Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2016 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34620 V - Wijziging begroting Buitenlandse Zaken 2016 (Najaarsnota).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2016 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 29-11-2016 |
Publicatiedatum | 29-11-2016 |
Nummer | KST34620V2 |
Kenmerk | 34620 V, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 620 V Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2016 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
-
A.ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2016 wijzigingen aan te brengen in:
de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V);
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders
-
B.BEGROTINGSTOELICHTING
-
1.Voorstel van wet
Door middel van het onderhavige wetsvoorstel wordt voorgesteld de uitgaven van de begroting 2016 van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 1.163,2 miljoen te verhogen en de ontvangsten te verlagen met EUR 1.709 miljoen.
-
2.Leeswijzer
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2016 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.
In de toelichting worden de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS en de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.
Per artikel is een tabel opgenomen met de mutaties. De toelichting per beleidsartikel heeft betrekking op de kolom mutaties suppletoire begroting. Het aantal financiële instrumenten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken inclusief het postennet is aanzienlijk. Dat betekent dat er in sommige gevallen geen uitputtende opsomming is van de financiële instrumenten per artikelonderdeel.
Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabiliteitswet van 2001 dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt vanaf 2016 gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehanteerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.
Wijzigingen in de omvang van de HGIS
In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2016. Zoals uit de hierna volgende tabel blijkt, is de netto HGIS (uitgaven minus ontvangsten) ten opzichte van de stand bij de Voorjaarsnota 2016 afgenomen met EUR 135,8 miljoen.
Wijzigingen in HGIS-uitgaven en -ontvangsten vanaf Voorjaarsnota 2016 (bedragen x EUR 1 miljoen)
Totaal
Wv. ODA
Uitgaven VJN 2016
6.524,5
5.021,6
Totaal mutaties
-
-75,5
-
-86,9
Uitgaven NJN 20161
6.449,1
4.934,6
Noot 1
De HGIS Standen zijn inclusief EU- en asieltoerekening
Totaal
Wv. ODA
Ontvangsten VJN 2016
328,9
121,7
Totaal mutaties
60,3
13,4
Ontvangsten NJN 2016
389,2
135,1
De toename van de HGIS is het gevolg van meerdere mutaties. In de hierna volgende tabel zijn de uitgaven uitgesplitst.
Oorzaken uitgavenmutatie HGIS en ODA-daling vanaf Voorjaarsnota 2016 (bedragen x EUR 1 miljoen)
Totaal
Wv. ODA
Bijstellingen BNP (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA)
-
-147,7
-
-138,4
Overboekingen van, naar en binnen de HGIS
21,7
38,0
Desalderingen op ontvangsten
53,0
13,4
Intertemporele kasschuif
0,0
Verwachte onderuitputting
-
-2,4
TOTAAL
-
-75,5
-
-86,9
Toelichting uitgaven:
-
-
-
•Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het BNI (ODA) en de prijscomponent van het BBP is de omvang van de HGIS naar beneden bijgesteld. Het ODA budget wordt hierdoor met EUR 138,4 miljoen verlaagd en het non-ODA budget met EUR 9,3 miljoen.
-
-
-
-
•Er vindt een aantal overboekingen van, naar en binnen de HGIS plaats. Het betreft overhevelingen tussen verschillende departementen waarbij in enkele gevallen middelen uit de HGIS gaan maar ook worden toegevoegd. De belangrijkste mutatie betreft een correctie op de toerekening eerstejaarsopvang asielzoekers waarbij EUR 25 miljoen wordt toegevoegd aan de BHOS begroting. Daarnaast aantal kleinere overheveling naar niet-HGIS onderdelen waardoor per saldo een mutatie van EUR 21,7 miljoen.
-
-
-
-
•Een deel van de ontvangsten op de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Defensie, Financiën en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking wordt ingezet om de uitgaven van het HGIS-kader te verhogen. Bij Buitenlandse Zaken betreft het met name hogere consulaire opbrengsten en meerontvangsten vanwege koersontwikkelingen (EUR 16,9 miljoen). Binnen het Ministerie van Defensie zijn ontvangsten opgenomen die verband houden met de MINUSMA missie in Mali waarvoor vanuit de VN een vergoeding wordt betaald. Op de begroting van het Ministerie van Financiën stijgen de ontvangsten vanwege een aantal restituties door internationale financiële instellingen (EUR 3,9 miljoen) Ten slotte zijn op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking middelen ontvangsten opgenomen die het gevolg zijn van koersontwikkelingen op betalingen in buitenlandse valuta (EUR 9 miljoen).
