Kamermeerderheid: schort uitlevering verdachten aan Rwanda op

Met dank overgenomen van ChristenUnie (CU) i, gepubliceerd op vrijdag 23 september 2016.
Joël Voordewind - Foto: Rufus de Vries
Bron: Blog ChristenUnie

'

Op initiatief van de ChristenUnie pleit een meerderheid van de Tweede Kamer voor opschorting van uitlevering van verdachten aan de Rwanda. In Rwanda kunnen verdachten niet rekenen op een verdediging die voldoet aan internationale standaarden. Processen verlopen daardoor oneerlijk. Vervolging van Rwandese verdachten gebeurt wat de ChristenUnie betreft voorlopig in Nederland. Een Kamermeerderheid van PvdA, D66, SP en GroenLinks steunen het initiatief.

ChristenUnie-Kamerlid Joël Voordewind: “In Rwanda is er op dit moment helaas geen sprake van een eerlijke rechtsgang. Dat is onder meer bevestigd door M.R. Witteveen die als officier van justitie jarenlang onderzoek heeft gedaan in Rwanda. Ook Amnesty International heeft regelmatig gewaarschuwd voor het Rwandese rechtssysteem. In het ambtsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt bovendien aangegeven dat de rechtspraak beïnvloed kan worden door de politiek, het leger of vermogende zakenlieden. Daarnaast is er amper sprake van een adequate juridische verdediging. Nederland staat op het punt om twee genocideverdachten uit te leveren aan Rwanda. Iedereen heeft er baat bij dat juist genocideplegers vervolgd worden, maar dan moet Nederland er ook zeker van zijn dat er sprake is van een eerlijke rechtsgang. Daarom pleit een meerderheid van de Tweede Kamer er gelukkig voor om de uitlevering aan Rwanda op te schorten en het proces in Nederland te laten plaatsvinden”.

 ---

Schriftelijke vragen namens de leden Voordewind (ChristenUnie), Recourt (PvdA), Sjoerdsma (D66), Gesthuizen (SP) en Voortman (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister van Buitenlandse Zaken over de uitlevering van verdachten aan Rwanda?

  • 1. 
    Is het juist dat Nederland medewerking verleent aan de uitlevering van twee verdachten[1] van (indirecte) betrokkenheid bij de genocide aan Rwanda nu er geen juridisch beroep tegen de uitlevering meer openstaat?
  • 2. 
    Wat is uw reactie op de deskundige adviezen van mr. M.R.  Witteveen, die als expert door het Ministerie van Buitenlandse Zaken uitgezonden is geweest als adviseur voor de Rwandese autoriteiten en die onlangs heeft opgetreden als expert getuige te Londen in een vergelijkbare uitleveringszaak, die stelt dat Rwandese verdachten in Rwanda geen kans hebben op een eerlijk proces omdat er geen sprake is van adequate verdediging die voldoet aan de meest elementaire internationale standaarden[2]?
  • 3. 
    Hoe verhoudt de voorgenomen uitlevering zich tot de constatering in het ambtsbericht dat verschillende bronnen suggereren dat de rechtspraak slechts ‘in theorie onafhankelijk’ is terwijl er sprake is van ‘politieke invloed op processen waarbij militairen, leden van de politieke oppositie of vermogende zakenlieden zijn betrokken[3]’?
  • 4. 
    Bent u op basis van het voorgaande ook niet van mening dat het in ieders belang is en daarom verre de voorkeur verdient als van genocide verdachte personen in Nederland worden berecht, waar de onafhankelijke waarheidsvinding is gegarandeerd en de kennis en ervaring voorhanden is en dat dat belang veel zwaarder weegt dan dat de feiten worden berecht daar waar ze gepleegd zijn?
  • 5. 
    Bent u bereid om uitleveringen aan Rwanda op te schorten zolang er in Rwanda geen sprake is van een eerlijke rechtsgang en/of tot de uitleveringsrechter in Londen een definitief oordeel heeft gegeven? Bent u bereid verder onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de rechtspleging in Rwanda in genocide zaken, omdat er op zijn minst gerede twijfel is over de eerlijkheid daarvan?
 

[1] Jean Claude Iyamuremye en Jean Baptiste Mugimba

[2] Zie ook paragraaf  2.7, kort geding uitlevering Rwanda, 27 november 2015, http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBDHA:2015:13904

[3] Ambtsbericht Rwanda, Ministerie van Buitenlandse Zaken, augustus 2016, p. 46.