Weg met de commercie in de wetenschap

Met dank overgenomen van S.M. (Sandra) Beckerman i, gepubliceerd op zaterdag 8 oktober 2016.

Door de toenemende invloed van bedrijven op wetenschappelijk onderzoek worden belangrijke vragen niet meer gesteld en raken conclusies gekleurd. Zo is zestig procent van het geld voor voedingsmiddelenonderzoek van de universiteit van Wageningen privaat. Edith Freskens, hoogleraar voeding en gezondheid aan die universiteit, liet zaterdag in Het Parool optekenen dat er te weinig onderzoek wordt gedaan naar preventie omdat geen bedrijf dat wil financieren. Het is exemplarisch. Niet alleen voor het voedingsmiddelenonderzoek maar voor veel meer wetenschappelijke disciplines. Nederland investeert steeds minder in wetenschap en innovatie; in 2020 zal nog 0,79 procent van het bruto nationaal product hiervoor ingezet worden. Het laagste niveau in twintig jaar, onder het Europees gemiddelde.

De wetenschap stagneert doordat er op universiteiten te weinig geld is voor onderzoek dat leidt tot wetenschappelijke doorbraken. En een groeiend deel van het overheidsgeld moet worden uitgegeven aan onderzoek in samenwerking met het bedrijfsleven. Tegelijkertijd geeft de overheid een steeds groter deel van dat geld voor wetenschap en innovatie, bijvoorbeeld via de innovatiebox, uit aan (belasting)cadeautjes voor bedrijven.

Het kan en moet radicaal anders. Het Nederlandse wetenschaps- en innovatiebeleid faalt omdat het gebaseerd is op verkeerde aannames. Opeenvolgende kabinetten geloofden dat als ze bedrijven belastingvoordeel zouden geven voor het doen van onderzoek, die bedrijven zelf ook meer zouden investeren.

Tussen 2003 en 2010 verdubbelde het bedrag dat werd uitgegeven aan belastingvoordeel voor bedrijven die onderzoek doen; van 1,8 naar 3,7 miljard euro. Bedrijven zijn in dezelfde periode juist minder gaan investeren.

Het Centraal Planbureau en de Europese Unie oordelen vernietigend over het Nederlandse innovatiebeleid en met name de innovatiebox. Deze box zorgt ervoor dat bedrijven 5 in plaats van 25 procent belasting betalen over winst die voortkomt uit innovaties. In de Europese lijst van methoden die helpen onderzoek te stimuleren staat deze maatregel op plek 44. In 2012 kostte de innovatiebox 852 miljoen euro. Zestig procent van dat geld ging naar de zeer grote bedrijven. Hightechbedrijf ASML had in 2013 bijvoorbeeld 144 miljoen voordeel.

Een tweede aanname waarop het Nederlandse wetenschapsbeleid is gebaseerd, is dat onderzoek op universiteiten beter wordt als wordt samengewerkt met bedrijven. Ook dit klopt niet. Grote doorbraken worden juist vaker behaald bij langdurig, fundamenteel en onafhankelijk onderzoek.

De commercialisering van de wetenschap heeft de afgelopen jaren juist gezorgd voor gekleurde wetenschap. WC-Eendwetenschap waarbij de conclusies lijken op reclame voor de opdrachtgever. Zo adviseerde een hoogleraar op een leerstoel betaald door de zuivelindustrie melk te drinken, concludeerden wetenschappers met niet-vermeld financieel belang bij mondspoelmiddel Dentaid dat dit het beste middel is en ziet een hoogleraar duurzaamheid - wiens onderzoek mede wordt betaald door Shell en Gazprom - het als zijn taak de Nederlandse gasindustrie een betere positie in de wereld te geven.

Met publiek geld wordt nu private winst gemaakt. De Universiteit Utrecht investeerde bijvoorbeeld miljoenen in onderzoek in samenwerking met Danone. De patenten waarmee geld kan worden verdiend staan echter op naam van Danone.

Europees kampioenschap

Nederland moet meer en beter investeren in wetenschap en innovatie. Stop in naam van wetenschap en innovatie met het winnen van het Europees kampioenschap belastingcadeautjes aan bedrijven geven. Stop met de innovatiebox, stop met WC- Eendwetenschap. Stop met het financieren van de stagnatie van de wetenschap.

Investeer in wat wel werkt. Door meer geld uit te geven aan de regeling die het voor bedrijven goedkoper maakt onderzoekers aan te nemen, maar vooral door op universiteiten fors meer te investeren in langdurig, fundamenteel en onafhankelijk onderzoek.

Zo zorgen we dat belangrijke vragen wel gesteld kunnen worden. Zo zorgen we voor nieuwe wetenschappelijke doorbraken.

Dit artikel van Sandra Beckerman stond op 7 oktober 2016 in het Parool. Sandra is medewerker wetenschappelijk bureau SP, SPark.