-
-
-
-
•Binnen de HGIS verwacht een aantal departementen lagere realisaties dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen op de begrotingen van BZ en BHOS. Hier staat tegenover dat de HGIS onvoorzien is afgenomen vanwege een lagere inflatieraming dan eerder voorzien. Hierdoor ontstaat per saldo een mutatie van EUR - 2,4 miljoen.
Voor een verdere toelichting op de diverse mutaties wordt verwezen naar de begrotingsartikelen op de respectievelijke suppletoire begrotingen.
-
Toelichting ontvangsten:
De ontvangsten binnen de HGIS nemen toe met EUR 60,3 miljoen. Op diverse onderdelen van de begroting zijn mutaties opgenomen. Een deel van deze mutaties wordt ingezet om de uitgaven van het HGIS-kader op diverse begrotingen te verhogen.
Bij Buitenlandse Zaken betreft het met name hogere consulaire opbrengsten en meerontvangsten vanwege koersontwikkelingen en verkoop van panden in het buitenland (EUR 24,2 miljoen). Binnen het Ministerie van Defensie zijn ontvangsten opgenomen die verband houden met de MINUSMA missie in Mali waarvoor vanuit de VN een vergoeding wordt betaald. Op de begroting van het Ministerie van Financiën stijgen de ontvangsten vanwege een aantal restituties door internationale financiële instellingen (EUR 3,9 miljoen) en ten slotte zijn op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking middelen ontvangsten opgenomen die het gevolg zijn van koersontwikkelingen op betalingen in buitenlandse valuta en ontvangsten DGGF (EUR 9,5 miljoen).
-
4.Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2016
Buitenlandse Zaken (V):
Het voorstel is de uitgaven voor 2016 te verhogen met EUR 1.163,2 miljoen. De belangrijkste reden hiervoor is een verhoging van de afdracht aan de Europese Unie.
In de volgende tabel volgt een overzicht van de meest in het oog springende wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V), gevolgd door een toelichting. Alleen de mutaties die te maken hebben met beleidsmatige wijzigingen zijn in het overzicht opgenomen.
Bedragen x EUR 1 miljoen
Artikel
Mutatie
1.1
Goed functionerende internationale instellingen
-
-4,6
2.4
Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde
18,1
3.1
Afdracht Europese Unie
1.151,3
3.2
Europees Ontwikkelingsfonds
-
-7,3
Toelichting
Artikel 1.1
Het artikel daalt hoofdzakelijk omdat de verplichte bijdrage aan de VN in 2016 is afgenomen. De Nederlandse bijdrage is afhankelijk van de hoogte van het VN-budget en het Nederlandse aandeel hierin.
Artikel 2.4
Het geraamde budget voor de contributie aan VN-crisisbeheersingsoperaties stijgt als gevolg van de hogere dollarkoers en omdat een aantal missies een mandaat voor verlenging heeft gekregen van de VN-Veiligheidsraad. Deze afroepen worden nog in 2016 verwacht. Daarnaast worden er meer uitgaven gedaan ten laste van het het Stabiliteitsfonds als gevolg van de onrust in de wereld.
Artikel 3.1
De Voorjaarsraming (Spring Forecast) 2016 van de Europese Commissie is bij Miljoenennota 2017 verwerkt in de Nederlandse afdrachten. Bij de Voorjaarsraming worden geen nieuwe EU-uitgaven geautoriseerd, maar worden de grondslagen voor BNI-ramingen, de BTW-ramingen en de invoerrechten geactualiseerd. Uit de Voorjaarsraming volgt een opwaartse bijstelling van de Nederlandse afdracht voor 2016 en verder. Ook is de korting over de Nederlandse afdrachten over 2016 bij Miljoenennota omgeboekt van de uitgavenzijde naar de niet-belastingontvangstenzijde en wordt bij Najaarsnota doorgeschoven naar 2017, zoals aangegeven in de Kamerbrief1 over de ratificatie van het Eigen Middelen Besluit van 3 oktober jl. Daarnaast wordt met de ratificatie de perceptiekostenvergoeding per 1 oktober 2016 verlaagd. Samen leidt dit in 2016 tot een tegenvaller van 2,8 miljard euro. Het kabinet heeft besloten om het uitgavenkader voor dit laatste te corrigeren, aangezien de omvang van het bedrag, in combinatie met de mate waarin het kabinet hierop nog kan sturen, op gespannen voet staat het uitgangspunt dat de begrotingsregels bestuurlijke rust, eenvoud en duidelijkheid vooraf moeten bieden.
