Brief regering; Rapport 'Betrouwbaarheid verantwoordingscijfers over woninginbraken, overvallen en straatroof' - Naar een veiliger samenleving

Deze brief is onder nr. 477 toegevoegd aan dossier 28684 - Naar een veiliger samenleving.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Naar een veiliger samenleving; Brief regering; Rapport 'Betrouwbaarheid verantwoordingscijfers over woninginbraken, overvallen en straatroof'
Document­datum 29-09-2016
Publicatie­datum 29-09-2016
Nummer KST28684477
Kenmerk 28684, nr. 477
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 477 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2016

Met deze brief bied ik u de resultaten aan van het, op verzoek van mijn ambtsvoorganger gedane, onderzoek door de Inspectie Veiligheid en Justitie (hierna: de inspectie) naar de deugdelijkheid van de cijfers betreffende High Impact Crimes (hierna HIC): overvallen, straatroven en woninginbraken1, conform zijn toezegging in het Wetgevingsoverleg van 17 november 2014 (Kamerstuk 29 628, nr. 490).

Bevindingen inspectie

Op basis van de cijfers en de werkwijzen over het jaar 2015 heeft de inspectie het proces van totstandkoming van de aantallen van de HIC en de ophelderingspercentages daarvan onderzocht. Dit onderzoek geeft daarmee een oordeel over de betrouwbaarheid van de cijfers, die gebruikt worden voor de verantwoording in het kader van de aanpak van HIC-misdrijven.

Uit het onderzoek blijkt dat, door de uniformiteit van definities, de technische eigenschappen van het registratiesysteem en de in de teams aanwezige specifieke medewerkers die de administratieve afhandeling van de registraties uitvoeren, zowel de aantallen als de percentages van de betreffende misdrijven betrouwbaar zijn. Deze bevinding betekent ook dat er geen sprake is van het verondersteld wegschrijven van aangiftes woninginbraken onder diefstal uit schuurtjes.

Wel stelt de inspectie dat de politie vanaf 2016 nadere maatregelen moet nemen om de zuiverheid van de oplossingspercentages te kunnen blijven garanderen.

Verder constateert de inspectie dat het begrip ophelderingspercentage in de Veiligheidsagenda wordt gebruikt, zonder dat in dit document is vastgelegd wat onder een opgehelderd misdrijf moet worden verstaan en waarom is gekozen voor deze indicator. Naar inzicht van de inspectie kan dit in de praktijk tot verwarring leiden, omdat de begrippen «opgehelderd misdrijf» en «opgelost misdrijf» door elkaar worden gebruikt.

Definitie ophelderingspercentage

Voor de goede orde merk ik op dat een opgehelderd misdrijf een misdrijf betreft waarbij tenminste één verdachte bij de politie bekend is, ook al is deze voortvluchtig of ontkent hij of zij het strafbare feit te hebben gepleegd. Het is dus mogelijk dat een opgehelderd misdrijf niet tot een werkelijke veroordeling van een verdachte leidt.

Het ophelderingspercentage betreft het aantal in een verslagjaar opgehelderde misdrijven gedeeld door het aantal in datzelfde jaar geregistreerde misdrijven.

Met andere woorden, als politie een verdachte aan een zaak koppelt, dan is de desbetreffende zaak voor de politie «opgehelderd». Een opgehelderd misdrijf kan in een eerder jaar zijn geregistreerd en een geregistreerd misdrijf kan in een later verslagjaar worden opgehelderd.

Het oplossingspercentage gaat een stap verder dan het ophelderingspercentage. Het oplossingspercentage bestaat uit het aantal verdachten dat wordt doorgeleid naar het Openbaar Ministerie, afgezet tegen de geregistreerde criminaliteit. Dit betekent dat het oplossingspercentage lager ligt dan het ophelderingspercentage.

In het kader van de Veiligheidsagenda is, met instemming van de voorzitter van het College van procureurs-generaal en de regioburgemeesters, afgesproken om het ophelderingspercentage als indicator te hanteren. Voor deze indicator is gekozen, omdat het ophelderingspercentage een daadwerkelijke determinante is van de resultaten van de opsporingsinspanningen die door de politie worden geleverd, gerelateerd aan het criminaliteitsniveau in Nederland. Ook in de publicaties van het WODC over Criminaliteit en Rechtshandhaving, wordt consequent over het ophelderingspercentage gerapporteerd. Ook in uw Kamer is de betekenis van het begrip ophelderingspercentage frequent aan de orde geweest.2

Zuiverheid

De politie streeft altijd naar een betrouwbare registratie. Naar aanleiding van een opmerking van de Inspectie heeft de politie mij gemeld geen reden te hebben om aan te nemen dat de betrouwbaarheid van misdrijven waarop minder strak gestuurd wordt dan bij de High Impact Crimes, geringer zou kunnen zijn. Het gegevensbeheer en de controle daarop wordt ondersteund door de toepassing van onder andere een geautomatiseerde applicatie, waardoor afwijkingen in registraties in beeld kunnen worden gebracht. De politie zet daarmee blijvend in op de integriteit van het gegevensbeheer op alle misdrijven.

