke waardering krijgt.” In tweede instantie gaf hij echter aan op te veel onverschilligheid te stuiten als het erop aankomt, inclusief “een stijgende Holocaustvermoeidheid”.

Een eerlijk, maar tegelijkertijd ook een beschamend antwoord. Recent sprak ik een predikant aan op het zwijgen van de kerken over het antisemitisme in ons land. Alsof het welzijn, de veiligheid van de Joodse gemeenschap ons als christenen niet zou raken… “Het staat begin volgend jaar bij ons op de agenda”, informeerde hij me. Voor dergelijke, vooral kerkelijke reacties, houd ik me graag aanbevolen!

Bas Belder, vice-voorzitter Israëldelegatie Europees Parlement

Deze column verscheen afgelopen week in het decembernummer van de krant van Christenen voor Israël