Artikel 3.2
De bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds valt lager uit dan eerder geraamd.
-
5.Toelichting per beleidsartikel
Beleidsartikel 1
Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten Bedragen in EUR 1.000
Stand
ontwerp-
begroting
Stand 1e
suppletoire
begroting
Mutaties 2e
suppletoire
begroting
Stand 2e
suppletoire
begroting
2016
(1)
2016
(2)
2016
(3)
2016
(4)=(2+3)
Verplichtingen
94.041
94.081
28.017
122.098
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
113.591
114.051
-
-5.533
108.518
waarvan juridisch verplicht
100%
1.1
Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak
57.921
58.381
-
-4.560
53.821
Subsidies
Internationaal recht
6.385
6.585
-
-100
6 485
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Verenigde Naties
40.501
40.501
-
-5.801
34.700
OESO
6.425
6.425
400
6 825
VN-campagne VN Veiligheidsraad
1.570
1.570
800
2 370
Internationaal Strafhof
3.040
3.300
141
3 441
1.2
Bescherming en bevordering van mensenrechten
55.670
55.670
-
-973
54.697
Subsidies
Bevordering van het vrije woord
14.000
14.000
-
-3.300
10.700
Landenprogramma's mensenrechten
12.415
12.415
0
12.415
bijdragen (inter) nationale organisaties
Landenprogramma's mensenrechten
21.505
21.505
2.300
23.805
Centrale mensenrechtenprogramma's
7.750
7.750
27
7.777
Verplichtingen
De stijging van het verplichtingenbudget wordt veroorzaakt doordat voor 2016 een nieuw contract met RNW media wordt aangegaan. Dit was oorspronkelijk gepland voor begin 2017. Hierdoor verschuift het budget naar 2016.
Uitgaven
Artikel 1.1
Het artikel internationale rechtsorde en mensenrechten daalt hoofdzakelijk omdat de verplichte bijdrage aan de VN in 2016 is afgenomen met EUR 5,8 miljoen. De Nederlandse bijdrage is afhankelijk van de hoogte van het VN-budget en het Nederlandse aandeel hierin. Hier tegenover staat een verhoging van het budget voor de VN-Veiligheidsraad-campagne. Dit is het gevolg van het intensiveren van de campagne in het laatste half jaar voor de verkiezing. Het betreft extra inzet voor beurzenprogramma’s, conferenties en een speciaal voetbal en life skills programma. De totale (meerjarige) uitgaven voor de campagne blijven binnen het geraamde budget van EUR 4,74 miljoen.