De politie is bekend met de door de Inspectie geïndiceerde mogelijk lichte overschatting van de ophelderingspercentages vanaf 2016. Dit heeft te maken met het feit dat de zogenaamde sepot 01 zaken (ten onrechte als verdachte vermeld) achteraf niet altijd worden gecorrigeerd in de politiesystemen. Op dit moment wordt er gewerkt aan een voorziening die dit automatisch zal herstellen. Voorts zullen er periodiek steekproeven worden genomen om de betrouwbaarheid van de ophelderingspercentages van de HIC delicten vast te stellen. Wordt alsnog vastgesteld dat deze maatregelen niet voldoen dan zullen aanvullende stappen worden genomen.

Handpalmafdruk-onderzoek

Ik maak van de gelegenheid gebruik om terug te komen op mijn in het Algemeen Overleg van 22 juni 2016 (Kamerstuk 29 279, nr. 336) gedane toezegging met betrekking tot de vraag of handpalmafdruk-onderzoek, standaard dan wel bij uitzondering, mogelijk wordt gemaakt bij onderzoek naar inbraken.

Met de invoering van de Wet Identiteitsvaststelling verdachten, veroordeelden en getuigen (WIVVG) (Kamerstuk 31 436) is het afnemen van een handpalmafdruk in de opsomming van maatregelen in het belang van het onderzoek van art. 61a Sv. opgenomen waardoor standaardafname niet meer mogelijk is. In mijn brief van 23 november 20153 heb ik uw Kamer bericht dat politie en OM hebben aangegeven dat handpalmafdrukken bij de opsporing en vervolging binnen de huidige wettelijke kaders al optimaal worden benut, ook bij high impact zaken.

Politie en OM pleiten voor standaardafname van handpalmafdrukken omdat daarmee de effectiviteit van de opsporing en vervolging wordt vergroot. Naar aanleiding daarvan wordt momenteel onder auspiciën van het WODC onderzocht wat de meerwaarde van handpalmafdrukken voor de opsporing en vervolging is, of de huidige praktijk van afname binnen de wettelijke kaders ruimte biedt voor verdere optimalisatie en hoe een standaardafname zich verhoudt tot de relevante grondwettelijke bepalingen en artikel 8 van het EVRM. Ik zal uw Kamer voor de zomer van 2017 informeren over de onderzoeksresultaten.

Tot slot

De uitkomsten van het onderzoek van de inspectie laten zien dat er geen reden tot twijfel is over de validiteit van de HIC-cijfers. Des te meer reden om trots te zijn op de resultaten die de afgelopen jaren op dit terrein zijn geboekt. In 2015 lagen de overvallen, straatroven en woninginbraken op het laagste niveau van de afgelopen tien jaar. Ik heb uw Kamer hierover in mijn brief van 19 mei 2016 geïnformeerd4. In de eerste helft van 2016 zijn uitstekende resultaten geboekt. Zo is het aantal overvallen met 9%, het aantal straatroven met 13% en het aantal woninginbraken zelfs met 14% gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2015. Dit betekent dat veel minder burgers slachtoffer zijn geworden van deze ingrijpende vormen van criminaliteit.

Het lijkt er dus op dat alle bij de aanpak van deze vormen van criminaliteit verbonden partijen erin slagen om de bereikte resultaten vast te houden en de kenmerkende cyclus, waarbij deze delicten weer toenemen als gevolg van inzet op andere prioriteiten, te doorbreken. Zoals ik ook in mijn hiervoor genoemde brief van 19 mei 2016 heb aangegeven (Kamerstuk 28 684, nr. 466), staan we de komende jaren gezamenlijk aan de lat voor het vasthouden van de resultaten, waarbij de regie bij het lokale gezag ligt. Ik zal het lokaal gezag daarbij blijven ondersteunen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Noot 1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Noot 2

Zie Kamerstuk 29 628, nr. 640 en Kamerstuk 34 200 VI, nr. 15

Noot 3

Kamerstuk 29 628, nr. 589

Noot 4

Kamerstuk 28 684, nr. 466


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.