Beleidsartikel 2
Beleidsartikel 2 Veiligheid en stabiliteit Bedragen in EUR 1.000
Stand
ontwerp-
begroting
Stand 1e
suppletoire
begroting
Mutaties 2e
suppletoire
begroting
Stand 2e
suppletoire
begroting
2016
(1)
2016
(2)
2016
(3)
2016
(4)=(2+3)
Verplichtingen
236.699
288.217
43.978
332.195
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
251.940
302.977
17.424
320.401
waarvan juridisch verplicht
100%
2.1
Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid
16.122
20.236
1.147
21.383
Subsidies
Programma ondersteuning buitenlands beleid
2.250
3.250
200
3.450
Atlantische Commissie
500
500
0
500
Bijdragen (inter) nationale organisaties
NAVO
9.807
13.221
0
13.221
Veiligheidsfonds
1.700
1.700
1.947
3.647
WEU
565
565
0
565
2.2
Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale
criminaliteit
7 .00
8.130
300
8.430
Subsidies
Anti-terrorisme instituut
300
850
0
850
Opdrachten
Global Forum on Cyber Expertise
800
480
0
480
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Contra-terrorisme
6.800
6.800
300
7.100
2.3
Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid
10.794
14.294
86
14.380
Bijdragen (inter) nationale organisaties
IAEA
7.317
7.317
0
7.317
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties
1.557
5.057
86
5.143
CTBTO
1.920
1.920
0
1.920
2.4
Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
194.484
236.065
18.121
254.186
Subsidies
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds)
26.500
31.500
8.000
39.500
Nederland Helsinki Comité
28
28
0
28
Bijdragen (inter) nationale organisaties
OVSE
7.195
7.195
-
-1.384
5.811
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties
102.000
126.000
9.000
135.000
waarvan landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds)
58.400
64.146
8.000
72.146
Training buitenlandse diplomaten
0
1.400
-
-350
1.050
2.5
Bevordering van transitie in prioritaire gebieden
22.640
24.252
-
-2.230
22.022
Bijdragen (inter)nationale organisaties/Subsidies
Landenprogramma's hervormingen Arabische Regio
10.822
11.997
-
-722
11.275
MATRA-programma's
8.618
11.775
-
-1.028
10.747
Ontvangsten
1.197
1.197
1.646
2.843
2.10
Doorberekening Defensie diversen
197
197
0
197
2.40
Restituties contributies
1.000
1.000
1.646
2.646
Verplichtingen
De toename van de verplichtingen wordt veroorzaakt doordat, analoog aan de uitgaven, de uitgaven voor contributie aan VN-crisisbeheersingsoperaties stijgen. Daarnaast zijn additionele verplichtingen aangegaan voor de landenprogramma’s voor mensen (stabiliteitsfonds) zoals ook onder de uitgaven toegelicht.
Uitgaven
Artikel 2.1
De per saldo stijging van het budget voor goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid is met name toe te schrijven aan een verhoging van het budget voor het Veiligheidsfonds ten behoeve van ondersteuning in conflictsituaties (met name in Irak).
Artikel 2.4
De geraamde uitgaven voor de contributie aan VN- crisisbeheersingsoperaties stijgt met EUR 9 miljoen. Deze stijging is het gevolg van de hogere dollarkoers en omdat een aantal missies een mandaat voor verlenging heeft gekregen van de VN-Veiligheidsraad. Deze afroepen worden nog in 2016 verwacht. Daarnaast stijgen de uitgaven voor het Stabiliteitsfonds door extra activiteiten als gevolg van de onrust in de wereld. Het betreft o.a. aanvullende uitgaven voor EU Trustfonds Colombia, het EU-Regional Trust Fund (MADAD) gericht op de Syrische vluchtelingencrisis, de bijdrage aan het IMF capaciteitsopbouwprogramma in Oekraïne en andere kiesgroeplanden aan de Oostflank van Europa en extra uitgaven bij de aanvullende artikel 100-brief toezegging Access to Justice and Community Security Programme (AJACS). Ten slotte daalt het budget voor de OVSE met EUR 1,4 miljoen omdat de contributie over 2016 lager uitvalt dan geraamd.
Ontvangsten
Artikel 2.40
De verwachte ontvangsten nemen toe omdat van andere ministeries bijdragen zijn ontvangen voor uitgaven die zijn gedaan in het kader van het EU voorzitterschap. De hiermee verband houdende uitgaven staan binnen beleidsartikel 3 opgenomen.
Beleidsartikel 3
Beleidsartikel 3 Europese samenwerking Bedragen in EUR 1.000
Stand
ontwerp-
begroting
Stand 1e
suppletoire
begroting
Mutaties 2e
suppletoire
begroting
Stand 2e
suppletoire
begroting
2016
(1)
2016
(2)
2016
(3)
2016
(4)=(2+3)
Verplichtingen
7.698.273
7.188.809
1.152.164
8.340.973
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
7.891.356
7.371.632
1.144.289
8.515.921
waarvan juridisch verplicht
100%
3.1
Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt
7.650.799
7.147.646
1.151.332
8.298.978
Bijdragen (inter)nationale organisaties
BNI-afdracht
4.238.910
3.735.074
759.477
4.494.551
BTW-afdracht
478.289
478.972
302.122
781.094
Invoerrechten
2.933.600
2.933.600
89.733
3.023.333
3.2
Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden
192.735
181.875
-
-7.275
174.600
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Europees Ontwikkelingsfonds
192.735
181.875
-
-7.275
174.600
3.3
Een hechtere Europese waardengemeenschap
10.100
10.100
-
-366
9.734
Bijdragen (internationale organisaties
Raad van Europa
10.100
10.100
-
-366
9.734
3.4
Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28
37.722
32.011
598
32.609
Subsidies/Opdrachten
EU voorzitterschap
33.385
27.674
681
28.355
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Benelux bijdrage
3.979
3.979
-
-73
3.906
EIPA
348
348
0
348
Ontvangsten
2.403.041
2.389.054
-1.733.066
655.988
3.10
Diverse ontvangsten EU
2.402.891
2.388.904
-1.733.194
655.710
Invoerrechten
325.827
311.840
343.870
655.710
Overige ontvangsten EU
2.077.064
2.077.064
-2.077.064
3.30
Restitutie Raad van Europa
150
150
128
278
Verplichtingen
De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven is toegelicht.
Uitgaven
Artikel 3.1
De Voorjaarsraming (Spring Forecast) 2016 van de Europese Commissie is verwerkt in de Nederlandse afdrachten. Bij de Voorjaarsraming worden geen nieuwe EU-uitgaven geautoriseerd, maar worden de grondslagen voor BNI-ramingen, de BTW-ramingen en de invoerrechten geactualiseerd. Mede naar aanleiding van de voorjaarsraming van de EC is de raming van de invoerrechten en de daaraan gekoppelde perceptiekostenvergoeding in de Nederlandse afdrachten verhoogd. Uit de Voorjaarsraming volgt een opwaartse bijstelling van de Nederlandse afdracht voor 2016 en verder van EUR 144 miljoen. Daarnaast is bij Miljoenennota 2017 de korting over de Nederlandse afdrachten over 2016, conform de ontvangst van de korting over de jaren 2014-2015, omgeboekt van de uitgavenzijde naar de niet-belastingontvangstenzijde in 2016 omdat de in het najaar verwachte ratificatie van het Eigen Middelenbesluit te laat was om de korting nog te verwerken met de maandelijkse afdrachten.
Artikel 3.2
De bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds valt, vanwege een lagere liquiditeitsbehoefte, lager uit dan eerder geraamd.
Artikel 3.4
Het budget voor het EU voorzitterschap stijgt met EUR 0,68 miljoen. Deze verhoging wordt veroorzaakt doordat uitgaven zijn verricht voor andere ministeries. Deze middelen zijn via de ontvangsten (zie beleidsartikel 2.40) binnengekomen. Met deze mutaties blijven de totale uitgaven voor het voorzitterschap binnen het gestelde budgettaire kader (EUR 46 miljoen over periode 2014-2016).
Ontvangsten
Artikel 3.10
Met de inwerkingtreding van het Eigen Middelenbesluit (EMB) worden de kortingen op de nationale afdrachten geëffectueerd. Dit wijzigt de omvang van de nationale afdrachten en moet door de Europese Commissie worden verwerkt in een aanvullende begroting. De aanname van deze aanvullende begroting door het Europees Parlement vindt waarschijnlijk pas laat in 2016 plaats, waardoor de feitelijke kasontvangst van de Nederlandse korting doorschuift naar 2017. Samen met de verschuiving van de verrekening van de perceptiekostenvergoeding (zie onderstaand) leidt dit in 2016 tot een tegenvaller van 2,8 miljard euro.
Het kabinet heeft besloten om het uitgavenkader hiervoor te corrigeren, aangezien de omvang van het bedrag, in combinatie met de mate waarin het kabinet hierop nog kan sturen, op gespannen voet staat met het uitgangspunt dat de begrotingsregels bestuurlijke rust, eenvoud en duidelijkheid vooraf moeten bieden.
De perceptiekostenvergoeding behorende bij de inning van de invoerrechten nemen toe met 344 miljoen, dit is het saldo van drie effecten.
Ten eerste is de perceptiekostenvergoeding 18 miljoen hoger, mede n.a.v. een hogere raming van de geraamde invoerrechten in de Voorjaarsraming van de Europese Commissie. Ten tweede is er een afname van de perceptiekostenvergoeding met 41 miljoen, als gevolg van het per 1 oktober 2016 verlagen van de perceptiekostenvergoeding van 25% naar 20% met de inwerkingtreding van het EMB, waar dit eerst nog voor 1 januari 2017 werd voorzien.
Ten derde vindt verrekening van de 5% teveel ontvangen perceptiekostenvergoeding over de periode 2014-2016 (excl. laatste kwartaal 2016) plaats bij het ontvangen van de Nederlandse korting. Omdat de korting in 2017 ontvangen wordt, wordt dan ook pas verrekend. Door de uitgestelde terugbetaling is de perceptiekostenvergoeding 367 miljoen hoger in 2016. Per saldo is de perceptiekostenvergoeding daarmee 344 miljoen hoger in 2016 dan geraamd bij Voorjaarsnota.
Beleidsartikel 4
Beleidsartikel 4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen Bedragen in EUR 1.000
Stand
ontwerp-
begroting
Stand 1e
suppletoire
begroting
Mutaties 2e
suppletoire
begroting
Stand 2e
suppletoire
begroting
2016
(1)
2016
(2)
2016
(3)
2016
(4)=(2+3)
Verplichtingen
49.920
62.455
-
-6.586
55.869
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
49.503
50.450
914
51.364
waarvan juridisch verplicht
98%
4.1
Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienst-verlening bieden aan Nederlanders in het buitenland
12.045
13.545
75
13.620
Subsidies
Gedetineerdenbegeleiding
2.000
2.000
300
2.300
Opdrachten
Consulaire bijstand
259
259
66
325
Reisdocumenten en verkiezingen
5.825
5.825
-
-1.630
4.195
Consulaire opleidingen
400
400
-
-200
200
Consulaire informatiesystemen
3.761
6.261
339
6.600
4.2
Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren
6.704
7.154
-
-186
6.968
Opdrachten
Visumverlening
1.100
1.100
400
1.500
Ambtsberichtenonderzoek
150
130
-
-80
50
Legalisatie en verificatie
80
80
0
80
Consulaire informatiesystemen
3.011
3.156
1.319
4.475
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Asiel en migratie
863
863
0
863
4.3
Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur
7.635
6.635
800
7.435
Subsidies
Internationaal cultuurbeleid
7.239
6.389
-
-64
6.325
Erfgoed
1.196
1.196
-
-86
1.110
4.4
Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen
15.231
16.431
2.749
19.180
Subsidies
Instituut Clingendael
2.320
2.320
478
2.798
Programma ondersteuning buitenlands beleid
3.058
3.058
600
3.658
overige subsidies
215
285
-
-5
280
Opdrachten
Bezoeken hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven Corps Diplomatique en internationale Organisaties
3.000
2.500
0
2.500
waarvan in- en uitgaande Staatsbezoeken
2.400
1.800
0
1.800
Adviesraad Internationale vraagstukken
525
525
0
525
Internationale manifestaties en diverse bijdragen
106
91
46
137
Bijdragen (inter)nationale organisaties
landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's
7.637
7.132
780
7.912
Europese bewustwording
520
520
-
-100
420
4.5
Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland
7.888
6.685
-
-2.524
4.161
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Speciaal Tribunaal Libanon
1.900
1.800
126
1.926
Internationaal Strafhof
1.400
4.400
-
-3 080
1.320
Nederland Gastland
1.065
1.165
-
-250
915
Ontvangsten
42.090
42.090
6.094
48.184
4.10
Consulaire dienstverlening aan Nederlanders
19.300
19.300
0
19.300
4.20
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen
22.000
22.000
6.000
28.000
4.40
Doorberekening Defensie diversen
790
790
94
884
Uitgaven
Artikel 4.4
De uitgaven voor het Instituut Clingendael nemen toe omdat een eindbetaling op de subsidie 2013-2015 is verricht en omdat een bijdrage is verstrekt in verband met transitiekosten als onderdeel van de nieuwe subsidierelatie met het Instituut. Daarnaast worden extra uitgaven opgenomen op het terrein van voorlichting (onder andere online activiteiten en de websites van de posten) en zijn extra uitgaven verricht op de posten ter ondersteuning van het buitenlands beleid.
Ontvangsten
Artikel 4.20
De consulaire ontvangsten nemen toe doordat er meer visa zijn afgegeven dan oorspronkelijk geraamd.
Beleidsartikel 5
Niet-beleidsartikel 5 Geheim Bedragen in EUR 1.000
Stand
ontwerp-
begroting
Stand 1e
suppletoire
begroting
Mutaties 2e
suppletoire
begroting
Stand 2e
suppletoire
begroting
2016
(1)
2016
(2)
2016
(3)
2016
(4)=(2+3)
Verplichtingen
0
0
0
0
Uitgaven
0
0
0
0
Verplichting en uitgaven
Geen mutaties
Niet-beleidsartikel 6
Niet-beleidsartikel 6 Nominaal en onvoorzien Bedragen in EUR 1.000
Stand
ontwerp-
begroting
Stand 1e
suppletoire
begroting
Mutaties 2e
suppletoire
begroting
Stand 2e
suppletoire
begroting
2016
(1)
2016
(2)
2016
(3)
2016
(4)=(2+3)
Verplichtingen
33.970
155
-
-125
30
Uitgaven:
Uitgaven totaal
33.970
155
-
-125
30
6.1
Nominaal en onvoorzien
33.970
155
-
-125
30
Niet-Beleidsartikel 7
Niet-beleidsartikel 7 Apparaat Bedragen in EUR 1.000
Stand
ontwerp-
begroting
Stand 1e
suppletoire
begroting
Mutaties 2e
suppletoire
begroting
Stand 2e
suppletoire
begroting
2016
(1)
2016
(2)
2016
(3)
2016
(4)=(2+3)
Verplichtingen
714.489
725.800
11.583
737.383
Uitgaven
704.257
730.186
6.184
736.370
7.1.1
Personeel
442.571
461.644
13.399
475.043
Eigen personeel
434.571
453.644
13.531
467.175
Inhuur extern
8.000
8.000
0
8.000
Overig personeel
0
0
0
0
7.1.2
Materieel
261.686
268.542
-
-7.215
261.327
ICT
55.000
56.000
2.000
58.000
bijdragen aan SSO's
77.000
78.000
0
78.000
Overige materiele uitgaven
129.686
134.542
-
-9.215
125.327
7.2
Koersverschillen
pm
0
0
0
Ontvangsten
21.450
21.450
16.300
37.750
7.10
Diverse ontvangsten
21.450
21.450
11.300
32.750
7.11
Koersverschillen
pm
0
5.000
5.000
Verplichtingen
De verplichtingen zijn verhoogd en verder in lijn gebracht met het uitgavenniveau.
Uitgaven
Artikel 7.1.1; Personeelskosten:
De kosten voor personeel nemen toe met EUR 13,5 miljoen. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat een deel van de uitgaven voor lokaal personeel en overige aan personeel gerelateerde uitgaven op de posten gekoppeld is aan de USD. Vanwege de koersonwtikkeling zijn de uitgaven daardoor toegenomen. Daarnaast is het budget verhoogd om extra in te zetten op Van Werk Naar Werk trajecten en om de voorheffing i.v.m. de Werkkostenregeling over 2016 af te dragen.
Artikel 7.1.2; Materiele kosten:
De materiële uitgaven nemen per saldo af met EUR 7,2 miljoen. Enerzijds zijn meer middelen nodig voor de huur van het ministerie (hogere prijs per m2) en is sprake van extra uitgaven voor aanvullende investeringen aan de Rijnstraat. Daarnaast stijgt het budget voor de vaste uitgaven aan panden in het buitenland als gevolg van de corporate rate. Ten slotte worden extra middelen toegevoegd voor IT uitgaven die verband houden met I-diplomatie. Hier staat een daling tegenover van de uitgaven voor onderhoud en investeringen in panden in het buitenland.
Ontvangsten
Artikel 7.10 en 7.20
De ontvangsten stijgen als gevolg van de verkoop van panden in het buitenland (o.a. PV OESO en Boedapest). Deze onroerend goed ontvangsten worden toegevoegd aan het zgn. huisvestingsfonds. Daarnaast zijn er extra ontvangsten die verband houden met de ontwikkeling van de wisselkoers van de USD. Het ministerie werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de zgn. corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld en voor het hele jaar gehanteerd. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende jaar een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat een saldo. Voor 2016 wordt rekening gehouden met EUR 5 miljoen.
Noot 1
Kamerstuk 2016-2017, 34 023, nr. 12